De stalen zenuwen van een mantelzorger die van het horloge en de vaccinatieplicht is

Niet gelovig, maar toch. Onze gebeden werden verhoord. Telkens opnieuw samen ontwaken. Aan de zorg in zowel het verpleeghuis als thuis onverminderd hoge eisen gesteld. Daarmee niet altijd vrienden gemaakt of behouden. Het was de prijs die we vooraf met onszelf overeen kwamen. Een mantelzorger kan niet schipperen. Moet dat ook niet willen. Die moet ook niet het gevoel hebben met ongewenste bemoeizuchtige indringers in het eigen privédomein te maken te hebben. De grootst mogelijke lof voor Diana en Elly. Zorg uit het boekje. Ze hebben inzicht. Psychologisch inzicht. Twee op wie je als mantelzorger blind kunt varen. Ze verstaan de levenskunst. Wat dat niet zo geweest dan was de mantelzorg voor Ellen verworden tot de acrobatiek van een koorddanser zonder vangnet.

De Panne aan de zuidkust van België op een paar kilometer van Duiskerken in Frankrijk. Altijd ook in gezelschap van Diana. Ze loopt als een rode draad door de vijf jaar dat Ellen nu weer fulltime thuis is. Cajou en De Panne. Elke zaterdag markt in De Panne. Home Instead informeerde in 2017 heel voorzichtig of het niet beter was de verzorgenden af te wisselen naar De Panne. Waarom in godsnaam? Voor de onderlinge sfeer. De onderlinge sfeer? Wij bepaalden wie meeging naar zee in België en dat kon er maar één zijn. Ze hadden het maar te slikken. Mantelzorg komt zeker ook aan op duidelijkheid en stabiliteit.

Om maar weer eens aan te geven hoe mager het niveau van de Nederlandse televisie is. Dat dagelijkse tenenkrommend kletsmajoor programma Goede Morgen Nederland praatte over de toename van het aantal gevallen van corona en over hoe erg die hausse aan nieuwe besmettingen wel niet is voor de Nederlandse bevolking. De presentatrice wist wel een voorbeeld te noemen en ging van de overvolle ic’s in één moeite door naar de Toppers waarvan het optreden in Ahoy in Rotterdam door alle weer opgedoken onzekerheden niet doorgaat. Liet van schrik de strijkbout vallen. Een gloednieuw stoomstrijkijzer, net van de Blokker, de oude met kalkaanslag verzopen in een plons schoonmaakazijn, alle stoppen in de meterkast sloegen door. Geen Toppers, ai, ai, ai. De gasten van de kleuterpraat Goede Morgen Nederland zaten er bedrukt bij alsof zij hun laatste oortje met de Toppers hadden versnoept. Het is inderdaad zo ongeveer het allerergste van het allerergste dat ons met die corona kan overkomen: het optreden van de Toppers geannuleerd omdat onzekerheden over herinvoering van de mondkapjes en de anderhalve meter de voorbereidingen in Rotterdam in de weg zaten. Ook overal in het buitenland moet men over de Toppers de handen voor de ogen geslagen hebben. En ondertussen vallen ook nog eens de herfstbladeren van de bomen. Ook dat nog. En lacht die halvegare Gordon ons vanuit Dubai uit in zijn zwembroek. Het is echt ongelofelijk. De ernst van Covid-19 kan het best worden uitgedrukt met de Toppers en Ahoy. Vroeger zou je er in de journalistiek voor ontslagen worden. Maar ik hoor het de meisjes van Goede Morgen Nederland al roepen: wij bedrijven geen journalistiek, wij wauwelen gewoon een eind voor het vaderland weg en kiezen onze gasten van VVD en CDA zó uit dat er lekker met ons wordt mee gekeuveld. Over André Hazes junior bijvoorbeeld en of die na Spanje nu eens eindelijk over zichzelf de mensheid duidelijkheid wil verschaffen. Die wurggreep waarin Dré en zijn moeder ons houden!

Tegelijkertijd vinden we met Covid-19, daarmee wel, dat privacy boven veiligheid en gezondheid gaat. We staan de ontnuchterde Dré (met capuchon) massaal op Schiphol op te wachten. Privacy als het ons uitkomt. Hoe principieel zijn de weigeraars van een vaccin tegen Covid-19 eigenlijk. Heel principieel. In de Amerikaanse staat North Carolina krijgen de principiële weigeraars een cadeaubon van 25 dollar als ze zich ondanks hun principes toch laten vaccineren. Het loopt storm. De verleiding en God leggen het af tegen de dollar. Mensen zijn bereid aan de gezondheid van zichzelf en die van anderen te denken, en daar ook naar te handelen, als je maar betaalt. Een gedragswetenschapper maakte op de radio een paar interessante opmerkingen. Het is heel normaal dat een kind van vijf overal nee tegen zegt. Het zou zorgwekkend zijn als dat niet zo was. Tegenwoordig zeggen er ook heel veel van veertig en vijftig overal stante pede nee tegen. En dat daarentegen hoort niét bij de leeftijd. Zeg je tegen die lui dat ze zich niet mogen laten vaccineren dan zitten ze meteen op de kast. Zeg je dat ze zich wél moeten vaccineren dan eveneens op de kast. De wetenschapper was er voor zichzelf nog niet helemaal uit hoe dat nou kwam, maar hij vond het wel zielig allemaal, een zorgwekkende Wilders- en Baudet -ontwikkeling, en hij vond ook dat we nu eens moesten ophouden in Nederland met zwalken
onder het mom van ieder zijn meug. In een verpleeghuis in Hilversum kwam vorige week van buiten het virus binnen. In een mum van tijd tien bewoners besmet en al even rap drie van die tien overleden aan corona. Voorzitter Ernst Kuipers van het landelijk netwerk voor de acute zorg in Nederland, niet zo maar iemand, wist deze week te melden dat iedereen die zich niet heeft gevaccineerd vroeg of laat in behoorlijke mate corona krijgt. Laat zulke domoren maar eens los op de zorg, het onderwijs en andere sectoren die we als essentieel mochten ervaren.

Maar terug naar de tv. Hoe komt het toch dat Goede Morgen Nederland niet of nauwelijks het niveau ontstijgt van tweedejaars hbo School voor de Journalistiek? Hoef je dan een vak totaal niet te beheersen? Zijn kennis van het onderwerp en interviewtechniek dan niet meer belangrijk? Volstaat lucht verplaatsen tussen de reclameboodschappen? Worden die meisjes van WNL wel eens geëvalueerd en zo ja door wie? Hun opa’s en oma’s? Tegenwoordig heb je er al gauw een stuk of zes. Serieuzere zaken nu. Op nog slechts een paar dagen na is Ellen alweer vijf jaar fulltime thuis. Van elkaar gescheiden woonplekken, dat verdroegen we niet. Nooit niet eigenlijk, maar een poos moesten we wel. Het werk. Het pensioen. Maar zo wilden we niet leven. Bovendien rommelden veel zorgzusters in het verpleeghuis zich net als de presentatrices van Goede Morgen Nederland dagelijks naar het einde van hun werktijd. En uit privacy oogpunt mochten huurlingen niet eens weten aan welke vorm van Alzheimer of wat dan ook een bewoner leed. Maar wel die bewoner verzorgen. Het was een grabbelton. Hoe kon Ellen nu in leven blijven met dames van een uitzendbureau die elkaar afwisselden alsof het een onderbroek betrof. We waren de wantoestanden zat. En die hadden heus niet allemaal alleen maar met de bezuinigingen te maken. Maar ook met arbeidsethos en zo. Met psychologie. Met levenservaring. Het had bovendien te maken met leidinggeven. Dat ontbrak er maar al te vaak aan in het verpleeghuis, het geven van leiding. Elkaar de hand boven het hoofd houden. De ene dienst de andere waard. Zelfsturende teams, jezelf aansturen, hoe had ik het in de journalistiek ooit zo ver kunnen schoppen zonder leermeesters die streng doch rechtvaardig waren! Niks louter hardwerkende meisjes en een verdwaalde jongen in de verpleegzorg. We konden lang genoeg in de keuken kijken om dat tegen te spreken.

