Je gaat niet dood aan parkinson, je sterft met parkinson. Ik citeer de Michael Fox van Back to the future. Hij is nu fondsenwerver voor stamcelonderzoek.
Het is deze zondag een jaar geleden dat Ellen overleed. Een jaar alweer, en tegelijkertijd een jaar nog maar pas. Cinta schreef me dat, in die bewoordingen, en ik dacht: hoe raak geformuleerd. Zo dichtbij nog steeds. Aan Wietske de eer om ter nagedachtenis aan haar schoolvriendinnetje van eind jaren ’50 in Amsterdam een boompje te planten in onze achtertuin die Ellen zo dierbaar was. Het leven is associatief. Als ik het al niet wist dan ben ik daar het afgelopen jaar wel achter gekomen. Het is een terugdenken ook aan ons culturele leven, zoals bij de dood van Wim de Bie en deze week Paul van Vliet. Het leven is associatief. Zoals met de oranje tompoezen van bij voorkeur de Hema op 30 april. Asperges op 4 mei. Yoshi Shirai ook, de Japanse honkballer bij UVV die mijn moeder na de dood van mijn vader op kamers nam. Yoshi die in de kassen van Harmelen doorleerde voor hoe je komkommers kweekte. Wilden ze in Japan alles van weten. Yoshi die bij alles een diepe buiging maakte, en mijn moeder die terug boog, als een rietstengel, een geestig gezicht, totdat ze er spit van kreeg en op bed belandde. Op een training die samenviel met Dodenherdenking stopte hij even voor achten als eerste en nam zijn pet af. Yoshi ja, wat zou er van hem geworden zijn. Hij kwam ook nog eens uit Nagasaki. Hij was er ineens, en was na twee jaar ook ineens weer weg.
We gaan een bijzondere week in. Een week met veel herinneringen, terwijl de natuur weer tot groei en bloei komt, ondanks de winterjas die aan de kapstok blijft. Belangrijk vooral: voor Ellen op 4 mei telkenmale het stilstaan bij haar jeugd achter prikkeldraad en bamboevlechtwerk: de jappenkampen op Java. Misschien wel belangrijkste avond van het jaar die van 4 mei. En die verbind ik weer met asperges. Bonn 1990. Ik was voor de krant naar de onderhandelingen voor de Duitse eenwording. Die onderhandelingen werden gevoerd door Sjevardnadze namens Gorbatsjov en detoenmalige Sovjet-Unie. James Baker namens het Witte Huis. De Britse minister Hurd, Hans-Dietrich Genscher van West-Duitsland. Lothar de Mazière van de failliete DDR. Er was ook een Franse minister van buitenlandse zaken, maar zijn naam weet ik niet meer. Ellen was mee naar Bonn waar we op de warme avond van 4 mei 1990 boven Bonn in een restaurant aten. Een weids panorama. Om lyrisch van te worden. En dat werden we dan ook. We bestelden asperges en vroegen de serveerster met de asperges voor ons te wachten tot een paar minuten na achten omdat het in Nederland Dodenherdenking was. Het meisje knikte. ‘Ik weet het, ik kreeg dat op school mee.’ Om acht uur ging in het restaurant de muziek uit. Daar hadden we helemaal niet om gevraagd, maar de muziek ging uit. En om ons heen legden de Duitse gasten als op commando hun bestek neer en vouwden hun handen en knikten ons toe. Dit verzin ik niet, dit is echt gebeurd die zaterdagavond 4 mei 1990 in Bonn. Een paar minuten later werd de maaltijd hervat.
