Hallo Maggy.
Dank voor je kerstgroet. En andermaal kruipt Johan in mijn huid voor het antwoord. In mijn brein vooral. Hij voelt met de pen. Hij verwoordt, in mijn geest geeft hij door, net als enkele keren in ons laatste boek ‘Geef ons ook morgen’. Hij tikt op en ik luister, en hij leest voor en ik knik ja. Of niet. Dan moet het anders. We doen er heel lang over. Maar een mooie therapeutische oefening. Dat is het! We vinden onszelf steeds weer opnieuw uit. We blijven de haarspeldbochten nemen. Want dat zijn het: haarspeldbochten. Ik hoef het jou niet uit te leggen. We leverden dit jaar verder in, maar zou het niet vele malen erger zijn geweest als we dat helemaal niet zouden kunnen opbrengen? Het is bij tijd en wijle erg emotioneel wat we hebben te doorstaan, maar we leven nog, we doen er nog toe, en daar gaat het nu vooral om. Ik bedankte aan de vooravond van Kerst mijn belangrijkste verzorgenden: Diana en Elly. Hun reactie was ontroerend. Een reactie van trots en blijdschap dat ze dit voor mij mochten doen. We leven nog Maggy. En hoe. Ik praat steeds minder, alhoewel: de laatste tijd toch weer wat meer. Ik praat vooral met mijn ogen en met mijn wenkbrauwen. Met mails als deze heb ik nog een stem, een stem op papier. Er komt meer bij mij binnen dan veel buitenstaanders vermoeden. Ik ben niet gek namelijk, maar zit met die uit parkinson voortgevloeide dementie opgesloten in mijn lichaam. Alles in slow motion.
Ach ja, je word ziek, zoals je schrijft, en er verandert veel. Heel veel. Verschrikkelijk veel. Maar niet alles. Gelukkig maar. Hier boven staan twee tassen gepakt voor de reis naar Rolduc in Limburg. Even eruit. Goed vooruitzicht. Volgens zeggen is de abdij heel sfeervol voor de Kerst en de jaarwisseling opgetuigd. We ontvluchten de drukte en het lawaai. Er wordt op ons huis gepast. De eerste vuurwerkbommen ontploften hier in de buurt al gisteravond. De rebellen aan de stadspoort? Illegaal vuurwerk gooien naar hulpdiensten zal uitgelegd worden als een poging tot doodslag, zo begreep ik. En legaal vuurwerk dan? Dat niet? Maar dat is toch ook gooien? Dus je mag best gooien naar hulpdiensten als het maar niet iets illegaals is? Mij ontgaat waarschijnlijk iets.
Kerst! Heel heel vroeger stond ik als jong meisje van het Leger des Heils bij de kerstpot in de Amsterdamse Pijp met een tamboerijn te blauwbekken in een veel te kort rokje en panty’s. Halleluja. Mijn wenkbrauwen, ik frons ze nu. Kortgerokt onder een lantaarn zingen over nachtelijke herdertjes. Hoe ondeugend was ik vroeger wel niet!
Gisteren belde Elly Wolf vanuit haar auto. Of we nog van plan waren om naar het winkelcentrum Vleuterweide bij ons om de hoek te gaan? Nee, dat waren we niet. Moesten we ook zeker niet doen, adviseerde Elly. Er stond gistermiddag om twee uur een paar kilometer file naar het winkelcentrum toe en agenten stonden er het verkeer te regelen. Wij eten gewoon boerenkool Eerste Kerstdag. En voorgebakken pannenkoeken met appelstroop. Even de magnetron en klaar is Kees. Verkeersagenten in gele en oranje lichtgevende hesjes en met beide armen zwaaiend bij ons winkelcentrum…. We moesten onwillekeurig denken aan Diana en haar verhaal deze week over haar vlucht voor de Taliban met haar twee koters vanuit de schuilkelders van Kabul. Voor onderweg kreeg ieder een klein flesje water aangereikt. Daar moesten ze het een volle dag én een nacht mee doen. Geen eten, waarom ook. Alleen een flesje lauw water voor een dag en een nacht. Diana durfde dwars door Rusland niet dat flesje water aan haar gortdroge mond te zetten. Haar zoontje dreigde het loodje te leggen door uitdroging en oververmoeidheid. En dan wij in onze nog meer verTrumpte westerse samenleving in een file naar het winkelcentrum om de karretjes vol te stouwen.
Of Diana nog wel eens met haar nu inmiddels volwassen kinderen sprak over dat flesje water. Nee. Volgens Diana herinneren haar kinderen zich dat waarschijnlijk niet meer en dat vindt ze maar beter ook. Het dwingt respect af. Veel respect. Geweldig dat ze op Wereld Alzheimer Dag heel gastvrij haar woning openstelde om ons, en nog een paar vrienden, kennis te laten maken met de Afghaanse keuken. Grandioos was het, vraag het Elly, vraag het Albert, om nooit meer te vergeten. Ja, dat etentje deed me denken aan vroeger toen ik bij de Marokkaanse en Turkse moeders van mijn schoolkinders op huisbezoek werd genood. Ook die pakten uit in uitbundige gastvrijheid.
