Ook de bacha posj leert ons veel van de Taliban en Afghanistan

Ik zou van alles willen zijn op deze wereld.

Maar geen vrouw.

Ik zou een papegaai kunnen zijn. Ik zou een ooi kunnen zijn. Een hert of een mus die in de boom leeft.

Alles liever dan een Afghaanse vrouw.

Maar ik bén een Afghaanse vrouw.

Hoelang moet ik nog aanvaarden dat ik lijd? Wanneer zal de natuur mijn bevrijding aankondigen? Waar is het huis van de gerechtigheid? Wie heeft mijn lot geschreven? Zeg hem.

Zeg hem. Zeg hem.

Dat ik alles in de natuur wil zijn. Maar geen vrouw. Geen Afghaanse vrouw.

De taal die de wereld groter maakt. met taal ga je op reis en die verruimt de geest en verlicht de ingewanden. ‘De verborgen meisjes van Kabul’. Verhuld protest in Afghanistan. Niet alleen van nu maar van al veel langer. Iedereen weet ervan, niemand die er openlijk over praat. Slechts verhuld komt het aan de orde. De bacha posj. Een uitkomst. De vijf jaar durende reportage van onderzoeksjournalist Jenny Nordberg van het Zweedse Svenska Dagbladet leert veel over het ingeklemde land in Azië dat, alweer bijna vergeten, door de zo bedrieglijk beschaafd overkomende en stoïcijnse Amerikaanse president Biden – werkelijk geen spat beter met Afghanistan en ook migranten uit Haïti dan Trump – en zijn Europese NAVO-handlangers in chaos werd verlaten en verraden. Even Haïti: onder het presidentschap van de bedaagde en te lang nog aanbeden Joe Biden vangt de Amerikaanse grenspolitie te paard vluchtelingen uit het voortdurend door natuurrampen gevelde Haïti met een lasso en slaat en schopt ze waar de stakkers uit het armste land van het westelijk halfrond ook maar te slaan en te schoppen zijn. Foto’s waartegen terecht Amnesty in opstand komt. Nu de culturele wereld in de VS nog; die wist ook Donald Trump te vinden. Terug naar de meisjes van Kabul en Jenny Nordberg. Het boek geeft antwoord op de vraag waarom we nooit Afghanistan kunnen omvormen tot een seculiere democratie naar westers model. Maar we hadden ons wel verplicht de vrouwen en meisjes te blijven beschermen in een (enigszins) veilige bestaanszekerheid. En met gelijke kansen voor eenieder. Dat hebben we nagelaten. We hebben ze verraden. Daar lag goddomme voor ons een verantwoordelijkheid.

Met grote stappen heroverden de Taliban Afghanistan. De luchthaven van Kabul staat voor eeuwig op ons netvlies geëtst. De Taliban kregen het grondgebied weer terug in de schoot geworpen. Waar kwamen al die mannen met baarden, te korte broekspijpen en met tulband zo ineens vandaan? Zeker niet allemaal uit Pakistan, Saudi-Arabië en zo meer. Zeker niet. Maar de financiering kwam wel goeddeels uit het buitenland. Word je van de ene op de andere dag een Talibanstrijder? Nee, zo wijst de geschiedenis uit. Net zo min als dat je van de ene op de andere dag een mudjahedin werd. Er lijkt niet of nauwelijks sprake van een hersenspoeling. Ook niet van opportunisme of angsthazerij. Zo van: laat ik maar op veilig gaan.

Journaliste Nordberg zet ons met haar participerende werk nadrukkelijk aan het denken. Wie het boek (uit de vorige Afghaanse diaspora) openslaat wil ook weten wat er op de volgende bladzijde staat. De taal die de wereld groter maakt. Het venster. Keken Wilders en de motoragent Broekers-Knol daar maar eens doorheen. Het venster naar werelden in een wereld die zich met de westerse bril niet altijd eenvoudig laat verklaren. Jenny Nordberg, journalistiek werk van de bovenste plank die de Taliban beter doet begrijpen zonder ze te rechtvaardigen, nee sterker nog: woorden schieten tekort ze nog meer te veroordelen. Het zit bij Arabische mannen in de genen. Het zit in de Afghaanse cultuur die vrouwen en meisjes discrimineert. Ze worden beschouwd als een last voor de gemeenschap. Dat geldt niet voor de hoger opgeleiden, die niet, we kennen de voorbeelden, van heel dichtbij, trotse mensen van een hoge intellectualiteit en van een indrukwekkende beschaving, maar miljoenen stadse en plattelands Afghanen denken van generatie op generatie achtergebleven-Arabisch. Wij in het Westen noemen het primitief.

Je zal in hun leefwereld als ouders maar een dochter krijgen. En daarna nog één. Waar blijft een zoon? Het had een jongen moeten wezen. De schande, twee dochters maar nog steeds geen zoon, de angst om nagewezen en verstoten te worden. Nogmaals proberen. Weer een dochter. De eigen familie kijkt beledigd en vernederd de andere kant op. Je durft het je buren niet te vertellen. Die weten overigens wel beter, maar doen net of ze gek zijn. Die hebben hetzelfde probleem. Die spelen weer komedie tegen hún buren. En ga zo het rijtje maar af. De remedie: na twee dochters van de derde dochter voorlopig een jongen maken. Dat meisje als jongen opvoeden, en ook als jongen kleden, die nepjongen met jongenskapsel in bomen laten klauteren en laten ravotten totdat de bacha posj in de puberteit komt. De vrijheid en het respect die de bacha posj een jaar of tien geniet, die vrijheid en respect staan in schril contrast met wat de verdere toekomst biedt. Dan wordt van de bacha posj (weer aan de buitenkant ‘omgebouwd’) verwacht dat ze net als alle andere meisjes verandert in een gehoorzame, huwbare vrouw en is ze weinig meer op de sociale ladder dan een hond van de straat.