Nooit meer oorlog dachten we toen. Het einde van de Koude Oorlog. Weg met het IJzeren Gordijn. De wereld naar betere tijden. We weten nu beter. Die zaterdag 4 mei 1990 in Bonn, hoe vaak hebben Ellen en ik wel niet daaraan later gerefereerd. De verzoening. Respect voor het leven. Mensenrechten, vrijheid van meningsuiting, soevereiniteit. De vlag van Oekraïne wappert bij ons op 30 april bij de herdenking van Ellen in volle betekenis. Bonn 1990. In dat kader plaats ik de herdenking van Ellen. De asperges van Bonn. De diaspora van Afghanen, Syriërs, Koerdische Syriërs, Iraniërs, Soedanezen, Taiwanezen. Hun odyssee. Mijn werk van nu als taaldocent van een Koerdische Syrische, een Koerdische Turkse, een Iraanse is met dit alles verweven. Diana, zo bijzonder geworden voor mij en Ellen. Helin. Ook zij. En! Mijn kleine favorietje in de familie Al Mohammad. Mais. Die drie was toen ze haar ouders op de vlucht van Syrië naar een menswaardig bestaan verloor. Drie. Mais afgeleverd bij haar opa en oma en hun dochters en zoon in Emst. Als een postpakket met het geluk dat ze in haar broekzak een briefje had met het adres van opa en oma. Mais verbindt me met Ellen. Of omgekeerd. Drie was Ellen in oorlog in een jappenkamp en een lege maag waarin een schepje zand ging. Yoshi Shirai die als eerste zijn pet af nam om acht uur op 4 mei. Nooit meer oorlog, hetgeen al snel bleek achterhaald.
Deze zondag 30 april is het een jaar geleden dat Ellen overleed. Een jaar alweer, en tegelijkertijd een jaar nog maar pas. Ze stierf in vrede. De vrede van thuis. Het al dikwijls beschreven beeld van die open pui en die voorjaarsgeluiden van buiten. Ineens was ze er niet meer. Postuum namens Ellen wens ik jullie behalve deze dag een bezonken avond van Dodenherdenking toe.
PS. Kwam in het winkelcentrum een oude bekende tegen. Jan van Maurik. Natuurlijk ging het over het honkbal van 45 jaar geleden. Vertelde hem van een promovendus aan de Radboud Universiteit in Nijmegen die me benaderd had voor onderzoek naar de rol en betekenis en achtergrond van Antilliaanse spelers in het honkbal hier. Dat is, vertelde ik hem, wat mij nog aan het honkbal bindt, de competitie en zo allang niet meer. We kwamen te spreken over oud-coach Peep Papa uit Curaçao. Hoe was het toch met hem? Peep Papa de aimabele. Parkinson. Verpleeghuis. Kan al niet meer praten. Ik citeer Jan van Maurik bij Albert Heijn op zaterdag 29 april: ‘Zo erg om dit proces van nabij te zien. Hij kan al bijna niet meer praten. Hij zit volkomen opgesloten in zijn eigen lijf.’ Behalve parkonson waarschijnlijk ook lewy body. Net als Ellen. Het liet me een paar uur niet meer los.
Met deze Pasen in Zuid-Limburg. Alsof er voor mijn ogen een film werd teruggespoeld. De magie van niet zomaar een provincie. Daar zoveel voetstappen van Ellen en mij, zo ongelofelijk veel. Zoals ook een week later in het vestingstadje Hattem bij Zwolle. Een monumentaal openluchttheater. Hattem en de paasdagen van 2014, het kan ook 2015 zijn geweest. De rolstoel en het zorghotel daar in de buurt. De mijmering. In retrospectief. Maar enfin, Zuid-Limburg. Helin mee, voor even weg van haar studieboeken en het Spartaanse leven van een geneeskundestudente aan de VU. Vorstelijke weersomstandigheden. Helin die zong: ‘Nog nooit in mijn leven zo’n mooi landschap gezien als Zuid-Limburg.’ Ze tjilpte. De heuvelen af roetsjen. En maar fotograferen. ‘Dit zou wat voor mijn ouders zijn!’ Ach ja, met het boemeltje van Valkenburg naar Maastricht. Daar winkelen. In de Bijenkorf een lange camel overjas passen met een stralend gezicht. Totdat ze het prijskaartje las. Bijna 500 euro. ‘Niet te gelóven, wat is dit?’ De Bijenkorf van Maastricht Helin! Het Vrijthof en de nauwe pittoreske straatjes eromheen. Of Helin wel eens van André Rieu had gehoord? Nee nog nooit! Ook daar in Maastricht in een koffiezaakje het Engels als voertaal. Net als in Utrecht-Oost op een wandeling van het Wilhelminapark naar de Neude. Rare ontwikkeling? Een heel rare ontwikkeling. Daar komen we over een paar jaar wel achter. Helin: ‘Ik denk dat ik me maar meer op het Engels stort dan op het Nederlands.’ Misschien heeft ze gelijk. Zelfs in de Utrechtse volkswijk rond de Vleutenseweg heet de kapper al geen kapper meer. Het bordje kapperszaak is vervangen door Barbershop. Rijd je vandaar De Meern in, zoals vandaag, dinsdag 11 april, dat passeer je een gebouw met pontificaal Haircreations. Ook een kapper. Knipt waarschijnlijk met een botte schaar. Buslijn 28 kwam tegemoet. Die gaat naar het Science Park. Het is maar dat we het weten.