Op nog slechts enkele dagen na is Ellen alweer vijf jaar fulltime thuis. Zie dat beeld van 1 november 2016 haarscherp voor me van de schuifpui van De Ingelanden die voor de laatste keer voor ons open zoefde en Ellen die met haar toilettasje op schoot in de rolstoel naar de grootste metgezel in het gehele ziekteproces gereden werd: de zwarte Skoda Fabia met het onweerstaanbaar sexy witte dakje. Over de Fabia kon een boek geschreven worden en dat gebeurde dan ook. Het geheim van de Fabia met altijd pen en papier op het dashboard. Gelukkig is de auto in de familie gebleven. Gelukkig? Nee, vanzelfsprekend! Diana rijdt er in rond en wij een witte Rapid. Dat Ellen weer vijf jaar volledig thuis woont hebben we niet te danken aan het bureau uit Zeist (strijkstok, blijft veel geld aan hangen) dat we aanvankelijk voor zorgpersoneel inhuurden. Er was altijd wel wat. Te laat komen omdat men de weg niet kon vinden. Dat soort flauwekul. Het kwam meer dan eens voor. Files op plekken waar nog nooit van z’n leven een file had gestaan omdat het eenvoudigweg niet kon. Of de buschauffeur de schuld geven omdat die niet hard genoeg reed. En de zieke Ellen maar liggen wachten.

Herinneringen aan het verpleeghuis en het zorgbureau uit Zeist kwamen afgelopen week weer boven drijven. Net een pan soep waarin je staat te roeren en die zichtbaar maakt wat naar de bodem was weggezakt. Hoe afhankelijk ben je wel niet van het zorgpersoneel als patiënte parkinson en haar mantelzorger. Hoeveel moet je wel niet wegslikken. We hadden hier eens namens het bureau Home Instead een voormalige bibliothecaresse die meer geïnteresseerd was in onze boekenkasten, en daar ook ongevraagd haar gemak voor nam, dan dat ze geïnteresseerd was in Ellen. Die ging boven met een boek op bed zitten lezen. We hadden eens iemand met een bipolaire stoornis die door Ellen werd verzorgd in plaats van andersom. Een Surinaamse hadden we uit de suikerrietcultuur die niet mocht bukken want anders liet haar oog los. ‘U mag niet bukken mevrouw? Waar ziet U mij voor aan?’ Als mantelzorger moet je op zijn minst over stalen zenuwen beschikken. De meeste mensen deugen, schrijft Rutger Bregman in zijn gelijknamige bestseller. Het is maar wat je onder deugen verstaat. Of beter: wat je eronder wílt verstaan. Als je de fiscus tilt, deug je niet, als je de fiscus misleidt, deug je wel, zou onze minister van financiën zeggen. Of rechters die in de Toeslagenaffaire niet het recht lieten zegevieren maar de belastingdienst. Ach ja, ook rechters hebben hun zwakheden. Arme ouders, arme kinderen, het zijn er meer dan duizend geweest die met een onbeholpen en geblinddoekte magistraat te maken kregen.

Deze week een verzorgende van Ellen de wacht aangezegd omdat ze te laat kwam en doodleuk zei dat in haar verpleeghuis het onderling voor de gezelligheid zo was geregeld dat te laat komen niet erg was als dat maar bij tien minuten bleef. De lezer kan dit natuurlijk nog steeds volgen. Maar de mantelzorger niet. Die kijkt naar zijn vrouw en ziet haar wachten en wachten om gewassen te worden. Een passage uit de afscheidsbrief aan de verzorgende: ‘Op tijd zijn is geen recht maar een plicht. En ik heb alle recht je aan te spreken op te laat komen. Dan ga je niet boos hier de sfeer lopen bederven. Ik krijg bovendien de indruk dat je ondanks mijn aandringen nog steeds half gevaccineerd bent en niet helemaal. De keren dat ik erover begon, liet je in elk geval steeds weten het bij een eerste prik gelaten te hebben. Ook dat vind ik in jouw functie niet langer acceptabel getuige het trieste feit dat we de corona weer in alle hevigheid de kop op steekt. Sterker nog: we zitten in de vierde golf. De berichten hieromtrent dienen wij serieus te nemen. Acht van de tien corona patiënten op de overvolle ic’s zijn ongevaccineerd of maar half. Ik probeer zelfs voor Ellen en mij een aanvullende derde prik te regelen. Elly is er ook al mee bezig. Volledig vaccineren dus. Je hersens gebruiken. Niet egoïstisch zijn. Je verantwoordelijkheid nemen. Een verantwoordelijkheid jegens mijn dierbare en onvervangbare vrouw. Maar ook collegiaal richting Diana en Elly en Esmé en hun familie met kinderen en kleinkinderen, hun vrienden, kennissen, enzovoorts. En voorts ook een verantwoordelijkheid jegens de bewoners van het verpleeghuis waar je werkt. En ik weet niet of je met niet volledig vaccineren vertrouwt op God, je schermt nu eenmaal steeds met God, of een ander bovenaards wezen, maar ik zou maar meer luisteren naar de medische wetenschap. Daar zijn ze nu in Staphorst en de rest van de Biblebelt ook achter gekomen. Ze hadden het met polio al kunnen weten. Wees blij dat er een corona vaccin is! We lopen inmiddels alweer voor ziekenhuisbedden te leuren in Duitsland. Uitgestelde operaties die al eens uitgesteld waren. Wanhopige kankerpatiënten. Ik zie je gedrag zo: wél van de mensen die zich lieten prikken naastenliefde ontvangen maar geen naastenliefde teruggeven. Als goed burger zou je je voor honderd procent moeten laten vaccineren. Pas geleden werd één oud-collega terecht geweerd van de reünie van mijn vroegere krant Het Parool. Iemand die zich willens en wetens niet had laten vaccineren en dat bleef weigeren. Waarom werd die persoon niet tot de reünie toegelaten? Simpel: omdat ze werd beschouwd als een potentieel gevaar voor alle anderen die in de risicogroep zitten qua leeftijd en gezondheid en die wel hun hersens gebruiken. Die verantwoordelijkheid zou jij ook moeten dragen, je kunt corona in het verpleeghuis oplopen en zonder dat je het weet doorbrengen naar hier. Ik ben wat dat betreft voor een algehele vaccinatieplicht.’ Einde brieffragment.

We zouden in Nederland veel strenger moeten worden. Meer duidelijkheid ook. Minder tegenspraak dulden. Minder zweven. We zouden het begrip privacy eens moeten wegen. We zouden veel zuiverder moeten omgaan met het begrip liberaal. Liberaal oké maar niet ten koste van de volksgezondheid. Die vierde coronagolf heeft een oorzaak. Nu moeten ook nog eens de Toppers het ontgelden. Het is fijn dat Goede Morgen Nederland ons daar even op wees. Hoe kun je nou in de zorg werkzaam zijn met uiterst kwetsbare mensen en weigeren je te laten vaccineren? Dat zou verboden moeten worden in het belang van mensen die niet meer voor zichzelf kunnen opkomen en zwaar afhankelijk zijn van hulp en gezond verstand. Een mantelzorger moet over stalen zenuwen beschikken, en nog veel meer. Maar goed dat Diana en Elly ons door depressies heen slepen. Over North Carolina bijvoorbeeld waar alle principes tegen vaccinatie overboord gaan voor een cadeaubon. Al eens werd een boek over het door ziekte gekapseisde bestaan van ons opgedragen aan de moeder van Ellen. Het jappenkamp, de overleving onder mensonterende omstandigheden. Ellen en haar moeder aten zelfs ratten om iets in hun maag te hebben. Een ander boek werd opgedragen aan mijn vader. Was mantelzorger toen dat woord nog niet eens bestond. Mantelzorger avant la lettre. De genen. Dat Ellen na vijf jaar nog altijd leeft dankt ze aan de volledige terugkeer in de thuissituatie met uitgesproken persoonlijke zorg, zorg uit het boekje. De sobere viering van vijf jaar dragen we op aan de verzorgenden van het eerste uur, Diana en Elly. Altijd op tijd die twee, allebei 2x Pfizer, zonder eerst gepaaid te hoeven zijn met een cadeaubon. Nooit zemelen ze over God. Daar zijn ze te nuchter voor. Te verstandig misschien wel. Sprookjes delen ze met hun kleinkind. Allebei vieren ook zij een lustrum op 1 november, hun lustrum bij ons thuis.

Aan de zorg voor Ellen van meet af aan zeer hoge eisen gesteld en daarom niet iedereen te vriend kunnen houden.

Brandende liefde aan de boulevard van Vlissingen waar een aanvankelijk heel goed zorghotel zat maar waar de bezuinigingen op de zorg helaas ook hun tol eisten. Wat dat betreft veel afbraak in de zorg in tien jaar Mark Rutte.

Waar de boekenreeks mee begon, even afgezien van ‘Mam kijk naar de sterren’. Schrijven. Niet om het hoofd leeg te maken. Dat bleef vol. Maar schrijven om rust te vinden en de tegenslagen verder aan te kunnen. Schrijven om troost te vinden bij pen en papier. Nooit kunnen denken dat het boek de literatuurlijst van de Alzheimer stichting zou bereiken. En evenmin dat de gehele oplage door de zorgkoepel Action Continu zou worden opgekocht voor het voltallige personeel in hun kerstpakket.



