De Griekse kustwacht zag ze in hun rubberen opblaasboot verdrinken en maakte rechtsomkeert

Het meisje in het geel in Gaza op de vlucht. Zou ze nog leven? Inmiddels al ettelijke duizenden en nog eens duizenden kinderen wraakzuchtig gedood in Gaza. En voor degenen die nog leven resteert er de honger en het gebrek aan hygiëne. Ziekenhuizen zijn plat gebombardeerd.

*

De reis van een Koerd, een vluchteling, een mens.

Er zaten veel te veel opvarenden in de rubberen opblaasboot die vanuit Turkije de territoriale wateren van Griekenland had bereikt. Het was midden in de nacht, en koud. Veel wind, tegen stormkracht aan. Het was aardedonker. Vrouwen en kinderen bibberden zich naar de vrijheid. Vanuit Syrië hadden ze het gevoel van nog een heel klein beetje mens te zijn allang verloren. Hun lot lag telkens weer in handen van andere hebzuchtige en kwaadaardige smokkelaars. Ook Ismaîl Mamo bevond zich onder de oorlogsvluchtelingen op zee richting Griekenland. Huilende baby’s en kleine kinderen. Troostende moeders. Prevelende ouderen. Verzen uit de Koran werden gereciteerd. Dat God ze maar mocht bewaren. Gezinnetjes die al op zee afscheid van elkaar namen. Geen van allen kon zwemmen. De rubberen opblaasboot maakte water. Leek te gaan zinken. Iemand had hem lek gestoken, maar wie? Het was een wanhoopsdaad om de Griekse kustwacht tot redding te laten overgaan. De patrouilleboot voer zelfs om de oorlogsvluchtelingen heen. Met uitgestoken smekende handen beroep op de Griekse kustwacht om mensenlevens te redden. In plaats daarvan maakte de Griekse kustwacht rechtsomkeert. De Syriërs mochten voor wat de Griekse kustwacht betreft gerust verzuipen. Toch haalden de meeste opvarenden als door een mirakel veilig de kust van Kos. Maar wel zonder het allerlaatste beetje bagage dat ze vanuit het strand van Turkije mee hadden kunnen nemen. Nagenoeg naakt verschansten de bootvluchtelingen zich voor de Griekse politie in het struikgewas.

In ‘Mam, ik ben geen crisis’ beschrijft de Koerdisch Syrische student Ismaîl Mamo zijn levensgevaarlijke vlucht vol vernederingen uit Kobanî in een bewonderenswaardig feitenrelaas aan het graf van zijn moeder. Hij is voor twee weken terug thuis waar hij opgroeide. Mamo ontvluchtte het Koerdische gedeelte van Syrië uit vrees voor militaire dienst te worden opgeroepen en in het regeringsleger te moeten vechten tegen zijn eigen Koerdische volk. Een reden die ook een zwager van Helin uit het Duitse Gronau tot vluchten bracht. Beelden van Diana met twee kleine hummeltjes door Rusland op een klein flesje water. Beelden van de vader van Helin dwalend door de griezelige straten van Beiroet in Libanon met drie tienerdochters en een zoontje, een nakomertje.

Nee, Ismaîl Mamo is geen crisis. Het doet geen recht aan de overlevingsdrang van oorlogsvluchtelingen. Welk recht zou Geert Wilders, en zijn nu waarschijnlijk al drie miljoen sympathisanten, zich mogen toe eigenen om over medemensen te denken en te praten zoals zij doen? Eén stap verder en we zitten op het niveau van Donald Trump die migranten aan zijn grens met Mexico onlangs afschilderde als ‘animals’.  Als beesten. Je moet het maar uit je strot krijgen. 

Nog een passage uit ‘Mam, ik ben geen crisis’. Het illustreert weer de mentaliteit van veel baliepersoneel in het regelzieke Nederland. Lees mijn vorige blog over mijn goede vriend die het aan zijn prostaat heeft en nu even is aangewezen op een katheter. Baliepersoneel dat voor arts speelt. Een foerier in Ter Apel die je een geweldig pak slaag zou toewensen.

Ismaîl Mamo is via Griekenland, Servië, Hongarije, Oostenrijk en het Duitsland van Mamma Merkel in Nederland aangekomen. De meeste afstanden te voet. Onderweg had hij gehoord dat hij zich in Nederland meteen in Ter Apel moest melden. Maar hoe kwam hij in Ter Apel? Twee meisjes in de trein hadden het over Zwolle, overstappen voor naar Emmen, en dan de bus naar Ter Apel. Het moet een wonderlijke communicatie zijn geweest. Bang de namen Zwolle, Emmen en Ter Apel te vergeten bleef de vluchteling ze maar voor zichzelf herhalen. In de trein deed hij zijn schoenen uit. Daar zat hij tussen winters geklede witte Nederlanders in een T-shirt en korte broek. En op zijn blote voeten. Bagage had hij niet meer. In Zwolle was hij zo bang de aansluiting naar Emmen te missen dat hij zijn schoenen vergat. In Ter Apel stond hij twee uur in de rij buiten in de regen. Even probeerde hij onder een afdakje te schuilen, maar een medewerker van het aanmeldpunt paste naar goed Nederlands gebruik de regels toe en stuurde hem terug in de rij. In Ter Apel sliep hij de eerste nacht op de grond in zijn natte T-shirt en korte broek. IJskoude voeten. Hem werd de volgende ochtend ingefluisterd naar een bepaald loket te gaan om naar schone en droge kleren te vragen. Daar zat een mevrouw met een uilenbril aan een tafel. Ze noteerde zijn naam voor droge kleren die hem over twee weken zouden worden verstrekt. Niet eerder? Hij had geen draad meer aan zijn lijf! Nee, niet eerder. Dat stonden de regels niet toe. En mevrouw had zich aan de regels te houden. Deed ze zelf ook in Nederland. En nu moest ze verder met haar vruchtbare werk.

In zijn boek vertelt de nu aan de toneelschool van Arnhem verbonden Mamo aan zijn moeder verder. Ook de medewerkster van het aanmeldpunt was er kennelijk als goed Nederlandse mee vertrouwd om twee weken op droge en schone kleren te wachten. Regels zijn immers regels. Een paar dagen later lag Ismaîl Mamo met hoge koorts, longontsteking en nog veel meer in het ziekenhuis. De ouders van de kinderen van Haaksbergen zullen waarschijnlijk zeggen dat deze Koerdisch Syrische jonge van zeventien nooit voor oorlog had moeten vluchten. Zouden ze zelf nooit hebben gedaan. Ze zouden nooit anderen in hun luxueuze bestaan hebben gestoord. Voor nog geen duizend kogels. Zelf zouden ze zich ook gemakkelijk hebben laten oproepen voor dienst in het regeringsleger om hun eigen familie neer te maaien. In Haaksbergen zijn ze ruimdenkend, overal in Nederland klaarblijkelijk getuige Wilders die naar vijftig zetels in de Tweede Kamer zweeft, getuige de laatste peilingen. Wat zoekt een Eric v.d. Burg eigenlijk nog bij de VVD?

‘Mam, ik ben het kind dat zal bewijzen dat hij niet afwijkend is. Bewijzen dat hij niet eng is. En ook niet dom. Bewijzen dat hij niet zielig is. Bewijzen dat hij geen crisis is. Mam, ik ben géén crisis!’ Een aanrader.

****

(Ter zijde: de Gezondheidsraad benadrukte deze week opnieuw dat meer dan de helft van de regels in de Nederlandse gezondheidszorg volstrekt overbodig is. Louter voor administratieve zelfbevrediging. Het personeelstekort is ook mede te wijten aan het voortwoekerende regelfetisjisme).

De PVV naar een derde van het aantal Kamerzetels, volgens recente peilingen. Hoe kunnen zoveel Nederlanders in een Geert Wilders geloven? Hij is een haatdragende twitteraar. Met lieden als Wilders verliest Nederland het respect voor mensen met een kleurtje en anders denkenden. Je kunt het al niet eens meer provinciaalse bekrompenheid noemen.

Een boek dat bij eenieder op het nachtkastje zou moeten liggen. ‘Mam’, schrijft Ismaîl Mamo, Nederlanders zouden moeten beseffen dat ik me per se niet als gelukzoeker in Ter Apel heb gemeld.’