De Scandinavisch buitenlandcorrespondent Jenny Nordberg won de Pulitzer Prize for National Reporting en de Robert F. Kennedy Journalism Award. Ze deed vijf jaar onderzoek naar het fenomeen bacha posj dat ook voorkomt in de omringende landen van Afghanistan. De vernedering en structurele achterstelling van vrouwen en meisjes houdt niet op bij de landsgrenzen. Het zijn indringende interviews van Jenny Nordberg. De 15-jarige Zahra weigerde om vrouw te worden, want waarom eigenlijk als alles je wordt afgenomen, waarom zou je dan een vrouw willen zijn? Nordberg geeft met intieme portretten een stem aan de vrouwen en meisjes. Het boek leert ons steeds weer onze eigen vooroordelen en maatschappelijke normen te onderzoeken bij vragen die vanuit het Westen misschien niet te beantwoorden zijn. Geen van de geïnterviewden kreeg geld, alleen de tolken. De schrijnende verhalen stonden los van enig winstoogmerk. Een aantal geïnterviewden bleef anoniem.

De Taliban willen het woord kunnen voeren in de VN. Je bent geneigd te schreeuwen: om de donder niet. Maar misschien zou je de Taliban wel in de VN moeten laten praten. Op voorwaarde dat je ze van repliek mag dienen, en zij daar weer op reageren. Op het vrouwen en meisjes ontnemen van mensenrechten. Arm Afghanistan trouwens. We lezen net dat de Taliban-minister van justitie, een hardliner onder de hardliners, de lijfstraffen weer heeft ingevoerd. De openbare executies zijn terug en handen worden weer afgehakt. Vrouwelijke ambtenaren mogen niet meer naar hun werk. Meisjes mogen niet meer doorleren. Barbiers mogen in hun kapperszaak geen baarden meer trimmen, da’s Amerikaans. Afghaanse tolken moeten zich bij de Taliban melden omdat ze oneerbaar westers geld aannamen. Geven de tolken zich niet aan dat krijgen hun familie met represailles te maken. Het is Gods wil. Er staat Afghanistan volgens de VN een gigantische hongersnood te wachten. Een groot voedseltekort en er zijn ook al geen medicijnen meer genoeg. Biden o Biden. Een maatschappij van dood en verderf, van angst en uitzichtloosheid. En dat alles in naam van een duistere god. Misschien zou er een verbod op het geloof in sprookjes moeten komen. Geloof in sprookjes en trompetterende engeltjes aan doorzichtige koordjes tot de puberteit, maar daarna niet meer. Invoering van een sprookjespolitie. Ook in Nederland misschien wel en die sprookjespolitie opereert dan vanuit Urk. In lang vervlogen tijden was het ingetogen-trotse en geciviliseerde Afghanistan vredelievend boeddhistisch. Was het nog maar zo, maar het onherbergzame land werd het slagveld, de broedplaats en de schuilplek van het extremisme en het banditisme en van rechteloosheid. Blijft over de constatering dat twee (met honderd dingen tegelijk bezig zijnde) ministers in Nederland in de recente schaamteloze gebeurtenissen rond de evacuaties uit Kabul gelukkig genoeg reden zagen zichzelf haar huis te sturen.

Hoe lang moet ik nog aanvaarden dat ik lijd? Wanneer zal de natuur mijn bevrijding aankondigen? Waar is het huis van de gerechtigheid? Wie heeft mijn lot geschreven? Zeg hem.

Zeg hem. Zeg hem.

Dat ik alles in de natuur wil zijn. Maar geen vrouw. Geen Afghaanse vrouw.

****

Probeer me voor te stellen hoe dat gaat binnen de paleismuren.

Loopt er een lakei bij onze koning binnen die op dat moment met zijn raceautootjes Max Verstappen zit na te spelen.

Sire wilt U hier even tekenen? Het heeft deze keer haast.

‘Waar moet ik tekenen, bij die stippeltjes?’

Als de lakei bijna weer de deur uit is: ‘Waar was het eigenlijk voor?’

‘Voor het meest denkbare eervolle ontslag van Mona Keijzer, Majesteit.’

‘Maar daar had ik vorige week toch al voor getekend?’

‘Nee, sire, dat was voor mevrouw Bijleveld.’

Je zou het bijna vergeten maar ook nog goeie zachte heelmeesters, te lezen bij Abraham Verghese

Hi Charles.

We hopen dat je het in Portugal zeer naar je zin hebt en dat je er geniet van een rijk en aromatisch leven. Het kan haast niet anders dan dat je pootjebadend deze septembermaand doorkomt. Blijf nog maar even weg, het is hier politiek verzuipen, aan pompen komen we niet meer toe. De arme Johan Remkes is nu met een paar sloffen sigaretten en een krat jenever in hemdsmouwen de Hilversumse hei op. Kees van Kooten wordt 80 en heeft van zich laten horen. Hij vat de clowns van het Binnenhof in één woord samen: gestumper. Druk met zichzelf en het eigen (partij)gelijk. De Nederlandse politiek loopt op zijn laatste benen. Wat is dat toch met figuren als Rutte (landelijk waarderingscijfer laatstelijk gepeild een 5), Kaag (waarderingscijfer 4,4), Hoekstra (waarderingscijfer nog net een 5), Bijleveld (maar beter niet gepeild) en ga zo nog maar even door, een hele waslijst! Ze verzuipen in hun eigen obsessie voor hun werk. Als ze geïnterrumpeerd worden staan ze te hakkelen en te stuntelen en vliegen de papieren en de spiekbriefjes van links naar rechts over het katheder. Geen enkele afstand tot de partij en de roem die snel verbleekt. Weggezogen van de maatschappij als was hier de beste stofzuiger aan het werk. Die lui proppen 48 uur in een etmaal met hun honger naar macht en belangrijkheid. Eigenlijk heel tragisch en sneu. Zie de warrige Bijleveld afgelopen week. Is het geldingsdrang? Er bleef niets van het mensje over. Is het een volkomen uit de hand gelopen narcisme? Zijn die nog wel eens thuis en lezen die nog wel eens een boek? Is het een gevoel van onmisbaarheid en daardoor overal brokken maken? Waar is de relativering, de zelfrelativering, de gezonde zelfspot? Hier verder alles goed. Al was Ellen even naar het ziekenhuis afgelopen dinsdag met vermoedens van een ontsteking. Ze dreigde geopereerd te moeten worden. Ambulance en gedoe. Geschrokken buren. Maar het bleek geen abces te zijn. Onderzoek door twee ervaren verpleegkundigen, daarna een ‘gewone’ dokter, en tenslotte een chirurg. We lieten er geen gras over groeien. Geen abces. Loos alarm, zullen we maar zeggen. De geleerden zijn het er nog steeds niet over eens wat het wél geweest is. Ik kreeg mijn muze gelukkig weer per ambulance mee terug naar de Zonzijde die zijn naam de laatste dagen weer volop eer aan doet. Lezen bij koffie, thee of een glaasje in de tuin.

