
Ik zou van alles willen zijn op deze wereld.
Maar geen vrouw.
Ik zou een papegaai kunnen zijn. Ik zou een ooi kunnen zijn. Een hert of een mus die in de boom leeft.
Alles liever dan een Afghaanse vrouw.
Maar ik bén een Afghaanse vrouw.
Hoelang moet ik nog aanvaarden dat ik lijd? Wanneer zal de natuur mijn bevrijding aankondigen? Waar is het huis van de gerechtigheid? Wie heeft mijn lot geschreven? Zeg hem.
Zeg hem. Zeg hem.
Dat ik alles in de natuur wil zijn. Maar geen vrouw. Geen Afghaanse vrouw.
De taal die de wereld groter maakt. met taal ga je op reis en die verruimt de geest en verlicht de ingewanden. ‘De verborgen meisjes van Kabul’. Verhuld protest in Afghanistan. Niet alleen van nu maar van al veel langer. Iedereen weet ervan, niemand die er openlijk over praat. Slechts verhuld komt het aan de orde. De bacha posj. Een uitkomst. De vijf jaar durende reportage van onderzoeksjournalist Jenny Nordberg van het Zweedse Svenska Dagbladet leert veel over het ingeklemde land in Azië dat, alweer bijna vergeten, door de zo bedrieglijk beschaafd overkomende en stoïcijnse Amerikaanse president Biden – werkelijk geen spat beter met Afghanistan en ook migranten uit Haïti dan Trump – en zijn Europese NAVO-handlangers in chaos werd verlaten en verraden. Even Haïti: onder het presidentschap van de bedaagde en te lang nog aanbeden Joe Biden vangt de Amerikaanse grenspolitie te paard vluchtelingen uit het voortdurend door natuurrampen gevelde Haïti met een lasso en slaat en schopt ze waar de stakkers uit het armste land van het westelijk halfrond ook maar te slaan en te schoppen zijn. Foto’s waartegen terecht Amnesty in opstand komt. Nu de culturele wereld in de VS nog; die wist ook Donald Trump te vinden. Terug naar de meisjes van Kabul en Jenny Nordberg. Het boek geeft antwoord op de vraag waarom we nooit Afghanistan kunnen omvormen tot een seculiere democratie naar westers model. Maar we hadden ons wel verplicht de vrouwen en meisjes te blijven beschermen in een (enigszins) veilige bestaanszekerheid. En met gelijke kansen voor eenieder. Dat hebben we nagelaten. We hebben ze verraden. Daar lag goddomme voor ons een verantwoordelijkheid.
Met grote stappen heroverden de Taliban Afghanistan. De luchthaven van Kabul staat voor eeuwig op ons netvlies geëtst. De Taliban kregen het grondgebied weer terug in de schoot geworpen. Waar kwamen al die mannen met baarden, te korte broekspijpen en met tulband zo ineens vandaan? Zeker niet allemaal uit Pakistan, Saudi-Arabië en zo meer. Zeker niet. Maar de financiering kwam wel goeddeels uit het buitenland. Word je van de ene op de andere dag een Talibanstrijder? Nee, zo wijst de geschiedenis uit. Net zo min als dat je van de ene op de andere dag een mudjahedin werd. Er lijkt niet of nauwelijks sprake van een hersenspoeling. Ook niet van opportunisme of angsthazerij. Zo van: laat ik maar op veilig gaan.
Journaliste Nordberg zet ons met haar participerende werk nadrukkelijk aan het denken. Wie het boek (uit de vorige Afghaanse diaspora) openslaat wil ook weten wat er op de volgende bladzijde staat. De taal die de wereld groter maakt. Het venster. Keken Wilders en de motoragent Broekers-Knol daar maar eens doorheen. Het venster naar werelden in een wereld die zich met de westerse bril niet altijd eenvoudig laat verklaren. Jenny Nordberg, journalistiek werk van de bovenste plank die de Taliban beter doet begrijpen zonder ze te rechtvaardigen, nee sterker nog: woorden schieten tekort ze nog meer te veroordelen. Het zit bij Arabische mannen in de genen. Het zit in de Afghaanse cultuur die vrouwen en meisjes discrimineert. Ze worden beschouwd als een last voor de gemeenschap. Dat geldt niet voor de hoger opgeleiden, die niet, we kennen de voorbeelden, van heel dichtbij, trotse mensen van een hoge intellectualiteit en van een indrukwekkende beschaving, maar miljoenen stadse en plattelands Afghanen denken van generatie op generatie achtergebleven-Arabisch. Wij in het Westen noemen het primitief.
