Het coronalied: Liesbeth List draait zich wellicht om in haar graf

Lieve Johan en Ellen,

Dank voor je laatste update Johan! Fijn dat jullie team zich weet te handhaven en dat iedereen weet in te vallen waar het moet. Je antwoordde nog niet op mijn vraag waarom jouw operatie uitgesteld is, maar ik vrees dat ik het wel begrijp: alle handen aan het bed voor de corona patiënten. Houd jij het nog wel uit en blijf (of: word?…) je wel echt verstandig, oftewel, forceer je niets?
Wat heerlijk voor Jan van Ewijk dat hij weer thuis is. Maar wat een immense blamage voor de artsen/instanties die hem lieten opnemen. Gaat hij nog iets laten uitzoeken en heeft hij die opsluiting zonder schade overleefd? Ik wens hem veel sterkte, terug in onze ” open” samenleving. Ik meen het!
Vergeef me dat ik niet in ga op al die idioten die niets van een pandemie willen begrijpen of er een slaatje uit pogen te slaan. Ik maak me grote zorgen om de toekomst van, ja, van wat eerst? Nederland, de EU of nog groter en algemener? Rutte en co  doen het hier heel fatsoenlijk, maar als je kijkt hoe onverbiddelijk onze regering zich opstelt tegenover de vluchtelingen op Lesbos en aan de Turks-Griekse grens, dan verlies je toch ieder vertrouwen in een beleid dat verder zou moeten gaan dan je eigen mensen/kiezers helpen dan wel bedienen.
Maar het kan altijd erger, zie Trump. Mijn nichtje en man en zoontje op wie wij vaak passen, komt na drie maanden werk t
erug uit de VS.  Ze vliegen via Kennedy Airport, New York, en Londen. Ik mag hopen dat alles goed gaat. Ik wil graag hun ervaringen horen, maar met het jongetje erbij kunnen we hen zeker niet zien. Hoogstens op afstand in een park, maar dat praat niet goed.
Ellen, wat heerlijk dat jij in deze moeilijke dagen weer vaker zo communicatief bent! Zeg nog maar eens iets uitdagends tegen Jopi !!
Jongens, houd je goed, met elkaar, muziek en boeken. Wij lezen ons suf, verder wordt er heel wat gemaild en getekend en langs de Amstel gewandeld en gefietst.
Houd vol en blijf verstandig, veel groeten en liefs uit de Utrechtsedwars!
Marc en Jeannette.

****

Lieve Jeannette en Marc.

Zing Corona De Wereld Uit. De Wereld Draait dus toch nog steeds heel gewoon Door. Gelukkig maar. Niet dankzij de zorg en alle andere uiteenlopende hulpdiensten maar dankzij onze zingende exibistionistische ‘beroemdheden’ met hun niet te stillen aandachthonger. Uit een pandemie pogen een slaatje te slaan. Het zijn de volslagen idioten waar jullie ongetwijfeld onder meer op doelen. Geen songfestival maar wel een coronalied op je nuchtere maag. Laat die gasten zich melden voor de wijkzorg. En dan graag anoniem. Cool, Calm, Collected (naar Churchill) en het Coronalied (naar Ellie Lust). Hoe voorkomen we de vergetelheid, mijmerde een stel zich vervelende BN’ers. Nou zó. Met een lied uit de kelen van Gordon, Leontine Borsato, Yolanthe en nog heel wat andere onbaatzuchtige momenteel te weinig stralende sterren. Met zulk nieuws kan ik me ook wel weer vermaken. Als sprinkhanen zijn ze. Ik miste overigens de familie Hazes in de opsomming. Kan het, dacht ik nog, ook weer eens over iets anders gaan dan over corona? Maar dan écht over iets anders. Had vorige week bijna heel oneerbiedig gefluisterd dat het overlijden van Liesbeth List een welkome onderbreking was van de nuttige info maar vaak ook weinig zinvolle infotainment betreffende het verschrikkelijke virus dat zich in heel zijn verwoestende uitwerking tot een pandemie heeft ontwikkeld. De onzichtbare vijand. De ongrijpbare. Met heel haar bijna majesteitelijke klasse zou Liesbeth List zich waarschijnlijk omdraaien in haar graf als ze het coronalied kon beluisteren. Buitenhof gisteren was in journalistieke zin een verademing. Vooral dankzij de kwaliteit van de interviewer, de messcherpe Twan Huys. Hem kun je met een gerust hart op het onderwerp corona loslaten. Het leidt tot diepgang en bezonkenheid. Maar hoevelen in de media kakelen er maar niet een flink eind op los! Twan Huys zette die meneer van de Rabobank toch maar behoorlijk klem met de rente. Zalvende bankpraat. Maar hebben we niet afgeleerd de banken op hun woord te geloven? En de trucs die de Amerikaanse ambassadeur uithaalde om onder enkele lastige vragen uit te komen aangaande de flipperkast politicus Donald Trump waren wel heel erg doorzichtig. Stopt corona het virus Trump en gaan we Biden krijgen? Anders gezegd: wordt het in plaats van de hond straks de kat? Buitenhof gezien gisteren? Die viroloog was interessant hè! Leerzaam! Als voorheen mediatrainer zou ik die man alleen wel adviseren in een tv-studio een andere bril op te zetten. Leuk hoor zo’n ijdele excentriekeling, maar ik betrapte mezelf erop dat ik soms meer naar zijn montuur zat te koekeloeren dan dat ik zat te luisteren naar zijn adviezen. Hij leek me een hoogvlieger in de virologie. Absoluut top vond ik die huisarts uit Zeist, die mevrouw met wie Twan Huys zijn programma afsloot. Ik werkte bij Het Parool toen die ellende met aids kwam opzetten en zich verder verspreidde. Naast me op de buitenlandredactie zat een zekere Rob die aids had. Wat wisten we ervan, wat wisten we van hiv? Om beurten haalden we koffie uit de automaat voor elkaar. In van die welbekende plastic bekertjes die je heel snel fijn kneep als je niet oplette. Welnu, ook Rob haalde koffie. Als hij van de automaat terugkwam, was ik bang van het bekertje te drinken. Want hij had er met zijn handen aangezeten. Die vrees hadden de anderen ook, maar we durfden er geen van allen openlijk over te praten. Ik heb toen het AMC in Amsterdam gebeld en bij de afdeling voor terminale aidspatiënten geïnformeerd hoe ik het beste kon omgaan met iemand vlak naast me die met hiv was besmet. Veel later heb ik samen met Ellen mijn collega Rob eens op een zondagavond in het AMC bezocht. Hij was toen opgenomen om niet veel later te sterven. Afschuwelijke beelden staan me van die aidsafdeling nog steeds voor ogen. Ik moet er nu na al die jaren, meer dan dertig jaar, aan terugdenken. Het was uit mijn gedachten maar de herinnering is er weer. Mede door de berichtgeving deze weken rond het corona. Toen bij Het Parool, maar ik weet het ook van andere kranten, was heel duidelijk dat over aids geschreven werd door de redacteuren die gezondheidszorg in hun portefeuille hadden. Het waren vakspecialisten die op het onderwerp aids werden gezet, geen generalisten. Het ging bij de nieuwsvoorziening om expertise en de juiste contacten in het medische circuit. Scoringsdrift werd ingetoomd. Er werd niet op los gespeculeerd. Het zal heus niet altijd goed zijn gegaan, zeker niet, maar toch. Het ging om de balans. Je kunt een bevolking ook gek maken en dan verdringen ook nog eens die BN’ers zich met een lied op je beeldscherm. En dat brengt Ellie Lust natuurlijk weer bij Jinek. Nu mis ik vooral de afweging van hogerhand in de journalistiek waar het gaat om het relevante en het irrelevante. Elke journalistieke beginneling houdt zich met het corona bezig. Ook degene die eigenlijk nog op het niveau van het bloemencorso staat. Heel gevaarlijk. Het kweekt hypochonders. Het zegt veel over de verdere vercommercialisering van de media. En het hedonisme. De acute behoeftebevrediging van de nieuwsconsument. De media zouden minder hitsig moeten zijn. Extra lange uitzendingen van het povere Goede Morgen Nederland zijn contraproductief. En zo heb ik meer voorbeelden. Reed in mijn trouwe Skoda voor wat boodschappen naar de Vomar en kon mijn oren niet geloven afgelopen vrijdag. Op de radio (NPO 1) een inbelprogramma. De tante Hanny’s en ome Karels konden ons laten weten hoe ze zich momenteel door de dagen worstelden zonder Ikea, de woonboulevards, restaurants, bioscopen, vakantievluchten en (Karel) de bordelen. En maar klagen dat dit corona leven niet te leven viel. Ik vroeg me af of er ook op Haïti en in Bangladesh zulke inbelprogramma’s bestonden voor mensen die bij natuurgeweld in één klap al hun familieleden en hun hutje verloren. Dit is toch godverdomme niet te geloven, dacht ik. Van die kneuzen op de radio die zichzelf niet kunnen vermaken, maar door anderen altijd vermaakt moeten worden. Het kon nog erger. Terug van de Vomar met voor Ellen en mij onder meer een moorkop die we geen moorkop meer mogen noemen, op de autoradio de mededeling dat de instanties steeds meer met huiselijk geweld te maken krijgen. Geweld van mensen die nu de hele dag op elkaar lip zitten –  binnen de richtlijnen van het corona – en die nu beseffen welk een uitgedoofd huwelijk ze al vele jaren hebben. Hoe daar weer mee om te gaan. Er blijken werkgevers te zijn die speciale coaches hebben aangesteld – corona coaches (cc’ers) die werknemers thuis opbellen met de vraag of ze al kierewiet zijn geworden met de godganse dag vrouw en kinderen om zich heen. Zo ja dan wordt er samen over de telefoon gebeden en om kracht gesmeekt. Mag ik hierom lachen na tien jaar mantelzorg en toch wel enigszins een sociaal isolement? We klappen voor de zorg. Wij in stilte. Jullie ook tijdens het wandelingetje langs de Amstel. Veel bekende Nederlanders klappen eveneens. Ze zingen en ze klappen. Maar haasten zich om ons dat via sociale media te laten weten. Je zou eens uit de belangstelling geraken! Ben benieuwd of we ook nog klappen voor de zorg als het corona eenmaal is bezworen. Krijgen die mensen in de zorg er dan een paar euro’s bij op hun loonstrook? Ik vrees van niet. De vitale beroepen kunnen straks weer een sneer krijgen. Dan rukken de boeren weer op naar het Malieveld. Helemaal met jullie eens waar het die vluchtelingen op Lesbos betreft. Vaak denk ik deze dagen: wij zijn veel te veel verwend in West-Europa. We zijn doorgeschoten in onze behoefte aan luxe. Ons moet een lesje worden geleerd. Maar corona is wel een erg harde les. En leren we die? Wij in het extreem welvarende deel van de wereld kunnen niet tegen een stootje. Wij lossen bij tegenslag op in onszelf – gelijk een bruistablet. Straks gaan we weer voor economische groei als de belangrijkste liturgie in ons neoliberale en op winstcijfers gebaseerde bestaan. We staan heel narcistisch voor de rechter om gelukkig van de VPRO te verliezen. Zouden er ook voor die vluchtelingen aan de Turks-Griekse grens inbelprogramma’s op de radio zijn waar ze hun verhaal kunnen doen over hoe moeilijk het wel niet is om de hele dag vrouw en kinderen op je lip te hebben zitten? Inderdaad, geen liesoperatie omdat zulke operaties tot nader order zijn uitgesteld. De pijn valt mee. Niet tillen. Maar dat vergeet ik wel eens. Dan krijg ik van het zorgteam van Ellen op mijn lazer. Maar ja, je tilt zonder nadenken zo makkelijk te zwaar. Ik blijf opgetogen over met welk een compassie de dames Ellen verzorgen, dag in dag uit. Liesbeth List nog even. Veel overeenkomsten met Ellen. Beiden vlak voor de Japanse bezetting van Nederlands-Indië geboren. Ellen zelfs op de dag van de capitulatie. Beiden geboren in Bandoeng. In hetzelfde ziekenhuis. Beiden met hun moeder in een jappenkamp. Beiden daarna nog achter bamboe vlechtwerk tijdens de Bersiap. Misschien Liesbeth List net als Ellen ook wel in Ambarawa. Beiden op jonge leeftijd hun moeder verloren. Beide moeders hielden trauma’s en gezondheidsklachten aan het kampleven over. Hun dochters later genoten van het Amsterdam van de jaren zestig. Ieder op eigen wijze. Amsterdam en het open venster. Nagellak, eyeliners en zo meer. Flower Power. Dolle Mina’s. Provo. Nieuwmarktrellen. Liesbeth List was meer dan Pastorale, Achter de Heuvels en de fantastische vertolking van de eveneens onvergetelijke Franse zangeres Edith Piaff (Edith ‘Mus’) met haar rauwe stem en haar ‘La vie en rose’ en ‘Non, je ne regrette rien’. Liesbeth List, de geadopteerde dochter van de vuurtorenwachter van Ameland, in de ban van Ramses Shaffy en Jacques Brel en van de vocale nalatenschap Piaff, de dochter van een Parijse kroegzangeres en een acrobaat die in 1963 in de Provencaalse parfumstad Grasse overleed. Triest hoe Liesbeth List terugkeek op haar jaren met de schrijver Cees Nooteboom. Triest dat ook haar lot dementie was. Een ode aan Liesbeth List. Niet echt een weeskind maar toch ook weer een beetje wel. En ja Jan: hij was op ‘stage’ in een verpleeghuis vol zware dementerenden. In de gesprekken die ik met Jan heb, gebruiken we het woord ‘stage’. We maken er maar een lolletje van. Maar de realiteit is dat allerminst. Het zijn donkere wolken die niet overdrijven. Jan heeft wel degelijk nachtmerries zo nu en dan. Hij klaagt ook de mensen aan die hem ten onrechte dit alles hebben aangedaan. Eenzaam maar niet dement, zo was het. Ik heb Jan aangeraden over die hele afschuwelijke episode van welhaast acht maanden – nee langer! – een boek te gaan schrijven. Hij kan de pen goed hanteren. Boeken en muziek, onmisbaar, klopt! Ze zijn nu al helemaal van onschatbare waarde. Las zo-even op internet dat de hamsterwoede van de supermarkten is overgeslagen naar de drogisterijen en de slijter Gall & Gall. Geestig. Ging gisteren even de deur uit voor een bloemetje. Even na zessen weer zo’n praatprogramma. Een inbeller. Onderwerp: van elkaar anderhalve meter afstand houden op last van de regering. Maar bij welke windkracht? vroeg de inbeller. Als we nou eens uitgingen van anderhalve meter bij windkracht zes. Zou die afstand dan niet groter moeten zijn bij windkracht zeven? Daar zat natuurlijk wel iets in. In de studio pijnigde een wetenschapper zich het moede corona hoofd over de kwestie. Er stond veel wind gisteravond. Ik denk wel windkracht acht. Voor dat enkele bloemetje moest ik van Albert Heijn toch wel degelijk een winkelwagentje pakken. Mij passeerde een mevrouw op een halve meter bij windkracht acht om haar winkelwagentje weer terug te zetten teneinde vijftig eurocent retour te krijgen. Ik dacht er even aan om de radio te bellen met de vraag hoe we daar nu weer mee om moeten gaan. Je pakt een winkelwagentje en op hetzelfde moment sta je schouder aan schouder met iemand die zijn of haar winkelwagentje net terugzet. Lijkt me een onderwerp voor Goede Morgen Nederland. De ziekte van Parkinson heeft veel om het lijf. Je hoort het nu ook van Rob de Nijs en de operazanger Ernst Daniël Smid die al eerder de dood van zijn vrouw voor zijn kiezen kreeg. Parkinson maakt cynisch, zeker wel. Meer dan eens heb ik geschreven over de wijsneuzen in onze omgeving. We moesten maar het leven proberen te nemen zoals het viel, merkte er één eens op. Nu aanschouw ik die persoon als een ineengedoken bibberaar die bidt dat het corona haar maar bespaard mag blijven. Laat het haar deur voorbij gaan. Ze zit nog net niet met een gasmasker op thuis. Verder neemt deze vrouw het leven zoals het valt. We leerden onszelf te wapenen tegen de gesel van de gemene aartsrivaal parkinson. Mochten we getroffen worden door het corona dan hebben we opnieuw pech. Dramatischer wil ik het niet maken. Maar we doen er alles aan die pech te ontlopen. De laatste keer bij de Jumbo liep er een puber voor me. Hij deed met zijn blote hand een greep in de bak met broodjes. Kneep in een broodje, vond het kennelijk niet knapperig genoeg, en gooide het broodje laconiek terug in de bak voor de volgende klant. Ik zei er wat van. De puber keek me onverstoorbaar aan. Ik vroeg aan een meisje wie over de broodafdeling de leiding had. Want ik wilde de puber de winkel uit laten zetten. De leiding over de broodafdeling bij de Jumbo berustte bij een jochie dat normaal thuis nog in de box speelde. Hij vond het niet de moeite zich over die broodjes druk te maken. De mentaliteit van onverschilligheid. Of misschien is het wel gewoon de leeftijd. Zoals ook die corona feestjes in hotels. In Haïti en Bangladesh schudden ze waarschijnlijk hun hoofd. Die zijn in levenswijsheid veel verder dan wij. Op Lesbos wellicht ook. Hebben meer meegemaakt. Hebben meer van het leven gezien. Ze kennen de andere kant van de medaille. De kant die niet blinkt. Lieve groeten van hier, van ons. Zeker ook van Ellen die zich kranig weert. Ze eet en drinkt heel goed. Ook de huisarts toont zich er telkens weer content mee. Al niet minder geldt dat voor de verzorgenden en andere steunpilaren. Wees veilig en binnen de regels van nu digitaal omhelsd.

****

Dank voor je blog, Johan.

Jeannette werkte toch voor De Groene? Lief van haar om te reageren op mijn situatie. Ja (haar vraag), ik ga dit nog verder uitzoeken. Hoewel het speuren grotendeels is gedaan. Excuses (ontvangen van de raad van bestuur) zijn na een halfjaar gevangenschap niet genoeg. Mijn advocvaat vertelde dat een gevangene 80 euro per dag ontvangt als de opsluiting onterecht was. Tel daarbij de -niet fiscaal aftrekbare- verblijfkosten. Plus een soort van (financiële) genoegdoening voor -zeg maar- immateriële (geestelijke) schade. Hoewel nu minder, heb ik af en toe nog steeds nachtmerries. In één droom had ik vier mij bekende Vreugdehof-dementen op bezoek. Horror. Dat weer vele, op een veer in hun reet beluste, al of niet BN’ers een lied zouden produceren was mij bekend. Ik heb alleen flitsen in het nieuws gezien. Verder bekijken die zaadvretende aandachtorgels het maar. Met of zonder (Ellie) Lustgevoelens. Je besteedt -terecht- aandacht aan Liesbeth List. Had Matthijs van Niewkerk dat maar gedaan. Het nieuws van haar overlijden werd bekend afgelopen vrijdag. Met op die dag de laatste uitzending van DWDD. Ik had verwacht dat dan -tenminste een deel van- de uitzending aan List zou zijn gewijd. Mooi niet. Alleen ‘piepkuipen’ Marc-M. H. (ja Derksen, hij heeft een hoge stem, maar ik vond het één van de beste tafelheren) noemde haar en passant, maar Van Nieuwkerk reageerde nauwelijks. Normaal zou hij zijn programma voor List hebben omgegooid. Nu opeens geen improvisatie? Had de laatste uitzending niet naar zaterdag kunnen worden verplaatst? Wat een flater! Toevallig waren er die dag zes pagina’s gewijd in de Volkskrant aan het stoppen van DWDD. Met -korte- quotes van 24 van de veel meer tafelheren en -dames. Eén van Jort Kelder: ‘Ik liep met de directeur van het Rijksmuseum, Wim Pijbes, in Londen. Hij mopperde dat hij voor de derde keer was afgebeld door de redactie. Matthijs kan aan het eind van de middag rigoureus het bord schoonvegen.’ Ik dacht hieraan toen ik de blamage richting List zag. Overigens, al eerder tegen je gezegd, vond ik DWDD een topprogramma. En MvN een uitstekende presentator en interviewer. Daar kunnen de nieuwelingen bij Op1 wat van leren. Bij de middelbare schoolcourant Goedemorgen Nederland leren ze het nooit.  DWDD hield niet krampachtig vast aan wat heet hetzelde format. Met opeens aandacht voor wetenschap. Boeken. Klassieke muziek op z’n tijd. Een programma wat zichzelf telkens uitvond. Lesbos, de grens tussen Turkije en Griekenland: blamerend dat de EU (Nederland incluis) daar niks aan doet. Ja, mooie woorden. De volgende flater is reeds begaan. Genoten gisterenavond van econoom Arnoud Boot bij Op1. Die er terecht op wees dat dominee Nederland een catastrofale fout begaat door de zuidelijke landen in Europa nu in de steek te laten: ‘eigen schuld, dikke bult, had je je financiën maar eerder op orde moeten krijgen.’ Dit pleidooi sprak kennelijk aan bij Geert-Jan Leers. Nu nog Rutte en Hoekstra wakker schudden: buigen voor populistisch rechts is pure zwakte. Medemenselijkheid boven politiek gewin aub. Volgens schrijver en nu ook (?) columnist Ilja Pfeiffer in HP/De Tijd kan een Nederlandse toerist volgend jaar beter uit Italië wegblijven. Ik heb eindelijk bieten gescoord in de supermarkt. Overigens, bij AH en Dirk hier, hoeven er geen muntjes meer in de winkelwagen. Karretjes worden, na ontsmetting, hier aangereikt door een soort van portier.

Groet aan allen, een kusje speciaal voor Ellen,

Jan

****

Ha Ellen en Johan,

Mooi te lezen die overeenkomst van Ellen en Liesbeth List in hun vroegste jeugd in voormalig Nederlands-Indië. Lees dat alles goed gaat met Ellen, heel fijn. Met de dochter van mijn overleden vriendin gaat het beter. Ze loopt weer een beetje door de kamer. Ongelofelijk. Wilskracht.

Lieve groet, Wil.

****

Beste Johan, Zo maar een teken van leven, een groet ook. 

Hoe gaat het met u? Ik dacht, laat ik eens googlen op uw naam. 
Een eigen site, ook dat nog. Ik herinner me uw lessen voor
'Medium Krant' in het derde jaar van het FHJ. 
Mooie herinneringen!
Ik weet niet of u mij nog kent. 
Het is immers alweer zeven jaar geleden.
Hartelijke groeten, all the best.
Willem Brouwer 
(destijds Hapertnaar, nu Eindhovenaar).


Beste Johan,

Hoe ik erop kwam u, als uw oud-student, te googlen? Ik ben in de weer met afstuderen. Ja, veel te laat mee begonnen, maar het kan nog. Deze quarantaine-tijden lenen zich daar uitstekend ovor. Dus laat ik er dit schooljaar een eind aan breien. Dat zou mooi zijn.
Medium Krant. Ik herinner me dat u streng, maar rechtvaardig was. En dat menig student een beetje schrik had van ‘die strenge Carbo’. Ik kon het goed met u vinden, want ik lette supergoed op (en dat kon u bekoren) en leverde mijn opdrachten netjes op tijd in. Ook ging ik nog wel eens tegen uw stroom in, wat die andere schijterds niet durfden. Dat leverde leuke gesprekken op. Ik kon hartelijk lachen met u. Zo noemde ik u ‘ouwe reus’. Dat vond u wel oké. Ik vond dat leuk.
Mooie tijden. Heel veel sterkte met uw vrouw. Groet en handdruk, Willem.



COOL, CALM en COLLECTED (2): Naar een script van Hitchcock en Dahl

Hey Johan,

Dank voor jouw bericht. Mis het normale leven best wel. Hoe vergaat het jou verder in deze uitzonderlijke situatie? Maar goed, we hebben geen keuze, het virus kan dodelijk zijn. Ga wel alleen kort wandelen, houd dan de afstand tot anderen in de gaten. Ook kapper inmiddels, terecht overigens, dicht. Ben benieuwd hoe lang het gaat duren. Wordt wellicht kapsel uit de jaren 70! Matje in mn nek etc. Goed dat je Ellen met zo min mogelijk mensen in aanraking brengt nu. Met Caroline gaat het naar omstandigheden goed. Behandeling lijkt wederom aan te slaan. Maandag gaat zij trouwen. Alleen de getuigen mogen daarbij aanwezig zijn. Hoop dat de situatie gauw weer normaliseert, verwacht dit echter niet. Luc is nu gelukkig corona vrij, voelt nog wel zijn longen maar beschikt nu dus over de noodzakelijke antistoffen. Zullen we hier van leren? Dat globalisering en economische groei bepaald niet alles is?! In tegendeel. En dat er in Nederland veel te veel dieren zijn met alle risico’s van dien! Vrees van niet! Hopelijk tot gauw! Hartelijke groet ook aan Ellen.

Charles

****

Ha die Charles,

Van een paar deuren verder… Het is misschien wat cru om te zeggen, maar tegen jou durf ik dat wel: de wijze filosofische woorden van ene visionaire en sinds vier jaar betreurde Johan Cruijff, vandaag zijn sterfdag, indachtig: elk nadeel, hoe verschrikkelijk en complex ook, heeft zijn voordeel. Ik constateerde dat gistermiddag rond de klok van drie toen ik even twee brieven naar de post was brengen. Dat mocht nog net. Ik passeerde Gijs van nummer 2 in onze door God en alleman verlaten straat. Een fantastische man die Gijs, veel humor, veel sociale contacten, heel actief. Wast voor de deur het dak van zijn grote auto vanaf een keukentrapje. Niemand zou dat durven, Gijs wel. Gijs woont alleen. Behalve in het weekend als zijn LAT langskomt om te fietsen en voor allemaal gezelligs nog meer. Hij stond voorover gebogen over zijn tuinhekje, Gijs, en had het over ‘surrealistische toestanden’ die ‘niet te lang moesten duren’. Want dan werd hij ‘gek en rijp voor een opname’. Moest ik van onze inmiddels wettelijk verplichte afstand van 1,5 meter wel even om lachen. Gijs kon niet meer gaan en staan waar hij wilde. Hij was uit zijn doen en oprecht verontwaardigd. Gijs: ‘Ik betrap mezelf erop dat ik soms minutenlang wezenloos uit mijn raam sta te staren om wat te zien te hebben’. En hij vervolgde: ‘Alles is anders geworden. Ik kan niet meer buiten de deur een hapje gaan eten. Alle restaurants dicht. Ik vind het leuk om soms in het weekend naar een hotelletje te gaan met mijn vriendin, maar ik kan totaal geen plannen meer maken. En juist dat maakte het leven altijd zo aangenaam. Het maken van plannen geeft energie. Ik werk nog een beetje, maar ook dat ligt voornamelijk stil. Ik loop hier in mijn tuin dingen op te ruimen die allang opgeruimd zijn. Surrealistisch is het, dat zei ik zo-even al.’ Hij keek me aan, Gijs, en zijn linker wijsvinger ging de kant van nummer 12 op, ons huis. ‘Jouw vrouw is ziek Johan, jij leeft al jaren met beperkingen, ik benijd je niet, maar jij kunt je misschien net even iets makkelijker aanpassen aan al die protocollen van nu dan ik.’ Ja, concludeerde de mantelzorger in mij, ook mijn leven was door het corona virus anders geworden, maar (kennelijk) toch niet zo dramatisch anders dan dat van de meesten uit mijn omgeving. Parkinson brengt je als vanzelf in quarantaine. Het gaat stapsgewijs en dan weer sprongsgewijs. Je levert sociaal in. Gijs vertelde nog dat hij thuis achter zijn keukentafel en met zijn leesbril op net deed alsof hij weer op het gymnasium zat. Hij was begonnen om via de computer zijn kleindochter bijles te geven en te begeleiden naar het eindexamen. ‘Maar ik zie er nog van komen, Johan, dat er helemaal geen eindexamen plaatsvindt. Als ik het allemaal goed heb begrepen krijg je straks het papiertje op grond van je cijferlijst bij het uitbreken van de corona crisis. We leven plots in een hele rare tijd.’ Daar moest ik Gijs gelijk in geven. Alhoewel: de Spaanse griep, de Mexicaanse, de gele koorts, de lepra, de eeuwig durende hongersnoden in Afrika, de sprinkhanenplagen, de vluchtelingenstromen, de globalisering en die dwangmatige toverspreuk van economische groei waartegen we verplicht zouden moeten worden ingeënt. Ineens riep het corona ons een halt toe. Ik vertelde Gijs dat ik niet de hele dag voor de televisie zat of met mijn oor aan de radio. Bewust niet. We kijken ’s morgens een half uurtje nieuws en dan verder ’s avonds om zes uur even. Het is een hele goeie remedie om niet stapelgek te worden. Daar zei ik zowat, vond Gijs. Ik heb met Diana en Elly ook afgesproken dat onze gesprekken niet uitsluitend gaan over het corona. Om me heen te veel voorbeelden van mensen die over niets anders meer kunnen praten. En ze jagen elkaar schrik aan. Al die mensen naar het strand, het zouden voor Alfred Hitchcock schitterende filmopnamen zijn geweest en voor Roald Dahl meeslepende regels in een boek. De apocalyps. Het spoor bijster. Het einde der tijden. God die genoeg heeft van zijn zondaren. De vlucht voor het corona naar het uiterste puntje van ons land: de vloedlijn. We rennen letterlijk de zee in van ellende. Met Diana richten we ons op de huizenmarkt. Met Elly op de gedeeltelijke verbouwing van haar woning en de meniscus van haarzelf en haar man Ber. Ook die moeten wachten, net als ik met mijn lies. Geen operaties van dingen waar paracetamol voor is. Elly Wolf had van afgelopen zondag nog een bijzonder verhaal. Een in onze stad wereldberoemde Uteregse zanger had aangeboden voor de deur van het verpleeghuis wat nummertjes ten beste te geven. De opgehokte, merendeels zwaar dementerende bewoners vonden het prachtig. Ze stonden in een dikke winterjas tegen die venijnige en verraderlijke voorjaarswind met hun rollator aan de balustrade van hun balkon. En die beroemde zanger maar zingen. Het was even feest voor de bewoners van wie de meesten totaal niet begrepen, en ook nooit zullen begrijpen, waarom ze ineens geen bezoek meer krijgen. Van het ene op het andere moment was het uit met de pret. Buurtbewoners hadden geklaagd. Overlast. Die kwamen als gezonde medeburgers natuurlijk net van het strand of uit het bos en hadden de pest in dat ze daar verjaagd waren. Tja, we gaan hier zeer selectief om met de nieuwsvoorziening. Verschrikkelijk is dat onnozele ‘Goede morgen Nederland’. Hoe zijn die jongedames, die moeten doorgaan voor presentatrices, ooit bij de tv terecht gekomen? Die vraag stelde ik afgelopen weekend ook aan mijn Brabantse oud-collega Jan van den Heuvel die de techniek deed bij onze mediatrainingen op de hogeschool in Tilburg. Als je stem niet goed is dan kun je nog zulke intelligente vragen stellen, je wordt niet serieus genomen. De jongedames van ‘Goede morgen Nederland’ hebben afgezien van een te hoge stem ook niet het vermogen goed te interviewen. Zulke programma’s maken van het corona drama een toneelstuk. Het is een onverantwoord massaproduct in tijden van zoveel angst en onzekerheid. ‘Goede morgen Nederland’ zou voor de geestelijke veiligheid van de buis gehaald moeten worden of per direct een volwassen presentatie moeten krijgen. Jort Kelder bijvoorbeeld, dat niveau, Sven Kockelman. De huidige presentatie van WNL is op zijn Telegraafs en kan een onderwerp als het bloemencorso aan, maar het corona is van een geheel ander niveau met ongekende impact onder alle lagen van de bevolking. Het zijn de simpele eisen die zeker in tijden van het corona aan de serieuze journalistiek gesteld mogen worden. De berichtgeving over het corona verdraagt geen coterie. De presenterende jongedames zijn meer in zichzelf geïnteresseerd dan in hun onderwerp. Je ziet het ook aan hun lichaamstaal. Zoals Gijs over zijn tuinhekje geleund zei: ‘Ik waan me in de griezelwereld van Roald Dahl.’ Alle waardering voor het kabinet. Ik hoop dat onder de gegeven omstandigheden zo’n charlatan als de boreale Baudet electoraal steeds meer op achterstand komt. Hopelijk raken we dát virus kwijt. Het virus Baudet. Ik breng nu al drie dagen ’s middags het bed van Ellen tot aan de open schuifpui hier. Lekker het zonnetje en uit de wind. Ik vroeg Ellen zondag hoe ze dat vond. Eerst geen antwoord. Daarna nog niet. Maar later ’s middags: ‘Heerlijk!’ Kijk, dat ‘Heerlijk!’ geeft de burger weer moed. Het hoofd naar de zon. Leterlijk en figuurlijk. Zelf net een wetenschappelijke studie over narcisme uit. Wist niet dat de film ‘Black Swan’ die ik jaren geleden met Ellen in Louis Hartlooper zag vooral ook om narcisme draaide. Mensen met een ongezonde zelfwaardering en zelfoverschatting zijn niet tot warme, hechte relaties in staat. Die jagen ná. En het zijn vernielers. Ze hebben vaak aan elke vinger een liefje, maar maken alles na verloop van tijd stuk. Toen Narcissus verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld was hij zestien jaar oud. Enfin, het was heel leerzaam, die wetenschappelijke studie. Las ook dat àls je je bedrijf rigoureus wilt reorganiseren, je maar het beste een narcist aan het roer kunt zetten. Want die voelen niet de pijn die ze anderen aandoen. Die missen een antenne voor lotsverbondenheid. Ze schakelen heel gemakkelijk hun geweten uit. Ik raad je trouwens het Boekenweek geschenk van Annejet van der Zijl aan. ‘Leon en Juliëtte’. Een schitterende familiereconstructie. Amerika, South Carolina, Charleston en de slaven van de katoenpluk. Leon die het slavenmeisje Juliëtte trouwt, ongekend voor die tijd, de negentiende eeuw. Daar komen wij aan met onze boreale prietpraat vol normen en waarden! De Nederlandsch Hervormde Kerk in de tijd van de slavernij: zelfs God gehoorzaamde aan de Leer der Kerkenraad. Blanke baby’s in Nederland en in de koloniën werden vanzelfsprekend vóór de kansel gedoopt. Kleurlingen àchter de kansel, al had de blanke vader daar eerst nog onnoemelijk veel overredingskracht voor nodig. De zwarte slaven met kroeshaar waren als uitwerpselen. Evenals de koelies. Ook voor God, wist de Kerkenraad. Dat ik niet eerder dan op mijn vijftiende afstand heb genomen van kerk en geloof! Daar schaam ik me nu voor. Wanneer begint Nederland zijn kerkelijke geschiedenis te herschrijven? En niet alleen zijn kerkelijke! Fijn dat het met Ceciel en haar dochter naar omstandigheden goed gaat. En ja, nu trouwen gebeurt onder de meest sobere omstandigheden. Je kunt tevoren niet eens even naar de kapper. Laat ik nou zonder vooruitziende blik vorige week nog geweest zijn! En Renda uit India kwam ook nog even langs voor Ellen. Zowel jij als ik, we zijn lezers. Daar hebben we nu geluk bij. De grootste pech betreft hele volksstammen die zichzelf niet kunnen vermaken maar door anderen telkens vermaakt moeten worden. Die zijn echt niet te benijden. Ons nationale aandachtorgel Dré Hazes koestert momenteel zijn huiselijk geluk, zo laat hij in woord en beeld via internet weten. Hij zou toch eens even uit onze gedachten zijn, ons aller knuffelprinsje! Aandoenlijke eigenliefde. Ook zijn moeder probeert koortsachtig via de sociale media maar in de belangstelling te blijven. Met veel diepzinnigheden. Als de dood dat ze het afleggen tegen alle andacht voor het corona. Daar kan ik me mee vermaken. Dagelijks sta ik nu op het de gedachte: wat zou die operettefamilie Hazes me nu weer te melden hebben. Ik betrap me erop dat ik me met die mensen vermaak. Schaamteloos plezier om een schaamteloze familie. Aandoenlijk tal van BN’ers momenteel proberen te voorkomen dat ze uit de publiciteit geraken. De Gordons haasten zich op sociale media te melden dat ze voor de zorg klappen, waar wij dat in stilte doen. Ik hoop dat we ná de corona crisis ook nog voor de zorg klappen en dat voor het grondpersoneel in de verpleeghuizen en ziekenhuizen het salaris omhoog gaat. Het is mooi om nu over vitale beroepen te spreken, maar laten we dat ook straks blijven doen. We mogen nog wel op anderhalve meter afstand met een winterjas aan in de tuin een glaasje vino drinken. Daar heb ik Rutte, Grapperhaus, De Jonge en Van Rijn niet over gehoord. Denk er maar eens over na. Gijs heeft gelijk. Je moet in het leven plannen kunnen maken. Je moet ze willen kunnen maken. Ook ik betrap me erop voor het raam te staan en naar buiten te staren. Mijn ogen kijken maar zien niets. Ik ben dan in gedachten. Soms leidt dat tot een mooie zin. Afgelopen zaterdag leidde het naar buiten staren tot het besef dat ik in de voortuin nog altijd een kale plek moet opvullen. Ik dacht: naar het tuincentrum, daar loopt nu waarschijnlijk niemand. Mis. Al van ver zag ik parkeerpolitie in oranje hesjes. ‘Is het druk?’ vroeg ik de man die met zijn armen stond te zwaaien. Dat had ik beter niet kunnen vragen. ‘We lopen ons met z’n allen te vervelen’, kreeg ik te horen. Ik ben omgedraaid en dacht aan een ander tuincentrum waar het de laatste jaren opmerkelijk stil is. Van hetzelfde laken een pak. Onbereikbaar dat tuincentrum. Lange rijen blokkeerden de route. Lange rijen auto’s voor de vuilstort. Ja, wist iemand me naderhand te vertellen, daar dook ook ineens iedereen op. Nederland aan de schoonmaak en het opruimen van ouwe zooi. De griezelverhalen van Alfred Hitchcock en Roald Dahl. Gijs heeft gelijk. Een mens leeft niet graag in onthouding. Ook ik mis. Mijn wekelijkse uitje naar de zonnebank bijvoorbeeld. Vielen die onder een gezonde of onder een ongezonde eigenliefde? Interpretatie waarschijnlijk. Onze onzichtbare vijand. Die is van alles de schuld. RTL berichtte over de vrees bij instanties voor toename van huiselijk geweld door alle quarantaine. Dit kan niet waar zijn, zegt deze mantelzorger, en sluit zijn blog af. In Spanje molesteren ze ambulancepersoneel dat slachtoffers naar een ziekenhuis probeert te brengen. De plaatselijke bevolking wil het eigen ziekenhuis niet openstellen voor corona van elders. Ook dit moet nepnieuws zijn. In Nederland worden buschauffeurs en trambestuurders in hun gezicht gespuugd door zwartrijders. Prins Charles in Engeland is natuurlijk niet voorgekropen bij het afnemen van een test op corona. Zoals alle gewone stervelingen wachtte de eikel rustig en beschaafd zijn beurt af. We geloven hem op zijn woord.

****

Hallo Johan!

Nog geen liesoperatie, begreep ik. Helpt paracetamol voldoende? Hoe houdt Ellen zich in deze coronacrisis? Is er veel aangepast? Ik weet even niet of jouw achtertuin op het (zuid)oosten ligt. Maar ik nam al aan dat ze weer -al of niet in bed- in de bruining ligt. Ga je nog met haar wandelen? Heb vrijdag a.s. een afspraak bij de kapper. Ach, ik heb de periode van ‘langharig, werkschuw tuig’ ook meegemaakt. Dus! Wel was Grapperhaus erg onduidelijk – zo bleek gisteren – over het verbod op evenementen tot 1 juni, want het blijkt beperkt tot bijeenkomsten die een vergunning behoeven. Achteraf had Rutte (die het ook naar mijn mening goed doet) wel wat duidelijker kunnen zijn over de ‘groepsimmuniteit’. Ik heb zijn toespraak nog eens nagelezen. Hij heeft niet gezegd dat die immuniteit een doel is. Hij had wellicht beter kunnen beklemtonen dat dit een nevengevolg van het beleid is. En daarmee kunnen vermijden dat onze ras-leiders B. en W. hem op bijzonder onsmakelijke wijze als moordenaar bestempelden. Bij de toepspraak van Rutte stak de rede van onze keuning zwak af. Zou hij – als het een spreekbeurt was geweest op de middelbare school – een voldoende hebben gehaald? Een meesterdaad ja om Van Rijn als minister binnen de club te halen. Als ik Van Rijn was, zou ik de periode niet beperken tot drie maanden. DWDD houdt op. Het programma heeft -op populaire wijze- veel aandacht geschonken aan cultuur, in brede zin, en aan wetenschap. Mijn bezwaar was (al jaren geleden) dat het écht een grachtengordelprogramma was. Daar hebben de populisten, naar mijn mening, gelijk in. Waarom Splinter Chabot zo vaak op de buis laten komen. Kan nog ettelijke andere namen noemen: elitaire inteelt! Goed, aan de strijk nu. En luisteren naar de mening van Dries Roelvink. Waarom Sven Kockelman die oen elke dag ‘Hallo landgenoten’ laat zeggen, ontgaat me. Mogelijk een kwestie van luistercijfers.

Groeten aan allen!

Jan van Ewijk.

****

Dag Johan,
Er zijn ook in deze tijd mensen die ik graag …

Krantenbericht:

TILBURG – Verschillende medewerkers van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg werden dinsdag geconfronteerd met auto-inbraken. Na een lange dag hard werken zagen ze dat hun auto’s op de personeelsparkeerplaats waren opengebroken en leeggeroofd.
‘Het ziekenhuis heeft de afgelopen dagen veel hartverwarmende steunbetuigingen ontvangen in de strijd tegen het coronavirus”, zegt een woordvoerster. ,,Aan alle kanten werd hulp aangeboden. Dan is het extra wrang dat sommige mensen geen boodschap hebben aan het goede werk dat de vele zorgverleners verrichten. En dat dit tuig niet met zijn handen van andermans bezittingen af kan blijven.”

Het ziekenhuis doet aangifte van de auto-inbraken. De vernielingen zijn op camerabeelden vastgelegd en die worden aan de politie overhandigd.

Einde krantenbericht.

Groet uit het besmette zuiden, Jan.

COOL, CALM en COLLECTED: We blijven applaudisseren voor het zorgpersoneel

Dag Johan,

Ik wens je in deze periode heel veel sterkte, zeker nu er, veel meer dan normaal, aanspraak op je gedaan wordt voor de zorg voor Ellen. Ik hoop van harte dat het jullie beiden gaat lukken om ook deze moeilijke periode te doorstaan.
Hartelijke groet vanuit Tilburg voor jullie beiden, Johan, sterkte!

Jan van den Heuvel.

****

Ha die Jan.

Dank voor je verschrikkelijk aardige en attente mail. Begon ermee bij mijn eerste kopje dampende LavAzza koffie op deze ontluikende, nog wat frisse en op het eerste oog ook nog zo onschuldige lentezondag. Geen plaatjes momenteel van zopas geboren lammetjes, maar beelden van een crisis die ons dagelijks weer met nieuwe feiten overvalt en die we zo goed als mogelijk het hoofd moeten zien te bieden. Corona als de onzichtbare vijand. Maar als ik de vogelgeluiden hoor, kan ik me niet voorstellen dat de wereld stilstaat. Veel mensen komen er nu in quarantaine achter, zo begrijp ik, dat ze zichzelf niet of heel moeilijk kunnen vermaken. Ikea zag het goed om al zijn filialen voor deze dolenden te sluiten. ‘Je moet het leven maar nemen zoals het valt’, kreeg ik ooit eens als mantelzorger van iemand te horen. Deed ze zelf ook met alle geneugten die haar als gebraden haantjes in de mond kwamen vliegen. Die persoon moet nu met het corona haar eigen woorden in de praktijk brengen, maar loopt nagelbijtend rondjes om de kerkklok. Geen gebraden haantjes meer. Even niet nee. Hoe is het in Tilburg? In Brabant immers waart het coronavirus al helemaal als een razende Roeland rond. Je woont middenin de brandhaard. Je zult deze dagen wel al helemaal vaak aan Trix terugdenken. Alles wat we horen en zien, ook de lege straten, benadrukt de ongekende crisis waarin we met z’n allen verkeren. Ellen gistermiddag met bed en al zo dicht mogelijk bij de open schuifpui naar de voorzichtig tot groen leven komende achtertuin bij een behaaglijk zonnetje uit de wind. Zelf ernaast met een boek. Sanatorium. Quarantaine. Ellen met een smile en met rooie konen van het voorjaarszonnetje. Onder een dekbed en daaroverheen nog een deken. Nee, geen ijsmuts met Unox-reclame op. Bij Unox moet ik altijd aan de blije Erica Terpstra denken. Stond ze daar met zo’n schaatsmuts op tijdens de nieuwjaarsloop in bikini op het strand van Scheveningen. Moest er voor de krant naartoe. Ellen mee. Van die dag herinner ik me erwtensoep zo dik als stopverf. Het waren van die verplichte nummers. Zoals ook een keer mee met de laatste sneeuwschuiver van Rijkswaterstaat op Oudejaarsavond 22.00 uur. We proberen hier zo veel mogelijk afstand te nemen, en te houden, van alle voortdurende telraam berichtgeving over het corona. Kijken heel bewust ’s morgens even om acht uur naar het Journaal en daarna pas weer ’s avonds om zes uur, met aansluitend de info van 1 Vandaag. Meer niet. Niet de gehele dag de Talking Heads, hoe deskundig allemaal ongetwijfeld ook. Ik heb in de voorbije weken wel eens een poging gewaagd te kijken naar ‘Goede Morgen Nederland’ van WNL. Maar zelden zoiets verschrikkelijks en ondermaats aanschouwd. Een karikatuur. Hoe zijn die presentatrices ooit in de wereld van de journalistiek terecht gekomen?! Die gruwelijk wauwelende en kakelende jongedames hebben een stemgeluid bij corona dat identiek is aan de presentatie van het songfestival en de Ster-reclameboodschappen van de Lidl, de brillenindustrie en de autobranche. Is er nou niemand in omroepland die deze journalistieke beginners en adolescenten daar op wijst? De meisjes gebruiken hun stem zo slecht dat ze onmogelijk serieus genomen kunnen worden. Interviewen kunnen die blondines al helemaal niet. De meest voor de hand liggende vragen aan hun gasten (meestal VVD of anders CDA) zien ze over het geföhnde hoofd. Laatst kondigde één zo’n meisje handenwrijvend ‘Wederom een extra lange uitzending in verband met het corona dames en heren!’ aan – alsof ze op de kermis stond met haar hond die door de hoepel zou springen. Altijd gedacht dat je als journalist je stem aanpast aan de omstandigheden, maar hier bij ‘Goede Morgen Nederland’ gebeurt alles op dezelfde entertainment toonsoort. We proberen hier zo goed mogelijk met de situatie om te gaan. Boodschappen doen we in de daluren. Maar geen hamsterwoede. Totaal niet. Afschuwelijk die vrouw die bij de PLUS voor me in de rij stond met een uitpuilend winkelwagentje met bovenop vijf broden. Begrijpelijk die verpleegster in Engeland die 48 uur aan één stuk werkte en toen in de winkel haar handen voortdurend op een lege plek sloeg. Ze ging in tranen naar huis. We houden anderhalve meter afstand maar hebben – de paradox – meer contact met het winkelend publiek dan voorheen. Mijn gezicht gaat al naar de knipoog staan. Saamhorigheid bij lege schappen. Geen operatie aan mijn liesbreuk. Dit soort operaties zijn uitgesteld tot mei en mogelijk later. Pijn in de liesstreek uiteraard. Maar paracetamol en verder doorbijten. Rust. Niet te veel sjouwen. Maar ja, de gemeente heeft pas geleden bedacht dat we met ons huisvuil een ommetje moeten maken naar containers verderop in de wijk. Ik heb het zorgteam van Ellen van vijf dames teruggebracht naar voorlopig drie. Twee van de vijf werken ook op de woningen in een verpleeghuis en die zijn daar keihard nodig, die zijn het meest kwetsbaar, die heb ik vrij gespeeld. Bovendien is er het Ellen-belang. Ze blijven, die twee, Esmé en Zulay, wel stand by. Zo ook consulent Albert. Geen fysiotherapie van Leroy en Max, de opvolger van Dorothy, tot nader order. Triest beeld van die minister Bruins die oververmoeid in de Kamer in elkaar zakte. Op een heel ander vlak een triest beeld van mensen als Baudet, Wilders en Klaver die nog altijd politieke munt proberen te slaan uit deze moeilijke en onoverzichtelijke tijden waarmee niemand enige ervaring heeft. Hopeloze gevallen aan de interruptiemicrofoon. Zo’n Klaver ook over de scholen. Hoezo trap na richting onderwijspersoneel? Niet gehinderd door enige regeringsverantwoordelijkheid en -ervaring. Ik heb waardering voor Rutte cum suis. Rutte staatsman; het kan verkeren. Klaas Dijkhoff kwijnt ondertussen politiek en electoraal weg. Ik heb waardering voor televisiedominee Gremdaat, de alter ego van Paul Haenen. Hij brengt wat vrolijkheid de huiskamer in. Zoals ook de ongecompliceerde Gijp. Waardering voor de baas van het RIVM. Hij straalt rust uit vanachter die baard. Applaus voor Martin van Rijn die in het kabinet bijspringt. Heel veel waardering voor al die mensen in de zorg en andere vitale beroepen. Geen waardering, maar eerder minachting, voor de politieke charlatans en dandy’s van wie ik er zonet drie noemde. Ik mijd zo veel mogelijk mensen die altijd al als hypochonders door het leven stuiterden, of trekjes van dien aard vertoonden. Als je te hoge bloeddruk kreeg van pindakaas dan aten ze meteen geen pindakaas meer. Ik denk dan: als ik toch zo in elkaar had gestoken, wat was er van Ellen de afgelopen jaren terecht gekomen? Iemand mailde me deze week en riep het beeld op van een man die de hele dag amechtig op zijn lederen Ikea-bank ligt te mediteren en te luisteren naar Mieke Telkamp. Half Nederland achterna rijden naar het strand omdat je je thuis verveelt, is natuurlijk weer het andere uiterste. Gijp zei het treffend afgelopen vrijdag bij Veronica Inside: je kunt je lot niet ontlopen. Sommige mensen hebben pech, andere mensen niet of veel minder. Heel erg maar begrijpelijk trouwens dat de verpleeghuizen voor bezoek op slot zijn gegaan. Maar je zal er maar je laatste levensdagen moeten slijten zonder je familie nog te zien. Zo vertelde verzorgende van dienst Elly gisteravond het volgende. Ze bracht koffie rond op de kamers van de verpleeghuisbewoners. Ze klopte aan op de deur, de bewoner deed open, en ze vroeg op gepaste afstand of die bewoner koffie of thee wilde met iets erbij. Niet alleen gepaste afstand, ook speciale gummihandschoenen aan. De reactie van een van de dementerende bewoonsters: ‘Koffie op de kamer? Waar heb ik die eer aan te danken? Wat zegt u? Corona? Wat is dat? Lekker die koffie. Nee, u kunt verder niets voor mij doen. U kunt mijn eenzaamheid toch niet wegnemen.’ Zo letterlijk mogelijk reproduceer ik het verhaal van Elly Wolf gisteravond. Hoe had het ons vergaan als Ellen nog in De Ingelanden had gewoond? Ik was waarschijnlijk bij haar ingetrokken. Maar zou dat gemogen hebben? Hoorde van activiteitenmedewerkster Elly dat er veel wordt gehuild onder de opgehokte dementerende verpleeghuisbewoners. Ze begrijpen niet waar hun bezoek blijft. De tornado Elly had een zanggroep voor de deur van het verpleeghuis gearrangeerd. De bewoners luisterden van achter glas of vanachter de balustrade op het balkon. Ze genoten. Voortijdig moesten de zangers stoppen. Enkele omwonenden hadden geklaagd bij de politie. Hier zwijgt de spreker stil. Bij de Lidl hier staan uitsmijters momenteel bij de ingang. Van die kleerkasten in een zwart colbert. Twee klanten, twee vrouwen, sloegen elkaar van de week de hersens in om een rol closetpapier. Kijvende wijven in het boreale Nederland van meneer Baudet !!! Ellen zou niet verbaasd zijn geweest. Ze zou – met een gezond brein – verwezen hebben naar de toestanden in het uitgehongerde jappenkamp van Ambarawa op Java. De opgehitste berichtgeving over corona nu alweer een paar weken doet mensen veranderen. Ik lees veel. ‘Lichter dan ik’ is een ontroerend mooie roman over de Nederlandse militair in voormalig Nederlands-Indië en het slavenmeisje bij wie hij twee kinderen verwekte. Toen zijn tijd er in Indië opzat keerde hij terug naar Holland zonder moeder en twee dochters van 3 en 1 zelfs maar gedag te zeggen. Moeder meteen aan de bedelstaf. Wij in Nederland hebben meer redenen de Indonesiërs onze excuses te maken dan alleen de politionele acties met o.a. generaal Spoor. Onze geschiedenis is in bloed en wreedheden gedrenkt. En werd gevoed door minachting voor mensen met een andere huidskleur. Een juweel is ook het Boekenweek geschenk ‘Leon en Juliëtte’ van Annejet van der Zijl.  Dat speelt in South Carolina, in Charleston. Ook de negentiende eeuw. De slavernij. Leon trouwt het slavenmeisje Juliëtte zelfs nota bene en smokkelt haar en de kinderen om beurten mee naar Monster in het Westland bij Den Haag. Een waar gebeurde familiegeschiedenis. Het is een fantastische reconstructie. Ongelofelijk steeds weer die verhalen over de slavernij. Ook zo indringend opgeschreven door de Surinaamse Cynthia McLeod. Momenteel lees ik een boek over narcisme. Gezonde en ongezonde zelfwaardering. Een wetenschappelijke studie. Zeer verfijnd. Laat ons contact houden. Vooralsnog over de mail. We blijven applaudisseren voor het zorgpersoneel! Kreeg een uitgebreide mail uit Amsterdam van onze oud-collega Jeannette en haar man Marc. Die staan ’s morgens op muziek van de omroep Max in hun woonkamer te bejaarden gymnastieken en slaan vervolgens aan het lezen. Ze hebben beiden een biografie onder handen. Inderdaad, zeg ik tegen de schrijver Tommy Wieringa: laat ons gelijk de Londenaren in de oorlog cool, calm en collected reageren op het coronadrama. En blij zijn met een PvdA-man op Medische Zaken in het kabinet. Niet vanwege de PvdA. Wel vanwege de statuur die Van Rijn vertegenwoordigt. En zeker ook omdat het politiek tastbaar is geworden dat het corona als partij overstijgend wordt beschouwd.

Lieve groeten van Ellen en mij.

Weer zo’n spook van een secretaresse in de gezondheidszorg

‘Diakonessenhuis Zeist goede morgen.’

‘Goede morgen mevrouw. Ik heb om 11.20 uur deze maandagochtend een intake voor een operatie in verband met een liesbreuk. Gelet op alle toestanden rond het corona en alle adviezen daaromtrent even van mij de vraag of het wel verstandig is om naar het ziekenhuis te komen. Kan de intake ook telefonisch. Niet voor niets is Nederland nagenoeg geheel op slot gegaan. Ik heb nog een extra reden uiterst voorzichtig te zijn: mijn vrouw behoort met haar leeftijd, haar parkinson en Lewy Body duidelijk tot de allergrootste risicogroep. Ik kan niet voorzichtig genoeg zijn. Zij heeft die parkinson en Lewy Body al tien jaar. Dus liever doe ik de intake door de telefoon.’

‘Maar de dokter zal U toch even willen onderzoeken, meneer.’

‘Mevrouw, tegen u als telefoniste of baliemedewerker zeg ik dit: er is vorige week al een echo gemaakt. In een dependance van jullie aan de Beneluxlaan op het Kanaleneiland in Utrecht. Toen waren de scholen, de restaurants, de coffeeshops, de seksclubs enzovoorts nog open. Er is intussen veel veranderd. De helft van de Nederlandse bevolking zal op één of andere manier met het virus te maken krijgen. Is de ernst tot jullie doorgedrongen of niet? Dat vraag ik nota bene aan een ziekenhuis. Jullie beschikken over de plaatjes – prachtige lichtbeelden – van mijn breuk. Die is bijna twee centimeter. Ik benadruk: mijn vrouw bevindt zich in de risicogroep en corona wordt haar dood. Ik raak graag van mijn pijn in mijn lies af, ik lig er ’s nachts van wakker, maar mijn verantwoordelijkheid jegens mijn echtgenote heeft momenteel een hogere prioriteit.’

Ik snap het, ik snap het meneer.

Heeft uw ziekenhuis met corona te maken, ik bedoel: zijn er mensen met het corona in het Diakonessenziekenhuis in Zeist opgenomen en loopt er bezoek voor deze mensen door de gangen bij u? Het is me even niet een toestand met dat virus.’

‘Niet onwaarschijnlijk dat wij momenteel mensen met het corona hebben opgenomen. Er is overal een groot capaciteitsprobleem. Ik zal even vragen hier of u voor uw afspraak van later deze ochtend naar het ziekenhuis moet komen of beter thuis kunt blijven voor de intake. Ogenblikje dus.

‘Meneer, ik kreeg zo-even te horen dat u toch maar beter naar het ziekenhuis kunt komen. Het gaat niet door de telefoon.’

Wie heeft dat gezegd mevrouw?’

‘De secretaresse hier.’

‘De wátte? De secretaresse? Ik verslik me even mevrouw. De secretaresse godverdomme?! Wat zullen we nu beleven?! Hoe durft u met zo’n antwoord weer aan de lijn te komen. Dit meld ik de Inspectie. Zijn jullie nu helemaal van de pot gerukt. En ik schrijf een ingezonden brief naar de krant. Eens journalist altijd journalist. Dit is spotten met alle richtlijnen. De cafés en restaurants kregen gisteren een uur de tijd om hun klanten weg te sturen en te sluiten, denkt u dat dit voor de flauwekul gebeurde?’

‘Meneer, meneer… Die secretaresse werkt hier al twintig jaar.’

‘Ja en? En Nederland leeft al twintig jaar met dit dodelijke virus? Nederland heeft de boel volledig onder controle? Code plezierig en lentefris groen? Heeft u een echtgenoot? En hoe zou u reageren als één of andere secretaresse van het Diakonessenziekenhuis u zegt dat u ondanks de kwetsbaarheid van uw man en alle risico’s maar gewoon naar het ziekenhuis moet komen! Omdat een secretaresse dat in al haar medische wijsheid vindt! Wel?!’

‘Ik begrijp u. Wij moeten u later vanmorgen terugbellen. Ik begrijp u. U heeft een punt.’

‘Hoe durft het Diakonessenziekenhuis een patiënt zo te behandelen! Hoe kan ik u in hemelsnaam met mijn vraag hebben overvallen na alle nieuwe publiciteit gisteren?! Vanavond spreekt Rutte ons op alle zenders toe. Nooit meer gebeurd zo’n situatie sinds de oliecrisis van 1973 en Den Uyl. Wilt U mij omwille van onze volksgezondheid beloven dat u hier intern over gaat spreken met elkaar? En nog één ding: wilt u die ervaren secretaresse bij u adviseren een paar weken vakantie te nemen? Wilt u intern benadrukken dat medisch adviezen aan patiënten niet door secretaressen of baliemedewerkers worden verstrekt maar door medici?! Het lijkt er verdomd veel op dat secretaressen en baliemedewerksters de dienst uitmaken in onze gezondheidszorg. Vanwaar die vrijpostigheid? Ik voel me bij u niet veilig. Ik wens in de loop van vandaag met alle egards teruggebeld te worden door de arts met wie ik een afspraak had voor deze maandagochtend 11.20 uur en die mij ook op een nog vast te stellen datum zou opereren.’

****

Meneer Carbo? U spreekt met de arts met wie u vanochtend in Zeist een afspraak had. Het was heel verstandig van u om vanuit uw verantwoordelijkheid jegens vooral ook uw vrouw te bellen met de vraag of de intake voor de liesoperatie ook over de telefoon kon. Daar zou ik volmondig ‘JA’ en ‘GRAAG ZELFS’ op hebben gezegd. Ik zou nog een stap verder zijn gegaan: ik zou mijn waardering en dankbaarheid hebben uitgesproken voor het feit dat u met ons meedenkt. Had iedereen dat vanochtend maar gedaan. Al onze afspraken voor liesoperaties zijn inmiddels gecanceld. We besloten gisteren de intake-afspraken voor de maandagochtend te laten doorgaan omdat we waarschijnlijk niet iedereen tijdig zouden kunnen bereiken. Maar alle andere patiënten van ná het middaguur en verder de komende weken werden afgebeld. Zowel intake als operatie zelf. Mijn excuses namens het Diakonessenhuis. Secretaresses zijn er niet om medische beslissingen te nemen, daar heeft u groot gelijk in. En als wij alle afspraken van maandag na het middaguur in het ziekenhuis afzeggen en u belt vanwege 11.20 uur dan is het niet meer dan logisch – gezond verstand – dat u als antwoord zou hebben gekregen: ‘Blijf thuis meneer Carbo.’ Alle liesoperaties zijn dus opgeschort. Tot mei. Voorlopig tot mei. Kan nog later worden. Je moet geen risico’s nemen door mensen nu naar het ziekenhuis te laten komen als het niet spoedeisend is. Dat had u goed gezien. Heeft u een naam van die secretaresse? Nee? Ik ga meteen boven vragen welke secretaresse zich vanmorgen met zaken en adviezen heeft bemoeid waar ze zich niet mee te bemoeien had. Want inderdaad, zoals u zegt, zo had ik niet graag met ons ziekenhuis in de publiciteit gekomen.’

Epiloog: de ondersteunende dienst van het ziekenhuis afdeling lieskneuzen kent het eigen protocol niet eens of maar half. Alle intake en operaties zijn geschrapt. De gesprekken voor intake gaan op maandagochtend nog wel door. Maar daar ligt slechts één reden aan ten grondslag: het is te kort dag om die patiënten nog te kunnen bereiken en tegen te houden. Maar als ze zichzelf tegenhouden…. De hoop is dat de mensen met een afspraak op maandagochtend zelve hun gezond verstand gebruiken. Hopeloos die baliemedewerkers, telefonistes en secretaresses die zich met medische zaken gaan bemoeien. Erger nog: ze kennen hun eigen protocol niet eens. Van de ratten besnuffeld.

****

Hallo Johan en Ellen,
Net jullie blog over het Diakonessenhuis voorgelezen hier thuis. We zitten elkaar aan te kijken met een blik van…..is dit echt gebeurd !! ?? Wat een verhaal weer.
Tot morgen. Trudy

****

Lieve Ellen en Johan,

Wat een idiote toestand met dat ziekenhuis !! Secretaresses voelen zich erg belangrijk en nemen maar wat graag plaats op de stoel van de arts in adviezen en dat is zeer kwalijk !!!!! En het gebeurt aan de lopende band. Onvoorstelbaar. Gelukkig alles goed met Ellen, fijn!! Hier in Leeuwarden alles oké, we blijven binnen, zo veel mogelijk, en passen op elkaar. John’s verjaardag a.s. zondag zal wel erg rustig verlopen denk ik. Laat je horen hoe alles afloopt?? Liefs voor jullie en kop op hoor!!

Wietske en John.

 👍👍🍀🍀☹️☹️😊😊💕💕

****

Lieve Ellen en Johan!

Ja, inderdaad: ‘van de ratten besnuffeld’. Bij zoiets zou ik ook gaan vloeken. Wordt me altijd afgeraden om dat te doen. Maar, de ‘fluwelen handschoen’ werkt dan vaak ook niet.

Enfin, Johan blijft pijn houden tot -minstens- mei. Sterkte (was ook in 2008 bij het liesbreukcentrum Nederland, gevestigd in het Diakonessenziekenhuis in Zeist). Hoewel ik vrees dat de huidige lockdown -woord van het jaar 2020- dan nog wel van kracht zal zijn. Terwijl we het Songfestival ook al moeten missen.

Groet,

Jan.

****

Diana, Trudy, Elly, Esmé, Zulay, Albert, Erik:

Lieve mensen,

Vanavond om acht uur zal ik buiten enkele kaarsen ontsteken op het blauwgrijze tuintafeltje dat ik in het pad naar de voordeur plaats. Ik zal met Ellen in stilte voor jullie klappen en jullie bedanken voor alle steun tot aan deze roerige corona tijden toe. We zijn jullie erkentelijk.

Een welgemeende diepe buiging naar jullie voor jullie fantastische werk.

Mede namens mijn allerliefste Ellen, die deze crisis maar mag overleven, naar ik bid.

Johan.

****


Ze slingeren zich als aapjes uit de jungle van liaan naar liaan

Hallo Johan,
Wij wonen in Nijmegen en tot nu toe krijgen we vanuit de WMO 4 uur
individuele begeleiding per week en thuiszorg.
Mijn vriend die ook parkinson heeft gaat echter heel erg achteruit 
en ik zit erover te denken om
een WLZ indicatie aan te vragen. Maar hoe pak je dat aan om 
uiteindelijk de zorg te krijgen die je graag zou willen en 
die ook echt passend en op maat is.
We hebben geen persoonsgebonden budget. Hoeveel vrijheid en financiële
ruimte heb je als je over een persoonsgebonden budget beschikt en 
hoe vind je goede zorgverleners?
Dus waar ik nieuwsgierig naar ben is welke weg u bewandeld heeft 
(ook langs instanties) om thuis de zorg rondom Ellen optimaal te organiseren en het voor haar zo prettig mogelijk te maken.
Veel succes met uw volgende blog.
Hartelijke groeten aan uw muze Beatrice Ellen en u,
Beatrice.

Beste Beatrice, naamgenote van mijn vrouw,

Een voormalige bibliothecaresse. Daar hoeft natuurlijk niets mis mee te zijn. Ook niet met een gesjeesde voormalige bibliothecaresse. Ik hoor het U zeggen. Dat moet inderdaad kunnen. Een voormalige bibliothecaresse met liefdesverdriet? Nou vooruit. Waarom ook niet. Altijd wel een papieren zakdoekje bij de hand. Maar een voormalige bibliothecaresse met liefdesverdriet die voor zorg aan een parkinsonpatiënte door het zorgbemiddelingsbureau al goed genoeg wordt bevonden omdat ze ooit in d’r leven haar kleine kinderen van een schone luier voorzag? Dát wordt natuurlijk een heel ander verhaal. Dat is Alfred Hitchcock. Dat is ‘Rebecca’, ‘Shadow of a Doubt’ of ‘Psyche’. Dat is een thriller, een literaire naar Harlan Coben. Helemaal als die voormalige, wel of niet gesjeesde, bibliothecaresse met liefdesverdriet ook nog eens met de rolstoel de buxus in de voortuin door midden rijdt en we er ineens twee hebben. Twee gehandicapte struikjes. Halfzijdig verlamd allebei die buxussen. Een even treurig als aandoenlijk gezicht. De voormalige bibliothecaresse met liefdesverdriet was totaal niet voor het verlenen van zorg aan iemand met parkinson en Lewy Body in de wieg gelegd. Haar interesse ging ook het meest uit naar de boekenkasten in onze eigen huisbibliotheek. We zaten met de zorg voor Ellen ook dikwijls te wachten op een mevrouw, weer iemand anders, die onze boosheid niet begreep omdat zij aan een bipolaire stoornis leed. Zei ze zelf. Bipolaire stoornis. Ook eentje met liefdesverdriet. Vakantievriendje pleite. Ook zij was uit de kleine kinderen en vulde met werk in de zorg graag haar eigen vakantiepotje. Nummer drie maakte het al helemaal bont. Dat was cabaret. Ga daar maar eens voor zitten Beatrice. Die kwam de eerste keer binnen en begon meteen te zeggen dat ze niet mocht bukken en tillen. Niet bukken? Hoe dat zo? Had ik zo’n slechte reputatie bij het zorgbemiddelingsbureau? En niet tillen? Bukken was het ergste. Want dan kon het wel eens gebeuren dat haar oog losliet. Ik probeerde me daar een voorstelling van te maken. Haar oog dat over de vloer zou rollen en natuurlijk onbereikbaar onder een stoel zou verdwijnen. En zij natuurlijk niet in staat half blind mee te zoeken naar dat losse oog. Toen ze in Nederland kwam wonen, hadden ze deze vrouw uit de binnenlanden van Suriname fietsen geleerd en daar was ze bij ten val gekomen. Sindsdien had ze een wiebeloog. Zei ze. Ze mocht ook niet tillen. De reden daarvan weet ik niet meer. Misschien had dat ook wel met die fiets te maken. Zo mager als een tuinslang was ze. Ook liefdesverdriet? Je valt er van af. Ik moet de laatste tijd nog wel eens aan deze mevrouw en haar oog terugdenken. En ook aan die andere twee. En zo zijn er nog een paar. Ik nam het tillen heel lang voor eigen rekening. Ik tilde Ellen uit bed het toilet op en daarna de rolstoel in. En vanuit de rolstoel de dappere sexy Skoda in met zijn ondeugend witte dakje als contrast op de rest in zwart. Die Skoda ja, vaak bezongen in mijn verhalen. Als die Skoda eens kon praten. Een professional in de zorg die niet durfde te bukken vanwege een los oog. Nu loop ik met een liesbreuk van twee centimeter rond en die liesbreuk moet er al een behoorlijke poos gezeten hebben. Ik zal geopereerd moeten worden. Want ik verga ’s nachts van de pijn. Maar het lukte gisteren niet daarvoor, voor die operatie dus, een afspraak met het ziekenhuis te maken. Ze waren door onvoorziene omstandigheden, zoals het bandje aangaf, onvoorziene omstandigheden wat dat ook wezen mocht, niet bereikbaar. De hele dag niet. En toen ze weer wél bereikbaar waren, besloten ze over de niet-bereikbaarheid met z’n allen te gaan vergaderen. Hoe….? Ach laat maar! Mijn eerste hoofdredacteur bij Het Parool zei altijd: vergaderen is voor de talentlozen. Aan vergaderen kun je je geen buil vallen. Mensen die vaak in overleg zijn kun je binnen een organisatie als overbodig beschouwen. Vergaderen als camouflagenet. Maar ik dwaal af. Ter zake weer. Ik heb niet echt een goeie ervaring met een zorgbemiddelingskantoor. Ellen en ik hebben er de Afghaanse Diana, een fenomeen, door leren kennen en dat heft heel veel van alle ergernis op. Maar voor de rest, nee. Nog enkele andere uitzonderingen daar gelaten – vooruit ik ben de beroerdste niet. Er zou van overheidswege veel strenger naar die zorgbemiddelingsbureaus gekeken moeten worden. Ze zijn een voorbeeld van de doorgeschoten marktwerking waaraan de zorgsector zijn verstand verloor. Ik heb de stellige indruk dat er bij die zorgbureaus veel te veel van de individuele persoonsgebonden budgetten aan de strijkstok blijft hangen. Misselijk makend. Wat ik betaalde aan het zorgbemiddelingsbureau ging voornamelijk naar de directiekamer, wagenpark Ferrari, niet naar de verzorgers van Ellen. Die werden afgescheept met een fractie van wat ik betaalde aan uurtarief. Het was middeleeuws. En dat ervaar ik als een misstand. Parasieten over de rug van andermans ziekteleed. We zouden het met wortel en tak moeten uitroeien. Toen eens een mevrouw van een bureautje bij ons aan het water zich aan mij opdrong met vakantiekrachten heb ik haar afgepoeierd met de woorden dat ik haar eigenlijk een hoeren madame vond. Ik vond dat ze aan zorgprostitutie deed. Zij met een sigaret in haar mond achter de grasmaaier over dat grote gazon van haar, ik wist waar het mens woonde, en haar ‘meisjes’ op de fiets door de wijk. Beledigd besloot mijn hese doorrookte dorpsgenote haar elektrische grasmaaier weer op te zoeken. In antwoord op Uw twee brieven Beatrice, waarvan de eerste is opgenomen onderaan het vorige blog over Parool Sport, begin ik in mijn antwoord bewust met de kwaliteit van de mensen die je in de thuissituatie voor Uw partner met eveneens de ziekte van Parkinson wilt inschakelen. Selecteer ze zelf en ga niet – ik zeg je NIET – met een zorgbemiddelingsbureau of een pseudo ik-weet-wat in zee. Nogmaals: niet doen. U kunt ze vergelijken met de vrije jongens van Koot & Bie. Plaats zelf een advertentie in de krant, leg kort Uw situatie uit, en vraag om enkele verzorgenden. Daar is het nu nog net even te vroeg voor, maar wacht niet te lang. Laat het zo ongeveer samenlopen met het bezoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg CIZ dat kijkt of U recht heeft op een PGB vanuit de WLZ en zo ja voor welk budget op jaarbasis. Alles goed regelen is niet makkelijk. De instanties gedragen zich als fetisjisten in hun regelzucht en regelgeneuzel, maar bijt alsjeblieft even door de zure groene appel heen. Het is het waard. U schreef dat U al zestien jaar mantelzorger voor Uw vriend bent. Daar kom ik aan met mijn pas tien jaar! Ik ben dus nog maar een beginneling. Ik zit dus nog maar in mijn proeftijd met tien jaar. Ook U moet iemand zijn die sterk in haar schoenen staat. Toevallig valt de correspondentie met U samen met twee blogs over Parool Sport welke baan, met heel zijn entourage, veel meer dan ik ooit heb beseft, van invloed is geweest op de persoon die ik geworden ben. Ik laat me niet kisten, schrijf ik U op de verjaardag van mijn lieve soulmate Ellen. Ik vind het ook niet zo belangrijk of mensen me aardig vinden of niet. Van zulke figuren hebben we er al genoeg. Ik houd niet van wuivende rietstengels. Ik kies voor de rechte rug en het gevecht dat ik moet aangaan met het overgeorganiseerde aangeharkte Nederland. Ik houd de ongewenste bemoeizuchtigen ook buiten de deur. Nul ervaring maar babbels voor tien. Heb ik alleen maar last van. Vraag een PGB aan Beatrice en doe vervolgens maar glimlachend mee aan de bureaucratische onzin. Als U zestien jaar voor Uw vriend kunt zorgen, kunt U dit ook. En ik help U, U heeft mijn 06 nummer. Hoe te handelen? Neem om te beginnen contact op met het gemeentehuis van Nijmegen. Vraag daar naar de afdeling WMO. Zeg ze dat U van de WMO naar de WLZ (wet langdurige zorg) wilt. Zij kunnen U precies zeggen hoe precies. U heeft een aanvraagformulier voor een PGB nodig. Misschien kan de gemeente Nijmegen U daaraan helpen, anders wel het Zorgkantoor of het CIZ. De afdeling WMO bij de gemeente Nijmegen weet van de hoed en de rand. Een medewerkster van het CIZ – ik ben in de zorg eigenlijk alleen nog maar dames tegengekomen en hooguit een verdwaalde man of iets tussen man en vrouw in – zal Uw vriend thuis komen bezoeken voor een indicatiestelling. Afhankelijk van de hoogte van de indicatie wordt de omvang van het persoonsgebonden budget op jaarbasis vastgesteld. Dat laat het CIZ U via het Zorgkantoor (de spil in dit alles) weten. Ze hanteren tabellen. Nederland heeft het woord protocol uitgevonden en U zult het merken. Zo-even kwam onze bevriende gemeentelijke consulent Albert de jarige Ellen feliciteren. Hij heeft me beloofd de naam van een bureau door te geven dat gratis – ik zeg gratis – helpt bij het aanvragen van een PGB. Wordt vervolgd dus. Waar U nu alreeds goed over moet nadenken dat is hoeveel verzorgenden U wilt inschakelen, gedurende hoeveel uren per week en tegen welk tarief per uur. U zult een begroting moeten maken. U kunt behalve twee verzorgenden ook Uzelf inzetten en U daarvoor een vergoeding laten toekennen. Ik begon bij het inkopen van zorg met twee uur ’s ochtends voor het uit bed helpen en douchen van Ellen, een half uur à drie kwartier tussen de middag en een uur of iets meer ’s avonds. Het heeft zich van lieverlee uitgebreid. Het proces stopt immers niet. De declaraties van de verzorgenden gaan voor uitbetaling naar de Sociale Verzekeringsbank Dienstverlening PGB. Bij die SVB afdeling PGB kunt U heel gemakkelijk navragen hoeveel saldo U gaandeweg het jaar nog heeft. Als gezegd: U heeft mijn telefoonnummer en bel bij onduidelijkheden. Er zijn verschillende instanties. Te veel, vind ik, maar ze zijn er nu eenmaal. Ze schieten als meteoren door het luchtruim. We zijn in Nederland dol op loketten en bij gebrek aan voldoende bossen creëren we graag een ander woud: een woud aan balies. De linker hand weet niet altijd wat de rechter uitspookt of bedoelt, maar dan kan er altijd nog vergaderd worden. U weet intussen hoe mijn vroegere hoofdredacteur op die dwangmatige tijdverspilling neerkeek. Bij De Telegraaf vergaderden ze nooit. Toen ze ermee begonnen, liep het aantal abonnees terug. Kon geen toeval zijn. De gewezen bibliothecaresse hield ook erg van vergaderen en wat ik ervan terug hoorde was dat ze vooral uitblonk in het omgooien van de thermoskan koffie. Ter zake weer. Uiteindelijk heeft de beheerder van een PGB (ik, U hopelijk straks) voornamelijk met de Sociale Verzekeringsbank Dienstverlening PGB te maken. Het is een plezierig gamelanorkest. Ze liggen goed in het gehoor. Gedienstig ook. Maar wel rechtlijnig. U waant zich op Java. Van het CIZ heeft U op een gegeven moment geen ‘last’ meer. Van het Zorgkantoor ook niet echt. Al spelen ze daar graag voor dom blondje. Zo heb ik ze daar moeten uitleggen dat iemand die blind is de overkant niet ziet en dat iemand met parkinson niet altijd zelf meer een handtekening kan zetten. Wel een vast contact met het CAK uit Den Haag dat U elke maand een factuur stuurt voor de eigen bijdrage over het PGB. De postbode zou onze brievenbus toch eens voorbij lopen. U kunt gedurende het gehele kalenderjaar met een PGB beginnen. Zoals wij in 2016 in november. Toegegeven: U waant zich uiteindelijk president-commissaris van een beursgenoteerde multinational die voortdurend de cijfertjes in de smiezen houdt. U maakt ook het maandrooster voor de verzorgenden. Maar relativeer alles maar. In één van de twee blogs over Parool Sport refereerde ik aan de hoogleraar Visser van de Erasmus van wie ik niet begreep dat je met zo’n gewone achternaam prof. dr. op een universiteit kon worden. Ik had met hem te maken toen ik op de Erasmus bij Letteren lesgaf in journalistiek. De studenten stonden voor de colleges van Visser in de rij alsof het de voorverkoop van Manchester City of Chelsea betrof. Of een film van Hitchcock. Ik vroeg prof. dr. Visser eens naar zijn geheim. Het leuke was: hij had geen geheim. De man had het relativeren van zichzelf tot kunst verheven en hij zei dat hij ook de studenten nooit helemaal serieus nam. Die zeker niet. Maar hij liet ze wel in de waan. Zo ga ik tegenwoordig in mijn mantelzorg met alle mogelijke ambtenaren om. Als een prof. dr. Visser van de Erasmus in Rotterdam. Ik moest vanmorgen iets van een ambtenaar gedaan krijgen. Dat wilde in eerste instantie niet lukken. Toen zei ik dat ze mijn lieve Ellen niet op haar verjaardag in de kou kon laten staan. ‘O jee, jarig? Jarig uw vrouw? Laat ik nog eens in de agenda kijken, ik zie toch nog een gaatje.’ In plaats van over drie weken de afspraak over drie dagen. Mevrouw zag met haar leesbril alsnog een gaatje. Kunt U zich voorstellen dat ik op de universiteit en op het hbo de studenten (ook) vaak voorging in kort en zakelijk schrijven? Dat kunt U zich niet indenken? Zeg het maar gerust. De korte versie graag zei Ellen altijd als ik op feesten en partijen aan een anekdote begon. Over studenten gesproken. Ter overweging: stap eens op het hbo Verpleegkunde bij U in de buurt af. Heb ik ook gedaan. Vraag eens aan de directeur of die geen studenten heeft die mede bij U en Uw vriend praktijkervaring parkinson willen komen opdoen. Ik zou het wel weten als student! U kunt, net als wij, ook contact zoeken met een club ZZP’ers in de thuiszorg. Zo zijn we aan de fantastische Trudy gekomen. Elly Wolf, haar dochter Esmé en Zulay kenden we van het tweede verpleeghuis. Daar bezuinigden ze veel te veel kwaliteit weg. Het ziekenhuis had de ene pacemaker nog niet in mijn lijf geplaatst of ze konden alweer aan de slag met de volgende. Pacemakers in alle kleuren van de regenboog. Het eerste verpleeghuis was nog een slagje erger. Daar speelde een klein, als een schoorsteen rokend, keffertje in vale jeans de baas. Gruwelijk. Dit wist zelfs Hitchcock niet te bedenken. Het is goed geweest Ellen weer voorgoed naar huis te halen, wat ondertussen alweer 3,5 jaar geleden plaatshad. Het heeft me nu mijn lies gekost, maar wat maakt dat uit. De fabriek in paracetamol vaart er wel bij. En de operatie zal wonderen doen. Ik moet een nachtje blijven maar zal dat beleven als mantelzorgverlof. Als er nu iets misgaat in de zorg aan Ellen dan kan ik mijzelf verantwoordelijk houden. En niet mensen in het verpleeghuis of de inhalige, neoliberale en op de economische leer van Keynes afgestemde dirigent van het zorgbemiddelingsbureau op wie ik onvoldoende greep had. Dat voelt net zo bevrijdend als toen ik nog in de journalistiek chef was en daarna studenten over de knie legde. Waarvoor ik nog aardig betaald werd ook, zeker op de Erasmus. Ik ben heel zuinig op het zorgkwintet van Ellen. Ze zijn ook zuinig op mij. Ze maken zich drukker om mijn liesbreuk dan ikzelf. Ze lopen nu al onderling over een aangepast rooster te praten zonder dat ze de precieze datum van de operatie in het Diakonessenhuis bekend is. Maar wel verschrikkelijk lief. Mij twee onbekende mensen vroegen me naar het rapport van Wouter Bos cum suis te kijken. En ook naar het rapport met het commentaar op het rapport van de club van Wouter Bos. Ik bewonder zulke mensen. Tot op zekere hoogte althans. Ik mis realiteitszin in hun epistels. Maar misschien zijn rapporten daar niet voor. Die zijn met hun abstracties voor de onderste bureaulade. Nederland is voor eeuwig veranderd. We zijn niet meer het land van het touwtje uit de brievenbus aan de voordeur. We zijn niet meer van Sonneveld en het tuinpad. Eerder van het grindpad om onze individualisering vocaal te benadrukken. Knisperend grind tegen ongewenste inmenging. Het PGB is een geweldig instrument en de overheid verdient het dat we er betrouwbaar en efficiënt mee omspringen. Heel voorzichtig zeg ik U: maak er een zegetocht van naar een PGB. Bereik de Arc de Triomphe. Weersta de zorgambtenaren die als soms hinderlijke aapjes in de tropen van liaan naar liaan slingeren. We hebben van die zorg een jungle gemaakt maar alla. Tjinta sedjati tidak mementingkan diri. Ware liefde is niet egoïstisch. Dat lees ik in ‘Lichter dan ik’, een aangrijpende roman van Dido Michielsen over een Javaanse vrouw die haar leven vorm probeert te geven in een snel veranderend Nederlands-Indië. Ware liefde is onbaatzuchtig. Daarom verbaas ik me geregeld over de mensen die zich over ons en onze veerkracht verbazen. Zoals ik me ook nog steeds verbaas over die ene vriendin die op het bericht dat Ellen met een PGB levend en via de voordeur het verpleeghuis definitief achter zich zou laten bemoeizuchtig en blondjes dom reageerde met: ‘Zou je dat wel doen?’ Die vrouw heb ik haar nek omgedraaid. Niet doorvertellen!

****

Lieve jarige Ellen,

Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, ook Johan gefeliciteerd!!! Wij wensen jullie een gezellige dag , samen met Diana en andere verzorgenden. 

Wat was het gezellig zondag jl.! Geniet van alle mooie pianomuziek en laat je vandaag extra verwennen 👍🍷🍷🌹🌹🌹🍀🎈🎈!!

Lieve groet en een verjaardagzoen van 
John en Wietske 😋😋💕💕💋 XX.

Ook Johan lieve groet!! Vier vandaag het leven samen met je lieve Ellen. ❤️💙JW

****

Lieve Beatrice Ellen,
Ik begon net de nieuwe blog van uw man Johan te lezen toen ik begreep dat
u vandaag jarig bent. Nog net op de valreep van harte gefeliciteerd! Ik
hoop dat jullie een fijne dag hadden samen en wens u van harte heel veel
liefs en goeds.
Hartelijke groeten,
Beatrice Kunz, Nijmegen.
PS: Wat kan uw man prachtig schrijven. Morgen ga ik me uitgebreid
verdiepen in zijn blog. Alvast heel veel dank voor alle informatie. Heel
erg waardevol.

****

Lieve Ellen,

Een stem uit de verte die je feliciteert! We kennen elkaar niet echt, maar toch zeker wel meer dan een beetje via Johan, jouw Jopie die mijn zeer gewaardeerde collega was.  Hij heeft mijn laatste jaren in die roomse mallemolen van het hbo in Tilburg lichter gemaakt! En nu maakt hij op een heel ander manier jouw zware jaren lichter. Hoera daarvoor en gefeliciteerd. Vooral ook gefeliciteerd met je aardige karakter en schrandere geest. Je ligt veel te slapen, hoor ik, maar je houdt Jopie en de verzorgenden goed in de gaten en hebt een onbetaalbaar gevoel voor humor. Met al die taaie eigenschappen van jullie tweetjes feliciteer ik dus jullie allebei met een stevige omhelzing die via de computer en via Johan tot je moet komen. Lang leve Ellen!
Lieve Johan, als het zo uitkomt, wil je dit aan Ellen voorlezen. Jij ook gefeliciteerd, maar ook sterkte gewenst met wat misschien een liesbreuk of een scheurtje in de buikwand is. Hoop dat je niet geopereerd hoeft te worden en indien wel, dat je dan Ellen met een zeer gerust hart bij Diana en Trudy en Elly achter laat. Doe niet te flink Johan, zoiets moet echt genezen en je vraagt al veel van jezelf! Mocht je volgende week niet kunnen komen, doen we het een andere keer, dat spreekt vanzelf. Telraamjournalsitiek vind ik een prachtig begrip, die houden we erin. De vluchtelingen passen helaas niet op een simpel telraampje, dus die vergeten we maar even… Mooi dat je je nuttig kunt maken door zo’n rapport van commentaar te voorzien. En laat die Bos het dan aan de juiste figuren sturen en zorgen dat er iets mee gedaan wordt. Fijn en knap dat je de zonzijde bljft zien, houd vol en laaf je aan Ellens alerte momenten! Tot spoedig, gegroet en omhelsd vanuit een natte Amsterdamse Dwarsstraat,

Jeannette en Marc

****

Lieve Ellen, beste Johan:

Van harte gefeliciteerd Ellen met jouw verjaardag. En jij Johan ook. Ik neem binnenkort contact met jullie op. Tot gauw. Fijne verjaardag. Er is een kaart met HAPPY BIRTHDAY onderweg. Die is dus in het Engels. Zag ik even over het hoofd toen ik ‘m kocht. Maar gelukkig hebben we allemaal tenminste Mulo.

Hartelijks! Taco (en John).

****

Vanuit Zuid-Spanje. Gefeliciteerd lieve Ellen met je verjaardag! En Johan jij ook met je fantastische vrouw en soulmate. We wensen jullie een gezellige dag toe. Groetjes van ons.

Kim, Max, Norbert en Trudy.

****

Hartelijk gefeliciteerd met de verjaardag van Ellen. Geef haar een kus Johan namens mij. Als het droog is koop ik een moorkop om je verjaardag hier in Hoofddorp te vieren lieve Ellen!

Liefs, Jan.

****

Lieve mensen,

Johan schrijft. In mijn geest. Zoals wel vaker. Hij tast mijn brein af. Zoals elke dag. Ik zou nog zo dolgraag meer aan het leven hebben. Maar helaas. Ik zou zelf nog zoveel willen zeggen. Maar die spieren. Die verdomde ziekte van Parkinson. Die ook mijn spraakvermogen heeft aangetast. Ondanks alles had ik een mooie verjaardag. Ik heb er meer van meegekregen dan menigeen zich realiseert. Een leuke verjaardag. En erg verwend. Daarvoor wil ik jullie bedanken. Ik bedank de mensen die langs kwamen, die belden, die een kaart stuurden, die mailden, die voor bloemen zorgden, voor champagne, bonbons, de cd van Beethoven, en die de fraaiste tubes aan crèmes meebrachten. Al die dingen blijven deze zieke medeburger moed geven. Op mijn verjaardag ook als ‘cadeau’ het bericht van een liesbreuk bij Johan en de planning voor een operatie. Nee, saai is het niet bij ons. Ik dank mijn verzorgenden voor het heel bijzondere eten dat zij de afgelopen dagen bereidden. Ik waande me in de tropen. Het deed ons veel om een reactie vanuit Nijmegen te krijgen van een mevrouw die al zestien jaar voor haar partner met parkinson zorgt. Een vaste, voor ons onbekende lezeres van onze blogs die na zestien jaar mantelzorg graag geholpen wordt bij het ook verkrijgen van een persoonsgebonden budget. We proberen haar gids te zijn door de jungle aan regelfetisjisme en loketisme waarbinnen de zorgambtenaren zich als opgewonden aapjes uit de tropen van liaan naar liaan slingeren. Net als die aapjes kunnen de zorgambtenaren heel lastig zijn. Zestien jaar mantelzorg voor een partner met parkinson. Dat is 16 x 365 dagen, schrikkeljaren niet meegeteld. We zijn echt de enigen niet. Met dat in het achterhoofd gaan we met opgestroopte mouwen naar het voorjaar en de zomer. Waarvoor de huidige rolstoel wordt vervangen door een nog veel luxere. Dank voor jullie betekenis en een lieve groet vanuit onze intussen zelf verkozen quarantaine tegen het corona.

Ellen.

PAROOL SPORT Met niet al te veel kleerscheuren tenslotte (2)

Het journalistieke is een reddende laag onder je leven. Daardoor overleef je altijd. Acteur en theatermaker Paul Haenen kan daar wel eens groot gelijk in hebben. Hij schreef zich door een moeilijke periode in zijn leven. Zijn dagboeken worden binnenkort uitgegeven. Schrijven is als zalf met geneeskracht. Ook al blijft het litteken zichtbaar. Maar schrijven verzacht wél enigszins de pijn. Zoals de pijn om mijn muze Ellen met wie ik zo dolgraag andere pensioenjaren had gehad. Gelukkig verstaan we de kunst de emoties in woorden uit te drukken. Ze bovendien van beelden te voorzien. Zeker ook het weerzien na welhaast veertig jaar van oud-collega’s van Parool Sport doet de rijkdom beseffen zoals het journalistieke kan worden opgevat. De sportredactie van Het Parool vormde vijf jaar lang een prachtige leerschool. Het was de uitvalsweg naar gezonde buitenlucht, besef van alle vier de jaargetijden, en van een stevige ontwikkeling in zo scherp mogelijk waarnemen en een gedegen uitdrukkingsvaardigheid op papier. Sport is emotie in het kwadraat en de sportjournalistiek dwong je daarover te schrijven in prozaïsche meeslepende volzinnen. In de auto van Feyenoord naar de redactie deed ik alle benzinestations aan om een nóg betere zin in mijn verfomfaaide blocnote te schrijven. Het was voelen met de pen. Je streelde je taalvondsten. Je boetseerde je artikel. Het kostte je telkens weer een doos Wilde Havana’s en je longen. Parool Sport leerde je hard werken en incasseren. Zo anders dan die afgestompte verveelde ambtenarij met het uitrekenen van zwangerschapsuitkeringen. Was je op een dag van meer dan drie uitkeringen bevallen dan tikten de andere ambtenaren je paniekerig op de vingers. Want dan moesten zij er ook meer dan drie en dat was niet de bedoeling. Nee dan de journalistiek. Een totaal andere wereld. Eén van drive. Het was verkeerd om al te nuchter aan te kijken tegen sportprestaties. Het moest meeslepend. Visualiseren op papier. Zelfs als je de pech had te loten voor een zeilwedstrijd in een zomers weekend aan de oever van Monnickendam. Keek er eens vanaf de wal door een verrekijker naar ronddobberende bootjes en wist bij God niet wat ik de abonnee daarover vertellen moest. Het was een stilleven. Het meest werd ik gegrepen door de zon die het water deed glinsteren. Dit was veeleer een foto-onderwerp met drie regels bijschrift. Dan gebeurde er wel even meer met de kerstdagen bij het veldrijden in (een ansichtkaart) het besneeuwde bossige kerkdorp Soestduinen met renners die van hun kruin tot voorbij de kuiten onder de blubber zaten en met een schandaleuze Belg die als een gesel het parcours beheerste. Hij hanteerde de zweep in de drassige entourage van Soestduinen. Die pezige afgetrainde Belg was wereldkampioen en heette Erik de Vlaeminck. Verhalen over drank en verdovende middelen deden over hem de ronde. Op de fiets was hij een waar fenomeen. De iele man was een filmscript in natura. Valpartijen van uitgeputte renners over de door modder verscholen knoeperds van boomwortels en publiek dat zich te goed deed aan oliebollen en patat met mayo. Het was als reporter in alles proberen je creatieve schrijfvaardigheid aan te boren en daarbij tot het uiterste te gaan. Je laafde je in je verhalen aan de prestaties van de ongenaakbare winnaar. Maar ook aan het tandenknarsende gezwoeg van de ondanks de vrieskou bezwete achtervolgers die alle tegenslag hijgend en met een blik op oneindig verbeten. Het Parool was in die dagen nog steeds van de lyriek en de bombastiek. De krant was Een Meneer. Een Meneer met hoofdletters die serieus genomen werd. Ook in zijn fotoreportages van George Verberne en de vooruitstrevende opmaak van Arie Verhoef, al wilde die laatste zich in de lengte van een stuk nog wel eens verrekenen. Dat kwam dan ‘aan steen’ wel weer goed. ‘Aan steen’ ja, al werd er inmiddels met plakstroken gewerkt. Kijk het kunstje ook af, zeiden ze, lees vooral het werk van de betere auteurs met een surplus aan woordenschat. Ik begon te lezen en ben blijven lezen, een complete bibliotheek tot gevolg. Het kon allemaal niet zonder inlevingsvermogen. Merkwaardig, ja zelfs stom, kreeg Ellen later op verjaardagen nog wel eens te horen, dat ”hij daar” vrijwillig stopte als sportjournalist om als politieverslaggever voor moorden en steekpartijen door te gaan. Het had voor buitenstaanders iets platvloers, ‘redacteur voor de zelfkant van onze maatschappij’. In de beeldvorming ging er niets boven sportjournalistiek, maar was dat ook echt zo? Nee, dat was niet zo. Als sportjournalist kwam je nog wel eens ergens, maar het was niet alleen maar goud wat er blonk. Zo dachten velen daarentegen wél. Maar als gênant werd hoe langer hoe meer het gewacht bij een kleedkamer ervaren om er aan betaald voetballers een onnozele quote te ontlokken. Liefst een quote die jij als enige had. Om die uitspraak dan op te pompen als iets heel visionairs waarbij alle grote filosofen uit de wereldgeschiedenis op slag verbleekten. Het was maar al te vaak maar al te zeer cliché wat je na afloop voor je artikel als strooigoed vergaarde. Moest ik dit jaren en jaren blijven doen met mijn moeizaam veroverde einddiploma van de hbs? Ik was toch zeker niet twee keer op die hbs blijven zitten om in de catacomben van het oude Utrechtse stadion Galgenwaard met betonnen wielerbaan op mijn achterneef Willy Carbo te staan wachten voor een paar armzalige extra tekstregeltjes? Hoe zat dat ook alweer? Was Willy niet de kleinzoon van mijn oom Willem van vaderkant die vroeger in december in de familie een grote populariteit genoot omdat die ome Willem in kerstbomen deed? Anders dan tegenwoordig kocht je de kerstboom niet alreeds in het tuincentrum in oktober maar pas twee of drie dagen voor de Kerst. Zo hoorde dat vroeger toen alles afhing van of iets hoorde of niet. En waarom dat zo was, wist je meestal niet. Als we er niet uit kwamen, vroegen we het de dominee. Ook de sportjournalistiek liet weinig ruimte voor eigenzinnigheid. Of ik had er toen het lef niet toe. Graag had ik me gedragen als Ben de Graaf van de Volkskrant die zich van de voetballers geen zier aantrok, zijn eigen weg ging en nooit in de buurt van een kleedkamerdeur te vinden was. Maar ik durfde niet. Het Parool was van de citaatjournalistiek, en van het menselijke verhaal, en niet van de afstandelijke beschouwing waarin de sportredacteur opereerde als zijn eigen grootvorst. Ben de Graaf ging door voor onze nationale voetbalzuurpruim en leek zich daar heel prettig bij te voelen. Hij rookte zijn pijp en doopte zijn pen nog maar eens heel vilein in een eierdopje azijn. De twee basketbalwedstrijden van Nashua Den Bosch tegen Bologna waren de meest zenuwslopende ooit meebeleefd in die jaren. Er was nog geld bij de kranten om zo’n ploeg achterna te reizen naar Bologna en om ook naar de finale van de Europa Cup te vliegen. Tegen het Italiaanse Cantu in een troosteloze en gedateerde hal in het neutrale Porec, toen een toeristenoord in opkomst aan zee in Kroatië waar tegenwoordig voor het zomerseizoen maar liefst 130.000 bedden beschikbaar zijn. Met de reünie van Parool Sport komen weer veel herinneringen boven. Parool Sport stáát ook daadwerkelijk voor karrenvrachten aan herinneringen. Ze zijn intussen honingzoet. Je ging zondagavond naar Dobben bij het Rembrandtplein voor een paar dikbelegde broodjes. Lever en pekelvlees waren favoriet. Dik roomboter. ’s Zomers na een nachtdienst naar het strand om te slapen en op de boulevard te ontbijten met een uitsmijter ham. Zo afschuwelijk getint dat ik gevaar liep van een te bruin leven in de ogen van hoofdredacteur Sandberg. Het zijn niet de grote wedstrijden van Feyenoord en PSV die het meest tot de verbeelding zijn blijven spreken. Al was bijvoorbeeld de reis van Feyenoord naar Everton in het Liverpool van de Beatles onvergetelijk. Je maakte je in Liverpool druk over het wel of niet meespelen van Wim van Til tegen Everton. Wim van Til? Ja die! Toen hij stopte met betaald voetbal ontging dat de meesten. Er viel eens zoveel sneeuw en het vroor zo hard dat een paar weken achtereen het betaalde voetbal werd afgelast. Toch moest die krant op maandag met sport gevuld. Er werden ineens dingen belangrijk die dat daarvoor helemaal niet waren. Zoals de nationale kampioenschappen priktol. Het dwergwerpen was ineens niet meer illegaal. Mocht zelf naar het zaalkorfbal. Ons Eibernest in Den Haag. Het zou geen straf blijken.Terwijl de jongens en meisjes van Ons Eibernest en Blauw Wit (of was het Deetos?) verschrikkelijk hun best deden die bal door de korf te gooien, ging het een paar meter verderop op de tribune alleen maar over ene Jan Wals. Jan Wals? Stiekem afluisteren dat gesprek. Wie mocht dat nou weer zijn? Hij was ontslagen als coach van Blauw Wit (of was het Deetos?). Er werd behoorlijk opgewonden over gedaan. Waarom had ik daar nog nergens over gelezen? Ineens volstond de einduitslag van Ons Eibernest tegen Blauw Wit (of was het Deetos?). Het scoreverloop deed er niet meer toe. Het artikel voor de maandagkrant ging uitgebreid over Jan Wals. Nooit eerder bracht Parool Sport het korfbal zo prominent als toen. Alle ballen op Jan Wals. Waarom schreven al die kortbalmedewerkers er elders niet over? Dat bleek toen de man opbelde die Jan Wals had ontslagen. Korfbalmedewerkers schreven daar niet over omdat ze te veel van hun sport hielden. Die muilkorfden liever zichzelf dan dat zij meldden dat er met Jan Wals een vies spelletje was gespeeld. Hier doemde het beeld op van een griezelig kerkgenootschap. Ik bevond me middenin een secte. De man die Jan Wals had ontslagen wilde zich voor de dinsdagkrant wel laten interviewen. En Jan Wals om een reactie gevraagd zette thuis graag een kopje koffie klaar om weer op zijn beurt zíjn verhaal te doen. En zo groeide Het Parool in drie dagen tijd uit tot dé krant van korfballend Nederland en kreeg ondergetekende prompt de reputatie van Clingendaeldeskundige als het om korfbal ging. En dat alles door die sneeuw en aanhoudende vorst waardoor het betaald voetbal niet doorging. Eigenlijk waren de B-sporten het leukst om te doen. Leuker dan het betaalde voetbal. In die korfbalwereld liepen verschrikkelijk aardige mensen rond. Het Parool liet me de zaalkorfbalfinale doen. Zonder ME. Net zoals de Haarlemse Honkbalweken het deden met maar één agent, om het verkeer te regelen. Die ene agent was Dazzy Rasmijn, de Antilliaanse tweede honkman van de Nicols. Van het Zuiderpark in Den Haag herinner ik me meer nog de containers van de Mobiele Eenheid waar het publiek tussendoor moest en die vervaarlijk blaffende en grommende honden dan het voetbal. Veel gezonde buitenlucht in de sportjournalistiek en je kreeg er nog geld voor ook. Al was het geen vetpot. De nieuwe Honda Civic moest eraan geloven toen honkbalsupporters er met straatstenen naar gooiden vanwege een hun onwelgevallig wedstrijdverslag. En voor de verzekering natuurlijk niet te achterhalen wie er gegooid had. Heel wat mensen begrepen niet dat de krant maar een dag vers bleef. Daarna werd de vis erin verpakt of belandde de krant in de kattebak. Honkbalcoach Piet van der Wilk van Sparta bleef eens een week lang zo boos op Het Parool dat hij me in vol ornaat met een honkbalknuppel in zijn hand kwam opzoeken aan de zijlijn. En de havenarbeider die uit een kraan was gevallen en daardoor invalide was geworden had nog wel zo’n vriendelijke inborst. Ook de bondscoach van de softbaldames raakte van een interview eens volkomen over zijn toeren. Nol Houtkamp las in Het Parool dat zijn modelspeelster Ludy van Mourik al na een dag niet meer wist tegen wie ze gespeeld had en ook geen idee meer had van de uitslag. Houtkamp was niet boos op de mooie meid met het geheugen dat aan een verpleeghuis deed denken, maar op degene die het had gewaagd te schrijven dat zulk een sterke vergeetachtigheid nu niet bepaald bij een international paste. En zo was het toch?! Van Mourik schaamde zich zo voor haar onnozelheid dat ze de straat niet meer opdurfde. ‘Crobo bezoedelt de softbalsport’, krijste de bondscoach en het volle Pim Mulierstadion genoot mee. Was op dat moment net even van de perstribune af voor een plasje. Tussen hem en mij was het toch al geen gelukkig huwelijk. Interviewde Nol Houtkamp zelf eens en hij vertelde doodleuk dat hij een waardeloze baan had en dat hij in de buitendienst ’s zomers het liefst op een vuilnisbak zat met een banaan. Dat had hij toch echt verteld. Maar toen hij thuis op zijn lazer kreeg van zijn vrouw zou ik het allemaal hebben verzonnen. Er werd soms overdreven veel waarde gehecht aan wat we schreven. Dat van Ludy van Mourik en Nol Houtkamp ervoer ik als complete aanstellerij. Alsof de hele mensheid zich voor softbal interesseerde. Het was gewoonweg marginaal. Maar niet voor de bondscoach. Parool Sport was ook Dik Bruijnesteijn, de kleine tekenaar van Appie Happie. Schitterende man die Dik. Zat twee keer met hem aan een kerstdiner met op de achtergrond de muziek van een bijna hysterisch galmende zigeunerin. Dat was in Wijdenes in de kop van Noord-Holland bij sportpresentator Ed van Opzeeland en zijn vrouw. Inmiddels was Ellen in de geschiedenis aangeschoven. Het was niet moeilijk om over een klein houten bruggetje de aan elkaar geschroefde arbeiderswoninkjes van Van Opzeeland te bereiken. Maar hoe kwam je ver na middernacht weer terug over dat bruggetje? Dan ineens was het bruggetje wel héél smal en spekglad. Ja ook (de bijna weer jarige en alle parkinsonprognoses nog steeds tartende) Ellen snapte aanvankelijk niet dat ik de sportredactie had verruild voor de algemene verslaggeverij. Zeker niet in de eerste weken toen ik de politiebureaus van Amsterdam ter kennismaking afging met in feite mijn ziel onder de arm. Het was het aangeboren verzet tegen verandering. Maar het sloeg allemaal om in opwinding op die woensdagavond 9 november 1983 tegen zevenen met de ontvoering van Freddy Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer. Soms moet je mazzel hebben. Heel vaak mazzel gehad. Zoals ook in 1989 met de overgang naar de buitenlandredactie en met Duitsland aanvankelijk tegen heug en meug in het takenpakket. Weer aanvankelijk de vraag of het wel zo wijs was geweest van redactiestoel te wisselen. Weer de twijfel en het gemis van de vaste routines en de opgebouwde werkrelaties. Maar toen, ja toén (!) in de zomer van 1989 de opstand in de DDR tegen Honecker uitbrak en Oostduitsers die niet meer van vakantie terugkeerden naar huis. Ja toen! Tentenkampen waar we naartoe reden, tentenkampen in het Beierse Passau onder meer. En verderop aan de Donau naar Boedapest toe. De trein van Wenen naar Amsterdam die ’s nachts om drie uur even stopte op het station van de Duitse grensplaats Passau waar het Rode Kruis voor de vluchtelingen klaar stond met gamellen koffie en broodjes. Het verdere verhaal is bekend. De opstand rolde zich steeds verder uit over Oost-Europa. De wereld veranderde om nooit meer geopolitiek de oude te worden. Parool Sport had zijn keerzijde, andere deelredacties hadden dat evenzeer. Het bij een kleedkamer wachten op spelers die geen tekst hadden werd meer en meer een beproeving. Zoals ook het door weer en wind op de zaterdagavond of zondagmiddag naar de verste uithoeken van Nederland rijden Feyenoord achterna tegen FC Twente, MVV of Roda JC. Zoals bewoners uit de Rijnstraat in Amsterdam interviewen die vanwege een gaslek hun huis uit moesten. Tegenwoordig zou je zeggen: net als in verband met het coronavirus voor een ziekenhuis in Tilburg staan en je Journaalkijkers melden dat je niks te melden hebt. Of in Loon op Zand even wachten totdat Hanny en Karel hun bloemkool en griesmeel in hun fietstassen hebben gepropt en ze dan vragen of ze misschien al bang waren nu het eerste Nederlandse coronaslachtoffer uit Loon op Zand bleek te komen. ‘Nee, nog niet bang? Echt niet. Ook nog niet een klein beetje bang?’ Ach ja, Parool Sport. Twee vaste medewerkers op zondagavond voor de uitslagen en standen van het amateurvoetbal. Gerrit Klein en Henk van de Kamp. Ideale figuren voor cartoonisten. Ze mochten elkaar graag, behalve op de dagen dat ze mekaar wat minder mochten. En dat terwijl hun werk toch behoorlijk feitelijk was. Parool Sport stuurde me voor de reünie van binnenkort de lijst van sportredacteuren door de jaren heen. Een aparte opsomming van de collega’s die intussen al waren overleden. Een behoorlijk aantal jonger dan ikzelf. De diplomatenzoon Henk de Groot stond er tussen. De auto met het gezin kwam eens frontaal in botsing met een tegenligger toen Henk nog maar een klein jongetje was. Henk was voor de rest van zijn leven invalide. Zijn vader op slag dood. Moeder en zus kwamen er beter vanaf. Henk werd bij Parool Sport een vriend. Een vriend met een enorme kennis van het Amerikaanse honkbal. Een vriend met een onvoorstelbaar opgewekt humeur. Henk tikte zijn verhalen met een speciaal stokje. Zijn hand was nog het meest te vergelijken met de handen van Ellen, maar daaraan is de laatste jaren parkinson debet. Henk was halfzijdig verlamd. Hij was de eindredacteur in de ochtenddiensten. Hij checkte wat er in de andere kranten stond en belde je bijna dagelijks in alle vroegte je bed uit. Dan had hij weer even een ‘natrekkertje’. De tijden van Parool Sport waren dusdanig dat je van een ochtend- en avondspits eigenlijk geen weet had. Henk kwam eens in de Amsterdamse Wibautstraat te vallen over enkele los liggende stoeptegels en werd daarna nooit meer de oude, en hij was al zo kwetsbaar. Een andere collega pleegde zelfmoord en weer een andere collega verongelukte tijdens zijn wintersportvakantie in (toen nog) Tsjechoslowakije. Ook Hans Doeleman dood die altijd rondstruinde met wel twintig pennen aan een koordje om zijn nek. De enige ook die ik met een attachékoffertje zag. Hij had beet met een visrubriek die hij begon. Groot succes. Heel Amsterdam ineens aan de hengel. Parool Sport organiseerde samen met de levende legende Cor du Buy een tafeltennistoernooi in de kerstvakantie voor scholieren en studenten op de rand van Amsterdam en Amstelveen. Heette het daar niet Uilenstede? De campus Uilenstede, uitgegroeid intussen tot de grootste studenthuisvesting van heel West-Europa? Als ik me niet vergis waren er welhaast achthonderd inschrijvingen. Een hal vol tafeltennistafels. Alle pingponguitslagen een week lang elke dag in Het Parool. Lange tabellen in de kolommen. Veel publiek voor de vitrines van de verschillende verkoopkantoren van de krant in Amsterdam. Dat tafeltennis was een geweldige publiciteitsstunt. Jong en oud liep in Amsterdam met Parool Sport onder zijn arm, en een tafeltennisbatje in de hand. Leo van der Kar, ook zo’n naam. Hij genoot faam met zijn Sportfonds dat grote sporttalenten uitzond voor een stage in het buitenland. Ooit verloor hij bij het instappen in zijn auto zijn portefeuille met alle mogelijke creditcards, pasjes en meer. Ellen vond die portefeuille beneden op de parkeerplaats van onze flat in Amstelveen. Nee, geen cadeaus, ook geen dure sportschoenen voor haar twee zoons, ik hoor het Ellen nog zeggen toen Leo van der Kar zijn portefeuille met pasjes kwam ophalen. Geen beloning, beslist geen beloning. De vrouw van Leo van der Kar leek ons een haaiepin. Meegelift op de bekendheid van haar echtgenoot. Zag je wel meer. Als Ellen die portefeuille ’s morgens om acht uur had gevonden, waarom dan pas om half tien gebeld? Je moest maar durven. Nou dáárom! Mocht ze alsjeblieft eerst van Amstelveen naar Utrecht rijden voor haar kinderen op school?! Leo van der Kar excuseerde zich met een knalrood hoofd voor de babbels van zijn vrouw. Een paar dagen later moesten we van een onbekende een pakketje bij het postkantoor van Amstelveen ophalen. Die zaterdag at bijna de halve flat van de gerookte zalm van Leo van der Kar. Zalm in plaats van sportschoenen. Begonnen was het allemaal met de verstokte pijproker Sandberg. Die achterover geleund in zijn draaibare bureaustoel met een weids gebaar hautain zijn armen spreidde en me verzekerde dat àls hij uit het raam zou roepen om extra redacteuren, de gehele Wibautstraat in een mum van tijd zou volstromen. Andere Tijden Sport. Andere Tijden Krant. Het journalistieke blijkt inderdaad een reddende laag onder je leven. Daardoor overleef je altijd. Hij heeft gelijk Paul Haenen. Ik merk het dagelijks in de situatie met de vrouw van mijn leven. 

* * *
Lieve Johan Carbo,
Met veel bewondering en ontroering lees ik al een tijdje uw columns over uw leven met uw lieve echtgenote Ellen. 
Ik maak een hele diepe buiging voor u. Uw liefde en zorgzaamheid voor Ellen lijken grenzeloos. U bent voor mij een groot voorbeeld van medemenselijkheid en onbaatzuchtigheid in een vaak harde en materialistische samenleving.
Mijn vriend heeft al zestien jaar de ziekte van Parkinson en er is steeds meer zorg nodig. Ik vroeg me af of u een keer een column zou kunnen schrijven over hoe u de zorg thuis voor uw vrouw Ellen georganiseerd heeft. 
Ik heb het idee dat de wijkverpleegkundige, de huisarts, de zorgverzekeraar en de zorgkantoren mij niet goed kunnen adviseren. Of ik ben te dom. Dat kan natuurlijk ook. 
Gelukkig bent u niet definitief gestopt met het schrijven en uw blogs die momenteel ook over uw sportjournalistiek bij Het Parool gaan.  
Ik vermoed dat uw teksten voor veel mensen een bron van inspiratie, herkenning, kracht en troost zijn waarvan ik er één ben.
Hartelijke groet,
Beatrice Kunz.