Geen abces dus , maar wat het wel met Ellen geweest is weet niemand. Ze had ook geen koorts. Haar eetlust bleef uitstekend. Niet echt pijn en nu intussen al helemaal niet meer. Alsof de duvel er mee speelde, was Diana voor een paar dagen weg. Zij ging als laatste vakantieganger naar ons familiehotel in Zuid-Limburg. We hebben Diana daar met rust gelaten. Die liep in een winterjas achter een gids aan door de grotten van Valkenburg. Ze bezocht ook vrienden in Heerlen en zag verlate winkelstraten door (corona) faillissementen. Ze kreeg pas over het ziekenhuisbezoek iets te horen toen ze hier terug was aan het front. Toen het in het ziekenhuis allemaal bleek mee te vallen met Ellen maakte ik er maar een grapje van. De opluchting. ‘Ellen, iedereen om je heen een paar dagen weg deze weken, jij dacht natuurlijk: ook ik er even tussenuit, desnoods naar het Antonius in Leidsche Rijn.’ Er verscheen een glimlach op het gezicht van de schone slaapster terwijl ze daar in Kamer 1 van de Spoedeisende Hulp lag te wachten op de ambulance die haar weer naar huis terug zou brengen. Enkele dagen met Ellen nodig gehad om van de schrik te bekomen. Samen de klok rond geslapen, een paar keer. Ondertussen worstelden Kaag en Bijleveld zich door de debatten over Afghanistan en bleef de Tweede Kamer ze onder schot houden. Voor die twee is er nu een weekje vrij gekomen voor een zonnige vakantie in een hotel in Kabul met gezellig Talibanpersoneel.

Kreeg van Moni uit Valkenburg, eigenlijk moet ik Margraten zeggen, pas geleden een verschrikkelijk mooi boek mee, een vuistdikke pil. De Statenbijbel van de uitgestreken Marnix van Rij is er niks bij. Heb je dat hoofd wel eens gezien, dat hoofd van Marnix van Rij? Er klopt iets niet met dat hoofd. Griezelig vroom en uitgestreken. Maar goed, dat boek. De Heelmeesters is de titel, onthouden!, en het verhaal heeft me volledig bij de lurven. Het boek pakt je op en neemt je mee naar Ethiopië. Abraham Verghese is de auteur, een beroemde arts, met ouders uit India die later naar het Ethiopië van de, een hele mond vol, ‘Keizerlijke Majesteit de Keizer’ Haile Selassi verhuisden. zoals zoveel machthebbers een idioot van een kerel die Haile Selassie die volledig de weg kwijt was – als hij 1 van zijn 26 Rolls Roycen had verkocht zouden alle ondervoede kinderen van Ethiopië voor twee maanden te eten hebben gehad. In Ethiopië werd Abraham Verghese onder dramatische omstandigheden geboren en groeide hij op alvorens naar Amerika te emigreren. Hij is van Stanford en werkte jaren en jaren in probleemwijken. Deze arts, van 1947, publiceert geregeld in de New York Times en in de New Yorker. De Heelmeesters is zijn eerste roman. Waanzinnig goed. Een aanrader dus. Het boek gaat over de tweelingbroers Marion en Shiva. Hun moeder, een non uit Madras in India en verpleegster in een missiehospitaal in Ethiopië, sterft in het kraambed. Niemand wist dat ze zwanger was, ook de vermoedelijke vader niet, de Britse chirurg Stone. Die probeert als een bezetene Mary Joseph Praise te redden, maar als zij onder zijn handen sterft slaat hij hysterisch van verdriet op de vlucht. Marion en Shiva groeien op in het Ethiopië van de jaren zeventig met revoluties en straatgeweld. Prachtig beschreven allemaal, alle personages komen fantastisch tot leven, heel indrukwekkend, en zet het boek maar gerust op je lijstje voor Sinterklaas of je kerstdagen. Die zijn er eerder dan je denkt. In het tuincentrum zijn ze al ruimte aan het maken voor de kerstversiering. Hoorde ik van Elly Wolf. Die zag in het tuincentrum al de eerste herdertjes en een sneeuwlandschap bij buiten twintig graden boven nul.

En de Nederlandse politiek, ons zo geliefde onderwerp bij een borrel met een nootje? Het is één en al circus in Den Haag. Rutte III maakt er een nog grotere bende van dan al het geval was. Rutte zelf en de zijspan Broekers-Knol zijn nog zo’n beetje de enigen van de oorspronkelijke club. En Hugo natuurlijk. Hugo blijft vaccineren. Blijf nog maar even weg kortom. De van ambitie en baantjes bezeten Kaag (maar even ter herinnering een 4,4 als landelijk waarderingscijfer) kreeg volkomen terecht een breed gedragen motie van afkeuring aan haar in Dreft gewassen slipje en is afgetreden als minister van buitenlandse zaken die namens de weinig standvastige Nederlandse Leeuw hoofdverantwoordelijk was voor de enorme evacuatiechaos met doden en alle verdere denkbare tragedie in Kabul. Deze politieke veelvraat kon weinig anders. In mei walgde ze nog van het feit dat Rutte zelf een motie van afkeuring tegen onze Alzheimer-premier schouderophalend naast zich neerlegde. Nu overkwam haar ook zoiets en moest ze wel. Laksheid komt voor de val. Afghanistan, wegkijken en traagheid in besluitvorming, bah. Het spelen met mensenlevens.