Met deze Pasen dus in het weldadige Zuid-Limburg.Wandelen in vakantiepark Valkenburg. Naar het bovenste puntje. De grotten. Mergelgrotten. De ruïne. Restaurants in een slinger van plein naar plein. Eten bij Oan ’t Bat in Eijsden. Wereldstek. Bediening een 10, altijd weer, de maaltijd een 10. Een voorafje op het terras van vlonders vlak aan de Maas. De zonnebril. België dat je zowat kon aanraken. Hoogtepunt van de trip, met Ellen mee in hoofd en hart: Misschien wel Kasteel Vaalsbroek nabij het Drielandenpunt. Foto’s getuigen ervan. Vaalsbroek is klasse. Allure op de vierkante meter. Om ons heen de eekhoorntjes. Niet te fotograferen, zo rap, zo schuw. Om ons heen wielrenners en verder de stilte. De heuvelen van Zuid-Limburg. De groene waas van de ontluikende natuur in april. In retrospectief. Kasteel Vaalsbroek is mede verbonden met het ziekteproces van Ellen. We brachten er een Oudjaarsavond door. De dichte mist met nog geen meter zicht toen was ook symbolisch te noemen. Een zware jaarwisseling. Een verdrietige met een chique kasteeldiner. Meteen erna ging Ellen in het dure en net opgeleverde verpleeghuis in Nederhorst den Berg wonen. Vrijwillig. Uit voorzorg. Veel privileges. Naar huis wanneer ze maar wilde. Ze behield haar privacy en vrijheid. Geen cijferslot voor Ellen. Een ruime, mooi ingerichte kamer met eigen keukentje in een verpleeghuis als zekerheid. Een pied-à-terre. Want we wisten geen van beiden wat er met de ziekte van Parkinson en het syndroom van Lewy Body voor ons in het verschiet lag. Niemand kon ons raden. Ook de neuroloog niet. We leefden op de tast. We leefden bij de dag. Liepen de marathon op blote voeten over kopspijkertjes. Parkinson was uiteindelijk een sluipmoordenaar, maar hoelang duurde zijn brute tocht en hoe zou die verlopen? Ook vaak met Ellen een stop in Kasteel Vaalsbroek als we ergens in Zuid-Limburg logeerden. Koffie en kersenvlaai. Asperges. Ik vertelde Helin erover. Ze gaf me onder het lopen een arm en ik praatte over Ellen. Ik praatte honderd uit. De liefde van je leven verliezen is geen sinecure. Je hebt er elke dag last van. Last? Nee, het is anders. Last is niet het goede woord. Je bent elke dag wel met het verlies bezig. Het gemis wordt eerder groter dan minder. Dat zou ook Diana Tweede Paasdag zeggen. Ach, als we haar, als we Diana tijdens onze strijd tegen parkinson eens niet hadden gehad.Maar ook vele anderen. Elly natuurlijk ook. En nu is Ber zo erg ziek dat hij aan de chemo moet.