 

Parool-Sport was inderdaad die goeie ouwe tijd en excuses zijn hier wel op zijn plaats

Kijk met veel genoegen, maar toch ook wel met een tikkeltje schaamte terug op de reünie van de vroegere roemruchte sportredactie van Het Parool. Het moet minstens 45 jaar geleden zijn geweest dat de meesten elkaar voor het laatst aan de Wibautstraat hadden gezien. Sommigen herkende ik aanvankelijk niet eens meer. Hoe de tand des tijds als een uitgehongerde en opgewonden veldmuis aan het mensdom knagen kan! Moet ook voor mij gelden. Laat ik dat ruiterlijk toegeven. Niet meteen al de lezer van je vervreemden. En hoe de buik kan opzwellen alsof de plaatselijke rijwielhandelaar zijn fietspomp heeft gebruikt. Die luchttoevoer of wat het ook is blijft mij nog steeds bespaard gelukkig. Ja en dan die schaamte, schaamte voel ik tegenover oud-collega Henk van der Sluis, de initiatiefnemer van de reünie. Bij binnenkomst stond een man in vrolijk zomers colbertje mij op te wachten en wenste me een plezierige bijeenkomst in het zaaltje meteen links van de ingang. Ik dacht nog bij die man die niet kalende was maar gewoon nagenoeg geheel kaal…

Hij zag er welvarend uit. Man van het goede leven. Ik dacht nog: die moet thuis zo’n beetje de grootste zonnebank van Nederland hebben staan en hij heeft hem ook nog eens voortdurend op de hoogste stand. Ik veronderstelde dat deze voorkomende man tot het personeel van het etablissement De Generaal te Baarn behoorde. De portier of zo. Of iets hogers. Misschien was de galante man wel de uitbater van De Generaal, zo niet de generaal zelve wellicht. Zo weggelopen uit de horeca, die vriendelijke baas. Ik moest vroegtijdig weg van het kostelijk weerzien van dierbaren uit lang vervlogen tijden toen sportjournalistiek nog bedreven werd op een oude gammele Remmington met lint en niet zelden leidde tot echtscheidingen, alcoholisme en kettingroken. Eerder weg: het lot van een mantelzorger, zullen we maar zeggen. Mij werd door dezelfde persoon aan de deur weer uitgeleide gedaan, hij kwam op een drafje aanlopen die vriendelijke en goed gemanierde meneer in zijn lichte zomerse colbertje van C & A en dat roodbruine zonnebankhoofd. En in heel mijn onschuld bedankte ik hem enigszins opgelaten voor het feit dat hij de deur naar de parkeerplaats voor me openhield, mij lachend toeknikte en uitzwaaide, en me nog een plezierige verdere dag toewenste. Stond even te twijfelen of het de bedoeling was dat ik de portier een fooi zou geven in de vorm van een eenvoudig muntstuk. Maar daarover had ik in de uitnodiging niets gelezen.

Pas later, nog niet eens achter het stuur van mijn Ferrari, nee pas veel later thuis ging mij een lichtje op. Die portier van De Generaal was waarschijnlijk dezelfde man geweest als die mij binnen in dat zaaltje op koffie en appelgebak had getrakteerd en aan wie ik 40 euro had betaald (voor Thaise kippensoep en luxe verrassingsbroodjes die me door een te lange speech, nou ja speech, door de neus werden geboord) om met oud-collega’s van Parool-Sport al dan niet zwaar aangedikte verhalen over die goeie ouwe tijd op te dissen. Maar hoe kon ik toch zo in de bonen zijn geweest! Kwam dat soms omdat Henk van der Sluis bij de voordeur wél zijn colbertje aanhad en in het zaaltje niet? Begint dementie ongeveer zo? Ik vrees van wel. Ben ik op weg een dwaallicht te worden? God bewaar me! Te veel indrukken tegelijk hetgeen een leeftijd van 70 jaar niet meer aankan? In elk geval moet ik enigszins verward overgekomen zijn. Geen buik, nog altijd geen buik, appetijtelijk getailleerd lichaampje zullen we maar zeggen, en onder mijn boordje net zo bruin als het hoofd van Van der Sluis, maar wel klutskwijterig. Met hem, die Henk van der Sluis in elk geval. Het enige wat ik nu nog kan doen is hem openlijk mijn excuses maken voor het ongelukkige feit dat ik hem bij de deur bezijden dat bordesje aanzag voor de inboedel van de horecaonderneming naast het stationnetje van de gemeente Baarn. Ik krijg het er weer warm van.

Kan overigens niet ontkennen dat ik meermaals heel goed moest kijken om te zien wie wie nou ook alweer was. En de herkenning kwam in sommige gevallen meer door de stem dan door het gezicht. Bij onze staffotograaf George Verberne bijvoorbeeld. Er waren er meer. De illustere maestro van de centrale desk destijds Jan de Vries. En Joop Holthausen die altijd schreef alsof de duvel hem op een brommer achterna zat en die met wielrennen hele behangrollen aan kopij afscheidde als was hij aan de diarree. Maar ja, mag een mens in 45 jaar een beetje veranderen qua uiterlijk? Het was jammer dat ik maar kort kon blijven, vijf kwartier tot anderhalf uur, en daar viel nog een wat lang uitgevallen speech in, een soort egodocument, maar aan de andere kant: Ellen was alleen gistermiddag toen ik thuiskwam en helder/ klaar wakker – en er zijn nog steeds van die weliswaar spaarzame momenten dat ze een paar woordjes toevoegt aan haar lieve innemende glimlach en dat was toen ik nog met mijn autosleutels in de hand voor haar bed stond, terug van de Baarnse Generaal. Ik had de reactie van Ellen direct uit Baarn niet graag willen missen. Het zijn van die te koesteren geluksmomenten die we nog hebben. Jazeker, we hebben ze nog. Geduld is een schone zaak, wordt ons alom voorgehouden. Voor de mantelzorg klopt dat wel. Zeker bij de begeleiding van een parkinsonpatiënte die in alles reageert als in slow motion komt het aan op geduld. Maar bij Parool-Sport gold geduld als weerzinwekkend. Met geduld, en rustig aan, zo van: komt tijd komt raad, werd je op staande voet ontslagen. Daar viel geen krant mee te maken. Je werd betaald voor je hyperventilatie. Parool-Sport was het startschot van een boeiende carrière in de journalistiek. Met ups en downs. Maar goddank vooral ook veel ups.

Steeds meer het besef van wat Parool-Sport voor een bijzondere tijd wel niet is geweest. Het was een harde leerschool. Maar de beste leerschool die ik me kan voorstellen. Ongelofelijk lang nog geworsteld met de eerste alinea’s van een stuk en al helemaal met de beginzin. Daar zou ik later vanuit de hogeschool voor journalistiek een cursus over gaan geven. Die cursus over de eerste zin voor onder meer Wegener duurde drie dagen. Kun je nagaan. Het was meer boetseren nog dat schrijven met een kroontjespen. De eerste zin dus. Daar verstookte ik als debutant aanvankelijk minstens acht Wilde Havana’s op. En het kopijpapier viel niet aan te slepen. Schrijven deed je ook met je longen. Of ten koste van je longen. Werken in de journalistiek was een dure liefhebberij. Zeker voor een beginneling. En één met gezondheidsrisico’s. En was het nou echt zo moeilijk? Nee, er was eigenlijk geen reet aan. In mijn stroeve aanloopperiode, brak in mijn proeftijd op wintersport ook nog eens zo’n beetje alles wat een mens breken kan, maar omzeilde bij een seinhuisje op mijn ski’s wel een oud vrouwtje, een oud vrouwtje dat een peuter les stond te geven, doch dit terzijde, in mijn stroeve aanloopperiode nam chef Cees van Nieuwenhuizen me mee naar een Europese wedstrijd van PSV in Eindhoven. Om aan het edele vak te ruiken, zo heette dat. Het was het PSV uit 1978 of daaromtrent. Ik geloof dat Kees Rijvers nog coach was. Tegenstander een Franse club met Johnny Rep in de gelederen. Het moet Bastia zijn geweest of anders St. Etienne. Cees liet me sfeerproeven. En kennismaken met het schrijven onder tijdsdruk en pal tegen de deadline aan. De bloeddruk en de hartslag in de sportjournalistiek zullen we maar zeggen. Het was een spannende wedstrijd onder de gloeilampen van Philips, dat weet ik nog wel. Waarom ik dat nog weet, vertel ik da’lijk.