Kaag, een waardeloze minister van buitenlandse zaken in een crisissituatie die zijn weerga nauwelijks kende. Eerlijk is eerlijk: Kaag nam wel de ellende rond onder meer de tolken in Afghanistan over van haar voorganger, de VVD’er Blok. Zo heette hij toch, Blok, Stef Blok? Keurige ambtenaar, het prototype van een klerk. Was hij niet overwerkt? Maar Kaag faalde met al haar dedain. Kaag dus minister áf. Rutte reageerde zoals alleen Rutte kan. Met tekst waarvoor hij zijn fietspomp uit de schuur tevoorschijn haalde. Het vertrek van Kaag als minister was een ramp voor Nederland, kakelde Pinokkio. Het is allemaal toneel. Een slechte voorstelling die het niet haalt bij cabaretier Theo Maassen die in Haarlem werd onderbroken door de politie. Het nieuwe theatertje De Liefde daar zat tjokvol. Wat ze op het circuit van Zandvoort mogen, mogen wij ook dachten ze even verderop in Haarlem. Maar Maassen is niet van koninklijke bloede. De Liefde kreeg een boete. De bezoekers betalen die met elkaar. De wappies voelden weer wat wind in de zeilen. De dansleraar Willem Engel heeft weer munitie voor een paar rechtszaken.

Ook de omhoog gevallen moeder van het CDA liep tegen de lamp en incasseerde een Kamermeerderheid voor een motie van afkeuring. Maar Ank Bijleveld blijft met een betonplaat voor haar harses op haar post. Met waarschijnlijk de gedachte dat het CDA, met nu nog vijf zetels, wel tegen een stootje kan in het stemhokje. Tijd zoetjesaan voor een buitenparlementair kabinet. Alle politici van VVD, D66 en CDA terug in hun hok. Of voor Rutte, Kaag en Hoekstra een functie elders. Misschien heeft Pieter Omtzigt een suggestie. Ergens in de IJmond bijvoorbeeld, bij Tata. Dat zou misschien nog wel het beste zijn. Het leek Youp van ’t Hek wel wat om Bijleveld lobbyist te maken voor de wapenindustrie of iets transparants op een onderzeeër. Opmerkelijk dat in de nabeschouwingen Kaag lof krijgt voor haar beslissing om met een staart tussen de benen het kabinet te verlaten. Zo werkt dat dus. Maar Kaag liep zich al een paar maanden dagelijks te verontschuldigen voor iets dat ze de dag ervoor had gedaan. Of had nagelaten in al haar eigen drukte. Niet één maar alle sporen bijster. En wie heeft het nog over dat vliegtuig op de luchthaven van Afghanistan en over die arme stakkers die zich probeerden vast te klampen aan de romp? Die beelden van de evacuaties, Miss Saigon in Kabul, ik zal het nooit meer vergeten. De Taliban hebben de vrouwen en meisjes van Afghanistan weer teruggebracht in de Middeleeuwen. We hebben Afghanistan verraden. Mogen we ons aanrekenen. Hoeveel achtergebleven tolken zullen nog leven? Tijdens afgrijselijk straatrumoer in De Harskamp over de opvang van Afghaanse vluchtelingen waren onze koning en koningin in Griekenland bezig aan hun zesde week vakantie, schrijft royaltyverslaggeefster Kysia Hekster deze week in haar memoires. Zes weken in hun speedboot, geen haan die ernaar kraait. Voor het ondergelopen Valkenburg was nauwelijks tijd. Weer wel daags erna voor een fotosessie. De verslaggeefster volgde het koningspaar vele jaren achteren. Ze vertelt over de grenzeloze infantiliteit van ons volk. De mensen vallen stil zodra het koningspaar over de drempel stapt. Ook om de slechtste grappen van de koning wordt nog overdreven gelachen. Heel beschamend allemaal. Jeuk en natte nekharen. Kromme tenen. Ik hoor het Hester zeggen. Mijn familie riep vroeger altijd dat Juliana en Bernhard zo eenvoudig waren gebleven. En jullie dom, dacht ik dan. Jaarsalaris koning in 2022 een miljoen. Lust u nog spruitjes? Inhalige bliksem. Moest onwillekeurig aan Haile Selassi denken.

Afghanistan. Nazi-leuzen in De Harskamp tegen de komst van vluchtelingen. Dat alles is veel belangrijker en erger dan het Huis van Oranje-Nassau en mevrouw Kaag. Ik zou maar liever blijven inzoomen op wat ze op haar geweten heeft. Derksen en Gijp krijgen misschien bij Talpa een eigen dagelijkse talkshow als tegenhanger van al die talkshows van de NPO en Jinek die qua kijkcijfers al wekenlang niet meer bij de eerste tien komen. Goeie zet van Talpa. Kan er weer eens gelachen worden. Reden om de tv niet te laten weghalen door een opkoper. Derksen en Gijp nemen geen blad voor de mond. Ze serveren iedereen af die daarom vraagt. Hun Oranjezomer haalde met humor, kwinkslagen en relativering dagelijks 850.000 kijkers, waar de zeurderige NPO en Jenek al blij zijn als ze in de buurt van de 500.000 komen. Nederland is allang het coronageblaat zat met al die zelfbenoemde deskundigen. Ook Buitenhof begint te vervelen. Het is allemaal veel te serieus en veel te hoogdravend. Derksen, Gijp en Wilfred hebben begrepen hoe je vandaag de dag televisie maakt. Ik hoor trouwens net dat ook Bijleveld haar ministerschap neerlegt. Onder druk van haar eigen partijtop. Van Marnix van Rij en zo. Die zag aankomen dat er alleen nog maar een Kamerzetel overbleef voor Hoekstra. De eenmansfractie CDA. Die malle Bijleveld had niet in de gaten dat Kaag ging aftreden. Heel Nederland wist dat dit te gebeuren stond behalve Ank Bijleveld. Over politieke antenne gesproken. Het CDA dat zijn kompas kwijt is. Een politiek commentator had het over een kleuterklas. Partij in ontbinding. Partij waaruit het politiek instinct is verdwenen. Net een congres achter de rug maar niemand die Bijleveld even iets influisterde. Gekapseisde christendemocraten.