Met deze Pasen in Zuid-Limburg. Op zaterdagavond rond half elf in de schemerdonkerte tussen de gewelven van abdij Rolduc een paasprocessie. Mannen met strakke gezichten in priestergewaad, of hoe dat heten mag, achter een brandende kaars. Doodse stilte die plots werd doorbroken door luid kerkklokgebeier vanuit vier hoeken tegelijk. Pasen. Negeerde een traan. Bijna een jaar na de dood van mijn grote liefde zit de pijn dicht onder de huid. Een wond onder een vliesje. Die processie voorafgegaan door een brandende kaars. Ik heb niks met zulk rooms theater, en toch ook weer wel. Als je dan toch in een god gelooft, doe het dan maar met poespas. Rolduc was aanvankelijk de enige lichte tegenvaller op dit vakantietripje. Maar manager Sander redde de malheur. Met verve zelfs. Bij het boeken van twee kamers was het al drie keer misgegaan. ‘Meneer, er kan toch altijd wel iets fout gaan, toch? U moet weten, we werken met stagiairs.’ Bij aankomst toch ook nog de verkeerde kamers en ruim honderd euro te veel betaald. Rolduc is geen aanbeveling. Helaas. Hotels, restaurants en het personeelsprobleem. Ik heb er mijn buik vol van. En de eigenaren knijpen maar een oogje toe.
Was eerder in de week met buurman Charles in Gouda. Terrasje. Charles bestelde thee. Kreeg wel water maar geen theezakje. Zelf koffie met appelgebak en een toefje slagroom. Kreeg koffie en twee kommetjes slagroom. Maar geen appelgebak. Het studentje: ‘Meneer, sorry hoor maar we hebben het nu eenmaal druk.’ Met een zuur gezicht kwam er een theezakje voor Charles. Voortaan voor alle zekerheid van thuis meenemen in de kontzak. Het appelgebak moet nóg komen. Het niet bestelde kommetje slagroom droop richting de Kattengracht. Twee dagen eerder bij Van der Valk in Breukelen met Jan van Ewijk 41 euro aan wijn op de rekening. Voor ieder één glas wijn? ‘Sorry meneer, het moesten twee glazen zijn, en wij hebben er twee flessen van gemaakt, sorry, maar dat kan gebeuren hè.’ De lust vergaat je. Rolduc deed er nog een schepje bovenop ondanks zijn gejurkte schemerprocessie. De weggooimaatschappij. De onverschilligheid.‘We hebben het nu eenmaal druk’. In het snel veranderende Nederland krijg je dat straks ook in de ziekenhuizen ook te horen als ze in plaats van het linker been per ongeluk het rechter hebben geamputeerd.’ Half werk is beter dan niks, zoiets.
Met deze Pasen in Zuid-Limburg. Terug in de tijd. En als gids van de Syrische Helin. Gezellig baantje. Voor haar een ontdekkingstocht. Hoe fantastisch was het eigenlijk niet dit oorlogsmeisje zo opgetogen te zien. Ze vergat haar studieboeken. Ze vergat haar vaste, strenge regime. Overal was Ellen voelbaar en overal wilde Helin getuige van zijn. De plekken ook die Diana kende. In Chèvremont in Kerkrade bijvoorbeeld. Waar Ellen soms in de speciale kliniek voor parkinsonpatiënten Lückerheide logeerde en ik een lezing hield voor verpleegkundigen en mantelzorgers. Met Helin naar Aken even verderop, terug Nederland in, van Kasteel Vaalsbroek naar Mechelen, het Geuldal met die beroemde ijskraam. Ze stonden er weer, de lange rijen die naar de bekertjes schuifelden. Epen en Slenaken (Hotel Klein-Zwitserland, letterlijk op de Grensweg). Vandaaruit een klein stukje België (Voerstreek) zoals ooit met Ellenop haar rode solide wandelschoenen.De tijd die niet is terug te zetten.
Wat zou ik graag….Besef je wel in de jaren dat je zó immaterieel rijk bent hoe rijk je eigenlijk werkelijk bent? ‘Johan de oude meester die zich graag buiten de lijnen van het voor hem te kleine en te weinig eisende speelveld begaf,’ las ik in een van mijn laatste beoordelingsverslagen als docent journalistiek. ‘Johan die heldere opvattingen heeft over de kwaliteit die we als opleiding zouden moeten verlangen. Johan die met zijn Ellen weer een moeilijk jaar achter de rug heeft, maar zich toch blijft richten op het afleveren van goed werk, wat kenmerkend is voor zijn taakopvatting en inzet.’ Had ik het allemaal maar in een lagere versnelling gedaan, denk ik nu vaak achteraf.Hoge kwaliteit en mediatrainingen die vaak op mijn naam werden verkocht, ach had ik het niet verdiend om samen met Ellen veel meer van mijn pensioen te genieten? Toen Ellen in het verpleeghuis woonde ging ik meer dan eens in Zuid-Limburg voor anderhalve dag in retraite om me op een paar zware colleges of een mediatraining voor te bereiden. Het komt allemaal boven, bijna een jaar na de dood van de vrouw die ik in mijn hoofd en hart nooit zal loslaten. ‘Johan de onbetwiste meester in de feedback’, lees ik ook over mijn afscheid van de Academie voor Journalistiek. Ik krijg er Ellen niet mee terug.
Pijn in de rug van het vele wandelen deze Pasen in Zuid-Limburg. Het wandelpubliek is fantastisch. Het is ingetogen. Het absorbeert zijn omgeving. Boterhammetje en de waterfles. Dat loopt niet de godganse dag zich te bevredigen aan een gsm. Geen enkele bellende wandelaar tegengekomen. Niemand die de schijn ophield ergens gemist te worden. Geen gewichtigdoenerij. Niemand die zogenaamd de beurskoersen controleerde. Niemand die aan zijn aandelen dacht of aan de poppenkastfamilie Hazes. Of wat Maxima tijdens het Staatsbanket met de Macrons zou dragen en zou weg smikkelen. De iconische dichter-theoloog Huub Oosterhuis zou een ander verhaal zijn geweest, maar zijn dood volgde pas een dag later. De belofte aan Helin nooit meer over bergen te spreken. Die heeft Nederland niet. Al eerder die belofte aan Diana gedaan. Maar voor het overige: ik voelde Ellen dicht bij me en Helin had nog nooit zo’n mooie omgeving in haar leven gezien als in Zuid-Limburg met zijn vergezichten. Toen we terug naar huis langs Geleen kwamen, kon ik niet nalaten te zeggen: ‘Kijk maar liever even de andere kant op. Dit is de DSM, of hoe het nu heten mag. Dit is helaas ook Limburg.’
Twee dagen later. Een pakketje. Voor mij. Een plank voor kaas en toastjes en mesjes voor elke kaassoort één. Mooi verpakt en met een briefje. ‘Voor de lieve Johan. Ik wil dit speciaal aan jou geven in verband met deze maand. Een jaar geleden verloor je Ellen. Je hebt gezelligheid nodig om door te kunnen. Een emotionele maand. Blijf gezond en happy. Liefs from Helin.’
Ben er stil van. Diana, Helin, en er zijn ‘r nog een paar die zorgen dat het leven de moeite waard blijft. Veel verloren in mijn leven, veel mensen ook, dikwijls ook door mijn eigen schuld, of als mijn eigen keus, niet van alles en iedereen afhankelijk willen zijn, maar niet alles kwijt. De belangrijksten niet. Zo foutloos Nederlands Helin! Wat waardeer ik je kaasplank en wat ben ik bovenal blij met je brief. Ellen, jij daar boven, en voor ons overal blijvend aanwezig, lees je met me mee?Ja, ik heb gezelligheid om door te kunnen. En ik heb er een paar om mij heen die me het gevoel geven dat het de moeite waard is om door te gaan. Ellen, ik mis je als ik zo op Stille Zaterdag op een muurtje in Maastricht geniet van het leven. Het is te danken aan Helin, aan onze dochter Diana, aan Wil, aan twee keer Jan, aan Wietske en John, aan Charles, aan Nelly, en aan de zon. ‘Terug thuis, jij Helin, moest je meteen aan de slag voor een presentatie in het Engels, oké in het Engels, daar gaan we weer, over een item geneeskunde. Heb je al de uitslag? Want met Pasen inleveren verdient ook een snelle reactie van je professor.’ Een lachje. ‘Ik heb nog geen cijfer, maar ik heb wel alvast te horen gekregen dat ik het heel goed had gedaan.’
De uitsmijter ligt voor de hand. Ga even naar Zuid-Limburg. Deel Pasen met wandelaars zonder gsm. Ga even achter je bureau vandaan. Ontsnap even aan een Spartaans leven. Ontsnap aan moeten en nog eens moeten. Ontsnap aan de talkshowtafels. Geniet. Zoals ik ook nog veel van mijn leven wil maken.
Met een ode aan Ellen. Terug in de tijd. Met waardering ook voor Helin die alles fotografeerde wat in Zuid-Limburg ook maar voor haar ogen kwam. Ik kreeg dertig foto’s welhaast. Er enkele van gekozen voor de website. Zoals beloofd.
Weer thuis met Pasen meteen ’s avonds aan de slag met een presentatie in het Engels Geneeskunde. Daags erna het resultaat. ‘Ik had het heel goed gedaan, kreeg ik te horen, mijn studie is mij alles waard, maar twee dagen Zuid-Limburg waren onvergetelijk. Johan, frieten zijn veel lekkerder dan patatten, maar het is hetzelfde hè? Zal ik het eens in het Limburgs zeggen?’
De man links op de foto lijkt warempel wel een bodyguard. Het valt me nu pas op.
Mijn Paasboodschap is van een ongelofelijke eenvoud. Flikker die telefoon nou eens voor een poosje weg en pak een boek. Lees desnoods stripverhalen, maar léés! Onderzoek heeft uitgewezen, zo bericht NRC ons, dat een derde van het onderwijspersoneel in het middelbaar onderwijs totaal niet leest en lezen beschouwt als tijdverspilling. Dus 1 op de 3 onderwijzers en onderwijzeressen leest nooit een boek of krant. Dat staat heden ten dage in Nederland dus voor de klas. Dergelijke nitwits bepalen de toekomst van je zoon of dochter. Arme verloren generatie. Het onderzoek constateert dat nergens in de westerse wereld de jeugd zo weinig leest als in Nederland. Is onderwijs ook niet zoiets als stimuleren, uitdagen, en het goede voorbeeld geven ??? Literatuur is als zuurstof. Literatuur scherpt de geest.De slijpsteen.
Nederland: land waar de verf van de muren bladdert en het verval rottend om ons heen grijpt. Er lijkt geen redden meer aan. Het moet allemaal leuk in Nederland. Het liefst ongeletterd. De vakantie-economie. De woordenschat is belabberd. Brieven worden niet meer begrepen. Een derde van de onderwijzers en onderwijzeressen in het middelbaar onderwijs in Nederland leest niet. Via berekening is vastgesteld dat de gemiddelde 22-jarige op het niveau havo-2 staat. En zulks nog naar boven afgerond. Het is de schaamte voorbij. We kijken voortdurend op onze telefoon en communiceren in lettergrepen en onbenullige keelklanken. Wie als weldenkend mens in NRC naar de onderzoeksresultaten kijkt, moet zich aan de leuning van zijn stoel vasthouden.
Ik kijk hier om me heen en vraag me in gemoede af wat het belangrijkste is. De herinnering aan Ellen op plaats nummer 1. Natuurlijk, uiteraard. Alles ademt de sfeer van samen met Ellen, en dat blijft zo. En dan? En dan de vele en volle boekenkasten die één van mijn kamers tot een bibliotheek hebben gemaakt. Wat zou ik zijn zonder mijn boeken, en zonder lezen. Maar ja, bij de lockdown in de corona episode sloot Rutte niet de slijter maar wel de boekwinkel. Het foute signaal. De verkeerde prikkels. Land van diepe droefenis. ‘Een wolkenkrabber op de savanne’ als de nalatenschap van veertig jaar correspondentschap in Afrika van Koert Lindijer. Ik kan het boek niet dicht op de salontafel laten liggen. Ik wil lezen en nog eens lezen. Een onverbloemd portret van een regio die zich met vallen en opstaan aan de westerse dominantie ontworstelt. En wat te zeggen van (eveneens non-fictie) ‘De tolk van Kabul’ van Matthieu Aikins, een Canadese journalist die een jonge Afghaanse tolk undercover vergezelt op zijn vlucht naar de vrijheid. Een pageturner, schrijft Het Parool, over een van de grootste humanitaire vraagstukken van deze tijd. Een Afghaan, een Canadees, een vriendschap en een vlucht. Ontroerend mooi. De keiharde werkelijkheid waarin we leven. Was hier niet laatst de lieve Mais met haar opa en oma op bezoek, zeven jaar nu, en vanuit Koerdisch-Syrië alleen (!!!) als vluchtelinge in Nederland gearriveerd toen ze nog maar drie was. Ze is een boek waard dat ik misschien ooit nog eens ga schrijven.De verhalen van Diana, Helin, Mais, en dan hebben wij geen tijd voor diepzinnige bezonkenheid, een deel van het onderwijspersoneel zelfs al niet.
Zou het nu echt zoveel moeite zijn om leerlingen van het middelbaar onderwijs over bijvoorbeeld ‘De tolk van Kabul’ een paar bladzijden te laten lezen? Een hoofdstuk bijvoorbeeld. Dat is zonde van de tijd. Ach ja, dat was ik vergeten. Ik was vergeten dat lezen, en zeker lezen over actuele thema’s, tijdverspilling is. Zelfs onderwijzers en onderwijzeressen in het middelbaar onderwijs in Nederland hoor ik dit nu al zeggen. Kabul? Waar ligt dat eigenlijk? Afghanen? Vluchtelingenprobleem? Afrika? Dat is toch Tanzania en olifanten? Idi Amin en Mobutu? Da’s te ingewikkeld. Mijn Paasboodschap is van een ongelofelijke eenvoud. Terug naar het onderwijs van de nonnen. Terug naar het onderwijs van de missionarissen en de zendelingen. Arme Vestdijk, Mulisch, Van Dis, Hosseini, Lindijer, Aikins en al die vele anderen. We gooien liever met een aansteker naar een voetballer van Ajax. Joden, joden, joden aan het gas? Wat zijn dat eigenlijk, joden?
****
Las net je nieuwe blog Johan. Ja, van zulke onbenullen in ons onderwijs schrik ik ook. Eén op de drie te belazerd om te lezen. Helaas zijn de nonnen ‘op’. We importeren ze nu uit Zuid-Amerika en Afrika. Om de lege kerk nog een beetje te vullen. Fijne Paasdagen. Tot gauw. We prikken een dag voor volgende week. Jan van den Heuvel.
Helemaal mee eens Johan , wat een treurigheid en armoede! Was vanmiddag in de wachtkamer van de tandarts. De krant bleef liggen. Allen druk met het mobieltje. Overigens onlangs op het nieuws; “De jeugd heeft financiële problemen, dat geeft hen stress “. Moet je de bezetting van de vele terrassen, en dat alle dagen van de week, eens zien…Goed Paasweekend, Charles.
Zo mee eens Johan, verschrikkelijk. Spijker op z’n kop. Fijne Paasdagen met Helin in Limburg.Leuk voor d’r. Lieve groeten, ook van John natuurlijk, Wietske.
Een paasweekend met herinneringen aan de plekken in Zuid-Limburg die over een lange reeks van jaren met Ellen werden bezocht. En dat waren er heel veel. Zoals Kasteel Vaalsbroek. We waren er meerdere keren. Met Oudjaarsavond 2011 bijvoorbeeld. Stof voor een volgend blog wellicht.