Toeval bestaat niet, ‘Ethel’ is het bewijs

Dag meneer Carbo,

Deze ochtend heb ik een kijkje genomen op uw website. Ik moet zeggen dat ik geïntrigeerd ben door uw schrijfstijl en bewondering heb voor de zorg en onvoorwaardelijke liefde die u uw vrouw geeft. Mocht u een (of meerdere) van uw boeken willen sturen dan zal ik deze daarom zeker lezen. We houden contact.

Met vriendelijke groet,

Niels Bax
Student-onderzoeker Liesbreukcentrum.

****

Beste Niels,

Ik ben je erkentelijk voor je vriendelijke woorden. Hoe onvoorwaardelijk is onvoorwaardelijk, daarover zo dadelijk meer. Die onvoorwaardelijkheid kan ook bij mij onder druk komen te staan. Mantelzorg is emotioneel en fysiek slopend. Dat voorafgaande aan de MRI laatst een ongeïnteresseerde baliemedewerkster van het Diaconessenhuis te beroerd was om even bij mij het kettinkje met de trouwring van Ellen te helpen afdoen, was voor mij een klap in het gezicht. Een botte weigering, de kettingdrager niet eens een blik waardig gunnen, hem niet even helpen door achter zijn rug te gaan staan, omdat de ziekenhuisregels, die helemaal niet bleken te bestaan, het mens verzon het ter plekke, zoiets als het helpen afdoen van een kettinkje verboden. Later deed een laborante het en die was in twee seconden klaar. Als iemand de trouwring van zijn vrouw om zijn nek draagt dan zou toch elke fatsoenlijke ziekenhuismedewerker moeten beseffen dat het hier om een zeer bijzondere situatie gaat. Maar nee. Op zulke dingen knap ik af. Eigenlijk gun ik iedereen een weekje mantelzorg zoals ik die nu al vierduizend dagen verricht. Een weekje maar, niet langer. Het zou ze leren. Naar jou onderweg is het boek waarmee de serie over het als kroniekschrijver boekstaven van het omgaan door ons met parkinson en Lewy Body begon. Namelijk de bundel ‘Dankjewel voor je liefde’ uit 2014. Ik was juli dat jaar in mijn uppie op vakantie, het moest in elk geval op vakantie lijken. Maar ik was in Fuengirola het liefst van twaalf hoog van mijn hotelbalkon gesprongen. Sommigen noemden het de voorzichtige tekenen van een burn-out. De eerste verschijnselen of zoiets. Ik weet dat niet. Ik wist me volledig teruggeworpen op mezelf daar in het vrolijke hoogseizoen aan de zonovergoten Spaanse zuidkust. Alles aan mijn lijf deed zeer. Mijn beenspieren lieten het afweten. Liggen, staan, lopen, weer liggen – voortdurend die verkrampte beenspieren. Het was om gek van te worden. Tot overmaat van ramp zat ik ook nog eens in een hotel met van hun kruin tot aan hun tenen zwaar en goedkoop getatoeëerde gepensioneerde Britten die van happy hour naar happy hour kachelden. De herinnering aan die lui maakten me later tot een voorstander van de Brexit. Het was een wanstaltig tafereel met die Britten die onder de plakplaatjes zaten. Ze hadden het geld beter kunnen uitgeven aan een goed gebit. Eerder vanuit Fuengirola terug naar huis. Waar de dokter als beste therapie het schrijven van een boek adviseerde. Zat vanaf dat moment met mijn gedachten anders bij mijn gevoelens dan eerst en stond er soms al om vier uur ’s morgens met positieve adrenaline voor op. Onvoorwaardelijke liefde, schrijf je. Dat klopt. Maar soms zie ik het niet meer zitten hoor. Dat zit dan vooral in mijn hoofd. Afgelopen vrijdag was dat bijvoorbeeld zo. Ik zat doelloos voor me uit te kijken in mijn tuinstoel met een Marlboro tussen mijn vingers. En eigenlijk rook ik al jaren niet meer. Ik had het boek ‘Op het geniale af’ van Benedict Wells uit en zocht in de kast naar een boek dat ik vele jaren geleden gelezen had en waarvan ik me de inhoud wellicht niet meer zo goed zou kunnen herinneren. Ik deed in feite een willekeurige greep. Ik pakte ‘Ethel’ van Tema Nason. Ethel Rosenberg belandde op 29 juni 1953 samen met haar man op de elektrische stoel omdat toenmalig president Eisenhower van de VS in weerwil van wereldwijde protesten weigerde deze joods-Russische vrouw gratie te verlenen. Ze zou atoomgeheimen aan de Russen hebben doorgespeeld. Echt goed bewezen is dat nooit. Ik pakte in een moedeloze bui ‘Ethel’ uit de kast. Ik zat er die vrijdagavond echt doorheen en dacht aan stoppen met de mantelzorg op de wijze zoals ik die nu alweer een fiks aantal jaren verricht. Ik kon niet meer, ik was op, geestelijk vooral. Ik opende het boek ‘Ethel’ en dan vraagt een mens zich af of toeval bestaat. Op de eerste bladzijde las ik:

21 juli – 11 augustus 1990. Ter herinnering aan de heerlijke vakantie van drie weken in de Dordogne met mijn allerliefste Johan, een hele dikke zoen van Ellen.

Haar mantelzorger las de tekst nog eens, en daarna nog eens. Hij proefde elk woord op zijn tong. Hij klakte met zijn tong tegen zijn verhemelte. Nagenoeg exact dertig jaar geleden. Op slechts een paar dagen na dertig jaar geleden. Ik zag Sarlat voor me. Ik herinnerde me alles van die vakantie in de Dordogne. Het nieuws dat Irak Koeweit was binnengevallen. Dat zou later leiden tot de 1e Golfoorlog, die van de oude Bush. Met Ellen in de Dordogne dwalen en stadjes bezoeken en ganzenlever eten in fantastische restaurants. Het was er overigens snikheet in de Dordogne. Het leek er wel een bakoven. Je kon er een ei op het asfalt bakken. Naar het kasteel van de danseres in bananenrokje Josephine Baker en haar twaalf geadopteerde kinderen. Alles kwam weer boven. Het was er in de Dordogne zo warm dat we buiten sliepen op het terras van het landhuis dat we via een advertentie in de krant hadden gehuurd. ’s Nachts honderd keer wakker van geritsel. Ach ja, stadsmensen. We douchten buiten met een tuinslang. Daar in dat landhuis zaten we op een gegeven moment zonder water. Het huis stond bovenop een berg. Gingen we via een steil grindweggetje beneden emmertjes water halen. Old memories op een verstilde vrijdagavond. Een nieuwe Marlboro tussen de vingers. Die tekst in ‘Ethel’ deed me weer beseffen waarom zelfs het schier onmogelijke voor Ellen wilde blijven geven. Daar deed ik het allemaal voor, realiseerde ik me. Het onvoorwaardelijke was op de proef gesteld, maar het had de test goed doorstaan. Ik kon er weer even tegen. Ik zou nog zo graag met Ellen gesprekken willen voeren. Ik zou willen converseren. Ik zou door haar gecorrigeerd willen worden. Maar dat heeft die rot parkinson ons afgenomen. Het is vandaag 25 augustus. We herdenken het einde van de jappenkampen voor vrouwen en jonge kinderen in voormalig Nederlands-Indië. Ellen bracht er haar vroegste jeugd in door, in zo’n jappenkamp. Ambarawa 6. Haar vechtlust heb ik tot ook de mijne gemaakt. De blik omhoog. Net als op de foto van Ellen. Dat ik nu uitgerekend een van de boeken moest pakken met lieve woordjes van mijn Ellen. Toeval? Dan ben ik heel blij met toeval.

25 augustus 2020. De bloedhitte is op zijn retour. Ellen slaakt een zucht van verlichting.

25 augustus 2019 met Diana achterin de tuin bij zeer hoge temperaturen. Er heerste toen nog geen corona. De jaarlijkse herdenking van de vrouwen- en kinderkampen in voormalig Nederlands-Indië ging nog gewoon door. De bezoekers verdrongen zich op het grasveld voor de kraampjes met eten en Indische kleding, snuisterijen en boeken. Voor Ellen een groene zijden creatie mee naar huis. Want ja, zelf mee naar Bronbeek ging al niet meer. Op het grasveld voor het Monument raakten een paar bezoekers bevangen door de bloedhitte als waren ze terug op Java. Twee keer reed een ambulance het terrein op. Eén dezer dagen zullen we het Monument weer bezoeken. En op Bronbeek de kumpulan aandoen! Een kleine rijsttafel of een nasi rames bij 75 jaar bevrijding na de capitulatie van de wrede en onvoorspelbare jap.