De grootste tot dusver onderbelichte gotspe: enkele maanden geleden trad de gouverneur van Limburg, een zekere Bovens, ook CDA, het kan niet missen natuurlijk, af omdat hij mede verantwoordelijk was geweest voor, of in elk geval weet had gehad van, malversaties waarover NRC uitvoerig berichtte. Het bekende handjeklap in Limburg bij schemer met CDA’ers. Nu moest er ergens in Nederland, ik ben even kwijt waar, een waarnemend burgemeester komen en het CDA was aan zet. En wie heeft het CDA uit de hoge hoed getoverd? Inderdaad, die griezel van een Theo Bovens die niet bleek te deugen of in elk geval alle schijn tegen had. Ik heb het even opgezocht, het is Enschede waar Theo Bovens per helikopter en in carnavalstenue landt. Woont Pieter Omtzigt niet in Enschede? Die zal zijn hoofd wel weer schudden. De zoveelste poets die het tot op de draad versleten CDA hem bakt. Hoe kun je in je eigen val lopen CDA? Nou zo! De christendemocraten als de winkelstraten van Heerlen: troosteloos en failliet. Valt Bovens naar Enschede onder het Oude Testament of het Nieuwe Testamant van de Bestuurscultuur? Minister van binnenlandse zaken over de benoeming van Bovens boos op de commissaris van de koning in Overijssel, en omgekeerd die weer boos op de minister. Maar wat maakt het uit, een waarnemend burgemeester die een paar integriteitskwesties achter zich aan sleept. Het kan allemaal in het huidige Nederland dat zichzelf allang niet meer serieus neemt. Of was het vroeger al net zo? Misschien duikt Ank Bijleveld straks wel op in Enschede. Het CDA moet toch wat met die vrouw. Het zal de koning worst wezen en geef hem eens ongelijk, hij is er voor de leuke dingen, en op staatskosten natuurlijk. Zwaar bestaan. Ook het middagje racecircuit Zandvoort heeft hij weer gratis en voor niks binnen. Voor Prinsjesdag volgende week is zijn rijtoer door Den Haag komen te vervallen. Te veel onderdanen die een glimp van ‘m wilden opvangen. Ach ja.

Laat ons er maar om lachen. Ook jij vanuit Portugal. Ik had het van de week weer eens aan de stok met enkele zorginstanties. Het moest weer eens helemaal anders. Doodmoe word je daarvan. Het doet aan al die hopeloze onderwijsvernieuwingen denken die ons land bijkans ongeletterd hebben gemaakt. Waar is de relativering gebleven, de zelfrelativering, de gezonde zelfspot? Was ik zelf vroeger anders? Niet veel anders nee. Een beetje anders, niet alles ter meerdere eer en glorie van mezelf. Anders ja. En als mantelzorger moet je al helemaal het betrekkelijke van heel veel dingen inzien en waken voor doordraven. Tijd nemen voor een boek. De Heelmeesters. Een zoon die diep moest graven in het zo korte leven van zijn moeder die tijdens zijn geboorte stierf in Addis Abeba. Een boek met gelaagdheden. Het leven is gaten dichten. Daar heb je geen metaforen voor nodig. Geografie bepaalt je lot. Dat valt heel duidelijk in De Heelmeesters te lezen. Die geografie en de coördinaten die naar Kabul wezen bepaalden ook het ministerslot voor Kaag en Bijleveld. Onafwendbaar. In je tuin gaat alles goed. Maar de natuur loopt terug. Ook de bloemen in je pot verliezen hun glans. Maar ik houd ze in de gaten. André Hazes junior heeft een burn-out schreeuwen de sociale media van de daken. Maar junior kan op zijn familie reken. Tante Els voorop. Gooi in Portugal nog maar een paar sardientjes op het vuur. Je zult zien, al voordat je terug bent maakt niemand meer een woord vuil aan het ministerschap van Kaag en Bijleveld. Over en sluiten. Het politieke kerkhof ligt vol in blinde ambitie gesneuvelde partijhelden. Rutte fietst er elke zondag langs en eet zijn appeltje.

De ongelofelijke vertelkunst van het jonge Duitse fenomeen Benedict Wells

Ha Johan, 
Fijn om weer thuis bij Ellen te zijn? 
Is denk ik geen vraag maar een eenvoudige vaststelling.
Zo is de liefde, er gewoon zijn. 
Wilde je toch graag nog eens bedanken voor de heerlijke
toertocht en de hele fijne avond bij Aon ‘t Bat, 
ik heb genoten. Geloof het of niet, ik heb het door jou 
aan mij uitgeleende boek al uit, in één woord: 
ongelofelijk wat een vertelkunst, ik ben er stil van, 
we zullen het er later nog wel eens over hebben. 
Voor nu lieve groet voor jou en Ellen, 
Moni. 

Lieve Moni.

Dit mag met recht een record worden genoemd. Joh, heb je vannacht nog wel een oog dichtgedaan? Je hebt Beck van Benedict Wells al uit! Breng ik later deze maand een ander boek van dit jonge Duitse schrijfgenie voor je mee naar Zuid-Limburg. ‘Hard land’, bijvoorbeeld, ook een pageturner, beter dan ‘Op het geniale af’, dat viel me een beetje tegen. Moet je nagaan: Benedict Wells uit Berlijn was 28 toen hij ‘De laatste zomer van Beck’ schreef. Der Spiegel ging in zijn recensie helemaal uit zijn dak. Nog nooit vertoond, jubelde dit gezaghebbende blad toen ‘Ben’ Wells zich aan het schrijversfront meldde. Inderdaad, ongelofelijk wat een vertelkunst, zoals je me mailt. Begrijp dat je er stil van werd. Er zitten honderden doordenkertjes in het boek (en ook de andere bundels) van Wells. Het is ragfijn en kunstig als een spinnenweb. Hoe komt iemand op de leeftijd van pas 28 al zo knap om zo’n doortimmerde en meeslepende psychologische roman te schrijven! Over het maken van keuzes in het leven bijvoorbeeld. En dan zit je als lezer je te verbijten om de verkeerde keuzes.

Denk je over de wendingen goed na en kruip je in de huid van de personages van Wells, twijfelaars vaak, eenzame zielen met het hart op de goeie plek, onbegrepen wonderkinderen ook, hypochonders, neuroten, noem verder maar op, dan zijn die keuzes op het moment dat ze werden gemaakt helemaal zo onlogisch nog niet als je eerst vond. Je gevoel een kans geven. Maar als je met je gevoel geen raad weet? Dat geldt voor die eenzame, onbegrepen, neurotische twijfelaars met stuk voor stuk onnoemelijk veel talent. Talent dat niet tot wasdom komt en niet wordt uitgebuit door de warrige huishouding in het brein. Alle personages in Beck hadden een vadercomplex. Het is één en al psychologie. Toen hoofdpersoon Beck niet inging op de bijna smeekbede van de bloedmooie en veel jongere naar zekerheid en veiligheid hunkerende Lara om vanuit München mee naar Rome te verkassen dacht ik: Oetlul!!!! Dat had ik eigenlijk het hele boek door. Die Robert Beck was zó levensecht. Hij irriteerde me. En ik raakte met die irritatie tegelijkertijd erg op hem gesteld, allengs steeds meer zelfs. Zoals hij van God en iedereen verlaten eindigde in een soortement strandhuisje in de buurt van Napels. De rol in het boek van die kat ook! En van de kunstijsbaan! De blauwe plekken over zijn hele lichaam van die scholier uit Litouwen. Wells roept beelden op rond mensen met een traumatische jeugd, beelden die later weer in een andere context terugkomen. Rare beslissingen. Voortdurend rare beslissingen, op het impulsieve af. Maar tegelijkertijd: zo gaat dat in het leven. Die gedrogeerde neger Charlie met zijn vliegangst ook. Het lot tarten, heette dat.

Van alle boeken van Benedict Wells vind ik ‘Het einde der eenzaamheid’ nog steeds het meest indrukwekkende. Dat boek bracht me zelfs in de brandende zon hier in mijn tuinstoel heel zachtjes aan het huilen in 2019. Ik dacht toen dat ik na alle tegenslagen met Ellen het huilen was verleerd. Had het in geen jaren meer gehuild. Dacht dat ik al teveel tranen vergoten had. Maar ‘Het einde der eenzaamheid’ bracht me weer zover. Ik wist aan het slot niets beters te verzinnen dan naar de plaatselijke ijssalon Zomers te wandelen. Maar deze, Beck, deze Beck komt dicht in de buurt van ‘Het einde der eenzaamheid’. En ja, JIJ, Moni, jij hebt bijgedragen aan een ongelofelijk leuke vakantieweek in Valkenburg en wijde omtrek en het was fantastisch, werkelijk fantastisch, dat je zaterdag even bij mijn afscheidsontbijt kwam zitten met die ene vraag: ‘Heb JIJ het fijn gehad?’ En dat heb ik. De hele buurt hier, ik overdrijf een beetje maar niet veel, is me onder het wassen van mijn auto vandaag komen vragen hoe ik die volle week vakantie sinds zes of zeven jaar had beleefd. Hoe had ik hem ervaren, die week. Niet een weekend weg of een midweek maar zes dagen aan één stuk. Hoe het was? Grandioos. De maandag al meteen bij 27 graden toeren in jouw 25 jaar oude Mini met open dak, een collectors item, door en over de zuidelijke flanken van Limburg. De lunch op die paradijselijke plek bij Vaals en Vijlen waar je vanzelf een dichter wordt. Wat een uitzicht had je daar zeg! We bevonden ons daar met die salade in de hemel. Ze waren daar trouwens van de stevige porties. Niet van dat benauwde. Het deed al Duits aan. Heette het daar niet Lodge? En later in de week in de vroege avond die pasta maaltijd met zalm en garnalen aan de Maas op de houten vlonder van die super brasserie Aon ’t Bat in Eijsden. Bedankt nog voor de scampi’s die jij niet lust. Vervelende meiden van halverwege de dertig waren het die naast ons een tafel oeverloos lang zelfzuchtig bezet hielden, hoewel ze allang met die jengelkinderen uitgegeten waren, en terwijl voor hun neus een lange rij wachtenden stond om ook te kunnen eten. Het verwende soort. Egocentrische wichtjes uit Maastricht, schatte ik in. Samenwonend in de symbiose van decadentie. Ik ben ongeschikt voor de horeca, ik had er als bediening iets van gezegd. Zo van: en nu ophoepelen. En ook: ruim de papieren rotzooi rond je stoelpoten op en laat voortaan je kleurpotloden thuis. Nou ja, andere bewoordingen die op hetzelfde zouden neerkomen. Wat een schitterend panorama bood de Maas wederom.