Uit het verpleeghuis blijven treurige berichten komen.
Zegt de ene welzijnsmedewerkster van het ons bepaald niet onbekende verpleeghuis tegen de andere welzijnswerkster/activiteitenbegeleidster (dit is werkelijk waar gebeurd!):
‘Ik denk dat ik maar even naar het grand café bel of ze daar een kroketje voor me in de frituur willen gooien, want ik heb nog een lange avond met een zangkoor te gaan.’
Mevrouw belt naar boven. Geen gehoor. Mevrouw neemt daarna die paar houten treden naar boven. Daar hangt de bazin van het grand café van het ons niet onbekende verpleeghuis verveeld over het buffet, met naast haar de telefoon die ze onaangeroerd laat.
Waarom ze niet opnam?
‘Ik wil geen klanten meer. Ik heb al opgeruimd. Ook geen kroketten meer vanmiddag. Het is weliswaar pas vier uur, maar besef dat we vanaf half zes in het tuincentrum ons kerstpakket kunnen komen afhalen. Jammer voor jou en ook voor de bewoners maar we zijn al een hele poos gesloten.’
Heerlijk toch! Ik snap dat inmiddels volkomen. Ik was vanwege die kerstpakketten (met een waardebon even shoppen tussen de schappen) al ‘s morgens om negen uur dicht gegaan met mijn grand café. Nee, ik was ‘s nachts in een slaapzak voor de deur van dat tuincentrum gaan liggen voor mijn kerstpakket. En Hugo Borst maar schrijven over al dat gepassioneerde grondpersoneel in de zorg. Aan mijn hoela. De Ingelanden ligt op zijn gat. Een ware uittocht van personeel. Een file bij de nooduitgang. We worden voortdurend door deze en gene op de hoogte gehouden. Nog even en ook daar staat een verkeersagent voor de deur met zijn armen te zwaaien.
Vrijdag was ik bij de fysio. De baas zelf behandelde mij en Leroy nam mijn tillift Johan mee voor naalden in zijn oververmoeide en stramme schouders en armen. Riep ik hem ‘Veel sterkte hoor’ na. Je had ze allemaal eens moeten zien kijken. Of ik dat wel echt had gezegd. Dat had ik ja. Dan ineens trekt de nevel in mijn hoofd op. Was ook later die dag zo. Ik moest niet zo kreunen en steunen, zei Johan. Ik leek wel 103. En als het nog erotisch gesteun was, zei ie nog. ‘Waar bemoei je je mee’, was mijn antwoord. Johan lag in een deuk. Hij schonk me nog maar eens bij.
We kregen zowaar van een familielid een kerstkaart. Van Joanna en haar gezin, Joanna de dochter van Lesley. We zullen haar hiervoor een bedankje sturen. Heel bijzonder die kaart van Joanna want van de familie zijn we niet veel gewend.
We hadden hier een bevriend echtpaar uit Amsterdam op bezoek. De eigenwijze vriend vond het pleidooi in (ook) ons laatste boek (‘Geef ons ook morgen’) voor differentiatie en specialisatie in de verpleegzorg maar onhaalbare flauwekul. Deden ze in het gevangeniswezen ook niet. Daar zaten de criminelen ook kriskras door elkaar heen. Heel denigrerend was dat in feite van die kletsmajoor. Toen hij over Willem Holleeder dreigde te beginnen, snoerde Johan hem de mond met de woorden ‘Nu kop dicht of anders maar weer per kerende post terug naar Mokum en een andere keer terugkomen’. Het negatieve wijsneuzerige orakel schamperde ook over Lückerheide. Het leek wel dronkenmanspraat. Dat viel hier al helemaal verkeerd. Want daar in Lückerheide mag ik alle dagen van ons verblijf in Kerkrade een middagdutje komen doen op de directeurskamer van Marco Maassen. Een weids gebaar. Na de vermaning besloot onze vriend geen glas rode wijn meer te nemen. Toch nog verstandig. Hij zat er de rest van de avond wat beteuterd bij. Je moet niet kwetsen. Niet zeuren ook over een vlinderstruik in de voortuin waarvan je een paar takken opzij moest doen. Die vlinderstruik stond in volle bloei, die snoeien we toch niet na een onnozele regenbui, die heeft voor ons een bijzondere emotionele waarde. Die gaven wij hier elkaar cadeau toen ik ziek werd. Sommige mensen worden zeurderig oud. Las (Johan dan) bij Dimitri Verhulst dat de moeilijkste typen niet zozeer zij zijn die niet drinken maar vooral (en als wel) zij die niet kúnnen drinken. En als je niet kunt drinken, vergelijk je het verpleeghuis op een verkeerde manier met de bajes. Achteraf is het ook wel grappig.
Zolang ik met Johan ben, stuurde onze Amsterdamse vriend trouw een kerstkaart. Nu ineens niet meer. Maar misschien ligt de zijne wel in Lückerheide op ons te wachten…. Het geeft ook wel weer de ‘waarde’ van zo’n kerstkaart aan.
Ja Maggy, Onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers. Behalve beheerder van ons pgb is Johan bezig ook zorgverlener te worden, naast Home Instead. Hij wil enkele verzorgenden zelf aansturen. Drukt de prijs. De strijkstok immers. Bestuurslui hoeven niet van onze centen in overdreven dure auto’s te rijden. Is hier iemand op gesprek, informeert die persoon naar een eindejaarsuitkering. ‘Maar u moet toch nog beginnen, u heeft nog geen minuut gewerkt in 2017.’ Dat was een misverstand. Het betrof hier de eindejaarsuitkering over 2018. ‘Maar mevrouw dan leven we geen van allen meer. U ook niet meer. Dan heeft Noord-Korea al toegeslagen, te beginnen in Washington in de slaapkamer van Donald en Melania Trump.’
Daarna is Opstelten aan de beurt. Ik begin van die man te houden. Het onafhankelijke onderzoeksbureau WODC liet hij gewoon heel onafhankelijk een nieuw onafhankelijk rapport schrijven toen de oorspronkelijke onafhankelijke conclusie onze teddybeer Ivo niet beviel. Heerlijk. Opstelten, de schat, de uitvinder van nepnieuws. De mentor van Donald Trump. Ja, en dan die Pechtold met zijn brave jongetjeshoofd… Even vergeten door te geven dat hij een appartementje in Scheveningen cadeau had gekregen. En met 135.000 euro wel opvallend laag getaxeerd voor de Randstad en vlak aan zee. Jan van Ewijk schreef al: ‘Het wordt met de dag krankzinniger. Geen belastingontduiking maar belastingontwijking.’
Schokkend trouwens hoe ronduit absurde zaken nog absurder kunnen worden door een vereenvoudigde voorstelling van zaken, of althans een poging daartoe. Camiel Eurlings die zich slechts had schuldig gemaakt aan een eenvoudige mishandeling van zijn vriendin. Een eenvoudige mishandeling? Ik had er nog nooit van gehoord. Nog nooit beseft dat je als vrouw ook eenvoudig mishandeld kunt worden, zoals de vriendin van Eurlings, en dat het er dan minder toe doet. Wanneer houdt een eenvoudige mishandeling op eenvoudig te zijn? Als je niet één oog verliest maar beide? De wereld van het ongerijmde. We staan er voor in de file. In de file richting kletspraat. Nog even en dit kereltje heeft zijn vriendin helemaal niet mishandeld. En dan nog even verder en Eurlings heeft helemaal nooit een vriendin gehad. Vroeger leerde mijn vader mij ontzag te hebben voor autoriteiten. Daar is zoetjesaan weinig meer van over. Een schijnconstructie financieel als directeur op een sociale werkplaats en dan nu Kamerlid. Het leven is één grote Oudjaarsconference. Youp heeft ze voor het inkoppen. Mijn vader had hele strenge opvattingen over eerlijkheid en oprechtheid. Ik vond hem vroeger soms overdreven. Nu ben ik hem er dankbaar voor. Hij was wars van de dubbele moraal. Kijk jij trouwens nog veel tv? Bij ons komt dat ding al bijna niet meer aan. Die reclames, om gek van te worden. Hoe komt jouw geld in mijn portemonnee, dat werk. Je krijgt er een kunstkop van.
We blijven niettemin genieten. We weten ons nog steeds omringd door fantastische mensen. Veel felicitaties ontvangen met ons 30-jarig huwelijk. Daarvoor ook jij veel dank. Leroy schreef zo’n ontroerend mooie mail. Hij vond de behandeling van mij een verrijking voor zichzelf, als fysiotherapeut en als mens. Zo stond het er. Prachtige formulering. En Annelies, ook nog pas achter in de twintig, was over de mail eveneens heel lief en attent. Die is nu als journaliste en fotografe op min of meer de bonnefooi naar de Congo. Wat hebben wij een bewondering voor die twee mensen. Diana stuurde een schitterende video met kerstgroet. Uit Leeuwarden een beauty van een brief. Zo zie je maar, ik word niet vergeten.
Maggy, lieve groeten van ons en een genoeglijke jaarwisseling. Zeker voor jou begon het afgelopen jaar rampzalig met die hersenbloeding, en zo kort na de dood van je moeder die je tot het laatst toe verzorgde. Bittere pil. Onrechtvaardig. Maar houd de moed erin hoor. Eigenlijk wil ik met deze mail alle vrienden en vriendinnen en alle professionele hulpverleners bedanken voor wat ze het afgelopen jaar voor me hebben betekend. Het gaat om de mensen die ons energie gaven, niet om die ons energie kostten. Ik bedank met deze mail onze vriendenkring en daarom ook dit verhaal op de website. We nemen ook in 2018 weer de haarspeldbochten.
Heb het goed!
Ellen.