Eerst Cees van Nieuwenhuizen. Voor de perstribune scheurde een speler van PSV zijn voetbalbroekje bij een sliding. Het leek me een te verwaarlozen incidentje. Naast mij pakte Cees doodgemoedereerd zijn ballpoint en klapte op een haast professorale manier zijn notieboekje open. Nou moet ik toch eens kijken wat hij opschrijft, dacht ik, en boog me in de richting van zijn pen. Mijn chef noteerde: voetbalbroekje gescheurd. Twee woorden, niet meer dan die twee woorden. Het notitieboekje ging weer dicht. Cees stak nog maar weer eens de brand in een sigaar. Hij kon er ook heel aardig mee overweg, met die Wilde Havana’s. Ik snapte er aanvankelijk niets van. Voetbalbroekje gescheurd. Pas de volgende dag werd het me duidelijk bij het openslaan van de krant. Het wedstrijdverslag van Cees van Nieuwenhuizen begon met de zin dat PSV niet zonder kleerscheuren door de confrontatie met zijn Franse tegenstander was gekomen. Zo werkte dat dus in de sportjournalistiek. Hoe een winkelhaak al niet van pas kwam. Die verloste je van twintig minuten piekeren, of langer nog, over je eerste zin.

Het was een spannende wedstrijd van PSV tegen de Fransen. Zo zou ik dat bij Parool-Sport al gauw niet meer verwoorden. De wedstrijd benam je de adem en kon onmogelijk zonder een ervaren cardioloog dichtbij worden uitgekeken. Lekker ronkend dus. Maar enfin, een spannende match. Dat weet ik nog hierdoor. Aan de andere kant naast me op de perstribune zat ene Hans Woudstra van De Telegraaf. Tegen het einde van de wedstrijd greep hij in de binnenzak van zijn regenjas en haalde daar zijn portemonnee uit te voorschijn. En in die portemonnee zaten drie briefjes opgevouwen. Woudstra legde de briefjes van thuis keurig leesbaar neer op het plankje dat als lessenaar diende op de perstribune. Toen de wedstrijd even later voorbij was, en uiteindelijk bekend was wie er won, gooide hij twee van de drie briefjes weg, pakte zijn veldtelefoon en belde aan de steno van De Telegraaf de inhoud door van het briefje dat hij wél kon gebruiken. Het was kortom een zeer leerzame avond in Eindhoven. Zo heel ingewikkeld bleek het nu ook weer allemaal niet te zijn. Dat van Hans Woudstra heb ik trouwens nooit op de lesdagen Eerste Zin verteld. Dat zou de hogeschool voor journalistiek een lucratieve cursus van drie dagen hebben gekost. Silence is Golden. Wie zongen dat lang geleden ook alweer?

Het tekenen van een pagina? De lay-out zogezegd? Dat werd nog met de hand op een groot vel papier gedaan met een potlood en een gummetje en een cicerolat. Daarvoor moest je bij Arie Verhoef uit Maarssenbroek zijn. De eeuwig treuzelende keeper en verdediging van het Feyenoord van de laatste jaren zouden veel van Arie Verhoef hebben  kunnen leren. Arie was niet van tikkie terug. Arie was niet van dat onbeholpen trage gedoe van die Australische keeper die bij Feyenoord de veel betere Vermeer op de bank hield. Arie was van de lange bal. Die sloeg verdediging en middenveld over. En als het niet helemaal klopte? Of zelfs helemaal niet? Dan waren er altijd nog hele korte berichtjes ook wel Sport Kort genoemd. Voor de legendarische en meestal stoïcijnse Arie hielden we er altijd zo’n twintig tot dertig achter de hand. Daar werden dan aan steen en met die plakstroken de gaten mee gevuld. Voor alles was een oplossing. Het kwam ook voor dat Arie te zuinig was geweest met intekenen. Dan bleken de melodramatische sportartikelen aan steen in werkelijkheid veel langer te zijn. Geen redacteur die bereid was het aardappelschilmesje in zijn bloedeigen stuk te zetten. Oh nee om de donder niet. Dus ging er een reepje van de foto af. Eerst heel voorzichtig, later steeds minder. Tenslotte roetsj. Eerst tot aan de enkel, dan de knie, en zo verder omhoog, ook de jonge heer ging er aan. Van mening sporter kende de abonnee vaak niet meer dan de kruin. Later zouden foto’s met alleen ogen en een voorhoofd voor een poosje heel modernistisch en trendy worden. Door Arie Verhoef was Het Parool ook in dit opzicht zijn tijd ver vooruit.

Arie hielp ook eens op een feestje voor honderd redactieleden de catering (zus Wim Kieft) een handje bij de broodjes zuurkool en beenham. Na tien redacteuren was bij Arie de beenham op. Op de sociale academie in Driebergen had ik navelstaren geleerd, wereldverbeteraar onder de wereldverbeteraars, bij Het Parool leerde ik vooral ook relativeren. Mezelf relativeren. Geen gewichtigdoenerij. En de wereld moest vooral blijven als die was. Liefde ook voor je werk dat bijdroeg aan je identiteit. Je ging niet alleen met je vrouw naar bed maar ook met je werk. Na mijn sportjaren ging ik als politieverslaggever vooral met Gerrit-Jan Ludding naar bed. Of beter: leerde ik uit bed te blijven. Las zo-even dat de HEMA nu ook tompoucen voor honden gaat verkopen. Ludding, van de cracker en komijnekaas, zou je er vroeger ’s nachts voor wakker bellen. Reportage Johan, reportage! Maar de HEMA is ’s nachts dicht Gerrit-Jan. Ga er maar vast voor de deur zitten Johan!

Je leerde liefde voor het vak. En behalve dat: knokken. Incasseren. Niet piepen. De stijlbloempjes uit de schrijfmachine plukken. Hupsakee. Met drie winterjassen over elkaar op een kouwe zaterdagavond bij MVV in Maastricht op een tochtige en doorgeroeste perstribune. Dan bleef het tot het einde 0-0. En dan smaakte de whisky weer eenmaal thuis ’s nachts dubbel zo lekker. Voor het ontwikkelen van de smaakpapillen gingen we voor een 0-0 wedstrijd! Parool-Sport was teamgeest en knokken.  Inderdaad: die goeie ouwe tijd. Niemand een spat veranderd. Zeker uiterlijk niet.  Kom daar maar eens om bij gemeenteambtenaren.  

Nog niet eens over de drempel bij De Generaal in Baarn en al een blunder van jewelste: de organisator van de reünie van Parool-Sport aangezien voor de portier van het etablissement bezijden het station. Maar het ging ook zo verdomde snel. Henk van der Sluis ter begroeting aan de deur in een colbertje dat op een huwelijksfeestje niet zou misstaan, meteen daarop fotograaf van alle museumstukken uit het roemruchte verleden van Parool-Sport, en nog geen paar seconden later in de bediening voor koffie met appelgebak en ogenblikkelijk daarop ook nog eens kassier voor de 40 euro aan Thaise kippensoep. Ik begreep dat oud-collega Van der Sluis mijn excuses heeft aanvaard. Hij stuurde me deze foto voor het geval ik ook niet meer zou weten hoe ik er zelf na zeventig jaar uitzag.

Terug in de tijd met A Whiter Shade Of Pale, en één van ons had ook nog prijs

Het werd een vierde plaats. Het spande erom tijdens de apotheose. Vierde van de honderd, daar valt niet over te klagen. Vierde vóór Yesterday van de Beatles, en Eloise van Barry Ryan, en ook vóór Nights In White Satin van de Moody Blues. Maar vierde daarentegen ná House Of The Rising Sun van de Animals. Dat nummer van de Animals zat A Whiter Shade Of Pale al eens eerder dwars. We herinneren het ons nog maar al te goed. Pastorale won. Hier zwijgt de spreker stil. Het is niet anders. Er zijn betere winnaars denkbaar, ik weet er zo al dertig. Wie ook won was Ellen d’r jeugdvriendinnetje Wietske met haar stem op A Whiter Shade Of Pale. Haar verklaring voor haar keus op Procol Harum haalde met een trompet de luisteraars. Aan de top-100 van RTV Utrecht deden in totaal zo’n kleine achthonderd mensen mee. Iedereen die deelnam aan de actie rond de top-100 voor Ellen (zo’n vijftien) bedank ik, want muziek, en de klank uit vervlogen tijden, het is voor mijn schattebout met al haar beperkingen, en dat zijn er steeds meer, als balsem voor de ziel. Ik dank ook mijn oude geluidstechnicus Jan van den Heuvel die speciaal een cd voor Ellen maakte in verband het vijf jaar weer fulltime thuis. Daarop Procol Harum en natuurlijk ook Barbra Streisand met Somewhere. Inderdaad: There is a place for us! Bijzondere waardering voor Diana en haar vrijwilligerswerk als kapster in het vluchtelingenkamp Zeist voor ontheemde Afghanen. ‘Hoeveel kinderen ik er wel niet gezien heb. Ik knipte een schattig meisje met een hartkwaal, heel ontroerend.’ Bijzondere waardering ook voor m’n oud-studente en wandelvriendin Annelies die haar culturele instelling in Bos en Lommer in Amsterdam openstelde voor de opvang van tachtig Afghanen. hele gezinnen, veel kinderen. Jan van den Heuvel maakte drie cd’s, één voor Ellen, de andere twee voor een ander, ieder met een brief, iedereen met een eigen verhaal van ons voor haar en hem.

Zo begon het! Met een oproep aan mensen uit onze inner circle.

Lieve vrienden en goeie bekenden.

Op 1 november aanstaande woont Ellen alweer vijf jaar fulltime thuis. Ongelofelijk. En omgevlogen die tijd. Een lustrum. Het eerste lustrum. Nooit op 1 november 2016 kunnen vermoeden, bij het verlaten van verpleeghuis De Ingelanden, Ellen was de eerste en bleef de enige die het verpleeghuis in levenden lijve verliet – nooit gedacht dat we hier aan de Zonzijde de vijf jaar SAMEN zouden gaan halen. Een beeld om nooit meer te vergeten: niet gestrekt maar rechtop in de rolstoel met haar toilettas op schoot door de schuifpui van het verpleeghuis naar de trouwe kameraad Skoda en in dat zwarte gevalletje met sexy witte dak naar de Zonzijde waar haar bedje gespreid was en ook bleef. Weg van de bezuinigingen op zelfs de meest essentiële zaken voor chronisch zieken. Weg van de lopende band. 

Over de zwarte Skoda Fabia is een heel boek met dagkoersen en beursnoteringen rond het verpleeghuis De Ingelanden geschreven. Nog altijd rijdt-ie parmantige ‘Rolls Royce’ dagelijks onze straat in. Maar intussen met Diana achter het stuur. De Fabia als een verzameling verhalen en anekdotes vooral. De stoere Wit Gedakte die ons proces met parkinson en Lewy Body in de afgelopen jaren op de voet volgde. Ook de gekkigheden. Hij zat er met zijn neus bovenop. Altijd pen en papier gereed op het dashboard om het meteen op te schrijven als Ellen weer eens geestig uit de hoek kwam. Ooit toen we gingen picknicken tussen Maarssen en Breukelen aan de Vecht en Ellen uit de auto was geholpen en tegen de deur bij de passagiersstoel stond aangeleund: ‘Niet weglopen hoor Ellen.’ ‘Nee, dat zal ik heus niet doen. Wees maar niet bang.’ ‘Jij denkt natuurlijk: die man heeft centen, het zou wel erg dom zijn om bij hem weg te lopen.’ ‘Jij geld? Daar doe je anders altijd heel geheimzinnig over.’ Ik klapte de rolstoel uit en deed het aan de Vecht in mijn broek van het lachen. Vooral het boek ‘Kijkje achter de schemering’ toont de Fabia in zijn (of haar) volle glorie gedurende de jihad van deze mantelzorger. Het verpleeghuis toonde zich ook maar al te vaak een pijnbank. Een pijnbank? Een spijkerbank. De bebloede rug van onmacht, frustratie en verdriet. Zo erg betrokken bij de bewoners en hun werk als dikwijls wordt beweerd waren ze niet altijd in het verpleeghuis. Dat we het al die jaren konden volhouden! We hielden het vol.

Het ziekteproces gaat door, onmiskenbaar, praten lukt inmiddels allang niet meer, maar niettemin, een geweldige eetlust en een ongeëvenaarde kieskeurigheid waar het de muziek betreft. We blijven alles uit het leven halen wat er nog uit te persen is. Liefde. Verzorging met toewijding. Een vast team sublieme mensen en niet telkens anderen via een uitzendbureau die in een verpleeghuis op de tast hun werk doen. Want daar gebeurt ook een hoop onheilspellends. Muziek als balsem voor de ziel. Wibi, Barbra Streisand, de jaren ’60 met Amerikaanse popgroepen en daaroverheen de Britse invasie.

Vijf jaar thuis. Vijf jaar weg ook van pyjamadagen ter illustratie van het hopeloze personeelstekort in de Nederlandse verpleegzorg. Ik heb nagedacht over een passend cadeautje voor Ellen. In de auto kreeg ik een idee. Ik hoop dat jullie meedoen.

RTV Utrecht zendt ter afronding van een week lang muziek uit de tintelende en baanbrekende jaren ’60 komende vrijdag de Top-100 uit waarvoor de luisteraars een inzending kunnen doen.

Mijn vraag is heel simpel: kies mee met het nummer dat bijkans symbool staat voor de jaren ’60, oorspronkelijk Bach, als ik me niet vergis, klassiek van oorsprong met violen, en door Procol Harum in 1967 weergaloos goed gebracht met ontroering en begeestering. Het nummer maakt Ellen blij, telkens weer. We communiceren tegenwoordig zoals iedereen weet met de ogen. Kippenvel ook bij het horen van de intro en de rest. Behoorde het nummer ook niet tot het jeugdsentiment van Peter R. de Vries? Jazeker wel. Het werd bij zijn uitvaart niet zo maar ten gehore gebracht.

Procol Harum met A Whiter Shade Of Pale !!!! Stem mee. Goede wijn behoeft juist wél een krans.

Jaren geleden zat ik met Ellen in de auto te luisteren naar de top-100 aller tijden. We kwamen van vrienden uit de kop van Noord-Holland, Wijdenes heette dat gat, en het liep tegen de jaarwisseling. Ter hoogte van Midden-Beemster kwam het erepodium van de top-100 aller tijden in zicht. Procol Harum met A Whiter Shade Of Pale was door Queen van de eerste plaats verdrongen, de hoogste onderscheiding waarop A Whiter Shade Of Pale zonder tegenspraak tot dan toe vaste prik het predicaat had. Ellen en ik, we waren er meer verontwaardigd dan boos over, we waren uit het lood, ‘verraad’ kreunden wij. Het tijdperk van de Skoda’s moest nog aanbreken. De troost was alleen dat Queen als nieuwe nummer 1 wel heel erg goed genoemd mocht worden. Fabelachtig goed bijna. Beter dan de Beatles vonden wij, en de Stones, wij waren meer voor de Tremeloes en voor de Byrds. Maar bovenal waren we voor Procol Harum, het kroonjuweel dat met recht tijdloos genoemd mag worden, nog steeds. Het is engagement. Het past zeker ook bij de huidige tijd.

Ach ja, Wijdenes en de feestjes daar. Onze vriend de tv-sportpresentator Ed van Opzeeland (AVRO) en zijn vrouw Yvonne woonden er in twee aan elkaar geschroefde arbeiderswoninkjes die je met je auto alleen via een heel smal bruggetje over een sloot kon bereiken. Wie er ook geregeld kwam was de kleine tekenaar Dik Bruynesteijn van de strip Appie Happie, en van veel meer. Je broekspijpen zaten altijd onder de modder als je van het echtpaar Van Opzeeland terugkwam. Je schoenen konden zo met de vuilnisman mee. Naar Ed en Yvonne toe over dat smalle houten wiebelbruggetje was geen al te groot probleem. Maar hoe moest dat ook alweer terug? Gelukkig is het terug manoeuvreren diep in de nacht in Wijdenes nooit gefilmd, voor zover ik weet. Ook eens blijven slapen. Een plek bij de overburen die zelf in de Algarve of zoiets zaten. Een nacht met vijf hyperventilerende katten om beurten op ons hoofd. Wijdenes, het ligt ergens voorbij Hoorn. Je waait er zomer en winter uit je hemd. Wijdenes verbinden we met Procol Harum, en zo zijn er meer aanknopingspunten.  

Doe met ons mee en stem. Het kan nog net, heb ik presentator Jos horen zeggen. Bij Jos zie ik een ouwe knar voor me. Een echte liefhebber. Hij springt als het ware je huiskamer binnen. Kwaliteit in alle opzichten. Jos begint in zijn enthousiasme vaak aan een zin om je je vervolgens als luisteraar te doen afvragen waar het verhaal in godsnaam zal eindigen. Niet zelden in een niemandsland. Dat maakt Jos zo kleurrijk. Ga naar RTV Utrecht schuine streep formulier en top-100 en het wijst zich vanzelf. Vijf jaar Ellen weer op de thuisbasis vieren we met A Whiter Shade Of Pale. Je bent een romanticus of je bent er geen.

We zijn afgelopen zomer niet écht verwend geweest met prachtig weer maar als het zo was dan werd er subiet gefotografeerd. Zie maar. Het geluk ligt op een betrekkelijk klein tuinterras te midden van vlinderbomen en nog veel meer lover. Ach lover en love, het scheelt maar een letter.

Lieve groet van hier. Lieve groet van Ellen vooral ook.

****

Veel reacties gehad op de uitnodiging de viering van ons lustrum verder luister bij te zetten met een stem op A Whiter Shade Of Pale. Een aantal zal een dezer dagen hieronder worden gepubliceerd.

De top 10 zag er vrijdag 8 oktober na vieren zo uit:
10. Prikkebeen – Boudewijn de Groot & Elly Nieman
09. Excerpt from a teenage opera – Keith West
08. Paint it black – Rolling Stones
07. Nights in white satin – Moody Blues
06. Eloise – Barry Ryan
05. Yesterday – Beatles
04. A whiter shade of pale – Procol Harum
03. House of the rising sun – Animals
02. Hey Jude – Beatles
01. Pastorale – Liesbeth List & Ramses Shaffy

Lieve Ellen en Johan: Vijf jaar, wie had dat gedacht! Uit respect en waardering voor jullie gelijk onze stem uitgebracht op het mooie nummer van Procol Harum. Lieve groeten, Ad & Cinta

Ha Ellen en Johan. Zag de mail en meteen op A Whiter Shade Of Pale gestemd. Geweldige keuze trouwens. Jan van den Heuvel.

Hi Johan! Ik heb gestemd hoor en wel meteen. Op Procol Harum, op A Whiter Shade Of Pale. Lieve groet voor jullie, Moni.

Lieve twee. Tuurlijk doe ik mee. Ik heb gestemd op dat nummer. Ik draai de cd met mooie muziek van Wibi en ook Procol Harum een paar keer per week voor Ellen als ik haar verzorg. Dan is Ellen zó blij. En nu nog winnen! Diana.

Hallo Johan. Gestemd. Zonet. Het geluid van de jaren ’60! Leuk idee. Alweer vijf jaar, grandioos. Ga door! Met grote waardering. Groet aan allen. Extra zoen voor Ellen. Jan van Ewijk.

Dag lieve Ellen en Johan,
Wauw.. wat een bijzonder mooi lustrum! Daar mag zeker op een bijzondere manier bij worden stilgestaan. Het blijft mooi om te zien hoe jullie samen nog genieten van de kleine dingen in het leven!
Natuurlijk helpen wij graag mee door te stemmen. Ik heb het al gedaan en Thom zal morgen ook zijn stem uitbrengen op het werk want, eerlijk is eerlijk :), je mag maar 1 keer stemmen per IP adres.
Hele fijne avond gewenst en tot morgen!
Vriendelijke groet,
Yvonne Hotel Janssen
.

Lieve 2! We hebben vanavond gestemd en kunnen het waarschijnlijk helaas niet horen in Leeuwarden komende vrijdag. Hoop dat deze geweldige actie gaat lukken en Ellen verrast wordt. Veel liefs en geniet samen vrijdag!! 💕💕🌹🌹👍👍💋💋 XX John en Wietske.

Heb namens Ellen gestemd op haar lievelingsnummer. Wat gaat de tijd toch snel Johan! Gefeliciteerd met het vijf jaar samen zijn na de verpleeghuisepisode en het zo verschrikkelijk goed hebben samen. Mooie foto van jullie in de tuin! Charles.

Hey Johan. Meteen mijn stem uitgebracht op A Whiter Shade Of Pale. Je oud-collega 40 jaar geleden bij Parool-Sport, Henk v.d. Sluis.

Lieve Ellen en Johan. wat een mijlpaal! Alweer vijf jaar zo dicht bij elkaar. hebben jullie afgedwongen. En jullie genieten nog steeds van alle kleine bijzondere momenten. Wat weer een mooi en uitgebreid blog. Ontroerend gewoonweg. Ik heb jullie wens vervuld en mee gestemd. Procol Harum, A Whiter Shade Of Pale. Blijf samen genieten van de muziek. Knuffel voor Ellen, liefs Dorothy.

****

Beste Wietske,

We hebben je geloot voor de 5-CD box uit de sixties!

Gefeliciteerd en veel plezier ermee!

Hartelijke groet,

Jos van Heerden

Programmamaker Radio M Utrecht.  

****

Lieve meedoeners aan de top-100 van de sixties bij Radio M Utrecht.

Het is een ongelofelijk geslaagd feestje geworden gisteren met de top-100 van de sixties op RTV Utrecht. Met heel veel onvergetelijke nummers uit de periode 1960-1970 ging de klok naar vijf uur en werden de meest memorabele nummers van tal van al evenzeer memorabele ten gehore gebracht. Om de zoveel tijd werd er een inzender uitgepikt, met naam en toenaam genoemd, zijn of haar verhaal rond de persoonlijke keuze voorgelezen, en werd de inzender beloond met een CD-box over de muziekepisode die onze generatie, maar ook generaties na ons, telkens doet opveren aangezien het geluid nu eenmaal ver reikt tot diep in de vezels als gaat het om een krater.

Tijdens de apotheose weer iemand blij gemaakt met een CD-box. Voor de aankondiging van Procol Harum en A Whiter Shade Of Pale werd de trompet, zo niet loftrompet, bij RTV Utrecht te voorschijn gehaald. De winnares iemand uit onze eigen gelederen. Het mocht er allemaal nog graag bij: Wietske uit Leeuwarden, Wietske het schoolvriendinnetje van Ellen toen ze dertien/ veertien waren. Wietske van de Trouwmars, de voorloper van de Avondvierdaagse, door het gloednieuwe Amsterdamse Bos. Wietske die al enige beide ouders van Ellen meemaakte. Jaren en jaren waren ze elkaar uit het oog verloren, totdat Wietske de stoute schoenen dan wel haar pumps aantrok en een maanden- en maandenlange digitale zoektocht met zaklantaarn begon. Een speurtocht waar menig rechercheur en onderzoeksjournalist met recht jaloers op mocht zijn geniet de afloop. Want ineens vond Wietske haar jeugdvriendinnetje na heel veel omwegen in verpleeghuis De Ingelanden. Het verhaal werd later opgeschreven door Wietske voor het kerstnummer van de Libelle en won de hoofdprijs met publicatie op glanspapier. Ze heeft iets met winnen. Want als ik me niet vergis treedt ze in een reclameblok op voor een energiebedrijf. Ben trouwens benieuwd of dat spotje onder druk van de exorbitant hoge prijzen laatstelijk is aangepast, maar dit terzijde. En nu dus één van de winnaars bij RTV Utrecht met Procol Harum en de sound of the sixties.

Ik dacht nog toen ik gisteren uit Valkenburg terug reed naar huis met de radio aan ter hoogte van Den Bosch waar vanaf Radio M te bereiken valt: als ik nou eens die box won, als ik nou eens. Maar met de Staatsloterij gestopt om redenen die hier geen verdere uitleg behoeven.

Ik bedank jullie uit naam van Ellen voor deelname aan de actie. A Whiter Shade Of Pale werd nummer 4 van de 100. Dat betekent dat het 96 nummers achter zich liet en daar zat heel veel knaps bij. Elvis bijvoorbeeld, Bob Dylan, de Stones, de Tremeloes, de Doors. De Mamas en de Papas. Ik hoop dat ik het goed schrijf. Monday, Monday. Net iets beter dan A Whiter Shade Of Pale scoorde House Of The Rising Sun van de Animals. Altijd lastig die Animals. Net even minder dan Procol Harum scoorden Yesterday van de Beatles en Eloise van Barry Ryan en daarentegen weer beter Hey Jude, ook John, Ringo, Paul en George. In goed gezelschap heet dat. De eindstand heb ik in ons meest recente blog staan op onze website. Bovendien jullie verhaal of wel uitleg bij de keuze.

Wat is ons geheim? Het wordt me vaak gevraagd. Vaak naar het hoe het ziekteproces en alles eromheen zo lang vol te houden. Het is geluk hebben. Maar niet alleen dat. Het is meer. Het is de rechte rug en de instelling. Het is blij zijn met kleine dingen en oog houden voor wat het leven nog altijd wél te bieden heeft. Niet verpieteren. En rond zo’n top-100 met een paar lieve mensen een klein festijntje bouwen. Waarvoor dank. Van harte Wietske.

Ik sluit af met: dank Hotel Janssen voor weer de korte, als altijd subliem verzorgde (mantelzorg) rustpauze aan de voet van de Valkenburgse grotten en de gelukkig allang weer tot bedaren gekomen Geul. Dank Charles voor onze wekelijkse borrel met gister wel heel bijzondere witte wijn en ons wekelijkse gesprek dat het best vergeleken kan worden met het praatje van Mr. G.B.J. Hiltermann in de (Vietnam) jaren ’60 onder de titel De Toestand In De Wereld. Dank Diana, iemand die zich heel makkelijk kan wegcijferen voor een ander, die andermaal haar exclusiviteit toonde met de verzorging van Ellen en die nu in een opvangkamp in Zeist voor pas aangekomen Afghaanse vluchtelingen de schaar hanteert met vrijwilligerswerk als…. kapster !!!! Ze knipt ook Ellen en succes telkenmale verzekerd! Hulpvaardig. Zoals ook m’n oud-studente en fotografe Annelies per heden in de door haar geleide culturele instelling in Bos en Lommer in Amsterdam tachtig van huis en haard verdreven Afghanen opneemt. Petje af. Er komt verschrikkelijk veel op Annelies af, maar ze loopt er niet voor weg. En dank aan al die anderen die spontaan meededen met de top-100. We hebben er met z’n allen een klein feestje van gemaakt. Dank Niels voor het cadeau van dertig eieren van de boerderij van zijn ouders in Groningen. Onze huiskokkin Elly kan aan de slag. In het teken van het lustrum van Ellen weer helemaal fulltime thuis. Dank bovenal ook programmamaker Jos van Heerden van Radio M en zijn crew.

