In stil verlangen naar een bui regen

maximapark

Hai Maggy. Dank voor je mail. En wéér kruipt de schrijver in mijn huid. Tast hij mijn brein af. Hij zegt wat ik niet meer zeggen kan. Op de foto van Diana ben ik in gedachten. met Diana ben ik in het Maximapark op weg naar een glas ijskoude melk. Of zal ik me al aan een biertje wagen? Maar vanuit de verte hoor ik deze zondagochtend de kerkklokken luiden. De dominee en zijn kerkenraad zullen hun wenkbrauwen fronzen. Die mevrouw al aan een biertje? En dat op zondag om elf uur? Ik lijk wel een dronkenlap. Je weet, dat ben ik nooit geweest en zal ik ook nooit worden. Maar op de foto zie je de wasem. Het is drukkend warm. Het koelt ’s nachts ook niet meer af. De Belgen derde op het WK. Ja liever de Belgen dan de Engelsen. Die Engelsen hebben maar één ding: een mooi volkslied, het mooiste ter wereld. Johan liet zich in De Panne nog bijna verleiden tot het meedoen aan een polonaise van het disco-stampende winkelplein met levensgroot tv-scherm naar het strand en terug. Honderden mensen namen aan die polonaise deel. Johan niet. Hij kende als Hollander zijn plaats. Zegt-ie. Hij nam een ijsje met slagroom en warme chocolade. Het verdeelde België één grote harmonische gemeenschap. Voor een paar weken, hooguit een paar weken, wellicht. Maar prachtige beelden van de huldiging in Brussel. Wat een mensenmenigte brengt zo’n voetbalploeg op de been zeg! Kippenvel. Gezien? Zelf bleef ik met Elly en Diana het laatste weekend van het WK thuis in dat ene kleine hoekje met wat schaduw en een beetje verkoeling. Het ontbrak ons hier thuis aan niets. Johan genoot in de ons inmiddels zo vertrouwde badplaats De Panne van meer dan alleen het voetbal. Hij lag aan zee of zat bij strandtent Albert I met zijn boeken in de volle zon. En aan een biertje. Hij is zo bruin als een bosneger. Loopt deze julimaand haast alleen nog in een zwembroek rond. Hij bezocht op zaterdagavond het culturele festival Dumont in de gelijknamige wijk met bochtige idyllische straatjes vol architectuur en oude roem. Vader en zoon Dumont gaven als bouwmeesters De Panne aan het einde van de negentiende eeuw een enorme impuls. Daarvoor was het een verarmde vissersplaats. Enkele grootgrondbezitters hielden de ontwikkeling naar een toeristische attractie heel lang tegen. Daar bij die kraampjes en muziekpodia in de Dumontwijk afgelopen zaterdagavond miste Jopie mij nog het meest. Je bent maatjes voor het leven of je bent het niet. En toch alleen naar De Panne voor één overnachting. Kwestie van doorzetten. Het moet. Hij voelt zich er thuis en blijft met die kleine verzetjes als mantelzorger op de been. ’s Avonds ontspannen eten in het restaurant van hotel Cajou. Ze hebben er nu gebakken ganzenlever op de kaart. Johan neemt anderhalf portie. In De Panne beschikken ze over rolstoelen met rupsbanden, zo noem ik het maar even, hele grote banden, rolstoelen als terreinwagens waarmee ik in de vroege uurtjes langs de vloedlijn over het strand kan. Zo’n rolstoel hebben we voor later deze maand juli alvast gescoord. Ik ga er weer mijn vakantie vieren, aan de Belgische kust. Wonderbaarlijk toch! Weer een vakantie in dat lustoord! Ja, wat enkele jaren geleden Vlissingen voor ons was, dat is De Panne nu. Het zorghotel in Vlissingen verpestte het voor ons en voor zichzelf op welhaast gereformeerde wijze met plotseling allerhande bezuinigingen. Waarmee een stuk gezelligheid en aandacht voor de maaltijden verdween. Het kreeg iets vreugdeloos. Het eten kwam met die bezuinigingen alleen nog maar van een weinig kieskeurige en ingedommelde cateraar. Hadden we een keer ’s avonds de keus uit koolraap halfgaar of koolraap doorgekookt. Dat was met Pasen of Pinksteren. Met de feestdagen. Kun je nagaan. Alsof zieke mensen zich niet meer willen laten verwennen. Johan heeft nog eens zijn beklag gedaan bij de grote baas van het zorghotel in Vlissingen. Hij zei later nog nooit zo’n afschuwelijke, poepie christelijke eigenheimer te hebben