Intouchables in Utrecht

De lift omhoog in heel zijn eenvoudig stille symboliek. Terug in het verpleeghuis van de vele dagelijkse uurtjes thuis of bij goede vrienden. De dagelijkse prikkels en buitenlucht houden Ellen in conditie en bij de les. En zeg nou zelf: het beeld boven roept natuurlijk associaties op met de ontroerende en tegelijkertijd ook hilarische filmhit Intouchables uit 2011. Daverende kaskraker met sublieme en bekroonde hoofdrollen voor de acteurs Omar Sy en François Cluzet. Een hartveroverend script naar het waar gebeurde verhaal van een aan de rolstoel gekluisterde aristocraat uit Parijs die dikke maatjes werd met een Senegalese rauwdouwer en charmeur uit de banlieue.
Buddy John: ‘Als wij met de rolstoel flaneren, allebei met zonnebril op, Ellen majesteitelijk in de kleren, ik gedienstig aan het stuur, dan zie ik de mensen onderzoekend kijken, loeren bijna. En vaak draaien ze zich later nog heel even stiekem om. Die zijn ooit naar Intouchables geweest, denk ik dan. Hun blik verraadt. Zo van: dat krankzinnige verhaal uit de bioscoop speelt klaarblijkelijk ook in Utrecht’.
Natuurlijk van Intouchables vele Nederlandse versies, zoals de onze. Ellen die dat nu minder doet maar een jaar geleden nog guitig wuifde naar voorbijgangers. Van zo’n John hebben we er nog een heleboel die voorkomen dat we in de puree komen te zitten. Het is vaak een kwestie van een telefoontje of een mailtje over en weer. En de dokter een paar jaar geleden maar waarschuwen voor het sociale isolement en het zwarte gat. Het balboekje van onze eigen Maxima vult zich spelenderwijs. Daar is geen woord aan overdreven.
Ik mopper wel eens over verlies van zoveel dingen die het leven altijd tot een feest maakten. Want om nou te zeggen dat we voortdurend de polonaise lopen, nou nee, niet bepaald. De beperkingen door de ziekte van Parkinson en vooral door die merkwaardige cocktail van fluctuerende gedragstoornissen die ze Lewy Body dementie noemen, hakken er stevig in. Maar we zijn niet voor een kleintje vervaard. Ik haal er graag mijn goede vriend en wijsgeer Quintus Heronimus bij, net misgelopen helaas, hij leefde enige jaren vóor Christus. Tegenslag toont de ware aard van de mens, voorspoed verdoezelt die meestal. We blijven ongenaakbaar, zijn er trots op dat we het nog altijd samen rooien en bij dementieconsulent Albert, zijn woorden, zelfs als rolmodel te boek staan.
Elke tweede zaterdag van de maand zwaait Welzijnsmedewerkster Elly Wolf het grand café van verpleeghuis De Ingelanden open voor een dineravondje en muziekoptreden. Onze tafel vult zich nog steeds moeiteloos met vrienden die voor deze gelegenheden zowaar met een wachtlijst rekening moeten houden. Het klinkt krankzinnig, maar zo is het toch echt. We zijn bevoorrecht met een Maggy bij wie Ellen drie keer per week verpoost voor manicure, gezichtsbehandeling, het luisteren naar klassieke muziek en het avondeten. We hebben Esmé die tweemaal per week thuis op vaste tijden de helpende hand biedt. Wietske die Ellen al kende toen beiden nog maar twaalf waren die met haar man helemaal uit Leeuwarden overkomt. Ellen haar oud-collega Wil die elke veertien dagen de woensdagmiddag vult zodat ik therapeutisch kan wandelen door Rotterdam met Cees, mijn technicus bij mediatrainingen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Of het nu gaat om parkinson, MS, ALS, dementie of een hersenbloedig, noem het, je moet jezelf opnieuw uitvinden en je leven anders gaan organiseren. Gelukt tot dusver! Al meer dan zes jaar.
De uitsmijter gun ik het verpleeghuis. Ik mopper wel eens. Ik spuw hete lava als een vulkaan bij slordigheden en de automatische piloot. Ik ben niet zo op losse krachten. Die kan je nergens op aan spreken. Ze kennen vaak het zorgplan niet eens. Ze vergeten, voorbeeld, het tandenpoetsen. Maar de vaste bezetting, die lijst ik in. Ron, Petra, Kim, Chantal, Denise, Onno, Melissa, Tamara, Nicole, mis ik er nog één? Zij beseffen dat ik mijn huwelijk tot in het verpleeghuis wil blijven voortzetten. Een paar keer per week slaap ik bij Ellen op de kamer in het eenpersoonsbed. Ik hoef niet via de regenpijp stiekem ’s ochtends naar huis. Ik heb vandaag op de kamer van Ellen ook een eigen bed gekregen om een fysiotherapeut uit te sparen. Heerlijk die momenten zodra de zorg voor roomservice speelt. ‘Nog iets drinken? Kaasplankje maken?’ Meermaals krijg ik voor thuis met Ellen een restje aardappelen, vlees en groeten mee, of rijst met een prutje. Het kon zoveel slechter. De Ingelanden als rolmodel!
De lift blijft in beweging. We bedienen die zelf. Samen aan de knoppen, samen de regie. Ik fungeer vooral ook als impresario van mijn zieke vrouw. Eens even zien: voor vandaag heeft ze de kapper, Danny. En ze moet naar Piet in de sportschool. De volgorde maar beter andersom, toch? Er is ook koorzang in Vleuten. Dat lijkt me iets voor met John.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *