De Plek, in memoriam Ernst Nordholt

Zijn vader kende ik al wel, Ernst nog niet. Zijn vader maakte ik voor het eerst mee in Groningen toen hij daar korpschef was en ik in Amsterdam politieverslaggever voor Het Parool. Hoofdcommissarissen namen in die tijd geen blad voor de mond, het waren publieke figuren, en Eric was er al helemaal zo één. In Groningen gunde hij mij het nieuwtje dat hij de nieuwe hoofdcommissaris van politie van Amsterdam zou worden. Nou ja gunnen? Er zal wel iets anders, of tenminste meer, achter gezeten hebben. Uit strategische overwegingen koos de man natuurlijk voor de grootste krant van Amsterdam, de belangrijkste in elk geval: Het Parool. En Eric was een beetje links, PvdA, Annemarie Grewel, zo heette ze toch?, en Ed. van Thijn. Het bleef niet bij dat ene interview in Groningen. Er volgden er meer, veel meer, in de Marnixtraat tegenover de Lijnbaansgracht, met een glas donkerrode wijn en klassieke muziek uit een platenspeler of wat het ook was. Bach en Beethoven. Chopin ook. Het was allemaal anders dan anders. Een korpschef aan de rode wijn bij Beethoven over tasjesrovers in de Bijenkorf en verder rond de Warmoesstraat. Interviewde eens een Minister van Staat, Van der Stoel, Max van der Stoel, die een zo ongelofelijke asceet was, de Dood van Pierlala in persoon in feite, dat ik ‘m aan de Kneuterdijk moest vragen of het licht misschien aankon omdat ik mijn aantekeningenboekje wel in mijn hand voelde maar niet meer zag. Koffie of thee vergat Van der Stoel. Van een verwarming had hij nog nooit gehoord. Eric had zo zijn eigen entourage. Waarin hij opvallend vaak minder sprak over parkeerbonnen en draaideurcriminelen maar meer over Glimmen en die ene jongen van hem die later wel eens hoge ogen zou kunnen gooien in de journalistiek. Trots, hij was trots.

Die jongen studeerde aan Windesheim. In Zwolle. Die jongen deed hbo journalistiek en had volgens zijn vader een goed stel hersens. En nu kom ik zoetjesaan toe aan de titel van mijn bijdrage bij de veel te vroege dood van Ernst. DE PLEK, zo noem ik dit stukje. Ik geef dit stukje die titel mee: DE PLEK. Ik weet niet meer wie er nou eerder in verpleeghuis De Ingelanden een ‘hotelkamer’ betrok, Ernst of mijn lieve vrouw en muze Ellen, ik weet het waarachtig niet meer, maar daar in die toen nog tochtige bouwput Leidsche Rijn kwamen we elkaar voor het eerst tegen. Ernst had besloten zich met weinig mensen in te laten, maar voor Ellen en mij, en Elly Wolf, en de vrachtwagenchauffeur Paul, maakte hij graag een plezierige uitzondering. Of was Paul van de boortorens? Zulke details ben ik kwijt. De krant, en alles wat met de krant te maken had, en nieuws, en dan belangrijker nieuws dan de Heilige Graal Van Gaal, bond ons, Ernst en mij, van meet af aan.

Maar er was meer: de ergernis over mensen die zich te veel met je bemoeiden, die aan je privacy zaten en over je heen liepen als je niet uitkeek. We hielden het personeel in het verpleeghuis zogezegd kort. Het was in ieders belang dat ze een beetje bang voor ons waren. Wij waren de baas, in elk geval over onszelf. ’s Winters maakten we er een goede gewoonte elkaar rond vier uur ’s middags te ontmoeten in het ‘exclusieve hotel-restaurant’ van gekkenhuis De Ingelanden alwaar wij bij de ‘gerant’ een glas van het één of ander bestelden. Meestal was het wijn. Zwaar gesubsidieerde wijn. Dat proefde je ook. Volgens mij dronk Ernst rood. Had hij natuurlijk van zijn vader. Zelf hielden Ellen en ik het bij wit. De ‘gerant’ van het verpleeghuis, Rooie Wil of een Indisch schepsel dat voornamelijk Maleis sprak, zei dat het chardonnay was. We namen het voor kennisgeving aan. Het Indische wicht eens gevraagd of ze even snel met een glas water kon komen want Ellen had zich verslikt. Ellen stikte zowat. Nee, de idioot mocht van Rooie Wil niet achter de tap weg en niet aan tafeltjes bedienen. Ellen liep intussen rood aan. Natuurlijk schreeuwde ik Tante Jakarta (het is dat ze daar zo’n heerlijke keuken hebben, op Java) achter de toonbank vandaan en kwam ze met een glas water aandrentelen. Ik heb er tot de dag van vandaag spijt van dat ik haar niet heb vermoord. Ze wisten soms het bloed onder je nagels vandaan te halen, de imbecielen. Soms zaten Ernst en ik liever in de bajes dan in een verpleeghuis.

In mijn herinnering dronk Ernst ook wel port. Rode port. Ik vond hem geen jongen die bij De Telegraaf hoorde. Daar had hij te veel hersencellen voor. Zelfs meer nog dan ik. Zelfrelativering is niet mijn slechtste eigenschap. Zo’n beetje de enige met wie we ons inlieten was de directrice, mevrouw Sandra Kuypers, voor wie Ernst en Ellen toch wel een beetje haar favoriete bewoners waren. ‘Dag heren journalisten’, zei ze steevast als ze met een zware hutkoffer gelijk een minister onze tafel passeerde op weg naar huis. We hadden een vette streep voor. Ik schrijf dat zonder schroom. Zat eens in zwembroek voor haar bureau omdat ze me onmiddellijk wou spreken. Ze was net terug van vakantie op de Molukken of daar in die buurt. De aanleiding was weer eens een incident. Sandra was als de dood dat ik de bijna-dood van Ellen door verstikking aan de grote klok zou hangen. Een mevrouw van een paar deuren verderop was gaan dwalen en had ’s nachts een kussen op het gezicht van de slapende Ellen gedrukt. De nachtwacht bevond zich niet waar de nachtwacht zich had moeten bevinden. Dit had zo maar verkeerd kunnen aflopen.

Zijn journalisten een beetje arrogant? Of wensen journalisten niet door stratenmakers op zee gestoord te worden in hun analyses over het wereldgebeuren? Zijn ze überhaupt kritischer dan de gemiddelde? In elk geval hadden we voor ons drietjes zo’n beetje een vaste tafel om vier uur ’s middags met idioot kleine stationsrestauratie glaasjes. Daar paste je valse gebit zelfs niet in om even door te spoelen. Of de wijn naar migraine leidde viel na afloop niet vast te stellen. Migraine hadden we toch al vanwege de afhankelijkheid van derden en de frustratie over wat er allemaal om ons heen gebeurde. We waren ook nog eens tot ‘geheim’ adviseur van Sandra Kuypers benoemd. Buiten de lieve bewonerscommissie om. Het bleef bij veertien dagen, dat onbezoldigd adviseurschap. We leenden ons niet voor bezigheid-therapie. Het was geldsmijterij naar een adviesbureau dat niet serieus genomen had moeten worden. We waren blij als het voorjaar zich aandiende en we het gekkenhuis voor dikwijls een hele middag konden verlaten. De plek was Haarzuilens. In die bocht. De Vier Balken. Dat vriendelijke meisje met die te grote tatoeage dat er bediende. Was het in d’r nek? Ik kan het Ernst niet meer vragen. Zoenlippen had ze in haar nek staan, als ik me niet vergis. Haarzuilens. Het terras. Die monumentale bomen. Haarzuilens, ja. Dat schoolgebouw in rood en wit. Zondag 18 december ben ik er even gestopt om Ernst te herdenken.

Gisteren, zondag 18 december 2022. Het begon alweer vroeg te schemeren. Het zat zo: met een klein gezelschap kwamen we terug van Kasteel De Haar. In de kasteeltuin hadden we vanuit kleine potjes wat as van van mijn onmisbare Ellen gestrooid in de kasteeltuin. Aan de voet van het kerkje vooral. Daarna naar binnen het kasteel in. Overweldigend. Zeker ook naar de trouwzaal waar Ellen en ik op een halfjaar na 35 jaar geleden in het huwelijk waren getreden. Het ontroerde me. Kon je de tijd maar stilzetten.  Ellen die op het gladde houten bruggetje naar de trouwzaal toe bijna één van haar pumps verloor en later de trouwring liet stuiteren tot onder de verwarming. Veel om aan terug te denken op 18 december in het sterfjaar van Ellen. Eric Nordholt die zijn vaste chauffeur aan de Odenveltlaan 9 in Vleuten een fles rode wijn van superkwaliteit liet afleveren voor het bruidspaar. Ik ben het nooit vergeten, hoofdcommissaris Eric!

Een bijzondere zondag in 2022. IJskoud, een vrieskist zowat. De wateren bevroren. Hockeysticks op een kasteelslootje. Veel buitenlandse toeristen. Japanners en Chinezen vooral. Amerikanen ook. Chocolademelk met slagroom. Wel de veertig jaren samen gehaald, Ellen en ik, de 35 huwelijksjaren net niet. Terug van het kasteel reden we door Haarzuilens, en op de plek waar Ellen en ik tig keren met Ernst een glaasje hadden genuttigd bij een salade van het één of ander daar stond nu een grote tent voor een ijsbaan met van pret kraaiende dorpskinderen. De ouders verderop aan een glaasje niet-gesubsidieerde wijn dan wel rode port, en zonder in een verpleeghuis betutteld te worden. Zondag 18 december 2022. Gestopt voor een foto. Een plek met veel herinneringen voor drie mensen van wie er dus twee dit jaar waren overleden. Eerst Ellen, op zaterdagavond 30 april, en acht maanden later Ernst. Moest terugdenken aan de gesprekken die we in Haarzuilens voerden. Over de journalistiek, hoe kon het ook anders! Over de ethiek maar al te vaak. Over de mores. Over advocaten en strafrecht. Veel in retrospectief. Maar het ging dieper. Over verlies van waarden, eigenwaarde, door betutteling en bemoeizucht, als je niet uitkeek. Over zijn scheiding, zijn kinderen. Over mijn boeken. Zoals ‘Dankjewel voor je liefde’, subtitel ‘Omgaan met parkinson en dementie’, mijn boek uit 2014 dat hij had gerecenseerd. Wij wel, hij niet.  Zijn scheiding. Een meesterwerk, noemde hij ‘Dankjewel voor je liefde’, dat hij niet zonder tranen had kunnen uitlezen. Wij wel, hij niet.

En toen zaten we eens op een zwoele doordeweekse voorjaarsavond met z’n tweetjes op DE PLEK. Ellen lag in De Ingelanden al te slapen. De monumentale bomen van Haarzuilens als eerder aangehaald. De vogels bouwend aan hun nestje. Gepensioneerden die langs fietsten en hun hand opstaken. Zij wel, wij niet. En toen ineens begon Ernst te vertellen over het verlies van een kindje. Hij had nu drie kinderen kunnen hebben, maar hij had er twee. Maar in zijn hart… Hij vertelde over het verlies van dat ene kindje. Dat was nooit ver weg. Noemde een naam, en toen ineens… Wil je van deze plek de plek zien waar we de as van het kindje hebben verstrooid? Wil je het echt? Breng me er in de rolstoel maar heen. Breng me maar naar de plek. Het is een paar seconden lopen. Nou iets meer dan een paar seconden maar het scheelt niet veel. Kijk, daar verderop. Die boerderij en dan… Ik ben graag in Haarzuilens. Ik berust in mijn lot. Ik accepteer die rolstoel. Het zij zo allemaal. Fijn dat je me één keer eerder tegenhield omdat ik het niet meer aankon.’

De plek ja, van een wel zeer bijzondere betekenis. We stonden inmiddels aan de voet van het kasteel. Bij het gietijzeren toegangshek. Met die spijlen. De lange laan naar het kasteel zelf. Wij naar de plek niet ver van de plek. Daar nu stopte ik zondag 18 december 2022. In het volle besef dat Ernst lag opgebaard bij zijn ouders thuis in Vleuten. Ik pak de kaart erbij en weet het weer: Anniek. 

Ha die Johan.

Net je blog gelezen. Goed dat je blijft schrijven. Schrijven is voor jou als eten: eerste levensbehoefte. Overigens meen ik me te herinneren dat pa Nordholt naar de VVD geswitcht is. Mogelijk heb ik dat vernomen toen hij in Buitenhof verscheen. Griep? Hoorde ik dat goed? Thee jongen, veel thee drinken, en ervoor zorgen dat je De Panne niet hoeft te missen.

Jan van Ewijk.

*

Dank Johan, heel erg mooi. Dank ook voor je lieve woorden naar aanleiding van de uitvaart. Mirjam Nordholt.

*

Ha lieve Johan!

Hoe waren je kerstdagen? 
Dank voor je prachtige kerstbrief met zulke mooie foto’s en weer zulke prachtige verhalen. Dank daarvoor!
 
Tot ziens in het nieuwe jaar en lieve groet van hier, uit het 'Griephuis'. 
John en Wietske 💕💕

Veel niemendalletjes wens ik mijn vrienden en goede bekenden toe.

Taart op mijn verjaardag. Van mijn huisgenote Helin. Zelf gebakken. Ze stond er middenin de nacht voor op.

Het einde zowat van een bewogen jaar met naschokken die nog steeds voelbaar zijn. Dat zal zo blijven. Liefde is ook loslaten als tijd en omstandigheden daarom vragen. Het klinkt zo rationeel, maar nee, dát is het nu óok weer niet. Het gemis komt met golven. Eb en vloed. Niettemin gaan we voor het leven, voor het licht. De kerstoverpeinzing in het teken van alle liefdevolle reacties op de dood van Ellen in de voorbije maanden. De afgelopen weken hebben we de as van Ellen verstrooid op plekken vol dierbare herinneringen. In kleine groepjes, het deed ons veel. De beelden op onze website getuigen ervan. Fragmenten vervat in een film als fotocollage. Dank mijn oud-technicus en opnameleider, Jan, voor al je werk.

Wél de 40 jaren samen met Ellen gehaald, de 35 huwelijksjaren op een halfjaar na niet. Het zou de 18e van deze decembermaand zijn geweest. In plaats daarvan naar trouwlocatie Kasteel De Haar met de as van mijn muze. Zoals eerder naar vakantieadres De Panne (zie omslagfoto) met het zo vertrouwde Cajou aan de Belgische zuidkust. Naar Bronbeek met het gedenkmonument voor vrouwen en kinderen die in de jappenkampen stierven of de gevangenschap ternauwernood overleefden. En Gasselte in Drenthe (zie de foto) waar Ellen en ik een Hans en Grietje boshuisje met rieten dak bezaten voor de weekenden en vakanties bezijden het stiltegebied Drouwenerzand. Vooral daar, aan de rand van de hei, waar we de lammetjes geboren zagen worden, ons huisje met de herinneringen aan de jaren ’90, vooral dáar voelde ik Ellen het meest dichtbij. Dit alles, met dat verbluffende panorama, dat hadden we toch maar mooi meegemaakt. Dank Niske, moeder van mijn buurman Niels, voor de foto’s die ze in Gasselte tijdens de asverstrooiing maakte. Ik verwijs naar mijn blogs.

Wietske & John de 18e december mee naar Kasteel De Haar in kerkdorp Haarzuilens, feeëriek opgetuigd als apotheose van een jaar dat wegtikt. En de ouders van Helin, filmend door het kasteel. Haarzuilens. Een schitterend mozaïek. Een palet van kleurschakeringen. Wietske, haar noem ik in het bijzonder: zeventig jaar geleden klasgenootje en schoolvriendinnetje van Ellen. Ze vond haar na een halve eeuw terug via tal van omzwervingen op het internet. Haar verhaal erover werd bekroond en afgedrukt in een tijdschrift. Leeuwarden, fantastisch logeeradres, het afgelopen jaar bij Wietske en John al helemaal.  De eettafel als stamtafel als betrof het voetbal ‘analisten’. Over woordinflatie gesproken, trouwens. Vroeger op de krant was een analyse nog een analyse en voorbehouden aan specialisten in de financiële economie. Die zaten er dagenlang voor onder een leeslamp. Met voetbal op tv is een analyse hetzelfde geworden als borrelpraat in een handomdraai.

Al die mensen die zoveel van Ellen hielden wil ik nogmaals bedanken voor hun steun tijdens het ziekteproces van de vrouw die mijn levensgeluk vormde. En voor de steun aan mij om het verlies met fantoompijn zo goed mogelijk te hanteren. Ik noem ook de schrijfatleten van Parool-Sport die bij het heengaan van Ellen zo invoelend van zich lieten horen. Ik wil iedereen voor straks een vredige kerst toewensen en een naar hún omstandigheden ontspannen jaarwisseling. Een goede gezondheid vooral en zo min mogelijk gejaag en gejakker. (En kromme vinger van de gsm). Tegenwoordig denk ik wel eens: was ik in mijn werk niet ietsjes té ambitieus? Te perfectionistisch? Workaholic? Ja bah. Was het al het gestress wel waard? Het antwoord niet moeilijk te raden. Ik staar naar het luchtruim en wens haar terug. Al konden we maar even samen op de fiets naar de Jumbo. Ik mis vooral de niemendalletjes.  

Maar niet zonder voorbij te willen gaan aan het leed in een wereld die volkomen uit het lood hangt met eindeloos veel ontheemden, radenlozen, zieken en eenzamen. Zij ook, de buitenslapers, nog niet eens onder tentzeil de kletsnatte nacht in; zij voor wie Artsen Zonder Grenzen in Ter Apel op de bres moest springen. Wat stonden we als samenleving dit jaar daarmee voor schut.  Ik reed er pas geleden nog langs, langs Ter Apel. Voor de poort van het aanmeldpunt verkleumde medemensen rond een eetkarretje. De stoom van het eten vermengde zich met de adem van de zich warm stampende wachtenden voor wie geen plek was in de herberg. Nog zo één! Kinderen van acht – het werd zwart voor mijn ogen – die met een bord van karton voor hun hoofd in Tubbergen liepen te protesteren tegen asielzoekersopvang. Opvang voor hun eigen, op de oorlogsvlucht zijnde, leeftijdgenootjes bovendien. Een plaat voor hun harses. De Tubbergse welvaartskinderen van acht wisten waarschijnlijk niet eens wat ze deden, hun ouders wel. Ik zou bijna over Jezus beginnen als afvallige gereformeerde. De Bijbel is in dezen nooit ver weg. De kinderen wisten niet wat ze deden, vergeef ze oh Heer. There is a place for them, vrij naar Barbra Streisand. Over ‘eigen’ regio zal men mij niet horen, ongepast. Klinkt als recht hebben óp en anderen dat recht ontnemen. De misplaatste vanzelfsprekendheid.

Daarop wil ik mede inzoomen in deze kerstgroet. Zoals enkele jaren geleden toen de herinnering aan Zanka aan het Balatonmeer in Hongarije en de gevluchte burgers van de DDR centraal stond. Het was de aanloop naar de val van de Berlijnse Muur. Het jonge gezinnetje met een meisje van vier en een zuigeling dat voor een gesloten hek stond in hun Trabant. De tranen van wanhoop en verlatenheid die werden geplengd. De slagboom van Zanka. Vol = vol. De geopolitiek, de wereld als één geheel. Oorlog is voor elk slachtoffer grenzeloos traumatisch, ongeacht waar die oorlog zich afspeelde, of nog steeds afspeelt. Ik weet het van Ellen, hoe jong nog, een peutertje nog maar, achter prikkeldraad en bamboe vlechtwerk van 0 tot 6, op Java werden behalve overlevingsdrang ook angstgevoelens gezaaid. Op Bronbeek afgelopen oktober teruggedacht aan ‘Mam, kijk naar de sterren’, het boek dat ik samen met Ellen schreef over haar Indische peutertijd in het jaar van de diagnose parkinson.  Met de ziekte van Ellen en haar dood ben ik erg verbonden geraakt met Afghanistan en Koerdisch Syrië. Ik noem Diana, ik noem Helin. Beiden heel speciaal voor mij geworden. Mijn meest dierbaren. Ze vonden de weg naar mijn hart. Ik verwijs in dezen naar het huiveringwekkende boek van Nadia Murad (Kocho, 10 maart 1993, ook 10 maart net als Ellen). Nadia Murad, een iconische jezidi en mensenrechtenactiviste uit Koerdisch Irak. De genocide van Kocho in 2014. Wat zei Helin op een warme zomerse zondagmiddag in de tuin tussen de paarstinten van de alles zo schilderachtig overwoekerende vlinderstruiken? ‘In het noorden van Syrië waren de bergen mijn beste vriend.’ Bergen voor Helin om zich voor de vijand te verbergen. Haar schuilplaats.

Schuilt hierin ook de diepere betekenis van het woordje berg? De vijand kwam van meerdere kanten. Diana knikte bij de herkenning. Leven in angst, voor vliegtuigen, voor honden, voor geüniformeerden, voor verklikkers, voor raketten, voor landmijnen, voor gifgas, voor gedwongen prostitutie in het kalifaat, en meer dan dat. Hulde Helin, jij klein studiewonder, voor de 8 waarmee je dezer dagen van je tentamen aan de VU faculteit Geneeskunde thuiskwam. Nog maar vier jaar in Nederland en dan die volle 8. Helin op kamers genomen. Ik hoop haar stabiliteit en veiligheid te bieden na een door oorlog verloren jeugd. Zij van haar kant zorgt voor gezellige reuring en geluid, na de benauwende stilte die in mei thuis over me heen viel met de dood van Ellen. De kopjes kwamen niet meer van hun plek, sinds de zomer weer wel. De lafhartige en barbaarse beschietingen van ziekenhuizen, waar zware operaties volop gaande waren, en van kraamklinieken, waar op datzelfde moment vrouwen lagen te bevallen, het voor zijn soevereine bestaansrecht vechtende Oekraïne – die perversiteit kleurt dit jaar donker in. Miljoenen Oekraïners vanuit het Kremlin bewust in hun eigen huis de vrieskou in gebombardeerd. De wereld kijkt toe en vergadert. Mensenrechtenorganisaties die in Oekraïne martelkamers voor kinderen hebben ontdekt. De wereld kijkt toe. Ze vergadert. Maakt er notulen van. De misbruikte kinderen met bordkarton van Tubbergen (…) We gaan voor het leven en voor het licht.

Thuis een zelfgebakken taart door Helin, ze maakte me blij. Met een 7 en een 2 die ik in de gauwigheid wist om te draaien. Lieve dank Diana die bij haar thuis – een met snoeihard werken verdiend paleisje – de verjaardag van deze boogschutter organiseerde. Hogeschoolwerk in de dagelijkse verzorging van Ellen. Net als Elly, als Trudy, en tante Nasima, vanuit onbaatzuchtigheid. Ook de Iraanse Manal van de apotheek niet vergeten, de buddy van Ellen die van een afstand vol emoties de gebeurtenissen rond een menswaardig bestaan voor vrouwen in haar moederland volgt. En de executies van nu. Tranen bij een kop koffie toen ze hoorde dat ook in Den Haag gedemonstreerd zou worden tegen de verdwazing in Teheran. Een lieve eindejaar groet kortom voor al degenen die samen met mij mijn leven zijn betekenis lieten behouden, zo waardevol reageerden op de dood van Ellen, en zoveel van haar hielden. Ons huis, mijn onmisbare Ellen, blijft zich vullen met de geur van trassi. Ons huis blijft de warmte uitstralen, de gezelligheid ook, de zoete inval, waar Leroy van de osteopathie op 7 mei zo prachtig aan refereerde. En jij Ellen – mooi in alles, want dat was je, je was meer dan een fotomodel alleen – jij voelt nog immer als heel dichtbij en zelfs aanwezig en vertegenwoordigd. Dat gevoel neem ik deze dagen ook mee naar De Panne voor strandwandelingen en een bulderende Noordzee en woeste wolkenpartijen van Jacob van Ruysdael ter afsluiting van een bewogen jaar.   Alle goeds eenieder, Johan, die het kort wilde houden, maar bij aanvang carrière per woord werd betaald, en weer eens ‘uitschoot’.

Hoi Johan,

Zoals we al wisten…….Wat kan jij een belevenis/beleving toch mooi en intens 
beschrijven. Ik heb het vol aandacht gelezen en een paar tranen gelaten. 
Ik heb het altijd ontzettend gewaardeerd en mooi gevonden, hoe jij je hebt ingezet voor jouw Ellen. Ik heb het altijd gezegd tegen mijn vrienden en mijn Minouche, dat ik het gevoel heb, dat ik dat niet zou kunnen. Maar ik hoop dan ook dat het ons nog lang bespaard zal blijven. 
Ga lekker genieten in de Panne en geef het afgelopen jaar een speciale plek in je hart. Nogmaals goede feestdagen en tot in het nieuwe jaar. 

Liefdevolle groet,
Marc 

Dag Johan,

Hartelijk dank voor de mooie kaart en het verhaal. “Liefde is ook loslaten als tijd en omstandigheden daarom vragen”. Helemaal mee eens. Hopelijk vind je in deze periode ook voldoende liefde om de leegte wat op te vullen. 

Liefs,

Belle, Judith en Leroy .

*

Hallo Johan!

Dank voor je kerstkaart. En, vooral, voor de daarin opgenomen kerstgroet. In het kort eigenlijk een overzicht van het voor jou in het bijzonder zo bewogen jaar. Het is fijn te lezen dat je volop voor het leven kiest. Leven en dood zijn immers zo nabij. Veel plezier in De Panne met de beste wensen voor het volgende jaar.

Groet,

Jan van Ewijk

PS Uiteraard ook de beste wensen voor Diana en wonderkind Helin.

*

Heey Johan.

Verwacht van mij niet zo’n mooi epistel. Wat prachtig. Wat moet jij trouwens je vak missen. Dat denk ik telkens weer, bij elke mail. Ik houd het kort. Maar evengoed gemeend: de beste wensen voor jou en Helin die je op kamers hebt genomen en wat zo fantastisch is. Mooie evenwichtige tekst in je kerstbrief. Zowel verleden, heden als toekomst. Je blijft voor het leven gaan en voor het licht. Je kijkt ook nadrukkelijk vooruit. Geweldig! Spreek je een van de kerstdagen wellicht nog wel. Je hoort van me.

Met waardering, Charles.

*

Geweldige kerstkaart Johan, prachtig van beeld en inhoud. Dank je wel.

Marjon v.d. Meer.

*

Lieve Johan,

Wat een mooi omschreven herinnering aan jullie beiden. Wat heb je deze tekst weer ontzettend prachtig verwoord zoals ik dat gewend ben van jou. De mooie perioden die jullie samen hebben beleefd en waar je positief op terug kan kijken neemt niemand meer van je af. Alles zo weloverwogen om Ellen nog eervol in het “licht”  te zetten op de bijzondere plekken in jullie gezamenlijke leven. Ik heb alles met veel ontroering gelezen en kunnen zien.  Als ik het lees komen bij mij ook de beelden van de mooie charmante Ellen direct weer naar boven. Ik ben blij dat ik nog een tijdje wat voor Ellen heb kunnen betekenen en zal haar daarom ook nooit meer vergeten. Heel vaak heeft iedereen het over Ellen maar door jouw liefdevolle zorg en aandacht heeft ze tijdens haar ziekteproces nog heel lang samen met jou in jullie fijne woning kunnen verblijven. De vertrouwde omgeving en in gezelschap van haar Johan was Ellen altijd op haar plek. Het zal op sommige momenten nog best moeilijk zijn of blijven maar koester vooral de mooie momenten samen met Ellen want die hebben jullie zeker samen gemaakt.

Blijf in 2023 vooral vertrouwen op je eigen kracht en positiviteit die jij altijd uitstraalde.

Heel veel liefs,

Dorothy Gresnigt.

*

Hallo Johan. Ik heb nu ook de film gezien van de 4 x verstrooiing van de as van Ellen. Ik kan alleen maar zeggen: indrukwekkend. Mijn gedachten gaan terug naar mijn Carry, je hebt haar gekend.. Zoals ik je verteld zal hebben, is het as van Carry verstrooid in het KWF-bos in Dronten. Bij ‘haar’ boom. Destijds konden Matty en Danny een vaas uitkiezen met daarin een deel van de as van Carry. Ik koos er zelf later voor om een beetje as van Carry in mijn trouwring te laten plaatsen. Indrukwekkend jouw film. Indrukwekkend eerbetoon.

Liefs, Jan van Ewijk.

*

Ha Johan,

Een hele mooie film en dierbare herinnering aan Ellen. Dank je wel.

Lieve groet Wil.

*

Na die schitterende kaart nu ook de film gezien, wat mooi! We heffen het glas, ik kom naar je toe Johan. Ik heb een heel lekker flesje gescoord.

Lieve groet van Albert. Ook voor Diana en Helin.

*

Dag meneer Carbo.

Wat aardig van U dat U bij het versturen van Uw prachtige kerstbrief ook aan mij dacht en mij zelfs in Uw tekst noemde. Daarvoor wil ik U heel erg bedanken en U onder Uw moeilijke omstandigheden een goed eindejaar toewensen.

Manal.

*

Helin met haar moeder in Kasteel De Haar op de zondag van 18 december na het verstrooien van de as van Ellen. Op de achtergrond Diana.

Na vele jaren terug bij ons Hans en Grietje boshuisje met rieten dak- Ellen, ik vond het weerzien geweldig

We hadden er vrienden wonen. In Kostvlies. Een laantje met eeuwenoude bomen en daarachter boerderijen. Dat was Kostvlies. Boerderijen langs het laantje als strooigoed. Wim Sonneveld kon het hebben bedacht. Vanuit Kostvlies wandelden we langs het aardappelveld en zo verder en verder naar het stiltegebied Drouwenerzand, en zo wéér verder. In de week tussen de kerst en de jaarwisseling ontweken we de carbidbussen van de boerenzonen. Enkele beruchte plekken in Gasselte, bij dat schoolgebouw. Daar bulderde het van de carbid. Op één van die wandelingen stonden we naast het Drouwenerzand oog in oog met vier Hans en Grietje boshuisjes met rieten dak, elk op een behoorlijk perceel. Zeker behoorlijk voor Randstadbegrippen. Hemelsbreed lagen de boshuisjes helemaal niet zo ver van Kostvlies vandaan. Welnee, het was eigenlijk de provinciale weg naar Stadskanaal oversteken en tien minuten kuieren langs de voetbalvelden naar achteren. Overal boerderijen in die typisch Drentse stijl. Bij de bekendste makelaar in Gieten met bloeddrukproblemen, dat zag je zo, geïnformeerd of zo’n huisje te koop was. Niet direct maar hij kon ons op de wachtlijst plaatsen. Op nummer 1 van de wachtlijst? Voor een paar dure sigaren was er wel iets aan te doen. De makelaar had zo zijn connecties.

In de tijd dat de minder getalenteerden bij het Utrechts Nieuwsblad met veel vergaderen het wiel opnieuw gingen uitvinden over hoe er een krant moest worden gemaakt, de abonnee bepaalde wat de verslaggever schreef en niet langer de verslaggever, in die horrordagen, met zoals we nu zouden praten over grensoverschrijdend gedrag, kwam 2c van de vier Hans en Grietje boshuisjes met rieten dak in de verkoop. We waren er als de kippen bij. Kort daarna was de makelaar dood. Zoek geen verband met de wachtlijst en/of de dure sigaren van ons. Maar de makelaar ging dood. Zelf schuurden we de houten vloer van ons eerste koophuis. En we verfden die in de kleur die ze ossenbloed noemen, als ik me niet vergis. Veel ander werk werd uitbesteed. Het laat zich raden waarom. Twee linker handen. Enkele dode en halfdode metershoge dennenbomen werden vanwege instortingsgevaar gekapt door een boerenzoon uit het durp met een tractor met laadbak. Dat had die boerenzoon vaker gedaan, dat zag je zo. Er kwam een gloednieuwe keuken. Een groot raam om nog meer van het uitzicht te genieten. Eekhoorntjes plenty. Het werd een feest. We waren er altijd. Alle weekenden en de vakanties. De feestdagen zeker ook. We bleven de carbidbussen van de boerenzonen in de uitlopers van Gasselte ontwijken. ’s Morgens bij het wakker worden geen idee hoe laat het was. Zo donker, zo stil. De drukke Randstad was ver weg. De bramenstruiken dienden voor de jam.

We kochten even verderop bij de boer – Wip heette hij, kom er maar eens op – een lammetje dat, zodra het vet genoeg was, werd geslacht en waaraan Ellen steeds minder schoorvoetend meehielp. Om het te slachten, bedoel ik dus. Ik kon dat niet. Welnee zeg. Op zulke momenten maakte ik dat ik wegkwam. Eerst wekenlang aaien en knuffelen en dan slachten… Ik wist op zulke momenten niet wat er in mijn zo fijngevoelige echtgenote gevaren was. Het lammetje ging in talloze pakketjes in de vriezer. Een kleine correctie. Het slachten zelf gebeurde officieel via Wip in een slachthuis. In Hooghalen, was dat als ik me nog goed herinner. Maar daarna was het de beurt aan Ellen en onze vrienden. Lamskoteletten bij de vleet. En lamsgehakt is zeer beslist een delicatesse. We hadden zowaar een gehaktmolentje op de kop getikt. Lamsgehakt. Deden we weken en weken mee. Het arme lammetje. Wip werd met een nieuw bezoek vereerd en de vraag over enige tijd weer voor een lammetje te zorgen. Ik kreeg zo mijn eigen gedachten over het knuffelen door Ellen van lammetjes. Er kwam een broodmachine, een kleintje, we gingen zelf brood bakken. Het brood was een paar uur buitengewoon smakelijk, daarna werd het zo hard als een plank. Op vrijdagochtend ’s winters deed onze vriendin van Kostvlies de verwarming al aan zodat we eind van de middag vanuit Utrecht in een voorverwarmd paleisje kwamen met onze twee katten. Die waren overigens meestal het hele weekend de hort op in een poging elkaar af te troeven in het vangen van veldmuisjes.

De herinneringen kwamen rond Sinterklaas dit sterfjaar van Ellen weer volop naar boven. Met de moeder van mijn buurman Niels, woont er in de buurt, terug naar de plekken die in de jaren ’90 zoveel rust en dierbaarheid boden. Terug naar het Hans en Grietje boshuisje om er onbeschaamd naar binnen te gluren. De keuken stond er nog. Nog steeds die houten trap naar de zolder. Dat grote raam voor de verrekijker. Nog steeds hetzelfde zo’n beetje. Nog steeds ook op korte loopafstand die camping voor natuurliefhebbers die ook nog eens een bevestiging vormden van het broodnuchtere feit dat een mens met eenvoud en gezondheid het gelukkigst is. We hebben wat afgelopen daar. We maakten op het Drouwenerzand dikwijls een praatje met de schaapsherder en zagen zijn kudde uitgebreid worden met de geboorte van een nieuw lammetje. Stadsmensen die er achter waren gekomen dat Nederland voorbij Zwolle niet ophield, in tegendeel. Over het Drouwenerzand met een omweg naar de Spar in Gasselte voor wat boodschappen en een krantje. Naar de koopavond meermaals op vrijdag in Borger. Ik kan wel blijven vertellen.

In ons Hans en Grietje boshuisje met rieten dak zagen we Louis van Gaal met Ajax een Europa Cup 1 finale winnen. Van Gaal maakte toen aan de zijlijn nog zo’n rare sprong, het leek wel karate. Maakte Patrick Kluivert als jong jochie toen niet het enige doelpunt en was dat niet in 1995? Veel kwam er boven, terug in Gasselte en Kostvlies, veel aan schitterende herinneringen, bij het verstrooien van een gedeelte van de as van Ellen op de locatie die zeer beslist tot de mooiste jaren behoren. Dat zal zo blijven. Onvergetelijke huiselijke jaren met in de weekenden een volledig teruggetrokken bestaan. Ooit eens toen het flink had gesneeuwd lieten we ons huisje afdrukken voor de kerstkaarten. Had ik die stek nog maar, denk ik de laatste tijd net even te dikwijls.

Wat hadden we toch een geweldige bostuin daar in Gasselte! Had ik het huisje en de grond nog maar, denk ik nu wel eens. Maar het Hans en Grietje boshuisje met zijn rieten dak werd verkocht voor het koophuis van nu. En twee koophuizen, nee dat kon Bruin niet trekken. Er moest een keus worden gemaakt. Overigens werd het ook steeds drukker op de weg. We kregen een bloedhekel aan de files bij Zwolle en Hoogeveen.
Een blik op het stiltegebied van het Drouwenerzand waar we de lammetjes geboren zagen worden. Ons uitzicht destijds!

Had ik het huisje nog maar, zeg ik nu. Maar destijds was het een goede beslissing er afscheid van te nemen. Ellen verlangde na verloop van tijd ook weer naar het sociale leven met bezoek aan onder meer de uitreiking van de Zilveren Camera. En naar andere festiviteiten waarvoor ze haar nagellak en lippenstift kon blijven gebruiken… De kerstdagen en de jaarwisseling in Gasselte werden ingeruild voor Gran Canaria en de paarse en oranje bikini.

****

Wat een prachtig kerstverhaal, ik zie het voor me! Ik hou  van boshuisjes! Straks gaat je verjaardagskaart op de post, hoop dat je verjaardagskaart op tijd komt! 

Lieve groet,  John en Wietske, en tot zondag, jullie trouwdag. 💕💕