Bij 15 augustus, 75 jaar later: Waardoor komt het dat het leven wordt zoals het wordt?

Beste Charles:

Het leven is een pijp kaneel, iedereen zuigt eraan en krijgt zijn deel. Dat probeerden ze ons vroeger wijs te maken. Geloof jij het? Meer dan rijmelarij is het niet. Sommigen worden onevenredig hard getroffen. Een Duits wonderkind deed me dat weer beseffen. Werkelijk een meester in het beschrijven van het labyrint van de persoonlijkheid. De verpletterende liefdesgeschiedenis ‘Het einde der eenzaamheid’ dat je aan mij uitgeleend hebt, behoort zonder enige overdrijving en met diep respect voor de nog betrekkelijk jonge auteur Benedict Wells tot de allermooiste boeken van alle merendeels mooie boeken die ik de afgelopen paar jaar hier thuis gelezen heb. Aangrijpend goed. Wat een fantastische karakterbeschrijvingen. Twee jongens en een meisje in hun puberteit die in één klap bij een verkeersongeluk hun beide ouders verliezen. Ja, en dan? De drie wezen trekken elkaar aan en stoten elkaar af. Ze reageren alle drie heel verschillend op de dood van hun beide ouders. De één springt uit de band, de ander wordt een in zichzelf gekeerde nerd. Benedict Wells, van 1984, München, is een schitterende schrijver, op het geniale af, en met ‘Wonderschoon’ zegt de gerenommeerde Duitse krant Frankfurter Allgemeine in zijn boekrecensie verschrikkelijk veel maar eigenlijk nog veel te weinig. ‘Zorg dat je deze roman leest met je meest geliefde persoon in je nabijheid, want die ga je stevig en teder willen vastpakken, luidt één van de vele recensies. Het bleek maar al te waar. Het kan niet anders dan dat Benedict Wells hier geheel of gedeeltelijk zijn eigen verhaal vertelt. De roman is méér dan wonderschoon. Het beschrijft meeslepend het leven in zijn diverse grillige etappes met bergbeklimmingen, steile afdalingen en valpartijen. In ‘Het einde der eenzaamheid’ herkende ik heel veel van mezelf. Jij wellicht ook. Namelijk het verlangen en de honger naar geluk om dat te delen met de ware en eenmaal intens gelukkig mét de ware de vaak verlammende angst dat geluk te verliezen als zandkorrels die door je vingers glippen. En dan slaat ondanks alle waakzaamheid het noodlot toch toe en wordt dat geluk je wreed afgepakt. Het levensverhaal van de hoofdpersoon in ‘Het einde der eenzaamheid’, de aanvankelijk schuchtere maar in zijn huwelijk opgebloeide Jules Moreau, pakte me tot in al mijn vezels. Alles zo subtiel en sereen verwoord, en zo dramatisch goed. Ik zat in deze tropische week met ’s avonds nog een temperatuur van tegen de dertig graden veelvuldig met tranen in mijn ogen in mijn tuinstoel het levensverhaal van Jules Moreau en zijn familie (half Frans, half Duits) te lezen. Eén keer klapte ik het boek dicht, dat was vandaag, en omdat ik de buren daar geen deelgenoot van wilde maken, hen absoluut niet, ging ik binnen zitten huilen. Het was heel lang geleden dat ik gehuild had. Ik dacht waarachtig dat ik dát niet meer kon. Ik heb zoveel om de zieke Ellen gehuild dat ik dacht dat ik geen tranen meer overhad. In de arme Jules herkende ik mezelf. Waar het de plotselinge veel te vroege dood van mijn vader betrof. Een vader die ik altijd een beetje afwees en met wie ik geen band had. De spijt daarover kwam later. Een altijd aandacht trekkende moeder die nadien manisch-depressief werd. Als ze in een depressie geraakte dan leek het alsof in haar ziel de gordijnen dichtgingen. Dan kwam ze haar bed niet meer uit. Aan die vrouw viel niet te ontsnappen, als ik al zover wilde gaan. Een gemankeerd bestaan tussen mijn achttiende en dertigste. Mijn eigen moeder een paar keer uit de isoleercel van een psychiatrische kliniek bij Amersfoort bevrijdt. En het restje. Het blijft tot op de dag van vandaag een diavoorstelling met de vraag hoe ze het destijds klaarspeelden manisch-depressieven en schizofrenen domweg plat te spuiten. One Flew. Zon & Schild – het zijn altijd namen die zo liefdevol klinken. Ik zag de wrede binnenkant. De journalistiek en het honkbal waarin ik me volledig verloor. De bindingsangst. En toen de romance en meer dan romance met Ellen. Arme Jules in ‘Het einde der eenzaamheid’. Wees worden. Op het internaat een teruggetrokken en onbereikbaar meisje leren kennen. Dat meisje Alva door zijn gedrag van onhandige binnenvetter uit het oog verliezen en haar enkele jaren niet meer zien. Maar dan ineens weer contact en met haar, aanvankelijk met een ander getrouwd, een tweeling krijgen. Op de top van de Mount Everest van het levensgeluk ineens de hel van kanker bij Alva (dan nog geen veertig). De worsteling met dat gegeven. De behandeling met chemo slaat in eerste instantie aan. Uitzinnige vreugde. Er gaan in een minuut geen zestig seconden maar honderdzestig. Maar de leukemie komt terug met fatale gevolgen. Je ziet Jules maanden achtereen verweesd als in zijn tienerjaren door de gangen van het ziekenhuis lopen naar de kamer van zijn vrouw en moeder van de tweeling van (pas) zeven. De leegte, de machteloosheid, de frustratie, de angst voor wat allemaal nog meer komen gaat, de nutteloosheid, de herinnering aan de dood van zijn ouders, het vergaan van zijn wereld – het boek verscheen alweer een paar jaar geleden en Benedict Wells moet nog geen dertig zijn geweest toen hij de laatste hand legde aan ‘Het einde der eenzaamheid’. Hoe kan iemand op zo’n jonge leeftijd zo’n empathisch meesterwerk afleveren, ongelofelijk! En ja, dan pak je even later de NRC zoals afgelopen donderdag. Lees ik daarin een tenenkrommend jankverhaal over twee volle pagina’s met drie ontroostbare examenscholieren die door de coronamaatregelen (shit allemaal, toegegeven) hun diploma-uitreiking, gala en feestweek aan hun verwende neus voorbij zagen gaan. Een zekere Annabel van achttien vertelde ons (misschien wel zwaar aan de antidepressiva) dat ze zes jaar lang naar die diploma-uitreiking in de Grote Kerk van Gorinchem had uitgekeken. Zie je het voor je? Dat de NRC zich voor die onzin leent! Normaal gesproken zouden de jongens en meisjes met hun diploma voor een pretweek naar Portugal zijn gegaan. Daar moest een streep door. Het alternatief voor Annabel, of één van die twee andere scholieren, dat weet ik even niet meer, aan het eind van hun Latijn uiteraard, was met pa en moe mee naar Ibiza, wat de ontgoocheling en zinsbegoocheling niet kon wegnemen. Er kwam een malle psycholoog schuine streep gedragsdeskundige aan het woord en die zei dat het niet doorgaan van de diploma-uitreiking in de Grote Kerk van Gorinchem, een gala en/of een feestvakantie in Portugal wel eens kon doorwerken bij een mens en zichtbaar kon worden op latere leeftijd. Daar moesten we niet geringschattend over doen. Ik zag het al voor me. Komt er één in 2040 voor de rechter. Vraagt de advocaat om verzachtende omstandigheden omdat twintig jaar geleden de diploma-uitreiking niet was doorgegaan door een pandemie met een onzichtbare vijand. En dan de rechter die tot vrijspraak besluit. Want ja, zonder diploma-uitreiking komt menigeen vanzelf op het slechte pad. Ik schrijf zelden of nooit naar de krant. Deze keer wel. Wat een gelul vond ik dat artikel. Geen enkele kritische vraag of opmerking van de verslaggeefster. Al het geneuzel nam ze op als een inhalige spons van de Wibra. Dit had niets van doen met een goede journalistieke grondhouding. Mevrouw de verslaggeefster leed met de jongeren mee. Met de manier waarop ze de geslaagden interviewde moedigde ze alle prietpraat nog verder aan. Ik dacht nog: die kinderen weten niet waar ze over praten, als dit van die Grote Kerk in Gorinchem het ergste is wat ze in hun leven meemaken dan mogen ze God op hun blote knieën danken. Uit verveling slopen jongeren deze dagen de boel in de Haagse Schilderswijk en op het Kanaleneiland en in Overvecht in Utrecht. Misschien moeten we voor die vernielzucht ook wel begrip tonen. Dan keer je terug in het boek ‘Het einde der eenzaamheid’ en irriteer je je aan zo’n NRC met een verhaal dat niet in mijn brievenbus thuis hoorde maar in hun redactionele prullenbak. Ik kan mij me van mijn diploma-uitreiking op de hbs aan de Koningsbergerstraat in Utrecht nauwelijks meer iets herinneren. Eigenlijk helemaal niets meer. En dat terwijl ik toch een bijna fotografisch geheugen heb. Nog steeds wel, gelukkig. Het was niet de tijd dat docenten bijna vocaal klaarkwamen om in een volle aula te jubelen hoe goed we wel niet waren en hoe gezegend met onbegrensd talent. Vandaag, 15 augustus, vieren we de capitulatie, 75 jaar geleden, van de jap in onder meer voormalig Nederlands-Indië. De vlag wapperde al vroeg vanmorgen vanaf ons balkon. De overgave van Japan betekende destijds voor Ellen nog niet het einde van de oorlog en het leven achter bamboe vlechtwerk en prikkeldraad . En met honger onder de meest deplorabele, smerige omstandigheden. Bij het minste of het geringste werden de kampbewoners geslagen, want de jap sloeg graag en sloeg hard. Een ander leven dan met oorlog kende Ellen nog steeds niet toen ze vier was. Dat bleef nog even zo. Op de capitulatie van Japan en het einde van de Tweede Wereldoorlog in de Archipel volgde vrijwel meteen de Bersiap met voor de blanke Nederlanders de Indonesiërs als hun vijand en de voormalige vijand Japan als hun beschermer. Hoe vreemd kon het gaan. Het is waar wat je laatst zei over die boerenzoon die zijn puberteit in oorlogstijd beleefde. En toen in Nederland de oorlog voorbij was, moest hij voor zijn nummer naar Indië om in de kampongs te gaan vechten. Bijna tien jaar van zijn leven met oorlogsgeweld. Tien jaar oorlog. De gestolen jeugd. Zou hij ook in de krant hebben geklaagd over het gemis van een diploma-uitreiking in de Grote Kerk van Gorinchem? Zou Annabel uit de NRC vandaag naar de tv-uitzending van de jaarlijkse herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië hebben gekeken? Ik vermoed van niet. Ze zijn louter met zichzelf bezig en wij moedigen dat nog aan ook. Het boek ‘Het einde van de eenzaamheid’ van Benedict Wells durf ik haar niet eens aan te raden. Ik ga een biefburgertje voor Ellen op de plaat doen. En daarna kom ik een glaasje bij je halen. Ik zie dat het buiten nog 31 graden is. Het laatste hoofdstuk van het door jou aan mij uitgeleende boek bewaar ik tot vanavond. Dan komt er onweer, doe ik wat kaarsen aan, plaats ik Wibi weer achter de piano, of nodig ik Beethoven bij ons uit, en dan kruip ik gezellig bij Ellen in bed. Doe ik wel even haar zonnebril af. De dingen komen en gaan, lees ik alvast even stiekem op de laatste pagina bij Benedict Wells. Zijn hoofdpersoon Jules leerde dat accepteren, ook al bleef de moeder van zijn kinderen voortdurend in zijn hoofd en in zijn hart. Die tweeling van zeven, die jongen en dat meisje die hand in hand definitief afscheid van hun moeder kwamen nemen en nog heel even op haar sterfbed in het ziekenhuis naast haar kwamen liggen en haar streelden. Een vader die erbij staat en geluidloos huilt, zich omdraait en naar de gang beent. Waardoor komt het dat het leven wordt zoals het wordt? Het werd zo pijnlijk mooi opgeschreven. En ik ben blij nu te weten dat ik nog tranen heb en huilen kan.