Handen af van Remkes! Respect voor anciënniteit, D66 met je magere mannetjes

Meende hij het? Ja, hij leek het inderdaad te menen. Dat maakte het allemaal zo ongelofelijk, hij leek het te menen. De automobilist begaat een doodzonde als hij onder het rijden met zijn telefoon bezig is. Misschien is het ook maar beter dat hij zijn radio uit houdt als daarop bepaalde personages aan het woord komen. Een waarschuwing vooraf dus, net als bij sommige reclames. Zo van: beluistert u een dwalende kwibus van D66? Doe dat dan vooral op eigen risico. Maar breng geen andere weggebruikers in gevaar! Spinnen was heel iets anders dan roddelen, maar als het door je eigen partij gebeurde, die intens gemene vuilspuiterij, dan moest je het ruimer zien, dan kon een goeie roddel geen kwaad in de politiek. De kwibus was iemand van D66, ik raakte in de gauwigheid zijn naam kwijt, hij was vrijdagochtend rond elven op NPO-1 en ik moest terug uit Zuid-Limburg naar lucht happen toen ik hem zo als een evangelist op de radio hoorde bazelen over hoepels en kromme hoepels. We moesten niet te zwaar tillen aan het gedrag van de ‘magere mannetjes’ rond Sigrid Kaag, het team van modernistische influisteraars, die de vuige boodschap de wereld hadden in gestuurd dat Johan Remkes in beschonken en warrige toestand een volgend Rutte-kabinet bij elkaar probeerde te drinken. Was Johan Remkes niet immers van de kopstoot?

We moesten het ruimer zien, blaatte de schat quasi geruststellend. Want je zou hem het liefst vanaf de A2 op zijn bek slaan. Had D66 niet ogenblikkelijk excuus aan Remkes gemaakt toen er woedende verontwaardiging met orkaankracht uitbrak? D66 was nooit op karaktermoord uit geweest. Dat bedoelde het prominente lid van D66 nou: eigenlijk zouden de adviseurs van Sigrid Kaag, makelaars in strategie, onfrisse makelaars als het moet, strak in het pak en met geparfumeerd hoofd, wegbereiders van de nieuwe politiek, eigenlijk zouden we de glasjanussen van adviseurs alom breed uitgedragen waardering van het Nederlandse volk moeten gunnen omdat ze meteen al, en ook zo openlijk, zo ruimhartig ook, hun verontschuldigingen hadden aangeboden voor hun valse roddel over de flamboyante tuinderszoon uit het Groningse Zuidbroek. Je moet er maar opkomen. Bij zulke tekst zit de automobilist snel tegen de vangrail. Een gewaarschuwd mens kortom. De interviewer had de gek harder moeten aanpakken. Hij dronk de bezopen tekst daarentegen gulzig op zoals een ouderling dat doet met Gods woord.

We kozen voor de stilte, voor de waxinelichtjes en het huiselijk geluk. We kozen voor De Heelmeesters, een ongemeen goed boek dat volledig met zijn lezer aan de haal gaat. Het meesterwerk zegt veel, zo niet alles, over het leven. Telkens weer die vraag bij de levensloop van de verschillende hoofdpersonen naar het waarom. Fenomenaal geschreven en ook even fenomenaal tot de verbeelding gebracht. De gebeurtenissen schuiven over elkaar heen als panelen. Misschien wel het beste van de vele beste boeken die hier de afgelopen jaren verslonden werden. Als lezer wil je niet gaan houden van de femme fatale, maar het overkomt je toch. Genet, ze viel op de verkeerde mannen, ze deed me vooral ook aan de Molukse treinkapers denken, en met name dat meisje dat door de mariniers werd doodgeschoten, genet ja, ten onder in haar meer dan studentikoze strijd voor onafhankelijkheid van Eritrea tegen Ethiopië. Een bloedmooie guerrilla met wie het verkeerd moest aflopen en dat deed het dan ook. Maar wat richtte ze ook verder aan. Ze bracht iedereen in gevaar en uiteindelijk nog het meest zichzelf tot de dood er uitgemergeld op volgde. Dicht tegen je aan in bed, lieve Ellen, kostte het me telkens weer moeite mijn hand los te maken van die van jou. Maar ik moest en ik zou toch steeds weer naar een volgende pagina. Het boek De Heelmeesters slurpte me op. Vrijdagavond bij aanvang oktober. Buiten regende het, en gestaag. Het bleef ook zo. Regen, regen en daarna een veelvoud van regen. De eerste voortekenen van de herfst.

In zulke serene omstandigheden snapt een normaal mens al helemaal niks van de beschadigingsactie die Johan Remkes trof. Hoe koud is Den Haag? Wat maakt ‘magere mannetjes’ zo doortrapt? Dat is de niet-werkende ellenboog. Dan gooien de ‘magere mannetjes’ het over een andere boeg. Dan lekken ze smaad naar de pers. Ze zijn ongevoelig voor wat ze aanrichten. Kom niet aan Johan Remkes, zou ik willen zeggen. Wij hier hebben namelijk ontzettend veel respect voor die man. Hij is van het klimaat. Van de stikstof. Hij is van nog veel meer, heel veel meer. Hij durfde over de stikstof als commissievoorzitter tegen zijn eigen partij, de VVD, in te gaan. Hij is een autoriteit. Iemand met een indrukwekkende achtergrond. Niet één van enge maniertjes. Nee hij niet. Uitstervend ras in de Haagse jungle. Anders dan de ‘magere mannetjes’ is Remkes geen gladde politieke sluipmoordenaar. De hijgerige ‘magere mannetjes’ kunnen nog verdomd veel van hem leren.

Ik zie hem nog staan op het eiland Ko Samui in 2005. Weet je nog Ellen? Remkes was minister, van Binnenlandse Zaken als ik me niet vergis, hij was niet lang daarvoor weduwnaar geworden, hij was op Ko Samui op vakantie, en hij was niet op commando naar het toeristenoord Phuket afgereisd nadat deze plek bij de geruchtmakende tsunami finaal was overspoeld. Hij had er geen zin in. Even niet nee. Wat zou Berend Boudewijn over het weduwnaarschap zeggen, over het verlies van zijn vrouw Martine Bijl? Hij vergeleek het met schrikdraad waar je in een weiland voortdurend tegenaan loopt. We hoorden trouwens van die tsunami in 2005 op een zondagnamiddag toen jij en ik, Ellen, een stevige wandeling maakten rond het schilderachtige kerkdorp Oud-Zuilen aan de Utrechtse Vecht met glühwein toe in de plaatselijke brasserie. Was het niet in de donkere dagen vlak voor de kerst? Ja zeker wel! Onze koffers waren al gepakt voor de gebruikelijke vakantie op Gran Canaria van Tweede Kerstdag tot de tweede week van januari als de scholen weer begonnen. Kamer 529, Riu Palmeras, de zee één grote glinstering die je vanaf het balkon zowat kon strelen. Rob Jetten stond nog in jumpertje in de box. We lieten ons bijpraten over het natuurgeweld in Azië door een paar buurtbewoners in Oud-Zuilen die voor hun huis op het stoepje stonden. Weer terug thuis meteen de tv aan.

Ik zie hem nog staan, Johan Remkes, in zijn haastig glad gestreken witte overhemd, dat hij kennelijk vliegensvlug had aangedaan, met verkreukeld boordje dat recht omhoog tegen zijn ondergebit zat; het was geen gezicht. Maar die man was authentiek, dat zag je meteen. Hij was moe, en hij wilde rust, maar toch ging hij, in zijn tempo, al dan niet in dat witte overhemd, of iets anders uit zijn koffer, naar het onder water gelopen Phuket. We kennen Johan Remkes rouwend om zijn vrouw. We kennen zijn wilskracht, zijn doorzettingsvermogen. Zijn eenzame strijd tegen de eenzaamheid. En die strijd glansrijk winnen! Nee, kom niet aan Johan Remkes. De man heeft een fantastische staat van dienst. En hij is net zo gek op jenever, nou en?, als zijn partijgenote Annemarie Jorritsma die we eens aan de vooravond van een Elfstedentocht in Bolsward met de glaasjes Bokma in de weer zagen. De lenige pols van Jorritsma verried dat ze een hekel had aan een leeg glas. Ze was toen minister van Verkeer en Waterstaat. Ellen, weet je nog? Wat gaat de tijd toch snel. Hoe kort geleden lijkt dit alles nog maar. En waar is de relativering bij mensen gebleven. En hun fatsoen. En hun geweten. Zijn er nog grenzen? Of rechtvaardig partijpolitiek de blinde vink?

Maar enfin, Johan Remkes. Hij staat er hopelijk boven, ver boven. Voor prut moet je bij een ander zijn. Zulke exemplaren als hij lijken tegenwoordig schaars. Hij speelt overal zichzelf. En wie kan dat tegenwoordig nog? Wie wil dat nog? Rond Johan Remkes geen spindoctors of andere flauwekul types. Heeft hij niet nodig. Remkes rookt als een ketter. Zware shag. En het is heel gewoon dat hij in gezelschap aan de koffie een sigaretje neemt en het schoteltje onder zijn kopje vandaan haalt om er de as van zijn sigaret op te tikken. Niemand kijkt er ook van op dat Remkes aan zijn omstanders vraagt of ze er bezwaar tegen hebben dat hij rookt als hij intussen al halverwege is met zijn sigaretje. En wie heeft dan nog bezwaar. Over zo’n man verspreid je geen smerige laster. Zo’n man koester je. Je houdt hem in ere. Hij is niet alleen kleurrijk maar ook nog verdomde goed. Goed zonder opsmuk. Die heeft hij niet nodig. Je kunt hem met zijn Groningse accent overal puin laten ruimen. En dat gebeurt ook. Onlangs nog in Limburg. Zo’n veteraan spoel je niet willens en wetens door de plee. En dan ook nog lafhartig roepen dat je het zo niet had bedoeld. Maar hoe dan wel? Dat wisten ze ons bij D66 niet te vertellen.

Hoe heten die gemene roddelaars uit de hofhouding van Sigrid Kaag eigenlijk? Ik las Rob Jetten en Sjoerd Sjoerdsma en nog een paar andere linkmichels. Iemand die nog met Els Borst had gewerkt. En een staatssecretaris die nog niet uit het demissionaire kabinet is weggerend. Vijlbrief of iets dergelijks. Gun ze een dweilpauze en geef ze vervolgens een afvloeiingsregeling. Ze hebben veel kwaad gesticht. Waren dat ook niet de lui die het met de VPRO op een onsmakelijk akkoordje gooiden rond een autogordel in de documentaire over Kaag? Jazeker wel. En met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) weet De Telegraaf te melden dat de ‘magere mannetjes’ van Kaag de documentairemakers zelfs onder druk hebben gezet. Nieuw politiek leiderschap, heet dat. En lieten de ‘magere mannetjes’ niet Kaag op een tafel op een overal gepubliceerde foto dansen hoewel daar op verkiezingsavond helemaal geen sprake van was geweest? Die foto was gedateerd. Boerenbedrog als nieuw politiek leiderschap. En hoe zat het ook alweer met die lezing, die H.J. Schoo-lezing van Kaag. Van wie kwamen die achterbakse passages? Iedereen begreep dat Kaag een enorme sneer uitdeelde aan Rutte maar naderhand probeerde ze de critici op de mouw te spelden dat ze het meer in zijn algemeenheid had bedoeld. Ja ja. Dat is nieuw politiek leiderschap. Ze verlaagde zich tot moddergevechten. Op Afghanistan verloor ze haar ministerschap. Vraag de Afghaanse tolken die bij de tolkenrechtbank van de Taliban hun doodsstraf tegemoet zien hoe ze over Kaag denken. Ze lopen niet met haar weg, in elk geval.

De karaktermoord op Johan Remkes moest nog volgen. Het kon er nog wel bij. Kaag moet binnenkort maar eens met Baudet gaan praten over de vraag hoe je je vooral niét moet gedragen na een daverend goed verkiezingsresultaat. Baudet weet hoe je na succes je eigen glazen snel en gemakkelijk kunt ingooien. Kaag kan er veel van leren. Misschien dat ze de ‘magere mannetjes’ maar beter naar huis kan sturen. Het is te Amerikaans. Onderhandelen als VN-topvrouw is iets anders dan onderhandelen als politiek leider van ongeacht welke politieke stroming. En als je jezelf in de markt wilt zetten dan toch zonder moreel slechte spindoctors die bijna op Trump zijn gaan lijken in hun morsige en zompige strategie van het hogere partijdoel heiligt de middelen. Het gerucht over de kopstootjes van Johan Remkes, de combinatie bier en jenever, is een absoluut dieptepunt voor eenieder met enig fatsoen in zijn donder. Wie beweert dat D66 later de onvolprezen moed toonde excuses te maken die heeft een gaatje in zijn hoofd. Of een paar kopstoten te veel achterover geslagen. Dat kan ook.

Het campagneteam van Kaag is aangeschoten, niet Remkes, die niet. D66 kan dit campagneteam maar beter zijn politieke rijbevoegdheid ontnemen. Het campagneteam van Kaag mist integriteit en is niet meer geloofwaardig. Waarom na alle blamages trouwens zitting nemen in Rutte 4 als dat een bizarre (sorry Remkes) doorstart wordt van een kabinet dat demissionair werd op zo iets verschrikkelijks, maar dan ook écht verschrikkelijks, als de Toeslagenaffaire waarvan we nog steeds de echo horen? Trouwens, je kunt wel roepen dat je staat voor een nieuwe bestuurscultuur, maar anders dan regels, die je van de ene op de andere dag kunt wijzigen, ligt dat ingewikkelder met een cultuur. Want cultuur hangt samen met normen en waarden en daarmee worstelen ze in Den Haag. Zeker ook het keurige en intellectuele D66 met ook nog eens zoveel lobbyisten in de gelederen. Ze zitten overal, het zijn net mieren. Mieren van de onzichtbare nieuwe politiek die alleen maar met de al dan niet droge mond wordt beleden. Geef Remkes eens ongelijk dat hij zijn keel geregeld smeert. D66: net de Volkskrant, altijd met dat belerende toontje en het opgeheven vingertje.

Het bleek wel weer eens met de presentatie van een rapport op het toeslagenrapport door mevrouw de staatsecretaris Van Huffelen van D66. Ze hanteerde de bekende truc van de oude politiek. Om moeilijke vragen van journalisten te voorkomen kregen die journalisten pas tien minuten voor aanvang van de persconferentie het lijvige vervolgrapport ter bestudering in handen. De pers geen tijd geven het rapport te lezen en daarmee lastige vragen voorkomen. Ook ingefluisterd door de ‘magere mannetjes’ die zich graag de kleinkinderen van Hans van Mierlo wanen? Transparantie en het gaat om de inhoud, we kunnen de prietpraat niet meer verdragen. Kaag is een diplomaat en geen politica. Ze verloor aan de onderhandelingstafel. Ondanks of dankzij haar team valse makelaars in strategie. Moddergooiers met een intellectueel masker voor, het masker van de hypocrisie.

De afloop van het Kaag-drama lijkt niet moeilijk te voorspellen. Rutte 4 met een doorstart van Rutte 3 is geen lang leven beschoren en van Kaag verneem je na Rutte 4 nooit meer iets. Het was even leuk maar ook niet meer dan dat. Rutte 4: maar daar kunnen Jetten, Sjoerdsma en die andere ziekelijke communicatieclowns toch niet als beloning zitting in krijgen? Kaag, zeg het ons! Zeg ons dat ze van het toneel verdwijnen. Ga trouwens in de oppositie. Lees net dat maar 29 procent van de kiezers een doorstart wil, nog geen derde. Maar dit terzijde. Leen je niet voor conservatisme. Ploumen van de PvdA heeft het grootste gelijk van de vismarkt. Blameer je niet nog meer! Beloon het kadaver CDA ook niet. Daar loopt een aanvoerder die geen belasting ontdook, nee dat nog niet, maar die belasting ontweek, zoals dat in die kringen zo bijna cryptisch heet. Een met zijn centen onoplettende man die de penningmeester van heel Nederland werd. Koers op de oppositie en/ of nieuwe verkiezingen af, Kaag. Maar wat je ook doet: handen af van Johan Remkes. Respect voor anciënniteit. Val liever in je eigen mes.  En blijf de berichtgeving over Afghanistan volgen alsjeblieft. We zijn mede schuldig aan wat daar nu allemaal gebeurt.  Lees gelukkig ook dat Maxima haar jurken uitleent. Dat is nog eens nieuws!