Over water gesproken. Wat een lief en frivool en onschuldig stroompje is die Geul in Valkenburg weer. Kabbel-de-kabbel. Je komt momenteel bij die Geul tot rust. Je kunt je nauwelijks voorstellen wat dat loeder op zijn geweten heeft. Een wolf in schaapskleren die Geul. Je rook afgelopen week nog steeds een grondlucht in de nauwe straatjes rond Botterweck en zo. Reuze benieuwd of er watertunnels in Valkenburg komen. Hoorde er op de radio over. Hoe willen ze die gaan aanleggen? Moeten daar panden voor worden gesloopt? In elk geval begreep ik dat zandzakken uit de tijd zijn. Zandzakken als anachronisme net als ons koningshuis. Water bezit oerkracht. Bedankt nog voor de foto van de Mini. Wat had je een schitterende rit uitgedacht voor in de Mini. Eijsden, Sint Geertruid, Mheer, Gronsveld, Margraten, enzovoorts, enzoverder. Vijlen, Mechelen, Epen, Slenaken en namen die ik op de kaart zou moeten terugzoeken. Als iets eindigt op ‘rade’ dan weet ik het: dan ben ik in Limburg. De Mini, ik wil hem in dit blog gebruiken. Ik wil hem vereeuwigen. Ik heb er trouwens verdomde goed aan gedaan om niet vanuit jullie hotel in Valkenburg door te gaan dwars over België naar De Panne toe. Verleidelijk dat rijden op zee aan, maar toch gelukkig op de valreep uit mijn vakantieprogramma geschrapt. Vanaf vrijdag wilde ik weer naar mijn lieve Ellentje toe rijden, niet van haar àf, niet verder van haar weg, tot bijna Duinkerken in Frankrijk toe. Ik ben een gevoelsmens. Het voelde niet goed. Ik wilde Ellen weer, ik begon haar vanaf vrijdag meer en meer te missen, en wat ik niet wilde was over haar actuele situatie praten en daar zou het, met de talrijke oude bekenden in De Panne, en met al hun denkbare goeie intenties, beslist van gekomen zijn.

Het mooie de afgelopen week was dat ik even los was van thuis zonder er los van te zijn. Anders los kortom. Daarom houd ik ook van het hotel van jullie. Jullie betekenis is veel groter dan jullie je misschien realiseren. Enkele mensen uit zeg maar mijn periferie verbazen zich erover dat ik zo makkelijk in mijn eentje op stap ga. Of ik me in mijn uppie aan een ontbijttafel niet lullig voel, vragen ze dan. Nou nee. Die luitjes blijven het hele jaar door thuis, ook in de zomer. Die zijn continu aan het onkruid wieden en als ze klaar zijn dan stoppen ze het onkruid uit verveling weer terug in de grond om wat te doen te houden. Zo ongeveer. Maar ik weet nog goed dat ik de eerste keren met een straattegel in mijn maag wegreed van thuis. Veel went, al zou ik voor wennen een beter werkwoord moeten kiezen. Het is eerder aanpassen. Ik heb me tegenover het hotel in De Panne wel als een lafaard gedragen. Daar schaam ik me achteraf toch wel een beetje voor. Ik liet ze weten dat mijn Skoda kuren vertoonde en dat ik moest annuleren. Dat was een leugentje. Een leugentje van een slappeling. Ik had de waarheid moeten zeggen. Dat doe ik anders ook altijd. En ze zeggen wel eens: God de Vader straft onmiddellijk. Nou, hij of zij strafte niet onmiddellijk maar deelde wel onmiddellijk een waarschuwing uit dat niet meer te doen. Niet meer jokken. Maar waar gaat de Nederlandse politiek je niet in voor! Rutte en Kaag beheersen het als geen ander. Rutte III: één grote bende.

Trouwens, lachen hè? Lijst Omzigt haalt in de jongste peilingen 25 zetels, die CDA-lantaarnpaal Hoekstra komt net boven de 5 zetels uit. Als er nu gemeenteraadsverkiezingen waren zou het CDA in heel veel gemeenten de kiesdrempel niet eens halen. Het wordt druk straks bij de uitkeringsinstanties met al die christendemocraten zonder baan. Misschien zitten er voor jullie een paar kamermeisjes tussen. Mona Keijzer bijvoorbeeld of Ank Bijleveld. En Hugo de Jonge die voor jullie de bagage van de wandelgasten naar hun volgende hotel rijdt. Ach die arme Hugo. Hij is de enige in het CDA die ik wél mag. Hugo is naturel. Hugo bedoelt het allemaal goed. En hij is net zo lang van stof als ik. Dat bindt. Je gooit er een muntje in en hup met de geit, daar gaan we. Ik proef verwantschap. Breedsprakigheid. Mijn excuus, nee verklaring is beter: ik werd vroeger in eerste instantie per zin betaald op Het Parool. Populair was een nieuwe alinea te beginnen met: Als gezegd. En dan deed je je verhaal nog eens. De zinnen gleden vrolijk in de vorm van muntstukken in je portemonnee. We hadden toen nog een eigen kassier. Met elastieken, van die snelbinders, voor de mouwen van zijn streepjesoverhemd. Het Stenen Tijdperk. Ik ben zijn naam kwijt, maar daar kom ik nog wel op.

Maar ik had het over God de Vader. Die liet van zich horen na mijn gejok tegen de hotelbaas in De Panne. Terug uit Valkenburg begon er plotseling heel venijnig in mijn auto een rood lampje te branden. Ik zweer het je. En dat bleef branden. Het bleef maar branden. Het hield niet op. Het viel allemaal reuze mee maar toch: de bandenspanning. Het kon ook een spijker zijn. Veel symboliek als je er goed over nadenkt. Via de bandenspanning berispte God de Vader me en gelastte voortaan met De Panne open kaart te spelen. Dat heb ik hem of haar, of is God nu een transgender?, beloofd. Op vier uur rijden weg van de zieke Ellen voelt niet goed, ik moet De Panne uit mijn hoofd gaan zetten, Valkenburg voor twee uur in de auto kan wel. Dat is te doen als ik met spoed terug moet naar huis. Ja, en het was fijn weer bij Ellen terug te zijn die mij begroette met een traan door een glimlach heen. Of omgekeerd, een glimlach met de glinstering van een traan. Ze wilde heel veel zeggen, en heel veel vertellen, maar helaas, ze kan het niet meer. De onmacht daarover loopt als een rode draad door mijn huidige leven. Ik heb me aangepast en de reactie van Ellen was onder de huidige omstandigheden al hartveroverend. En wat heeft Diana weer fantastisch voor Ellen gezorgd. Een week lang. Ook kapsalon Diana was weer in actie. Iemand die vanwege die baardige griezels van de Taliban de schuilkelders van Kabul heeft meegemaakt met twee kleine kinders is van alle markten thuis. Ik vind dat we pas geleden Afghanistan hebben verraden. Het land beleeft nu de totale ineenstorting, las ik vandaag. Samen met Biden hebben we vooral de vrouwen en meisjes in Afghanistan op een vreselijke manier verraden. De gehele westerse gemeenschap heeft een misdaad op zijn geweten. Niet de eerste. Maar dit terzijde. Ik dwaal weer eens af. Toen de kappers vanwege de corona lockdown niet mochten werken knipte Diana niet alleen Ellen maar ook mij. Maar ja neem ook de meisjes Bijleveld en Kaag: domweg incompetent leiderschap. Beiden met veel kapsones omhoog gevallen. Twee lakse trutten rond de evacuaties vanuit Afghanistan. Wegwezen die twee zelfgenoegzame druiloren.

Ik ben de facto een gezegend en rijk mens. Jij begrijpt me. Ik besef terdege dat we in menig opzicht nog altijd rijk zijn. Dat dwingen we misschien ook wel af. Zat vanmiddag bij mijn buurman op zijn terras aan een glaasje en een snack. De Nigeriaanse Jacinta bekommerde zich over Ellen. Over een tuinafstand van tien meter kon ik Jacinta horen die met Ellen bezig was. Jacinta is swahili vrolijkheid. Het maakte blij. Diana, Elly, Esmé, Leroy van de osteophatie , de fysiotherapeut Max en deze verpleegkundige in opleiding Jacinta, het zijn MIJN mensen. Ik houd van ze. Ze vormen mijn basis. Ze zijn bovendien mijn springplank naar momenten van ontspanning. Wat zou ik zonder ze moeten beginnen. Terug thuis lag er een uitnodiging in de bus voor een reünie van Parool Sport, de sportredactie eertijds van Het Parool aan toen nog de Wibautstraat in Amsterdam. Ik heb initiatiefnemer Henk van der Sluis laten weten dat ik naar die reünie uitzie en hem ook geschreven dat ik mede met mijn horrorverhalen over mijn beginstappen in de journalistiek volle collegezalen trok op de Erasmus en in Tilburg. De studenten genoten van de martelkamer van Cees van Nieuwenhuizen die soms niets van mijn artikel heel liet. Of ik al naar huis wilde, vroeg hij dan als ik het verhaal voor de 23ste keer had aangepast. Nou, ik moest aan thuis maar doorgeven dat de aardappels al op de vuur konden maar dan wel één voor één. Aan enige nazorg werd in die jaren niet gedaan. Het was een bikkelharde leerschool. Maar onvergetelijk in positieve zin. Ik zat bij Het Parool van toen nog Kronkel tussen illustere types. Ik was aanvankelijk zo trots als een aap dat ik bij Het Parool überhaupt over de drempel mocht. Daar liep op de redactie Simon Carmiggelt in het wild rond. En de cabaretière en schrijfster Jeanne Roos die vroeger op de planken aanvankelijk meer succes oogstte dan Wim Sonneveld. Kun je nagaan! Marte Röling nog zo’n naam uit het rijke verleden. De tekenares Fiep Westendorp. Haar naam is aan Annie M.G. Schmidt verbonden. Paul van ’t Veer, was ineens dood. Daar bij Het Parool van de jaren ’70 werkte Henri Knap met die klompvoet, of wat was het. Veel van die coryfeeën kenden elkaar uit het verzet. Op de naam van de kassier ben ik nog steeds niet gekomen, helaas. Zie hem wel zó voor me. Ik kreeg van de plaatselijke bierbrouwerij ook weer de vraag of ik me als hopplukker wilde melden. Vooruit, zeg ik dan, het houdt me onder de mensen. Het Gilde vroeg me of ik als een soort voorleesmoeder de dementerenden in enkele verpleeghuizen in Utrecht wilde komen vermaken. Nee, daar pas ik voor. Ik zet voorlopig geen stap meer in een verpleeghuis. Ik heb genoeg narigheid gezien. Nu is Diana bij jullie en zo heeft bijna het hele team van Ellen vakantie gevierd, of geniet nog vakantie, in jullie hotel. Diana heeft al laten weten dat ze bij jullie in een warm bad terecht kwam. ‘Is geweldig’, waren haar woorden in een sms. En natuurlijk de bloemen van Ellen op het nachtkastje van haar hotelkamer bij jullie. Heeft ze verdiend, dubbel en dwars verdiend. Ze is voor mij de personificatie van de essentiële beroepen. Eind van de maand kom ik weer en Diana bood me aan er 2 overnachtingen van te maken in plaats van 1, want ze genoot bij mijn terugkeer van mijn blijdschap over de afgelopen week. Ik zal dit nog wel even aangeven bij Thom en Yvonne.

We houden contact Moni. Ik voel me superfit. Lag ook alweer met een aardappelschilmesje op mijn knieën om de grasjes tussen de terrasklinkers weg te krabben. Morgen schoonmaakazijn kopen. Scheelt uren werk. Warm water en schoonmaakazijn, het doet wonderen. Pas jij goed op jezelf want je maakt ongelofelijk veel meters in het hotel. Je zou eens een kilometerteller om je arm moeten binden. Wat is er in zo’n hotel in het hoogseizoen, en ook in de nazomer, veel te doen zeg. Dankjewel voor afgelopen week. Met lieve groet van hier. Ook van Ellen uiteraard. Ze blijft overal bij betrokken. Als je Diana bij het ontbijt spreekt, doe haar onze allerhartelijkste groeten met een dikke knuffel van Ellen. Die kassier heette trouwens Jan Kelsma. Maar hij was niet van Het Parool maar van het Utrechts Nieuwsblad dat later kwam.

Johan.