meegemaakt. Hij had het over een lul met vingers. Met Diana ben ik zowel afgelopen zaterdagmorgen als zondagmorgen twee uur wezen wandelen naar het Maximapark. Daar hebben we bij een uitspanning geluncht. Vervolgens weg uit de zon, naar huis voor de medicijnen, voor de tuinslang als opfrissing, en voor mijn siësta. Taco belde Johan zondagochtend al vroeg op in De Panne waar het kwik was gestegen tot 31 graden. Taco wilde bij ons naar de finale van het WK komen kijken. Heeft hij ook gedaan. Johan kwam er op tijd voor terug naar huis. Ze waren allebei voor de Kroaten. Hartstikke leuk. Ik krijg nog steeds heel veel mee. Men zou mij gemakkelijk kunnen onderschatten. Ik hoorde Johan thuiskomen, ik hoorde zijn stem, en dacht: daar is-ie weer. Ik schijn breeduit gelachen te hebben. Taco bracht het avondeten mee. Loempia’s. En een gekoelde fles witte wijn. Hij speelde voor ober rond mijn bed en de televisie. Zo lief! Hij is me dierbaar, Taco. Johan had uit De Panne twee nieuwe, sterk afgeprijsde, tuinstoelen bij zich. En een parasol. Die heeft hij niet voor ons in gedachten, hoe gek kun je ze hebben, maar voor de planten. Toegegeven: die worstelen zich een ongeluk om in leven te blijven. Alle planten die deze verschrikkelijk warme en ongekend droge zomer niet overleven, ondanks alle zorg, al die sneue planten worden vervangen door vegetatie die we vroeger alleen aantroffen in Zuid-Europa. We gaan de tuin zogezegd een beetje aanpassen aan de klimatologische veranderingen. Je kunt niet aan het sproeien blijven. Houd je taal Maggy. Die warmte legt ons extra beperkingen op. Moet er niet aan denken dat ik nog in het verpleeghuis woonde. Hier thuis voel ik me een rijkeluiskind. Als je dan toch door parkinson of een hersenaandoening getroffen wordt, dan thuis graag met een één -op-één verzorging. Hoorde weer een afschuwelijk verhaal over ons oude verpleeghuis. Het is daar bij de wilde spinnen af. In het restaurant werd er pas geleden een mosselavond gehouden. Een dementerende bewoner, verzot op mosselen, moest verstek laten gaan. Hij kan niet meer zelfstandig eten, net als ik. Werd er een groot bord met gekookte mosselen speciaal voor die meneer naar boven gebracht, naar zijn afdeling. Liet de verzorgster daar doodleuk weten dat ze eerst zelf ging eten. De gekookte mosselen werden apart gezet. In een mum van tijd één grote zwerm vliegen rond dat bord met gekookte mosselen. Die verzorgster kwam niet meer opdagen. Ze konden de mosselen zo weggooien. Die meneer had het nakijken. Wantoestanden. Het is een grof schandaal. Een zieke mentaliteit onder het personeel. Het heeft niets met werkdruk te maken. Maar dan ook helemaal niets. Het is je reinste onverschilligheid. In dat verpleeghuis werken mensen die er niets te zoeken hebben. Maar zo’n verpleeghuis komt wel met vlag en wimpel door een lang van tevoren aangekondigde inspectie. Ja, zo kan ik het ook. Een farce, zo’n inspectie. We kwamen in het winkelcentrum laatst een medewerkster van ons oude verpleeghuis tegen. Die sprak in termen van een moreel drama. Mijn Chinese tandarts in Maarssen toonde zich zeer tevreden. Hij gaat die afgebroken kroon zelf verder behandelen. Een worstelkanaalbehandeling zodra ik pijn krijg, eerder niet. Ik hoef niet terug naar het ziekenhuis. Hij verwacht ook geen narcose. Mooi nieuws dus. Krijg ik die wortelkanaalbehandeling dan gaat behalve Johan ook Diana mee. Bij die twee doe ik mijn mond open, bij vreemden niet. Het zorgteam van drie personen dat we met veel precisie in stelling hebben kunnen brengen, is uitmuntend. Lof voor Trudy, Elly en Diana. Het was even zoeken en aftasten maar nu hebben we de juiste formatie en formule toch écht alweer een poos te pakken. Alsof het een voetbalselectie voor het WK is. Het zal trouwens weer even wennen worden. We raakten verslaafd aan die wedstrijden vanuit Rusland eind van de middag en halverwege de avond. Liefs van mij en mijn ghostwriter, Ellen. 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *