Wie de menselijkheid kwijt raakt ontmenselijkt anderen – o panda o panda

 20170416_130329_resized
Een lieve paasgroet aan onze hechte vriendenkring vanuit een bij tijd en wijle verdraaid zonnig De Panne aan de Belgische zuidkust. Eenmaal die zon en de temperatuur schoot van 10 graden naar 15! Veel wind, een gemeen koude wind aan zee, dat helaas weer wel. Aan het strand waagden we ons maar niet. Maar in het duingebied van de artistieke cottage-achtige Dumontwijk (vernoemd naar de beroemd geworden architecten vader en zoon Dumont begin vorige eeuw) heerste de loom verstilde luwte. De rust en de vertroeteling (ditmaal geen kikkerbilletjes maar kreeft en uitbundige vissoep) in het culinair voortreffelijke hotelrestaurant van Cajou maakten van ons evenzeer gelukkige mensen. En Diana Sharifi deed de referenties ten aanzien van Home Instead weer alle eer aan. Verschillende andere hotelgasten, bekende gezichten intussen, kwamen aan tafel een praatje maken over hoe het met Ellen inmiddels ging en over de rol van de au pair (geef het maar een naam) die ze met bewondering gade sloegen. Die gaf me bovendien de gelegenheid in De Panne ook af en toe gewoon iets voor mezelf te gaan doen (of een begin te maken met het ter plekke aangeschafte boek over het weinig verheffende Belgische koloniale verleden in de Kongo/ fris menneke die koning Leopold II). Ik haal de haakjes weg, de Kongolezen verdienen meer. Een blauw bloed bandiet die Leopold II. Liet bij ‘inboorlingen’ handen afhakken als er te weinig rubber en ivoor werd afgeleverd. De Kongolezen waren zijn particulier bezit. Hoteleigenaar Bruno keek met een schuin oog naar het boek van historicus Lucas Catherine en zei eufemistisch: ‘Een geschiedenis om niet bepaald trots op te zijn. In Oostende staat een standbeeld van Leopold II. Met afgehakte handen’. Even hoopte ik dat dit ook de bedoeling was geweest van de kunstenaar, dat het tot zijn opdracht behoorde. Maar ja, antwoordde ik Bruno bij de receptie: wij Hollanders brachten Westerling voort en bedachten de Spaanse bok in de tijd der slavernij. Hoe duur was de suiker – onze geschiedenis is in bloed gedrenkt. We waren meesters in het kwaad. Ik houd van Suriname. Meer nog dan van Indië, meer nog dan van de Antillen. De geradicaliseerde bourgeois Maurice Calmeyn, een grootgrondbezitter uit De Panne, jawel De Panne, behoorde blijkens het boek van Lucas Catherine tot de zeer weinigen die zijn koning Leopold II als massaverminker en uitbuiter in zijn Vrijstaat durfde aan te vallen – politici en meer likten zich bij de bruut ongegeneerd een koloniale weg omhoog. Ook industriëlen niet te vergeten, ze zagen de zwarte bevolking niet als mensen maar als dingen, minder nog dan dieren. Zo krijgt de zeepbaron Lever, medeoprichter van Unilever, er bij Catherine flink van langs. Journalisten corrumpeerden met Leopold II, er zat geen enkele morele energie achter hun reisverslagen. De kapucijner missie deed er zo nodig nog uit Gods naam een onbeschaafd schepje bovenop. Congo en de politieke leugen, waarover Hannah Arendt in hààr boek schrijft: De politieke leugen opent de deur naar een politiek die niet alleen feiten ontkent, maar feiten ook van hun kracht probeert te ontdoen, om zo de schepping van een coherente, fictieve wereld mogelijk te maken. Calmeyn begon trouwens als ivoorjager, maar werd gaandeweg een onvermoeibare openbare aanklager. De geschiedenis van Congo toen Congo nog met een K werd geschreven: interessante stuf voor de momenten dat Diana zich over Ellen ontfermde met wandelingen, winkelen en een nagellaksessie. Was eertijds één van de beste verzorgenden in het verpleeghuis ook niet een Afghaanse, een zekere Fatima, een twintiger, een zegen met geweldig goede omgangsvormen! Ook Fatima was oprecht in dementie geïnteresseerd. Ik probeerde in De Panne een straat of plein te vinden die naar Maurice Calmeyn was vernoemd. Niet gezien. Binnenkort verder zoeken. Als tegenwicht ligt het boek ‘Een Jihad van Liefde’ klaar. Juweel van een titel. Ook België. Mohamed El Bachiri is een Marokkaanse Belg uit Molenbeek. Hij verloor zijn vrouw Loubna Lafquiri, zijn grote liefde en de moeder van zijn kinderen, bij de aanslagen van maart 2016 in Brussel. Het boek is een eerbetoon aan zijn echtgenote en bevat vooral een humanistische boodschap van respect en medemenselijkheid. Wie geregeld naar het tv-muziekprogramma van Paul Witteman op de zondagnamiddag kijkt (en luistert vooral) ziet het multiculturele kinderkoor uit Molenbeek glashelder voor zich. Zouden de kinderen van de weduwnaar/ schrijver van ‘Een Jihad van Liefde’ ook tot het Molenbeekse koor behoren? ‘Een mama die dag zegt, een kus geeft en naar haar werk gaat, en dan ineens: geen mama meer. Ze snappen er helemaal niks van. Ze hebben mama alleen nog in de krant zien staan’. Ontroerend, overweldigend mooi, bloedstollend. Kan niet wachten, maar eerst Leopold II die omgerekend naar nu minstens 195 miljoen euro aan zijn wingewest Kongo overhield, geld dat blijkens het boek van Catherine nog steeds in de Belgische Koninklijke familie moet rondcirculeren. Het had ze allang moeten zijn afgepakt, dit wederrechtelijk verkregen intrinsiek criminele fortuin. Wat hebben wij toch met die koningshuizen die over de rug van anderen zo’n bruin weelderig leventje leiden. De parkinson was deze Paasdagen bij Ellen nadrukkelijk aanwezig, de Lewy Body aanzienlijk minder. En dan is het belangrijk een chaperonne schuine streep verzorgende ter assistentie in de directe nabijheid te hebben die weet van de hoed en de rand. Diana krijgt een nog prominentere rol in de verzorging van Ellen die zich duidelijk heeft gehecht aan de vrouw die met twee kleine kindertjes onder haar arm ooit uit de omgeving van platgebombardeerd Kabul  de schuilkelders verliet en wegvluchtte voor de Taliban. Ellen was aan de Belgische zuidkust moe maar daarentegen weer wél alert. ‘Waar denk je aan meissie?’ Een glimlach. Een denkfrons. Alsof er in het brein iets moest worden gefatsoeneerd. Het komt er in slow motion uit: ‘Aan mijn eerste school’. ‘Als leerling of als leerkracht?’ ‘Als juf’. Moe dus maar bij de pinken – de grootste pijn is vaak de angst voor de pijn – die angst voor wat ons nog meer te wachten kan staan, heb ik hopelijk enigszins overwonnen. Ik heb een andere relatie gevonden met het onvermijdelijke. Een betere. We trouwden vanuit dezelfde dromen en doelen. De parkinson heeft daar niets aan veranderd. Al was het soms niet gemakkelijk. Het leven is immers zo anders geworden dan voorheen. Onderweg vertelde Diana over haar eerste baantje waaraan ze tijdens de inburgeringscursus werd geholpen. Appels en peren plukken in Boenik. Diana zegt niet Bunnik maar ‘Boenik’. Het is ook niet nu maar ‘noe’. Ik plaag haar er wel eens mee. Maar in vergelijking tot haar Nederlands is mijn Afghaans, mijn Darie, ronduit belabberd en tenenkrommend. We zijn bewust aan het eind van Eerste Paasdag weer op huis aangereden, uit vrees voor alle Hanny’s en Karels die er op de Tweede Paasdag een merkwaardige verveelde gewoonte van maken die dag te verprutsen op woonboulevards en/of in allerhande pretparken – en derhalve voor kilometerslange files zorgen. Het zou Ellen alleen maar onrustig kunnen maken. Alhoewel, een jaar geleden met Paas op weg naar Vlissingen ergerde ik me kapot aan een onnozel ongeluk waardoor bij Roosendaal twee rijstroken waren afgesloten, Ellen vond het allemaal wel gezellig zoals ze zei. Zo zag je nog ‘ns wat. Thuis was er voor haar weer het glaasje rosé onder de douche. Ach, we voelen ons nog steeds al met al bevoorrecht in de huidige omstandigheden. We bouwen voort op een sterke liefde. Sprak iemand uit ons voormalige verpleeghuis. Daar waren de bewoners van de afdeling van Ellen vorige week al om half acht ‘s avonds stuk voor stuk naar bed gebonjourd. Tegen hun zin, maar de bewoners hadden als weerloze stakkers geen keus. Want sprak de dienstdoende verzorgende: ‘Ze zaten me tot hier’. Haar vlakke hand ging tot voorbij haar transpirerende bovenlip. Ze kwamen haar zogezegd de neus uit. Mevrouw de verzorgende in het verpleeghuis wilde niet afgedraaid met Pasen naar haar camping (…) Moest aan die twee panda’s denken. Die twee uit China, of van ergens daar uit de buurt. Het halve acht uur-Journaal ging er laatst over. Zouden die panda’s ook door personeelstekort op water en brood tegenstribbelend vroeg naar bed moeten, met de kippen op stok en de luiken potdicht? Onwillekeurig de gedachte ook aan de maar raak plunderende blanke proleten rond rovershoofdman Leopold II in de Vrijstaat-Kongo waar de geminachte zwarte inheemse bevolking minder voorstelde dan een insect. Gelukkig moest ook de verzorgende uit het verpleeghuis zich met Paas een beetje behelpen met die venijnige straffe wind. Zou haar voortent zijn weggewaaid? Stilletjes hoop ik ’t. Nee, zo lief voor de bewoners zijn ze echt niet altijd zoals over verpleeghuizen wordt beweerd. Er is daar meer loos dan een personeelstekort. Weer eens werd duidelijk waarom Ellen het verpleeghuis verliet voor een fulltime terugkeer naar de eigen goud waard zijnde haard. Wie in de zorg, en overal elders, zijn menselijkheid verliest ontmenselijkt anderen. Het benadrukt weer eens het belang van organisaties als Home Instead. Het heeft met menselijke waardigheid van doen. De filmploeg die deze dagen voor een tv-programma opnames in een verpleeghuis mocht maken, liet zich aardig op het verkeerde been zetten en zand in de ogen strooien. Het verpleeghuis presenteerde zich voor de camera van de publieke oproep als een exclusief 5 sterrenhotel. Jaja. ‘Hoe laat wilt u uit bed mevrouw Jansen en hoe wilt u vandaag uw eitje?’ Trap er maar in. Propagandajournalistiek van de bovenste plank. Nu gaat er twee miljoen extra demissionair naar de meest financieel geradbraakte verpleeghuizen. Hoeveel panda’s kun je daar wel niet voor uit China halen? Twee miljoen extra, afscheidscadeau van de gekapseisde PvdA. De uitzendbureaus en arbeidsbemiddelaars zullen er wel bij varen. De directies ook. Dure personeelscoaches doen hun intrede. Ons oude verpleeghuis was met coaches begonnen van wie de eerste alweer schijnt te zijn opgekrast. Opvreters, allemaal. Verpleeghuisbewoners zullen er weinig baat bij hebben. Wedden? Moest aan de oude seks-oma Paay denken. Kwam natuurlijk door de Nederlandse roddelbladen die ook in De Panne te koop waren. Weer het onrustige aandachtorgel op de covers. Ik probeerde me Paay in een verpleeghuis voor te stellen. Hoe zou die het gevonden hebben om al om half acht met of zonder panda het bed in te duiken omdat ze haar verzorgende ‘tot hier’ zat? Paay zou wel eens de enige tevreden verpleeghuisklant kunnen zijn geweest. De Nederlandse roddelbladen maakten zich tot ver in België ook erg druk om Humberto Tan. Heel Nederland hield (De Telegraaf in De Panne) ‘de adem in’ want ‘hoe moest het nu verder’. Zijn partner en gezin of dat jongere huppelkutje? Ik vroeg er enkele Belgen in De Panne naar. Vroeg of ook zij niet uitgepraat raakten over Tan. Maar niemand bleek hem te kennen. Nog geen vier uur rijden zonder files en geen sterveling die ooit van Humberto Tan had gehoord. Nogmaals een lieve groet van eerst en vooral Ellen. Haar liefhebbende ‘reisagent’.
Het team verzorgenden rond Ellen ondergaat sinds de Pasen enkele veranderingen. Dat heeft vooral te maken met reisafstanden, zeker in het geval van Saskia die zich op de maandagochtenden van heel ver door files moest worstelen. Zij schreef Ellen een groet, geen afscheidsmail, nee een hartelijks, want Saskia heeft zich op de lijst van reserves/ invalsters laten plaatsen. Waarvoor dank, zoals ook voor onderstaande brief.
Hallo Ellen!

Ons ‘afscheid’ was nogal abrupt, voor mij niet prettig, en voor jullie wellicht ook niet. Ik dacht dat ik nog stond ingeroosterd, maar inmiddels is het ‘nieuwe team’ van start en ik hoop van ganser harte dat het naar tevredenheid gaat. Ik wilde jullie bedanken voor de tijd dat ik jou Ellen mocht verzorgen. Een leerzame tijd. Natuurlijk wat betreft de persoonlijke en zeer nabije verzorging van jou, maar ook een tijd waarin ik via Johan een beter beeld kreeg van wat het inhoudt om mantelzorger te zijn. Natuurlijk had ik daar al wel besef van, maar het is door jou Johan dat daarin een verdieping is aangebracht. Bedankt ook voor de goede gesprekken (althans zo ervoer ik ze) over ‘niet direct Ellen-gerelateerde’ onderwerpen, zoals over politiek, boeken en interessante televisieprogramma’s. Ik blijf het blog volgen, om over Ellen te lezen, maar ook om hardop te grinniken om je pittige observaties Johan en je anekdotes (hoewel die soms in de basis zeker niet ‘voor de grap’ zijn). Ik wens jullie beiden alle goeds, misschien niet volledig ‘vaarwel’, maar tot ziens. Hartelijke groet, Saskia.

P.S. Ik zend links (linken?) met zang van Inessa Galante, een Letse sopraan. Johan en ik spraken een keer over muziek en toen moest ik aan haar denken. Wellicht vinden jullie dit ook mooi.

In soortgelijke bewoordingen liet ook verzorgende Inde zicht uit. De verzorging van Ellen had haar met trots vervuld. Ook Inde doet een stap terug in het rooster, ook zij vanwege de reisafstand. Er wordt meer toegewerkt naar een ietwat ander model met een gouvernante en die moet Diana gaan worden.

 Fysiotherapeut Hans van Leeuwen, meteen na Paas en wij terug uit De Panne: ‘Wat gaat het goed met Ellen, wat heeft ze nog een wilskracht, ze babbelt weer, en telkens opnieuw ervaar ik meer souplesse, dat geeft voldoening, voor mij, maar natuurlijk zeker voor jullie beiden, wat maakt het me blij hier van zó dichtbij getuige van te zijn’.

Doktersassistentes en baliemedewerkers, soms een gevaar op de weg

Aan de inspecteur-generaal van de inspectie voor de volksgezondheid op het gelijknamige ministerie in Den Haag. (Open brief)
De vroege uurtjes zijn voor mij – voor de correspondentie en om mijn verhalen te schrijven (en om volop van de vogels te genieten). Ik kom nog heel even (kort) (voor mijn doen dan) terug op onze laatste mailwisseling. En ja, ik was in heel mijn verontwaardiging (juiste constatering) geëmotioneerd. Ik rebelleer. Ik zoek de confrontatie. Ik heb een bloedhekel aan eigenmachtig optreden van mensen die niet medisch onderlegd én bevoegd zijn. En daarmee heeft een mantelzorger te vaak van doen. Maar ik weiger om me eraan te onderwerpen. Eigenlijk heeft zich voltrokken wat jij schreef als min of meer advies. Onze huisarts heeft daar zelf het initiatief toe genomen. Het siert hem. Hij gaat met mij één dezer dagen om de tafel om te bezien of enkele vaste protocollen (het woord al) en standaard-antwoord-mails naar patiënten toe niet inderdaad een vriendelijker toonzetting behoeven, minder directief, ter voorkoming van de onwillekeurige en foutief abjecte indruk van het afpoeieren van patiënten. Hetgeen in de situatie van Ellen en mij natuurlijk extra schuurt. Want die hele gang van zaken gaat volledig voorbij aan de grote verantwoordelijkheid die een mantelzorger op zijn smalle schouders neemt. Ik heb een punt, maar dat wist ik tevoren ook al, dat assistentes niet op de stoel van de arts behoren te gaan zitten in de beoordeling of die arts wel of niet op visite komt tijdens zijn ronde. Een gevaarlijke ontwikkeling. Het heeft ook met hiërarchische verhoudingen te maken. Het is prachtig om een dementerende parkinsonpatiënte vanuit het verpleeghuis weer thuis te laten wonen, maar dan moeten de contouren glashelder zijn en doktersassistentes niet in de rol komen (kunnen komen) van ( zeg maar) uitsmijters bij discotheken (of zo je wilt: nachtclubportiers). Het geeft geen pas dát, zoals in het onderhavige geval, een assistente een directe vraag aan de huisarts, zonder hem te raadplegen, een gotspe, beantwoordt met de standaardzin dat het verzoek niet in behandeling wordt genomen. Dat was letterlijk de reactie. Niet in behandeling genomen? Zozo. Hoe help je een huisartsenpraktijk naar de knoppen. Met gezondheid sol je niet vanachter je bureau, en al helemaal niet met chronisch zieken en hun entourage. Ook met enkele baliemedewerksters in het Diakonessenhuis deed ik soortgelijke ervaringen op. Zo gedroeg er zich ooit eens één alsof ze de moeder van de (nog met een denkbeeldige speen rondkruipende) neuroloog was. Het nare mens bestond het te zeggen dat met de aanpassing van de medicatie (een dringende noodzaak op dat moment) nog wel tien dagen kon worden gewacht omdat we dan toch onze reguliere ontmoeting met de neuroloog hadden. Dat heeft ze geweten. Ik stond op het punt de ombudsman en de geneesheerdirecteur van het Diakonessenhuis in Utrecht en Zeist erbij te halen. Naderhand bleek de neuroloog nog het meest verontwaardigd over deze gang van zaken. Onze huisarts, pas geleden door de telefoon toen we de afspraak maakten voor het doornemen van zijn patiëntprotocollen, ik parafraseer: Jij doet je mond open, jij tenminste wel, maar misschien hebben veel meer patiënten last van die protocollen, zonder dat wij huisartsen dat weten en beseffen, omdat die patiënten het zich laten gebeuren en overkomen. (Einde parafrase). De Inspectie wil ik hooguit vragen om, als die in de gelegenheid is, ook eens meer aandacht te vragen (op symposia en zo) voor het onverantwoordelijk oprekken van bevoegdheden door doktersassistenten en baliemedewerkers in ziekenhuizen, daar waar het primaat natuurlijk volledig dient te blijven bij de medici zelf. Ik heb in die bijkans 4000 mantelzorgdagen al veel voorbeelden opgespaard van het afbluffen van de zieke en haar partner, alhoewel dat in ons geval in de regel bij een mislukte poging blijft. Maar je zal toch minder assertief en bijdehand zijn, dan ben je in de aap gelogeerd. Ik begreep dat je naar Limburg bent geweest, naar Lückerheide in Kerkrade. Vond je het interessant? Ik probeer nog immer iets soortgelijks in differentiatie en specialisatie van de grond te krijgen in het Utrechtse – sprak er deze week ook met dr. Hoff van het Antonius over. Parkinsondementerenden behoren in wezen niet achter een vermaledijd cijferslot op een PG van een generiek verpleeghuis thuis. Neuroloog Hoff was het eens. ‘La El’ gaat goed hier thuis. Rust en regelmaat. Ik neem steeds meer de tijd om op haar verbale reacties te wachten – al is het enkele minuten. Goede voeding ook. Veel buitenlucht. Gezonde bruine teint. Muziek, rustgevende muziek bij ruisende roomwitte gordijnen en met zicht op het ontluikende lover van de vertrouwde achtertuin, ons eldorado. Drie tot vier keer weeks de fysiotherapie. In de praktijk bij Van Leeuwen hier in ons verstedelijkte dorp zeer goede behandelingen waarbij de reacties van Ellen geen moment uit het oog worden verloren en evenmin worden veronachtzaamd. Maar zwaar is het wel voor deze mantelzorger – onmiskenbaar. Maar als je nu weet dat Ellen sinds haar fulltime terugkeer thuis vele malen minder incontinent is! Ik weet even niet hoe ik het anders moet uitdrukken. Het is echt geweldig, ook de in parkinson gespecialiseerde voormalige Antonius-collega van jou, Hoff dus, keek ervan op. Hij kreeg een vrolijke trek om de mond. Hij vond Ellen er zeer goed uitzien en sprak in termen van behoud van levenskwaliteit. Was zelf zo trots als een pauw. Thuisservicebureau Home Instead moet met niet te veel verschillende gezichten komen voor de dagelijkse verzorging van Ellen. Dat geeft negatieve prikkels. Vastigheid en bekendheid vormen het adagium. Ook geen druktemakers en vreemdsoortige bemoeials hier als visite over de vloer. Een kleine wereld maar geen klein bestaan. We durven het aan de medicatie voor parkinson met een heel minuscuul milligrammetje te verhogen, om te kijken wat er nog meer in zit bij Ellen. We gaan binnenkort terug naar De Panne aan de Belgische zuidkust. Nooit meer verwacht maar toch gekomen! Flaneren over de boulevard en dineren in het bekroonde restaurant van hotel Cajou. Waar de gerant Ellen hoogstpersoonlijk naar haar tafel begeleidt en nadien weer stijlvol ophaalt voor een rolstoelritje tussen de andere tafels door naar de lift. Geweldige egards. Als de koningin van het culinaire bal. Ook voor de zomer heb ik daar geboekt. Naar het zorghotel in Vlissingen krijgen ze ons niet meer. Dat hebben we nu wel gezien. Een mens wordt steeds kritischer. Kwalijk vind ik het dat vrijwilligers in Vlissingen de gewoonte hebben (hadden, hoop ik) stomweg hersenloos zonder vooraf aan te kloppen je hotelkamer binnen te stiefelen. En daar lag Ellen dan in haar nakie terwijl ze gewassen werd. Bleef zo’n onbenul gewoon (van de Zeeuwse god los) meekijken en prietpraat uitbraken. Want ach ja, ziek en privacy, de paradox. Natuurlijk blafte ik haar vrij vlot de gang weer op. Ik gromde haar na als een uitgehongerde pitbull.  Ze halen het bloed onder je nagels vandaan. Ziekte en privacy zijn voor sommigen een contradictie. Zoals je (Vlissingen) het toetje ook gerust kunt opdienen in een vreugdeloos kartonnen bekertje dat zo uit de schappen van de supermarkt vandaan komt. Geen enkel decorum. Niets feestelijks met een toefje slagroom en verder nog opgeleukt. De streng gereformeerde schraalhans. De zorghotelmedewerksters zouden het thuis wel uit hun hoofd laten. Het voederen der behoeftige dieren. Waarom? Hoezo? Omdat ellendelingen aan hun gezondheid ook een gevoel van meerwaardigheid afmeten (en menen te mogen ontlenen). Daarom? Eigenlijk zou er veel strenger gecontroleerd moeten worden of zorghotels die hotel-toevoeging wel verdienen qua horeca-uitvoering. De franje bezuinigden ze weg daar in Vlissingen. Helaas zijn er te veel mensen die te weinig hun mond opendoen en op hun poot spelen. Als ik in het Haagse of elders kan blijven meedenken met zorgontwikkelingen dan doe ik dat graag. Afgelopen week zag ik een verpleeghuisitem langskomen bij De Wereld Draait Door. Schitterend. Veel credit naar Hugo Borst. Uiteraard de loftrompet. Maar toch, ik vond het ook wel tamelijk eendimentionaal. Maar liefst 1000 vacatures alleen al in Rotterdam in de verpleegzorg die niet ingevuld kunnen worden – dat lijkt me echt een complexer probleem dan alleen (of voornamelijk) geld. Ik blijf van mening dat het zeker ook aankomt op perspectief voor de dementerende en de verpleegkundige/ verzorgende. Verpleeghuizen zouden veel minder moeten dienen als de laatste levensgang richting Mieke Telkamp. Ik heb het bij ondervinding. Die verstikkende pluizige deken moet van die verpleeghuizen af. Er dient een grondige heroriëntatie op verpleegzorg en ouderenzorg te komen. Er zou minder naar de verpleegzorg gekeken moeten worden vanuit de huidige conventies. Geen instellingen meer zoals ons voormalige verpleeghuis De Ingelanden die zich volledig op dementie richten. Tenzij zeer gedifferentieerd en gespecialiseerd naar aard en verschijningsvormen van hersenaandoening. Weg met de onzalige smeltkroezen. Dat worden binnen de kortste keren reservaten. Sorry voor dat woord maar ik lees momenteel met ingehouden adem de Afrikaboeken van Adriaan van Dis. Het moet anders in die verpleegzorg. Het is net als met de stortregens in de Tropen. De miljoenen extra naar de verpleeghuizen zijn al verdampt voordat ze goed en wel de grond hebben bereikt. Ik vestig met name mijn hoop op CDA en D66. Behoud van zoveel mogelijk kwaliteit van leven in de thuissituatie, al is het maar voor de weekenden, of gedurende dagdelen doordeweeks, leg een grotere verantwoordelijkheid bij familie en vrienden, maar dan wél met een korte lijn naar de eigen huisarts en zonder compassievreemde assistentes en baliemedewerkers, luitjes die weten hoe je het woord emotie schrijft. Duidelijke randvoorwaarden kortom voor de mantelzorg en idiote protocollen in de prullenbak. Het is voor mij de volgende stap. Dit was het even, keep in touch, en ik groet je en wens je van hier mede namens Ellen een wonderschoon weekend toe. Het belooft naar de twintig graden te gaan – welaan, en dat voor de eerste aprilweek en palmzondag!
PS.
‘Heerlijk hoor, echt heel heerlijk’.
‘Ja, vind je het eten lekker Ellen? Komt uit mijn nieuwe wokpan. Tientje bij de Jumbo die gietijzeren pan’.
‘Ver–ruk-ke-lijk’.
‘Mevrouw Carbo, ik dank je voor je compliment’.
‘Ja, dat ben ik hè’.
‘Mevrouw Carbo?’
‘Ja. Gelukkig wel’.
‘Ik doe maar wat El met die wokpan. Vandaag rijst, roti, spitskool en een hamburger. Ketjap er overheen en maar wokken’.
Stilte.
‘Mooi is het buiten, ineens heel groen’.
‘Ja die tuin El, de planten beleven als pubers een groeispurt. Maar de grond is zó droog, net een schoenzool’.
Ze slaapt. Ze knort. Haar linker teen veert steeds weer op. Beetje parkinson vanuit die blauw genagellakte grote teen.