Je zal in hun leefwereld als ouders maar een dochter krijgen. En daarna nog één. Waar blijft een zoon? Het had een jongen moeten wezen. De schande, twee dochters maar nog steeds geen zoon, de angst om nagewezen en verstoten te worden. Nogmaals proberen. Weer een dochter. De eigen familie kijkt beledigd en vernederd de andere kant op. Je durft het je buren niet te vertellen. Die weten overigens wel beter, maar doen net of ze gek zijn. Die hebben hetzelfde probleem. Die spelen weer komedie tegen hún buren. En ga zo het rijtje maar af. De remedie: na twee dochters van de derde dochter voorlopig een jongen maken. Dat meisje als jongen opvoeden, en ook als jongen kleden, die nepjongen met jongenskapsel in bomen laten klauteren en laten ravotten totdat de bacha posj in de puberteit komt. De vrijheid en het respect die de bacha posj een jaar of tien geniet, die vrijheid en respect staan in schril contrast met wat de verdere toekomst biedt. Dan wordt van de bacha posj (weer aan de buitenkant ‘omgebouwd’) verwacht dat ze net als alle andere meisjes verandert in een gehoorzame, huwbare vrouw en is ze weinig meer op de sociale ladder dan een hond van de straat.
De Scandinavisch buitenlandcorrespondent Jenny Nordberg won de Pulitzer Prize for National Reporting en de Robert F. Kennedy Journalism Award. Ze deed vijf jaar onderzoek naar het fenomeen bacha posj dat ook voorkomt in de omringende landen van Afghanistan. De vernedering en structurele achterstelling van vrouwen en meisjes houdt niet op bij de landsgrenzen. Het zijn indringende interviews van Jenny Nordberg. De 15-jarige Zahra weigerde om vrouw te worden, want waarom eigenlijk als alles je wordt afgenomen, waarom zou je dan een vrouw willen zijn? Nordberg geeft met intieme portretten een stem aan de vrouwen en meisjes. Het boek leert ons steeds weer onze eigen vooroordelen en maatschappelijke normen te onderzoeken bij vragen die vanuit het Westen misschien niet te beantwoorden zijn. Geen van de geïnterviewden kreeg geld, alleen de tolken. De schrijnende verhalen stonden los van enig winstoogmerk. Een aantal geïnterviewden bleef anoniem.
De Taliban willen het woord kunnen voeren in de VN. Je bent geneigd te schreeuwen: om de donder niet. Maar misschien zou je de Taliban wel in de VN moeten laten praten. Op voorwaarde dat je ze van repliek mag dienen, en zij daar weer op reageren. Op het vrouwen en meisjes ontnemen van mensenrechten. Arm Afghanistan trouwens. We lezen net dat de Taliban-minister van justitie, een hardliner onder de hardliners, de lijfstraffen weer heeft ingevoerd. De openbare executies zijn terug en handen worden weer afgehakt. Vrouwelijke ambtenaren mogen niet meer naar hun werk. Meisjes mogen niet meer doorleren. Barbiers mogen in hun kapperszaak geen baarden meer trimmen, da’s Amerikaans. Afghaanse tolken moeten zich bij de Taliban melden omdat ze oneerbaar westers geld aannamen. Geven de tolken zich niet aan dat krijgen hun familie met represailles te maken. Het is Gods wil. Er staat Afghanistan volgens de VN een gigantische hongersnood te wachten. Een groot voedseltekort en er zijn ook al geen medicijnen meer genoeg. Biden o Biden. Een maatschappij van dood en verderf, van angst en uitzichtloosheid. En dat alles in naam van een duistere god. Misschien zou er een verbod op het geloof in sprookjes moeten komen. Geloof in sprookjes en trompetterende engeltjes aan doorzichtige koordjes tot de puberteit, maar daarna niet meer. Invoering van een sprookjespolitie. Ook in Nederland misschien wel en die sprookjespolitie opereert dan vanuit Urk. In lang vervlogen tijden was het ingetogen-trotse en geciviliseerde Afghanistan vredelievend boeddhistisch. Was het nog maar zo, maar het onherbergzame land werd het slagveld, de broedplaats en de schuilplek van het extremisme en het banditisme en van rechteloosheid. Blijft over de constatering dat twee (met honderd dingen tegelijk bezig zijnde) ministers in Nederland in de recente schaamteloze gebeurtenissen rond de evacuaties uit Kabul gelukkig genoeg reden zagen zichzelf haar huis te sturen.
Hoe lang moet ik nog aanvaarden dat ik lijd? Wanneer zal de natuur mijn bevrijding aankondigen? Waar is het huis van de gerechtigheid? Wie heeft mijn lot geschreven? Zeg hem.
Zeg hem. Zeg hem.
Dat ik alles in de natuur wil zijn. Maar geen vrouw. Geen Afghaanse vrouw.
****
Probeer me voor te stellen hoe dat gaat binnen de paleismuren.
Loopt er een lakei bij onze koning binnen die op dat moment met zijn raceautootjes Max Verstappen zit na te spelen.
‘Sire wilt U hier even tekenen? Het heeft deze keer haast.‘
‘Waar moet ik tekenen, bij die stippeltjes?’
Als de lakei bijna weer de deur uit is: ‘Waar was het eigenlijk voor?’
‘Voor het meest denkbare eervolle ontslag van Mona Keijzer, Majesteit.’
‘Maar daar had ik vorige week toch al voor getekend?’
‘Nee, sire, dat was voor mevrouw Bijleveld.’