Zo fit voor haar doen, zou ze geweten hebben dat ons pensioen weer was overgemaakt?

Bijzonder mooi, zeer alle inspanningen van de hele club waard! Charles.

Hi Johan,

Mooi die foto’s van Ellen en Diana! Heel lief 🙂 En oh ja dat verhaal van Laura H. klinkt verschrikkelijk. Zo heftig. Zoveel kinderen worden echt gewoon een beetje vergeten, heel naar. En ja gezellig ergens in november! Laat maar even weten wat jou uitkomt. Als de horeca nog dicht is halen we een koffie en lopen we een rondje door het park?

Liefs! Vooral ook voor Ellen,

Annelies.

****

Ben weer bijgelezen, wat een juweeltjes  weer Johan!!! Wat een leesplezier! Wat geweldig  de  mooie foto’s van Ellen. Wederom wordt  bewezen wat goede persoonlijke zorg en aandacht door betrokken verzorgers kan doen. Zo mooi om te zien.

Groet  Albert

****

Hallo Johan!

Ben even vertraagd: de World Series maken dat ik pas om een uur of zes ’s ochtends naar mijn bedje ga. Mooie foto’s ook van de ochtendgymnastiek van Ellen en Diana. Peter Janssen is getrouwd met een vrouw uit India. Hij woonde daar (in het zuiden van het land, aan zee in het dorpje Udupi, 400 km ten westen van Bangalore al telkens een paar maanden per jaar. Nu permanent. Dus niet meer in de ‘zandbak’ Dubai. Zo doe je dat als die Jaap Montijn. Schitterend toch! Eén van de voordelen van internet. Gewoon iemand opzoeken die je uit het (verre) verleden kent. Was op de hoek van de Vleutenseweg (richting Groeneweg of Billitonkade) ook niet een café? Toen ik bij UVV speelde ging ik daar vaak biljarten met Henk Heinen of Cas Davids. Misschien is (Dick) Blijenberg begonnen in de Waterstraat. Geen idee. Hij (zijn bedrijf) had Vrumona in Bunnik als klant. Mijn schoonvader was daar bedrijfsleider. Ben met de laatste een paar keer in de zaak van Blijenberg geweest. Dat was in de Damstraat. Zowel Blijenberg als Vrumona was sponsors van DOS.

Groet en dikke kussen voor Ellen en Diana,

Jan.

****

We volgen niet alleen zo goed mogelijk de richtlijnen van het RIVM maar ook die van het tuincentrum. Verlichting in de voortuin bij het ingaan van de wintertijd. In alles is 2020 anders, dus ook maar een vroege kerstgedachte (of iets dergelijks) met een lange aanloop naar de feestdagen. Als stip aan de horizon. Trouwens, elke dag is er één. De buurman is nu ook begonnen. Het werkt aanstekelijk. De verlichte dennenboom straalt sfeer uit. Hoorde dat inmiddels ook de kruidkoekpepernotenbranche in zwaar weer verkeert. Er is door de corona veel minder vraag naar pepernoten vanwege het (vaak ritmische gedachteloze) gegraai in schaaltjes. Veel verpleeghuizen en andere zorginstellingen doen dit jaar niet aan pepernoten. Ook de vuurwerkbranche piept. Misschien mag er straks wel helemaal geen particulier vuurwerk worden afgestoken. De ziekenhuizen zijn immers toch al overbelast door die Covid-19. En elk jaar weer regent het vuurwerkgewonden op de spoedeisende hulp. Als de ziekenhuizen niet meer vol liggen met de jaarwisseling dan is het toch vooral ook wel het zorgpersoneel dat zoveel mogelijk een vrije Oud & Nieuw verdient. Zou je denken… Maar nee, de vuurwerkbranche piept. Het aantal gewonden, sputtert een woordvoerder tegen, zal dit jaar heel erg meevallen. Hoezo? Omdat het gevaarlijkste vuurwerk niet verkocht mag worden. Ach natuurlijk, zo zit dat uiteraard. Je zal maar Rutte heten en van dit land premier zijn. Eerst de eigen portemonnee en dan de volksgezondheid. Maar heeft de VVD van Rutte die mentaliteit niet uitgevonden en geëxploiteerd? Is hij de VVD intussen ontgroeid en zweeft hij ergens ver boven alle partijen door het grijze en waterkoude instabiele politieke luchtruim? Het zou zo maar kunnen inmiddels. De kruidkoekpepernotenbranche en de donderbussenoorlogsbranche – neem de gemiddelde Nederlander maar eens zijn pleziertjes af. Je moet overigens niet depressief van aard zijn als je momenteel voor anderhalve dag mantelzorgverlof waar dan ook naartoe gaat, naar Limburgs Valkenburg bijvoorbeeld. De zomer is er alweer heel lang weg. De vrolijkheid met orkaankracht achter de in nevelen gehulde horizon verdwenen. Een nagenoeg leeg hotel. Het regende in Valkenburg als overal elders in Nederland pijpenstelen. Buiten verlichting alsof daarop bespaard moest worden. Leven bij een spaarbrandertje. Slechts een enkel restaurant beschikbaar voor een eenvoudige afhaalmaaltijd. Je woei uit je jas. Het decor voor een horrorfilm. De Cauberg gehuld in schemerdonker en mistflarden. Een afhaalpizza in een hoekje van het hotel bij een kaarsje en een glas witte wijn. Eén grote crisis. En toch een duidelijk gevoel van ontspanning. Even sterk zijn: op de radio I’ll never find another you van The Seekers uit 1968. Nu niet weemoedig worden. Dan volgt Doris Day met het meesterlijke Move Over Darling uit 1963. Ik denk aan Ellen, zoals eigenlijk voortdurend, Doris Day was in alles haar idool. Ik snijd zowat de stugge pizza met vier kaassoorten van tafel. Vroeg naar bed met documentatie over vrijwilligerswerk in lesgeven aan migranten. Geen vragen stellen aan migranten waarop het antwoord ja of nee volstaat. Ze dwingen een zin uit te spreken. En nog veel meer adviezen in de uitgebreide documentatiemap. Buiten plensbuien en geen mens te bekennen. Steentjes op de glazen hoteloverkapping die hagel doen vermoeden. Wind, storm en regen. Sean Connery dood. Weer een niet te beredeneren aanslag met onthoofding in Frankrijk, nu in Nice. De geriatrische dwangbuis patiënt Donald Trump die blaft dat de Amerikaanse artsen het aantal doden in de VS uit eigen belang valselijk overdrijven. In zijn doodzieke fantasie krijgen de Amerikaanse artsen voor elke coronadode extra betaald in de vorm van een bonus van tweeduizend dollar. De tokkies van Trump klappen hun handen stuk van sneu enthousiasme. Psychologen zullen wel overuren maken. Ze hebben de hoofdprijs. Weer thuis de volgende dag meteen de voortuin met zijn kerstboom in het licht gezet. Met die corona moet dat eind oktober al ruimschoots kunnen. En zo niet dan doen we het toch. We worden al genoeg geleefd, niet ook nog eens door de kalender.

Voor Jan: Als je bij dat café, dat ik in mijn vorige blog aanhaalde, de Vleutenseweg overstak, liep je de Billitonkade op. Er staat me bij dat het café De Windhoek heette. Maar ik kan me vergissen. Het veranderde nog wel eens van eigenaar en van naam. Café Jaffa ook. Café-Biljart stond er met grote letters op de gevel. Als je er naar binnen wilde, moest je eerst hele dikke stugge gordijnen van skai, kunstleer of iets dergelijks, opzij schuiven, net als in het café van die voormalige stopperspil van Elinkwijk Job Gademans in de Damstraat. Daar dronk ik mijn eerste pilsjes tijdens het lopen van mijn krantenwijk. Schoof die gordijnen van skai opzij en de lucht van verschraald bier en sigarettenrook kwam je tegemoet. Dat café De Windhoek doet me ergens aan denken. Henk Heinen beschouw ik als misschien wel de meest memorabele figuur uit mijn tijd bij het honkbal van UVV. In een sleutelwedstrijd in 1968 tegen HCTIW uit Amsterdam spande het erom. Heinen was pitcher en hij gooide niet maar hij smeet. Hij smeet de ballen alle kanten op behalve de goeie. Heinen keilde UVV in één groot foutenfestival naar de degradatie. Niet dat de anderen zoals jij geen schuld hadden Jan maar Henk Heinen was de zondebok en het mikpunt van in azijn gedoopte hoon. Zijn zus, zwager (woonden aan de Billitonkade) en nog wat familieleden zaten op de tribune. Ze konden het niet meer aanzien. Ik hoorde later ook dat ze het verschrikkelijk vonden hoe hun dikke Henk door zijn eigen publiek werd uitgejouwd en uitgescholden. Dat moet ook niet mals zijn geweest. Zo ging dat toen nog bij het honkbal van het opportunistische UVV. Tegenwoordig is het er net een begraafplaats, toen niet. Aan de overkant van het Amsterdamrijnkanaal bij de flats van de Cervanteslaan en de Johan Wagenaarkade (waar Marco van Basten woonde) kon je de wedstrijden op de voet volgen. Enfin, die Henk Heinen maakte er zo’n potje van en had het zo zwaar te verduren dat zijn zus, zwager en andere familie van de tribune opstonden en hoofdschuddend terug naar huis fietsten. Een vreselijke zondagmiddag. Om de ellende te vergeten stopten ze bij café De Windhoek en gingen aan het bier. Ze spoelden alle ellende weg. UVV was even verderop bezig met veel schaamte te degraderen. Maar in de vooravond werden die gordijnen van skai opzij geroetsjt en struikelde het scheldende publiek van UVV brallend en over zijn toeren van geluk de kroeg binnen. Open die tap, daarop moest gedronken worden, veel gedronken worden. Waarop? UVV had zo’n beetje in de laatste halve seconde toch nog gewonnen en was niet gedegradeerd. Het was een filmscript, Alfred Hitchcock. Het was alsof iemand een nagenoeg dood scharminkel had gereanimeerd tot een vrolijke Frans. Er was al geen hartslag meer. Die zus van Henk Heinen wist niet wat haar overkwam in dat café. Ze ging op de schouders bij totaal onbekende mannen. Rondje in polonaise om het biljart. Met één been in de hel had Henk Heinen voor eeuwig geschiedenis geschreven met een home run en alle honken bezet. Vier punten en net één punt genoeg om niet te degraderen. Het duurste punt van de gehele jaren zestig. Hoe meer bier hoe groter de talenten van Henk werden getriomfeerd en opgehemeld in De Windhoek. Die zus van Heinen, zijn zwager en de rest van de familie konden later niet vertellen hoe ze die zondagavond weer thuis op de Billitonkade waren gekomen. Gelukkig hoefden ze alleen maar even met de fiets aan de hand de Vleutenseweg over te steken. Door die Jaap Montijn komt weer het nodige boven drijven. Mijn hele jeugd reed over de Vleutenseweg de blauwe stadsbus lijn 4 van het GVU. Ik was al met Ellen en we woonden in Amstelveen toen ik een keer zag dat ze lijn 4 hadden veranderd in lijn 8. Toen hield de Jaffastraat op mijn Jaffastraat te zijn. Zo’n tramlijn 16 in Amsterdam met al zijn historie ga je toch ook niet omdopen! Volgens mij was het met Jaap dat we alle buslijnen van Utrecht uit ons hoofd leerden, en waar was dat goed voor geweest! Ze hadden zo maar van lijn 4 lijn 8 gemaakt. De Jaffastraat hield op te bestaan.

Veel groeten uit de Jaffastraat

Hallo Johan,

Zo af en toe ga ik op zoek naar mensen die ik gekend heb. Jij bent daar een van. 
Destijds woonde je volgens mij op nummer 16 
in de Jaffastraat, een benedenwoning. Zo af en toe heb ik in de afgelopen jaren wel meegekregen dat je journalist was geworden. En dat snapte ik wel. We hebben iets met 
honkbal gedaan maar ook met voetballen. In je blog lees ik dat je 
helaas te maken hebt met een zieke partner met dementie. Dat is zeer verdrietig omdat naast de geestelijke teruggang vanwege de dementie een geliefde met parkinson en Lewy Body nog een 
extra dimensie kent. Ik las de blogs met grote belangstelling. Ter info over mijzelf. Wij woonden op nummer 22bis, later nummer 68. Onze vader was militair en werkzaam bij de fotodienst. Mijn moeder is inmiddels 95 jaar 
en is dementiepatiënt in het Voorhoevehuis. Na de HBS heb 
ik kort gestudeerd aan Neyenrode. Vervolgens 40 jaar gewerkt 
bij een verzekeraar in financiële functies.

Vriendelijke groet, Jaap Montijn.

Dag Jaap.

Wat bijzonder dat jij ouwe buurtgenoten probeert te traceren van wel vijftig jaar terug, en zo niet langer geleden. Leuk dat je onze website met zijn blogs hebt bezocht. En ja dat honkballen, dat heb je goed onthouden. Eigenlijk was het onverantwoord wat we met dat honkballen in het Majellapark uitspookten. Overal op dat grasveld zaten onder zomerse weersomstandigheden moeders op een badhanddoek of kleedje naast een kinderwagen. En wij sloegen die ballen, haast straatklinkers, links en rechts het park in. Erg gecontroleerd ging dat niet. Dat er nooit ongelukken zijn gebeurd verbaast me meer dan een halve eeuw nadien in hoge mate. Ik herinner me dat ooit eens een bal op het dakje van een kinderwagen uiteen spatte. Die nummering in de Jaffastraat klopt. Wij woonden op 16, later 50. Je had aanvankelijk nog in de nummering bis en bis A. Je moeder 95 intussen, ik herinner me haar nog, sterker: ik zie haar zo voor me. Woonden jullie niet in de flat onder de familie Pouw of Pauw? Die hadden een mooie dochter, heette ze niet Irma? En op de begane grond had je moeder Ramak, een pedicure, met haar zoon en dochter. Bij die mensen moet ik ook meteen denken aan dat dode konijn dat enkele dagen in de zon lag te stinken. Een afschuwelijke lucht hing er in die brandgang. Gekke details onthoud een mens van zijn vroege jeugd. Schuin boven ons woonde een echtpaar van wie hij nogal dronk. Dat was iets verschrikkelijks voor mijn ouders. Helemaal als bij die buren tijdens ruzie het serviesgoed tegen de muur aan werd gesmeten. Dat is meerdere keren gebeurd. Als we onze poort uitliepen en een klein stukje naar links gingen dan kwamen we langs een café waaruit altijd een lucht van verschraald bier kwam. De naam van dat café weet ik niet meer. Maar wat ik me wel herinner is dat ter hoogte van dat café mijn moeder altijd contact zocht met de Here Jezus. Volgens mij veranderde dat café voortdurend van eigenaar. Ik weet nog dat wij recht tegenover de schoenmaker woonden. Als ik me goed herinner heette die schoenmaker De Kleuver. Hele karrenvrachten schoenen nam hij wekelijks onder handen. Ik ging nog wel eens bij hem kijken. Hij had een wat dommige knecht die de verzoolde schoenen op een bakfiets terugbracht naar de klanten. En eveneens tegenover ons, naast de schoenmaker, kwamen op zaterdag de luitjes van de postduivenvereniging altijd samen. Dan gingen die duiven in manden, gingen ze in de laadruimte van een grote vrachtwagen, en werden ze ergens, Joost mocht weten waar, ik dacht ver in Frankrijk tot bijna Spanje, losgelaten voor een wedstrijd welke duif het eerst terug was. Het brood werd nog rondgebracht met een handkar met onvoorstelbaar grote wielen. Ook de melkboer kwam aan de deur. Meneer en mevrouw De Kruyff of zoiets van boter, kaas en eieren. Op zaterdag verschenen in de middag drie muzikanten met een trompet, een drumstel en nog iets om voor de deur een paar deuntjes te spelen. En daarna rond met de pet. Een orgeldraaier hadden we ook en een schillenboer. De Jaffastraat ja in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw! Je roept wat bij me op zeg. De mensen die een auto bezaten stonden ‘m op zaterdagmiddag voor de deur te wassen, dat hoorde zo. De tijd van nog het touwtje uit de brievenbus van de voordeur. Het eeuwige gezeur van wat de buren er wel niet van zouden vinden. En bij de buren was het al niet anders. Er kwam nog een scharensliep aan huis. Je bent met pensioen, veronderstel ik. Veertig jaar bij dezelfde baas, dat is mij nooit gelukt. Misschien was ik daar te onrustig voor. Mijn in alles fantastisch mooie echtgenote Ellen heeft parkinson en Lewy Body, klopt. Het is heel verdrietig allemaal. Maar wij weten zelfs van deze loodzware jaren nog een bijzondere tijd te maken. Ik ben daar ongeveer tien mensen verschrikkelijk dankbaar voor. Het is echt een ploeg die dicht om ons heen staat. En ja, die website van ons met de blogs, we krijgen er veel reacties op, en jij bent niet de eerste die door die website en blogs na meer dan vijftig jaar ineens weer opduikt. Leuk hoor. Bedankt daarvoor. En all the best.

Johan.

Hallo Johan,

Leuk zo van je te horen. Die zestiger jaren blijven bijzonder. Wij speelden honkbal onder de naam Blijenberg Bliksems, een installateur uit de Waterstraat, die sponsorde. Tja de familienamen kloppen wel. Yrma Pauw heette ze. Mijn moeder heeft tot april 2019 zelfstandig op de Jaffastraat gewoond. In de loop van 2018 openbaarde de dementie zich meer en meer, en net als jouw vrouw heeft ze een vorm van Lewy Body. Ondanks slecht zien  en horen werd ze angstiger doordat in haar beleving er mensen over haar balkon ‘s nachts binnenkwamen en dan kwamen eten, wassen etc. Ze zag ze en hoorde ze praten. Erg triest. Dus ik kan me goed voorstellen wat jij meemaakt. Gelukkig heeft onze dochter veel steun gegeven doordat ze in neuro science is gespecialiseerd.

Met vriendelijke groet Jaap.

Beste Jaap,

Inderdaad, de Lewy Body ging ook hier heel lang gepaard met wanen, schizofrenie en achterdocht. En zo zat de relatie van mijn dierbare en onvervangbare Ellen en mij totaal niet in elkaar. De diagnoses parkinson en LB waren toen nog niet gesteld. Het was gissen naar wat er met mijn vrouw aan de hand was. Ik begon aan een echtscheiding te denken. Maar scheiden van Ellen, ik kon helemaal niet zonder haar. En zij niet zonder mij. Het was een nachtmerrie. Velen kunnen zich dat niet voorstellen, jij misschien wel. Toen viel het kwartje, ze bleek ziek. Ik heb me vaak afgevraagd waarom ons dit moest overkomen. Ik stel me die vraag eigenlijk nog steeds. Dat angstige waarover je schrijft dat herken ik. Ook Ellen zag dingen die er niet waren. En ik maar proberen haar die onzin uit het hoofd te praten. Ik sprak een paar dagen geleden een buurman van iets verderop. Zijn vrouw is dementerende en je ziet haar veelvuldig gedesoriënteerd vanachter een rolstoel op straat. Haar man loopt er een paar meter achter als een waakhond. Onrust en nog eens onrust. En haar man maar beschuldigen van alles en nog wat. Ze scheldt hem uit voor rotte vis. Ik stond naar hem te luisteren en kreeg er tranen van in mijn ogen. Om die reden ga ik misschien wel vrijwilligerswerk voor de Stichting Alzheimer doen. Gesprekken daarover zijn gaande. Iets in het verlengde van mijn vak en met de ervaring als mantelzorger. Hoeveel jaar heeft je moeder wel niet op de Jaffastraat gewoond? Meer dan zestig jaar? Dat moet richting de zeventig jaar zijn! Ongelofelijk. Op de Jaffastraat klinkt trouwens veel leuker dan in de Jaffastraat. Je bent op zoek naar oude bekenden, heb je behalve mij nog een paar andere mensen van de vroegere Jaffastraat opgespoord en gesproken? En ja, Yrma Pauw, daar kreeg ik het helemaal warm van, ook hartje winter. Lekker ding. Zeiden we het toen al zo? Een zeer verleidelijk meisje. Ze was verkikkerd op die jongen van de overkant, op de hoek van de Queridostraat. Hij heette Woltering, als ik me niet vergis, Leo Woltering. Met zijn broer Herman voetbalde ik. Op de hoek van de Jaffastraat en de Queridostraat stond een schitterende boom, een Japanse kers. Als die in bloei stond was het feest. Maar er moest geen bui regen komen. Die familie Woltering verloor een gezinslid door verdrinking in de Noordzee bij Schoorl, Camperduin of Groet, in elk geval ergens aan de kust in de kop van Noord-Holland. Daar hield vader Woltering een zenuwtik aan over. Het leek sindsdien wel of zijn hoofd en nek bijna los op de rest van zijn lijf zaten. Ze waren heel christelijk de Wolterings en kennelijk dacht die vader, hij was ouderling, dat hij, ondanks zijn verdriet, van de Here Jezus moest blijven glimlachen. Er lag iets krampachtigs op zijn gezicht bevroren. Wat zou er van Yrma Pauw geworden zijn, weet jij dat? Op welke lagere school zat jij trouwens in die vijftiger en begin zestiger jaren? Je had er drie op een paar vierkante meter. Ongelofelijk eigenlijk. Mijn beste vriend uit de Jaffastraat, dat was Jan-Willem Jansen, hij woonde richting groenteboer Borst die met kanker zo jong en treurig aan zijn eind kwam. Jan-Willem Jansen van katholiek. Wij hervormd. We zaten op verschillende lagere scholen en daar lag slechts het Majellapark tussen, maar in werkelijkheid was het een hele wereld van wederzijds onbegrip door toedoen van volwassenen. Het was nog de tijd van de hokjesgeest. Al op de Jaffastraat begon ik geloof te zien als iets voor domme, zwakke en onzekere mensen. Mijn opa woonde bij ons. Heel geregeld kwam de dominee voor hem. Pettinga heette die schijnheilige ziel. Als mijn opa er niet was dan zei mijn moeder dat hij ook voor haar en mijn vader binnen kon komen. Maar nee, Pettinga had dan ineens haast. Hij kwam met Gods woord onder zijn arm voor die grote gematteerde sigaren van Elisabeth Bas die mijn opa rookte of pruimde. En die fles jenever die mijn opa tussen de handdoeken en overhemden stiekem in zijn kledingkast had staan. Dat pruimen van mijn opa was een verhaal apart, hij spuugde dan tot afschuw van mijn hele familie voortdurend in een afgedankt conservenblikje. Als die volksverlakker van een dominee Pettinga had gezegd dat mijn moeder op haar hoofd moest gaan staan dan was mijn moeder op haar hoofd gaan staan. Ik realiseer me bij het optikken van die zin dat ze altijd een rok aan had, nooit heb ik mijn moeder in een spijkerbroek of zoiets gezien. Ja met vakantie wel eens, zo’n linnen lange kreukbroek. De beste dominees uit die tijd geloofden in de Beatles en de Stones maar niet in een hiernamaals. Dat wist ik van mijn oom Ab. Pettinga had zijn hoop gevestigd op Elisabeth Bas. In de zestiger jaren zat ik op de hbs aan de Koningsbergerstraat, net als jij. Ook daar hadden we een dominee. Overleed er een klasgenoot van ons aan hersenvliesontsteking en zei die dominee dat onze dode klasgenoot bevoorrecht was omdat hij naar de Heer mocht. Was zelf gegaan kwijlbabbel, dacht we. Jammer dat we toen al niet zover waren dat we het ook zeiden tegen die dominee die Van der Linden heette als ik me niet vergis. Dat jij bij de Blijenberg Bliksems hebt meegedaan, geweldig. Was een zekere Martin Sluis daar niet de werper van? Hij woonde aan het park in een van die dure huizen. Sluis was een linkshandige pitcher die de junioren van UVV haalde. Met hem zat ik op de middelbare school. En was Peter Janssen van Majellapark 8 niet coach van de Blijenberg Bliksems? Peter Janssen speelde in de jaren zestig in het eerste van UVV. Nu is hij hotelbaas in een van die zandbaklanden in de Arabische wereld. Bij de Jaffastraat moet ik al gauw terugdenken aan de seringenboom die bij ons in de tuin stond. Het is de associatie, de Jaffastraat en witte seringen. Die witte seringen roken zo lekker en maakten gelukkig. Onder die boom stonden een tafel en een paar houten stoelen tussen verder wat rozenstruiken. We hadden een mooie tuin en de balkons van onze directe buren hingen daarboven. Privacy nul natuurlijk in die tuin. Maar daar dacht men vroeger heel anders over, veronderstel ik. Ik heb mijn ouders er in elk geval nooit over horen klagen. Ik heb in geen jaren en jaren meer aan de Jaffastraat teruggedacht, maar door jou doe ik dat nu weer. Veel is er weggezakt maar lang niet alles. En je ziet, dan pak ik de pen. Ik herinner me een groot plakkaat bij ons aan het raam met Willem Drees, vadertje Drees. Ze vonden bij ons thuis dat je op vadertje Drees moest stemmen omdat die voor een goeie ouderdagvoorziening had gezorgd. Voorheen was het volgens mij de CHU geweest.

Ik groet je allerhartelijkst en bedankt voor het contact dat je opnam,

Johan.

****

Ellen, kom je straks bij mij in de tuin zitten? Kom je straks in het voorjaar een glas witte wijn bij me drinken in de tuin? Je weet toch dat ik een huis heb kunnen kopen, dat weet jij toch? Ellen, ik ben er zo blij mee. De eerste dagen dacht ik dat ik droomde, ik kon het niet geloven. Maar nu weet ik zeker dat ik een huis heb. Daar komen Johan en jij een glas wijn drinken hoor. Ik zie je glimlachen en je knikt. Afgesproken hè, jij komt naar mijn huis kijken.

Hoorde haar beneden praten tegen Ellen. ‘Ja madame strekken, nu strekken mooie Ellen, goed zo en blijf me aankijken.’

En Diana even later: ‘Ik vind het heel erg jammer dat ik de Ellen van vóór haar ziekte niet heb gekend. Ik vind haar zo’n leuke vrouw. Soms noem ik mensen Ellen, mijn zus of dochter bijvoorbeeld, die helemaal geen Ellen heten. Dan begint mijn dochter te lachen.’

Het is een welhaast dagelijks ritueel. De ochtendgymnastiek. Op muziek. Het is de warming up voor de komst van fysiotherapeut Leroy op dinsdag of Max op donderdag. Deze donderdag 22 oktober had Ellen een topdag. Bij Diana en later ook bij Trudy. Ze volgde iedereen in de kamer met haar ogen. Ze was alert en probeerde te praten. Af en toe heel duidelijk een paar woordjes. Rot ziekte.

De verrassingen buitelen over elkaar heen – godverdomme waar zijn mijn sigaretten

Ze was altijd al een heel klein beetje mijn favoriet bij de apotheek, de enigszins verlegen maar tegelijkertijd ook altijd spontaan vriendelijke en mooie Manal uit Iran. ‘Hoe is het met uw mevrouw, meneer Carbo’, vroeg ze altijd weer aan de balie. Dat ‘uw mevrouw’ klonk zo leuk en was ook zo innemend. De gunfactor zogezegd. Manal wist dat ‘mijn mevrouw’ Ellen heette, maar haar zó noemen vond ze onbeleefd en vrijpostig. Het had uiteraard gemogen. Zeker alweer een jaar geleden vertelde ze me iets over Teheran en waarom ze naar Nederland was gekomen. Door Diana meer bewondering voor de meeste migranten gekregen dan eigenlijk veel eerder al het geval was. Door Manal ook. Dat zou onze vaderlandse gifmenger blonde Geertje eens moeten horen met zijn eeuwige gezanik over Henk en Ingrid die als enigen hard werken. Je zal toch maar Henk of Ingrid heten en steeds maar weer tot vervelens toe in het reclamespotje van die neurotische Geert worden opgevoerd. Ik zei Manal destijds dat het niet uit nieuwsgierigheid was dat ik over Teheran begon, maar uit interesse. Welgemeende interesse. Het had wellicht ook, ik weet het wel zeker, met mijn oude vak te maken, mijn jaren als chef buitenland in de journalistiek. En Manal vertelde. Het was nog de tijd dat je met een mondkapje voor gek liep op straat. Hooguit zag je heel af en toe een aanstellerige Japanner zo lopen. Intussen zo westers als maar zijn kon die Manal. Maar wat maakt dat eigenlijk uit. Nou eerlijk dan: toch wel een beetje. Gisteren belde ze ineens op. Met de hovenier Van Kleinwee uit Vleuten bezig in de achtertuin, ons eigen Eldorado dat zich nog altijd niet gewonnen geeft, maar zich toch moet gaan prepareren op bladuitval binnenkort. De oude houten schutting weg en in duizend vermolmde mootjes naar het groot vuil en tegen de nieuwe schutting, die van mijn buurman beter gezegd, een Photinia Red Robin, zoals heel deftig en geleerd op het kaartje stond. Twee schuttingen tegen mekaar, zoals een aantal weken, een buitenstaander zou denken dat we ruzie hadden met de buurman en we elkaar op een onbewaakt moment de aardappelschillen toegooiden. Iemand begon al een keer lacherig over mr. Frank Visser van de televisie. Zo heet hij toch? Maar ruzie, en mr. Frank Visser als mediageile scheidsrechter, welnee, in geen geval. Met een dubbele schutting leek het wel alsof we terug waren in de Koude Oorlog. Poetin en die geriatrische dwangbuispatiënt uit het Witte Huis met al zijn cijfersloten, het scheelt niet veel of de wereld ontploft in november met de nodige schuttingwoorden op facebook. Trump had ze vroeger al niet op een rijtje, griezelde een vroegere vazal deze week, en de laatste jaren zou het zelfs een ravage in het hoofd van de eeuwig scheldende beroepstwitteraar geworden zijn. Zeer aannemelijk. Haïti na een tropische orkaan met geen enkel golfplaten dak meer op de tot luciferstokjes verworden houten krotten, dat dieptreurige beeld in het hoofd van Trump tussen wat in een grijs verleden misschien zoiets als hersenen moesten zijn geweest. Daarmee vergeleken is onze koning, die met zijn jetsetgedrag schijt heeft aan zijn volk,  en die heel het gepeupel glashard uitlacht, in hun gezicht nog wel (eigenlijk hun verdiende loon voor alle slaafsheid) – daarbij vergeleken is WA maar een onschuldige poppenkastfiguur. Alex neemt graag zijn rol in de hele operette. Voor de rest komt hij al zoveel tekort. Wie niet gewend is om met een ander rekening te houden, kan dat ook niet. Het is hem nooit geleerd. Hij leeft in een fantasiewereld die een dom volk voor hem heeft gecreëerd. En in stand houdt. Waarom zou hij niet even naar zijn vakantiekasteeltje en speedboot in Griekenland vliegen? Het volk? Wat zal Maxima een stampij hebben gemaakt en met serviesgoed hebben gesmeten toen ze niet eens haar koffertje mocht uitpakken maar terug moest naar huis. Argentijns geschreeuw in de lauwwarme Griekse nacht. Wat een kut land dat Nederland! En terug in Nederland natuurlijk weer die cosmetische koninklijke glimlach van de grote maatschappelijke betrokkenheid (tegen betaling van een paar miljoen met laatst ook weer een onberedeneerbare salarisverhoging). Hoor mijn onnozele gereformeerde tantetjes nog zeggen heel vroeger dat Juliana, Bernhard en hun kroost, althans het kroost dat toen van de prins bekend was, zo eenvoudig gebleven waren. En dan gingen de tantetjes altijd een heel klein beetje wiebelen met hun onderlichaam. Spinraggen, veronderstelden mijn broer en ik. Je moet wel heel naïef zijn om te denken dat democratie en monarchie elkaar ook maar enigszins verdragen. Een geboren staatshoofd en een gekozen premier die voor dat staatshoofd de kastanjes uit het vuur moet halen – er is niets normaals aan, het is volslagen abnormaal. Maar let op: bij zijn volgende verjaardag straks in april vlagt hier weer bijna de hele straat voor WA. En Jan Klaassen en Katrijn slaan zich op hun dijen van het lachen. Mogen wij even vangen?! De lakei Rutte, steeds meer kubusvormig, begint me ineens verschrikkelijk de keel uit te hangen. Nu weer zich verontschuldigen dat hij wel degelijk afwist van het vakantiereisje naar Griekenland maar niet had beseft, ja niet had beseft godverdorie, dat je het als koning na alle waarschuwingen en maatregelen met een gedeeltelijke lockdown niet kon maken. Rutte was even de gezondheids- , mentale en economische crisis van zeventien miljoen Nederlanders vergeten. Even vergeten dat het aantal besmettingen weer razendsnel oploopt, naar duizelingwekkende dagrecords zelfs, en dat er weer coronadoden vallen op de volgestroomde ic’s. Even vergeten. Rutte (‘In Griekenland wel graag de bonnetjes voor Uw declaratie bewaren hoor majesteit’) begint knap onberekenbaar te worden. Inschattingsfout op inschattingsfout. Is hij overwerkt? Dat moet haast wel. Zou de koning op de laatste avond van de open horeca in polonaise mee gedronken en gehost hebben op het Plein in Den Haag? Misschien wel. Het was bij hem in de stad. Hij kon het lopen. We hebben de familie Van Oranje Nassau natuurlijk zelf zo ongehoorzaam en wereldvreemd gemaakt. Het klootjesvolk is de schuld van alles. Ook Henk en Ingrid. Manal die vanachter een triplex scherm belde vanuit een tegen corona zwaar beveiligde apotheek. Ze klonk een beetje zenuwachtig en enthousiast tegelijk. Of ik even tijd had voor haar verhaal. De apotheker van de Stationsstraat in Vleuten had besloten om, eerst als experiment, bepaalde patiënten hun eigen apothekersassistente te geven als vast aanspreekpunt. Dan kon er nooit iets misgaan. Zo er bij deze kwaliteitsapotheek al eens iets fout ging, wat eigenlijk zelden – of beter: nooit – gebeurde. Het experiment moest gezien worden als een soort buddy voor chronisch zieken als Ellen. Die was trouwens de eerste met wie de apotheek de proef wilde startte. Ellen gekoppeld aan haar, Manal. Of dat oké was? En ja, in een vergadering met alle assistentes had de apotheker eens om zich heen gekeken en had naar Manal gewezen die hij op mevrouw Carbo wilde zetten. Of ik daarmee akkoord ging. Had ik mijn sympathie, want dat is het, weer eens moeilijk kunnen verbergen? Ach, waarom zou ik ook. Manal treedt toe tot een majesteitelijk zorgteam van Ellen dat steeds internationaler wordt. Diana uit Afghanistan, als chef d’équipe zij in veel mijn vervanger, Zulay als verpleegkundige op de reservelijst uit Colombia, thuiskapster Renda uit India, en nu dus ook Manal uit Iran van de apotheek. Of ik het haar altijd wilde zeggen als ik ergens niet tevreden over was. Wat een bijna jaloersmakende bescheidenheid! Multiculti rond Ellen met ook wit – blank is rein en dat mag je tegenwoordig niet meer zeggen – uit Houten, de Zandweg in De Meern, de Zadelstraat in Utrecht en zo meer. Hoe heb ik ze allemaal bij elkaar kunnen krijgen, ik ben er niet weinig trots op. Je weet pas écht hoe het voelt je levensgeluk aan dementie te verliezen zodra je zelf tot aan je nek toe in dat proces zit. Ik overdacht het gisteren in de tuin met Van Kleinwee (tien minuten te laat en dat irriteerde me, tijd als één van mijn dwangneuroses) en die schutting en die Red Robin van twee meter. Waarom haalde ik me dit alles in die paradijselijke tuin nog steeds op de hals? Ook weer zoiets neurotisch: die tuin was perfect maar het kon altijd nog net even perfecter. Wie was er om met mij mee te genieten van de werkzaamheden en de Red Robin? Gooide ik die 165 euro niet eigenlijk over de balk? Een mens wil delen. Een mens wil niet alleen zijn. Maar helaas, de fors uit de kluiten gewassen Red Robin stond buiten Ellen d’r gedachtewereld. Ze keek naar ‘m maar zag onze nieuwe huisvriend niet. En toen belde Manal. En een paar uur later Diana die van vrijdag tot maandag vrij was. Ze vroeg uitgebreid naar Ellen en naar de tuin. Of het al lekker opschoot. Winterklaar legde ik haar uit. Maar er moest iets anders zijn waarom ze belde. Na acht maanden en duizend mislukte pogingen op onze zwaar overspannen woningmarkt, waarbij vergeleken de verwarde woede-uitstoot Trump zichzelf nog uitstekend onder controle heeft, was het eindelijk gelukt. Ze had voor 99,9 procent zeker een eigen koophuis met een tuin voor en achter in een betere wijk tegenover het Antoniusziekenhuis in Nieuwegein bemachtigd. Heel vlakbij een groot park en op loopafstand het centrum met zijn winkels. Tal van woningen waren aan haar neus voorbij gegaan maar nu leek ze toch echt beet te hebben. Ze zou me verder op de hoogte houden. Ze had me al verteld dat ze een bod had uitgebracht en op welk huis precies. Ik kende de foto’s van Funda. Jezus nog aan toe zeg, het was er dus waarschijnlijk toch van gekomen. Er brak deze herfstvrijdagmiddag steeds meer zon door. De Red Robin zette zich schrap. Had ik van de zoon van Diana niet een mooie fles rode wijn gekregen voor enkele T-shirts van de zoon van de andere verzorgende Trudy die mij te groot bleken en die ik op mijn beurt weer Abdullah cadeau had gedaan? Wijn voor mij en een drop shot als geste voor Max in Houten die de shirts van Real Madrid en het nationale elftal van Italië aangeleverd had. En die zijn moeder voor Abdullah ook nog iets van FC Utrecht had meegegeven. FC Utrecht? Ach waarom ook niet, vooruit dan maar. Het shirt was in elk geval prachtig. Aan de wijn dus, Manal als vast aanspeelpunt voor Ellen bij de apotheek en Diana een eigen huis en straks weg van de flat die ze na een paar AZC’s  door de gemeente Zeist toegewezen had gekregen. Even later belde ze weer, die 99,9 procent was 100 procent geworden, en dat werd het glas rode wijn natuurlijk nog even bijvullen. Waar waren godverdomme de sigaretten? Niet zo maar een vrijdag maar één voor de verzameling aan dagrapporten. We blijven immers chroniqueur. We blijven boekstaven. Voor wie? Ook voor personen die misschien later nog eens willen lezen hoe het ons deze jaren verging. En hoe we erin slaagden met parkinson en Lewy Body door te leven en er nog iets bijzonders van maakten. Het was geweldig iemand als Diana aan de telefoon zo opgetogen blij te horen zijn met een mijlpaal in haar Nederlandse leven. Twee uurtjes later de bel. De buurman. Zonder mr. Visser. Hij was alleen. Of het allemaal goed gelukt was met de schutting en de nieuwe beplanting. Ja hij wilde graag een kop koffie. Elly Wolf voor wie op vrijdag in de vooravond de weekdienst begon (bracht weer pindasoep en roti uit eigen keuken mee) joeg ons met koffie en al naar boven. Ze wilde in alle rust Ellen kunnen verzorgen. Ze zou ons wel weer roepen. Uit het bovenraam bewonderden we de Red Robin. Of die zijn blad behield? Ik verwachtte geen striptease. Ik had ‘m gekocht met de bedoeling dat hij niet uit de kleren ging. Had Diana een huis gescoord? Hij deed meteen een enthousiaste greep naar de thermoskan voor een tweede kop koffie. ‘Mag ik zo vrij zijn?’ Ik wilde maar vergat de buurman te vragen of hij misschien wist hoe blonde Geertje zijn koffie dronk. Met melk en suiker natuurlijk, zeker niet zwart. Het woord corona was gelukkig nog niet één keer gevallen. Had een hooggeleerde horen zeggen dat we met die corona nog wel duizend dagen zoet zouden zijn. Duizend dagen? Ja, duizend dagen, pak en beet drie jaar dus. Te lang corona onthouding zonder perspectief zou heel Nederland bij de psychiater brengen, schreef professor Demiaan Denys van de Universiteit van Amsterdam. Hij bleek zelf psychiater en zal hopelijk niet uitsluitend aan zijn eigen portemonnee hebben gedacht. Eigenlijk kwam de buurman meer voor iets heel anders dan voor die Red Robin. Of ik eens wilde raden. Wat viel er nou te raden? Ik had hem met gebaksdozen in de weer gezien, dat klopt. En hij deed nogal gehaast ’s middags, maar het was zo vaak dat hij in zijn auto sprong en weg sjeesde. Hij en zijn Marokkaanse fotomodel Rajaë gingen trouwen, in Leiden, de komende maandag. En dat vertelde hij me nu pas! De verrassingen buitelden deze vrijdag over elkaar heen. Had ik niet nog een staartje rode wijn vanwege de T-shirts die via de zoon van Trudy naar de zoon van Diana waren gegaan? En buurman Niels vertellen, wij beiden intussen weer beneden en naast het bed van Ellen van wie ik hoopte dat ze meeluisterde. Het leek van wel. Niels vertellen hoe hij zijn Marokkaanse bruid had leren kennen als collega in het vastgoed in Den Haag. En over het strand, Noordwijk, de Astridboulevard, uitspanning De Branding. Tig keren destijds met Ellen geweest en hij dus met Ratjaë. Den Haag ja, de Koninginnegracht. Was het niet op nummer 40? Ik vertelde de buurman van het ministerie van onderwijs en het uitrekenen van de zwangerschapsuitkeringen voor de leerkrachten S tot en met Z. Ik meende bij Ellen een glimlach te zien maar het kan ook een vurige wens zijn geweest. Het was met die zwangerschapsuitkeringen zo enerverende baan dat ik precies de dienstregeling kende van tram 9 naar het Kurhaus in Scheveningen. Ik kende ook alle nummers van de trams uit mijn hoofd en hun bouwjaar. Ik wist aardig te vertellen hoeveel passagiers er vanaf de Koninginnegracht ter hoogte van de Javastraat waren opgestapt naar het strand. En wie bruin terugkwam of wie beter nog maar een extra dagje kon gaan liggen zonnen. Zenuwslopende baan met cliënten op weg naar het kraambed. Niet zo maar een baan en niet zomaar een vrijdag, 16 oktober 2020. Later op de avond maakte de vroegere basketbalcoach Ton Boot als studiogast van Veronica Inside een schitterende aflevering. Het enige programma waarin momenteel nog gelachen wordt. Het ging onder andere over neuroses. Boot vertelde op alle acht de kenmerken aan het predicaat neuroot te voldoen. Hoorde het aan en concludeerde dat ik zelf ook een heel eind kwam. Zo moet ook alles recht liggen in huis. Elke dag een vochtige vaatdoek over de witte houten trap. In de boekenkast de boeken keurig op een rij naar auteur. En zo moeten de kleren net zo netjes opgevouwen liggen als in de PSU-kast van de militaire dienst in ’t Harde heel vroeger. PSU? Ja PSU, Persoonlijke Standaard Uitrusting. Heel vroeger? Vijftig jaar geleden. Godsamme. Minder dan vijftig jaar geleden, het zal bijna veertig jaar geleden zijn, interviewde ik Ton Boot bij hem thuis in Schoorl. Het had ’s nachts gesneeuwd. Het was een heel geploeter geweest om vanuit IJsselstein die zondagochtend bij hem thuis te komen. Verse sneeuw en er was nog nauwelijks gestrooid. Boot was coach van de basketbalploeg van Nashua Den Bosch en de schrik van gearriveerde teams uit Spanje en Italië. Een interview voor Het Parool. Boven mijn hoofd hoorde ik een baby huilen. Er liep een mevrouw met een schort voor rond die vertelde de kraamverpleegster te zijn. ‘Oh ja’, vertelde Ton Boot bijna achteloos, ‘een paar uur eerder was zijn vrouw bevallen boven, hij was vannacht vader geworden, hij zou het bijna vergeten, maar ja als je met hem ook over basketbal begon, over Akerboom, Dekker, Kropman, Kirkland en Lister…’ De nu tachtigjarige Ton Boot was de gedroomde slotapotheose van een memorabele vrijdag. Hij was de coach van de collectieve verantwoordelijkheid. Kom daar maar eens om bij Alex en Maxima. Die hebben geen notie van collectieve verantwoordelijkheid. Dat blijkt telkens weer. Hoe respectloos en onvolwassen was het koninklijk echtpaar niet jegens al die mensen die in de zorg werkzaam zijn. Het is om te kotsen. Maar we doen het zelf! We zijn er zelf schuld aan. Ton Boot riep herinneringen op aan Parool Sport. Hij had nog nooit een afspraak afgezegd dus waarom zou hij vijftig jaar geleden een interview niet hebben laten doorgaan als zijn vrouw lag te bevallen? Zou ik dat virus destijds in Schoorl hebben opgelopen?

****

Hallo Johan!

T’is ruim na twaalven. Over ruim anderhalf uur de laatste halve finalewedstrijd in de play-offs. Ga ik niet naar kijken, want de vorige nacht twee wedstrijden gezien. Het werd vijf uur. Dus nu even reageren op je blog.Wat fantastisch dat Diana een huis heeft kunnen kopen. Feliciteer haar a.u.b. namens mij. Woonde ze in Zeist niet aan de Laan van Vollenhove? Ik had destijds al de route opgezocht toen jij een lezing voor de Alzheimer vereniging hield en wij erna Afghaans bij Diana gingen eten. En nu ook nog een huis met tuin. Kan jij mooi haar hovenier worden. De bladeren vallen hier al volop. Had ik je een paar weken geleden niet verteld dat een ‘deskundige’ (nee, niet een viroloog) had gezegd dat dit jaar de bladeren twee à drie weken eerder zouden vallen? Mijn hovenier laat ik pas komen voor het ‘winterklaar’ maken als alle bomen kaal zijn. Anders kan ik blijven bezemen. Ton Boot was fantastisch inderdaad. En dat op zijn verjaardag. Als je geen enkele van de door hem met acht aangeduide kenmerken van neuroses hebt, ben je ook een neuroot. Zei hij dat niet tegen Genee? Overigens, bij ‘Lubach op zondag’ en bij ‘Dit was het nieuws’ valt altijd ook (veel) te lachen. Het verbaast mij dat het laatste programma wordt uitgezonden bij AvroTros: de spreekwoordelijke ‘vleeswaren’ vliegen je soms om de oren.Wat is dat nou: ‘waar waren godverdomme de sigaretten?’ En dat in Stoptober! Nu ja, bij mij kan je altijd om een rokertje langskomen. Morgen met mondkapje op weer twee sloffen inslaan.Tja, dat gedonder met (nu) ‘het geheim van Huis ten Bosch’ moet eens ophouden. Nu stond Hugo de Jonge voor paal op de wekelijkse persconferentie. En laat Rutte de RVD vertellen dat Alex terugkeert wegens kritiek in de media. Alex had gewoon zijn excuses moeten aanbieden. Laatst eens opgezocht. In Zwitserland is één van de leden van het kabinet één jaar president. Kost aan salaris een ton. Plus kosten voor staatsbezoeken en zo. In Duitsland kost het ook een schijntje. Leve de republiek! Groet en kussen voor Ellen en het vrouwelijke deel van je dreamteam (speciaal Diana),

Jan.

****

Ha Jan,

Kijk naar de beelden van een drinkende, zingende, lallende en joelende menigte in een overvolle en bijkans uitpuilende partytent op het Plein nabij het Binnenhof in Den Haag, en schud met mij je hoofd. Meewarig of anders, maar schud je hoofd. Verbazing? Nee, daar kan allang geen sprake meer van zijn. Verdrietig schouwspel. Zielige taferelen. Wat vormen we toch een raar volkje met z’n allen. En hoe pijnlijk te lezen dat ze in andere landen hun voorhoofd aantikken over ons, en ons Nederlanders een beklagenswaardig en ongeciviliseerd mensensoort vinden. Of we ons vooral niet met anderen willen bemoeien. Zie hier de uitwerpselen van ons jarenlange gedoogbeleid en onze niet te stillen honger naar polderconsensus. Het polderen kent zijn prijs. Arme Rutte en De Jonge die met bleke koppies en stadswallen onder hun zwart omrande ogen voortdurend in hun hemd staan met hun ongehoorzame kleuters van de ontspoorde kinderopvang. De Jonge ziet er zelfs al als levensmoe uit. En zijn partijleiderschap van het CDA moet eigenlijk nog beginnen! Het Plein in Den Haag door politie en boa’s met veel kabaal ontruimd en ondertussen zaten Rutte en De Jonge even verderop, het was maar een paar meter, in de Tweede Kamer in de beklaagdenbank. Waren ze vanaf de zomer niet veel te tolerant geweest? Was het geen volslagen nonsens geweest als kabinet een beroep te doen op de eigen verantwoordelijkheid en het gemeenschapsgevoel? Maar als alle zeventien miljoen min één aan de belangen van de samenleving denken dat dan dat ene individu, zijzelf dus, zich in niets hoeft te laten inperken? Inderdaad, die hoeft zich nergens iets van aan te trekken. Zeventien miljoen Nederlanders van wie een groot percentage beroeps recalcitrant. Zeventien miljoen virologen, gediplomeerd of niet. Weer eens zitten we met de gebakken peren. gedogen, polderen, consensus. De noodgedwongen ‘oudejaarsavond’ voor de horeca schijnt her en der in Nederland weer eens de spuigaten te zijn uitgelopen. We zouden op tv ook eens het aantal talkshows met al het nodeloze en zelfs contraproductieve gebazel moeten schrappen. Om de dag maximaal één talkshow. In het belang van de volksgezondheid. Breng het aantal zenders van de gesubsidieerde staatsomroep NPO terug van drie naar twee. Saneer! Er wordt door het kabinet in het belang van onze volksgezondheid iets besloten en hup, de eindredacteuren van de verschillende talkshows gaan meteen met hun tong uit hun mond op zoek naar lucht verplaatsers die tegen het besluit zijn. En die opposanten worden natuurlijk gemakkelijk gevonden, ze staan in een schriftje. Ze zitten thuis al klaar met hun telefoon. Lekker voor de zendtijd die zich snel en simpel laat vullen. Ik denk wel eens: kom twee uurtjes hier bij Ellen en haar verzorgenden kijken en dan weet je wat het is om aan je eigen gezondheid en die van anderen te moeten – nee: te willen – denken. Wordt het carnaval stilgelegd? Nou dan gaan we toch met de camera en een microfoon naar de voorzitter van de carnavalsvereniging toe om hem te vragen hoe verdrietig dat stilleggen wel niet is? Vragen we de carnavalsvoorzitter tevoren even of hij zijn kunstgebit wil uitdoen zodat het pruilen met nog meer effectieve weerzien in beeld komt. Zegt zo’n voorzitter ook wel begrip voor Rutte cum suis te kunnen opbrengen? Nou dan stellen we onze vragen toch net even anders!  Want van begrip op de tv kun je niet eten. Reisbeperkingen? Nou dan zoeken we toch een paar jonge gezinnen in het buitenland op en laten we een mevrouw op een vloerkleed naast haar peuters en een omgekeerde doos met lego zeggen – nee: snotteren – dat ze met angst en beven de komende feestdagen in december tegemoet ziet. Omdat ze die misschien wel niet bij haar ouders in het gezellige Holland kan doorbrengen! Een onoverkomelijke straf. Mevrouw op het vloerkleed bij de lego vreest de natte kou en nevel van de Nederlandse Kerstdagen te zullen missen. Dat zou voor het eerst in haar leven zijn en alleen al de gedachte daaraan ervaart het juffie op dat vloerkleed naast die legodoos als onverdraaglijk. Het idee al van de Kerstdagen bij 28 graden op een strand met palmbomen ergens anders in de wereld! Liggen daar uw problemen mevrouw op het vloerkleed? Inderdaad daar liggen haar problemen. Er wordt niet of nauwelijks meer geïnterviewd op de Nederlandse televisie. Er worden amper nog open vragen gesteld. Het is met gesloten vragen op zoek gaan naar de bekende weg van het verloren vanzelfsprekende. Mensen als Sven Kockelmann op de radio zijn van een uitstervend ras. Zo iemand stelt nog vragen en reageert met zijn vervolgvragen op de antwoorden. En dat doet hij met dossierkennis. Maar voor de rest?! Wauweltantes in overvloed. Teefjes die met een genade zesje van de school voor journalistiek afkwamen. ‘Meneer, hoe kijkt u nu aan tegen het schrappen voorlopig van de koopavond, heeft dat volgens u zin om van het coronavirus af te komen?’ De studiogast is voor heel andere zaken in het programma uitgenodigd maar wil uit beleefdheid wel even tegen het mutsje van Goede Morgen Nederland zeggen dat hij zijn twijfels heeft over het voorlopig cancelen van de koopavond. Zijn vrouw nam haar eenzame moeder graag mee naar de koopavond. Zo nu en dan, wel te verstaan. Twee keer per jaar. In Nederland wonen louter virologen en uitgerekend dit land krijgt het virus er niet onder. Rara hoe kan dat? Hoe kan je van zo’n krakeelland na tien jaar nou nog premier willen zijn! Dan heb je kennelijk geen hobby’s en verder niks aan je leven. Je staat als premier met zo’n volk als het Nederlandse toch gewoon je tijd te verdoen! Hoe kunnen we niet uitgerekend in een land als Nederland de minister van justitie handhaven die de regels ten aanzien van corona moet handhaven maar zijn eigen regels overtreedt? Hem rest de afgezakte stopdas. Gezien? Het beeld van een opgejaagde minister van justitie en veiligheid die nergens meer in gelooft, ook niet meer in zichzelf. Je schoonmoeder knuffelen. Dat heet de kat op het spek binden. Dat kan nu juist in Nederland niet met zijn dwarse volksaard. Onze vriendin Wil had haar Italiaanse schoonzoon een weekje over. Die schoonzoon keek hier zijn ogen uit. Hij zag dat twee boa’s op straat werden gemolesteerd. Kon dat zo maar in Nederland? Bij hem in Turijn werd nog naar de carabinieri geluisterd, laat staan dat er een klap werd uitgedeeld. Wil d’r schoonzoon was blij dat hij weer terug kon naar Turijn. Waarom toch was hij verliefd geworden op een Nederlandse vrouw? ‘Maakt u zich boos, burgemeester van Arnhem, over de beelden van Het Plein in Den Haag gisteren?’ Het antwoord wordt de burgemeester van Arnhem in de studio al met een heftruck in de mond gelegd. ‘Ja mevrouw, ik word hier heel boos over.’ Het tolerante Nederland laat zich de wet niet voorschrijven, demonstreert graag om te demonstreren, leuk tijdverdrijf, en voedt de vermaakindustrie van het buitenland. Het Plein in Den Haag met een barstensvolle partytent en bier, veel bier. Een paar meter verderop brandt het licht in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Het gaat over de actuele situatie die met Covid-19 zeer ernstig heet. Opschalen en nog eens opschalen. Het buitenland schudt zijn hoofd. Meewarig. Vol medelijden. Nederland van het opgestoken vingertje. Hongarije en Polen laten zich binnen de EU door dit kermisklantenlandje nu helemaal niet meer de les lezen.

Ik heb de kussen aan Ellen en het vrouwelijk deel van haar keurkorps persoonlijk overgebracht,

Johan.

****

Heerlijk om te lezen Johan! Ik heb hier zitten schateren. Vermakelijk. Geweldig die nuchtere kijk op al die onzin om ons heen. Kom maar weer eens gauw langs in Tilburg. Ik ga nog steeds weinig de deur uit maar ik begin weer een beetje van het leven te houden. Morgen wil ik met bloemen naar Trix op de hei. Lieve groeten voor Ellen en jou.

Jan van den Heuvel.

****

Hi Johan!

Hoe gaat-ie daar? Je ontspaningsmassage in Valkenburg klinkt heerlijk, en wat een fijn cadeau van Ellen over de telefoon. Het doet me goed dat je klaar staat als mijn persoonlijke knokploeg voor iedereen die mijn hart breekt, mocht het nodig zijn dan roep ik je direct op. Verder gaat het allemaal best goed hoor, heb gelukkig wel wat werk, en deze week vooral veel brandjes te blussen door alle veranderende plannen ivm de nieuwe coronamaatregelen. Het is toch de hele tijd echt veel denk en puzzelwerk om nog wat dingen te kunnen organiseren. Maar goed, dat is oké, allang blij dat sommige dingen nog kunnen. En ja ik ben het eigenlijk wel met je eens dat de manier waarop Suriname onafhankelijk werd, en de tijd, en alles, niet goed was. Dus volgens mij zijn we het gewoon met elkaar eens haha, dat is dus nou ook waarom we hier live over moeten praten. Nou hopelijk houdt iedereen zich deze weken aan de maatregelen en kunnen we snel weer eens afspreken. Ik las trouwens dat boek van Marieke Lucas Rijneveld waarmee ze de International Booker Prize won. Vond het echt prachtig, heb je ’t boek toevallig gelezen? En ik zag dat toneelgroep Oostpool een voorstelling van Laura H. gemaakt heeft, kan me herinneren dat je daar fan van was. Maar ik denk niet dat jij je voorlopig in een theater waagt, of wel?

Veel liefs voor Ellen en jou!

Annelies.


Ze verhalen elk apart, en in samenhang, van een marathon over kopspijkertjes

Op verzoek van een mantelzorger uit de Achterhoek nog eens de boektitels op een rij van ons gevecht, als een marathon over venijnige kopspijkertjes, en dat nu alweer 10,5 jaar, met godbetert parkinson en Lewy Body dementie. ‘Uw boeken en blogs zijn heerlijk om te lezen in deze benauwende tijden.’ Het omgaan met die twee vreselijke, aan elkaar gelieerde ziektes vormt geen dagelijkse struikelpartij, dat zeker niet, nog steeds niet gelukkig, maar zwaar is het wel. En het wordt zwaarder, allengs. Ellen heeft geen pijn. Geen enkel signaal van pijn waar ook nee. Haar valkuil zijn de bronchiën. Ze slaapt, hele dagen achtereen. ‘Ben je zo moe?’ ‘Ja’, klinkt het van verschrikkelijk ver weg, fluistert ze bijkans vanuit de diepste krochten van haar bestaan. Het vertaalt zich mede in een moedeloze, diepe zucht. Ik zie een traan. De huiskamer vult zich met machteloosheid. We hebben van die dagen. Geef ons ondanks alles ook Morgen. Het is ons adagium, ons levensmotto. We geloven er nog steeds in. ’s Avonds leeft Ellen meestal een beetje op. Dan komen de heldere momenten. En dat terwijl ze altijd heel matineus was. Ons dagritme was het productieproces van een avondkrant. Altijd vroeg uit de veren. Vitamine C, Vitamine D, calcium oplostabletten, tijm hoestsiroop. Het Kruidvat doet goede zaken met ons. Parkinson en Lewy Body: de vertraagde film, de handelingen in slow motion, ups en downs, geen dag dezelfde, alles zó divers op het pallet van hersenaandoeningen. We gaan stug door met onze dagboekaantekeningen. Las afgelopen week het jaar 2014 terug en het inspireerde. Hebben de afgelopen jaren een zekere extra wijsheid opgeleverd? Zijn we bewuster in het leven gaan staan? Hebben we de betrekkelijkheid van veel vriendschappen leren inzien? Hebben we leren accepteren dat we voor velen niet meer interessant zijn met ziekte? Of moeten we het in sommige gevallen omdraaien? Ellen en ik, we groeiden de afgelopen jaren naar een nog steviger twee-eenheid dan daarvoor al het geval was. Deze zaterdag doet het weer maar één ding: het zorgt voor regen, aanhoudende regen, en het is grijs. Het voelt loodzwaar aan. Het wolkendek als een grauw plafond zoals je dat nog wel eens in de buurt van verwarmingsbuizen aantreft. Het water spat op als er zo nu en dan eens een auto voorbij komt. Een dag om ongeschoren te recupereren in ochtendjas en geen stap de deur uit te doen. Achter Ellen in bed met de krant of anders mee knorren op het ritmische gekletter van alle waterstromen op de glanzend witte ombouw van het zonnescherm vlakbij. Nog deze maand oktober uit en dan woont Ellen alweer vier jaar fulltime thuis. Het is ook de plek waar ze hoort, en nergens anders. Weer zijn de verpleeghuizen in rep en roer vanwege de corona. Dat pandemonium gaat gelukkig aan ons voorbij, in die zin dat we verschijnselen vrij blijven. De parkinson lijkt de overhand te hebben gekregen. Of gaan parkinson en Lewy Body na verloop van tijd geheel, of min of meer geheel, in elkaar op? Het is gissen. De medici bevinden zich aan gene zijde van het spectrum. Het is meer een kartellijn. Elly doet dienst en heeft de maaltijden voor dit weekend van 3 en 4 oktober weer meegebracht. Uit eigen keuken, bami met garnalen en nasi met balletjes gehakt. Voor Ellen de blender. Het blijft een luxe, dat tafeltje dekje onder regie van de Wolfjes. In de namiddag bij kaarslicht met Ellen een glas volle rode wijn. En beiden een Drop Shot toe zodra we de kaarsen doven en het licht voor de nacht bijna uit gaat. Het smeert de keel. ‘Wat mag die stevige rode wijn kosten meneer?’ Dirk III verwelkomt deze mondkapje-loze klant vanachter een glazen triplexscherm. ‘Minimaal zes euro en maximaal acht, het regent aan één stuk door en we kunnen toch al geen kant op. Een defensieve houding ten opzichte van corona, parkinson en Lewy Body, beide bleken onontkoombaar, doe maar een hele goeie rode wijn voor onder de leeslamp met de NRC op de zaterdagavond.’ Het is een kleine wereld waarin we leven, maar het mag niet tevens een klein bestaan worden. Dat dreigde even. Even? Al een poosje leek het dat te zullen worden. Daarom pogingen op zinvolle wijze een beetje de vleugels uit te slaan met wat vrijwilligerswerk. Om mét of zónder mondkapje nieuwe mensen en nieuwe omstandigheden te leren kennen. Afleiding vinden vooral ook. Met de afdeling Westelijk Utrecht van de Stichting Alzheimer gesprekken intussen over vrijwilligerswerk als een hommage aan de vrouw die zo dapper vecht, en blijft door vechten, ondanks alle manshoge oxers waar ze met parkinson en Lewy Body dagelijks overheen moet. Zelf denkt de Stichting Alzheimer aan bestuurslid voorlichting en/of coördinator van één of meer mantelzorgcafés. Lezingen geven ook. Uit de eerste hand. Het zijn in elk geval vacante functies die in een eerste kennismaking de revue passeerden. Mocht het zover komen dan vormen de boeken vanaf ‘Dankjewel voor je liefde’ een richtsnoer. Maar weer eens de onmisbare steun van de scherpzinnige en alerte eindredacteur Jan van Ewijk hierbij benadrukt. Wat is een auteur zonder zijn eindredacteur – weinig tot niets. Wat is een schrijver zonder eindredacteur die speldenprikken uitdeelt en zich aan een strak tijdschema houdt? Het antwoord zit in de vraag besloten. Ervaringsdeskundigheid over nu alweer, als gezegd, bij 11 jaar. Die moeten van pas blijven komen in het lezingencircuit van de mantelzorgcafés. Ook misschien een rol bij Taal Doet Meer voor lesgeven aan migranten. Ik zie het aan Diana hoe belangrijk een goede beheersing van de Nederlandse taal is en hoeveel zelfvertrouwen dat geeft. Spelenderwijs werken we aan haar taal. Die en die vind ik net de Dood van Pierlala, Diana. ‘Je moet me geen vieze woorden leren Johan’. Vieze woorden? Is Pierlala dan een vies woord? Ik zocht het op in Van Dale. Taal Doet Meer dus. Maar daar geen mislukte studiedagen meer uitzitten en bij lastige vragen weggestuurd worden door een huilerig verongelijkte manager taalconsulenten die zich helemaal niet had voorbereid en er niets van bakte. Ze kon er geen pepernoot van. Een volgende studiedag verzorg ik net zo lief zelf, en gratis. De charmante directeur hoorde me afgelopen week bij een kopje koffie in het Ibis Hotel geïnteresseerd aan. Het venster naar de buitenwereld moet open (blijven). Het vervroegd pensioen was een bewuste keus, en meer nog dan dat een absolute noodzaak. Zie me nog met bloemen vanuit Tilburg definitief naar huis komen en met Taco regelrecht naar Ellen gaan in De Ingelanden. Besefte ze dat ik voor haar mijn baan had opgezegd? Besefte ze dat ik bereid was alles voor haar op te geven? Dat niet-weten, wat is dat een geestelijke aframmeling zeg! Het was met dat prepensioen een bewuste keuze en eerder nog een noodzaak. Vele redenen lagen eraan ten grondslag. Ook de veiligheid van Ellen met enkele jaloerse medebewoonsters voor wie niemand vanwege de onderbezetting kon instaan. In de vroege uurtjes dwaalden de tantes in nachtpon Alzheimer-verward over de gang en doken met of zonder rollator ongemerkt de kamer van anderen binnen. Ellen had geen verweer tegen nachtelijk bezoek. Bijna had een medebewoonster haar laten stikken. Op 1 november 2016 reed ze in haar rolstoel en met een klein koffertje op schoot via de glazen voordeur van De Ingelanden naar onze Skoda met zijn heldenstatus als een spannend jongensboek toe. Wat het zwaarst woog moest ook het zwaarst wegen. En aldus geschiedde. Maar het werk wordt wel gemist. Steeds meer. Het schrijnt na zoveel jaar. Als het leven niet meer klopt, wat dan en hoe dan? Als er geen steen meer op de andere staat? Dan toch maar de tanden op elkaar. De implantaten, beter gezegd. Covid-19 verandert daar niets aan. Covid-19 met in Nederland 17 miljoen experts, 17 miljoen virologen van wie 99,9 procent ongediplomeerd, land van hedonisten en zwabberaars, zwabberende hedonisten kortom. Maar in geval van hedonisme wél gediplomeerd. Land met Staphorst waar zeshonderd religriezels bij elkaar en zonder mondkapje uit volle borst met hun verdrietige kroost tot de Here Jezus mogen blijven psalmen en gezangen. Hoe inconsequent vergeleken met de horeca en het theater. Bij de dorpsgrenzen van Staphorst maakt het virus rechtsomkeert. Welk een willekeur. Als we de ChristenUnie maar binnenboord kunnen houden in het kabinet. Corona laat zien waar het pas écht op aan komt in het leven. Op gezondheid, rust en stabiliteit. Niet op najagen van meer, meer, meer. Niet op vliegvakanties naar steeds verdere en exotischer oorden. En niet de hele dag de iPad. Meer avonden geen tv dan wel. Geen opwinding als het helpen eten geven aan Ellen niet lukt omdat haar hoofd stilstaat. Het eten wegzetten voor later. Allemaal moeten leren. Met vallen en opstaan. En er blijven dagen zoals dit weekend dat het niet lukt. Dan voelt de mantelzorger zijn hartslag. Geduld heb ik me als een kostuum moeten laten aanmeten. Maar soms zit dat kostuum vol kreukels als is het van linnen. Want geduld werd in de journalistiek nou niet bepaald gezien als een goede eigenschap. Niet voor het vullen van een krant in elk geval. Geduld maakte je in wezen ongeschikt voor het vak van hit en run. Geduld. Diep ademhalen. De bureaucratie van de zorginstanties maar voor lief nemen. Eind augustus de brief van de gemeente in huis dat er per omgaande voor Ellen een andere tillift zou komen. Op 1 oktober nog steeds geen andere lift. Nog altijd niet nee. Misverstanden als excuus. Start op sommige afdelingen van de gemeente Utrecht het weekend al aan het begin van de vrijdagmiddag? Zocht de leverancier van medische hulpmiddelen vijf weken lang op handen en voeten tevergeefs zijn hele werkplaats af naar de nieuwe lift die nog een aanpassing behoefde? En niemand die op het idee kwam dat die nieuwe lift misschien wel eens bij ons thuis kon staan omdat hij eerst met Ellen moest worden uitgeprobeerd? Laat ook maar. De afdeling huisvuil van de gemeente die de oude kliko kwam ophalen, maar vergat een nieuwe bij zich te hebben. En die onverwacht met de nieuwe kliko kwam aanzetten maar niet had bedacht dat de oude wel eens vol kon zitten. En dus even niet retour kon. Hopeloze ambtenaren. Drie gemeentelijke ritjes waar het er één had kunnen zijn. Een schouderophalen. Geduld. Wij hier hebben dat allemaal moeten leren en kwamen het stootkussen tegen. Maar het draait eenvoudigweg om gezondheid, rust en stabiliteit. Dat zei de schaatslegende Ard Schenk heel treffend in NRC dit weekeinde. Een uurtje weg dit weekeinde voor de zonnebank. Het was er muisstil. En dat met al die regen en grauwigheid. ‘Meneer, de mensen durven vanwege die corona kennelijk niet meer.’ Ben ik een waaghals? Geen seconde eraan gedacht dat het virus naast me op de zonnebank zou kunnen komen liggen. Ik zocht de cabine af naar onze levensgevaarlijke vijand. Ook hier onzichtbaar. Wat zijn dit voor demonische en macabere tijden! Binnenkort weer anderhalve dag mantelzorgverlof op anderhalve meter in Valkenburg. Een nachtrust draaien van tien uur zonder onderbreking(en). Dwars door het rumoer van andere hotelgasten heen slapen. Een vorstelijk ontbijt dat later op de ochtend naast een krantje wordt uitgestald. Met een volle kan verse koffie en een karaf jus d’orange. Hotel Janssen, het klinkt zo eenvoudig, maar het is meer dan eenvoudig goed. Niet steil maar stijl. Stijl met gemoedelijkheid. Om de hoek voor ’s avonds de toko Asian Street Food. Niet aan de medicijnen van Ellen hoeven denken. Voor anderhalve dag niet nee. Al nemen Diana, Trudy, Elly en Esmé dagelijks verschrikkelijk veel, en steeds meer, uit handen. De dames lopen bijna scheef van de schouderklopjes. Ik wissel die schouders maar zo veel mogelijk af inmiddels. Maaltijden van Elly in tupperware – (schrijf ik dit goed Jan?) . Trudy die in haar eigen tijd als extraatje twee struiken met stevige kluit komt brengen voor de achtertuin. En die op zaterdagmiddag met een paraplu boven haar hoofd naar de Etos in Houten fietst om onze huisapotheek aan te vullen. Diana die in haar vrije tijd, ook met paraplu, nee geen regenkapje, dat laten we aan Staphorst, bij WE, of C & A?, wat nieuwe kleren voor Ellen kocht. Ze kent haar smaak, ze kent haar maat. Weer een prachtig ensemble en een behaaglijk weekend. Geen van drieën willen ze geld voor het meeste van hun zeer speciale service. Het is de saamhorigheid. Het is de teamcultuur. Het doet aan de buitenlandredactie van het Utrechts Nieuwsblad denken en aan het ‘ongedisciplineerde zooitje’ van de Rijn & Gouwe in Gouda dat helemaal geen ongedisciplineerd zooitje bleek. Het doet aan die 22 22-jarigen denken bij de Post Doctorale faculteit Letteren van de Erasmus. Een wederzijds houden van. Of noem het anders betrokken zijn op de ander, betrokken zijn op elkaar. Het is een voorrecht dát te hebben meegemaakt. Valkenburg, ook een voorrecht, met zicht op de Cauberg. Die Cauberg die er ergens boven mijn hoofd zweeft. Deze vochtige herfstweken gehuld in nevel. Eén van de laatste exemplaren in print van ‘Geef ons ook morgen – de jihad van een mantelzorger’ mee als cadeautje voor de hotelleiding.

****

Hallo Johan,

Bericht  ontvangen over je gesprek met Tanja. Ze is er zeer enthousiast over. Graag verder contact. Ik ben sinds de oprichting van het Alzheimer café met veel enthousiasme (bijna 12 jaar geleden) als gespreksleider betrokken in Breukelen. Naast mijn vrijwilligerswerk voor Alzheimer Nederland ben ik tot september 2020 werkzaam geweest als verpleegkundig specialist ouderengeneeskunde op een acute afdeling voor ouderen. Voorts heb ik ervaring met het verpleeghuis en heb ik gewerkt als dementieconsulent. Ik ben nu met vervroegd pensioen en wil mijn opgedane kennis graag vrijwillig blijven inzetten voor Alzheimer Nederland. Mogelijk in een andere rol als er vervanging is gekomen voor de functie van gespreksleider in Breukelen. Ook kan ik toelichting geven over de werkgroep, ook hier ben ik vanaf de oprichting bij betrokken. Ik heb nog veel te lezen over jou en je vrouw Ellen. Maar wat ik tot nu toe onder ogen kreeg maakte grote indruk, veel was ook heel herkenbaar. Mooi om dit in woorden beeldend te zien opgeschreven. Graag verneem ik op welke wijze we verder contact kunnen hebben. 

Vriendelijke groet,

Joke Heemskerk, namens Alzheimer Nederland afdeling Westelijk Utrecht.

****

God fluit Trump terug

De Amerikaanse vicepresident Michael Pence is zwaar gelovig. Dat staat hem vrij. Overal ziet hij Gods hand in. Ook dat mag. In Staphorst zijn ze al niet anders. Zeshonderd lieden die zonder mondkapje psalmen in een binnenruimte. Pence is in de Heer. Zoals meer mensen die overal God bijhalen. Doorgaans is dat als het ze goed uitkomt. Het drukt elke discussie meteen de kop in. Nu hopen dat Pence ook aan zijn God denkt met de corona van Trump, opgelopen naar het schijnt bij de ceremonie rond de omstreden en doortrapte benoeming van Amy Coney Barrett tot opperrechter. God fluit Trump en een aantal van zijn kuddedieren misschien wel terug, zou Pence nu moeten prediken. Of in elk geval moeten denken.

Johan!

Amerikaanse soldaten die omkwamen tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn volgens Donald Trump ‘losers’ en ‘suckers’. Zegt hij dat, na zijn kennelijke herrijzenis,  binnenkort ook over de ruim 215.000 coronadoden?

Groet,

Jan.