We zijn over de helft van augustus. Het blijft warm en klam. Daar veranderen de stortbuien niets aan. Zodra de zon verschijnt stijgt de temperatuur naar tropische waarden. De lange zomeravonden worden kortere benauwde avonden. Met de kaarsen aan op verschillende plekken in de tuin. Ellen doet het wonderbaarlijk goed. Dat is in niet geringe mate ook te danken aan haar zorghofhouding. De dames verrichten onvoorstelbaar goed werk. En dan zie je laffe Kamerleden in looppas de benen nemen als er gestemd moet worden over meer geld voor de zorg aan ouderen en zieken. Het was een gênante vertoning van mensen die uit politiek eigenbelang bereid waren zichzelf niet serieus te nemen. We zullen er bij de verkiezingen rekening mee houden.

Geweldige recepten!
Lieve Ellen,
Wat een heerlijke Indische recepten staan er in je boek. Daar ga ik zeker gebruik van maken. Het ziet er erg mooi uit met schitterende foto’s van jullie tuin. Ik ben er erg blij mee. Veel dank aan Elly en Anne , dat hebben ze geweldig gedaan. Kom zaterdag even bij jullie buurten.
Groetjes van hier aan Johan en jou,
Liefs Wil

Stranden overvol, Katwijk dicht, en luister vooral naar allesweter Trump

Ha die Johan, dat is een mooie foto van Ellen! Ik herken de oude
Ellen er goed in, ze ziet er verdraaid jong uit. Misschien door het jeugdige
kapsel, maar wat doet het ertoe waardoor het komt. Is dit een houding die
zij graag aanneemt, of is het toeval dat ze enigszins met opgetrokken armen
zit? En wat is ze slank. Misschien vind jij haar minder vet op de botten
hebben dan goed voor haar zou zijn, maar het staat haar wel! Goed dat je
haar steeds weer fotografeert en dit is zeker één van de beste foto's die
dus zeker het verzenden waard is.

Ons buitenleven geeft een minder hoge prioriteit aan de elektronische post
dan aan wandelen, joggen, schuren, verven, fietsen, tekenen, lezen, bezoek
ontvangen, dorpsgenoten, o ja: huishouden ook nog.
Vorige week was waanzinnig:  mijn nichtje Esther zou komen met man en zoon.
Ze kwamen voor slechts 1 nacht, maar langer dan 1 etmaal dachten we
allemaal. In juli zou er een firma de elektriciteitskabels komen verzwaren
en wij zouden een zware betonnen paal erbij krijgen. "Pendant le mois
juillet". Je snapt het al. Tegelijk met Esther en Co. En juist toen wij
moesten beslissen of we toestonden dat er een boom voor zou sneuvelen. Werk
stilleggen, chef erbij, "het is uw terrein, maar u hebt wel toestemming
gegeven." Chef bellen met instantie van de verkabeling, toevallig (?) komt
net de locoburgemeester langs - niet te verwarren met de maire himself die
ons gras maaide.  "Ja, maar als u geen toestemming geeft, dan gebeurt er wat
er daar en daar is gebeurd. Alle bomen weg en een bredere weg gemaakt." Leek
ons bluf, maar goed. Marc werd en gek van, niemand had een kopie van het
ondertekende geschrift. Buurman erbij, zwaar bemaskerd en op meters afstand,
want fobisch en idd zwak en ziek. Hij is de man die vanwege zijn op te laden
Tesla meer stroom wil en daarin zijn zin kreeg. Wij door de knieën. Intussen
Esther en Co eerder vertrokken, want voor hen was er weinig meer te beleven.
De werkers waren van goede wil en hebben slechts paar takken afgezaagd en
een reuze gat in een buxus haag gemaakt. Ik bespaar je de details, maar de
zwarte humor is dat de arme buurman nauwelijks meer auto kan rijden na een
lichte attaque en dus helemaal geen zware Tesla (zijn lust en leven) nodig
heeft. Hij is en beetje de risee van het dorp, triest. Hij deed vroeger veel
voor ons - tegen betaling - maar kan dat nu niet meer, maar wij willen hem
niet voor het hoofd stoten en hij blijft op punten heel aardig. We hebben
dankzij hem internet via een kabel van hem naar ons, hapert af en toe, maar
goed. Het verhaal van de twee vrij grote hangars die er komen en ws in ons
uitzicht (op paar honderd meter, dat wel) voor nog een paardenfokker, houd
je tegoed. We gingen er speciaal voor op audiëntie op het raadhuis (nou ja),
maar de vergunning was allang vergeven.
Natuurlijk niet ieder dag "affaires", maar om 1 of andere reden vliegt de
tijd hier nog meer dan thuis en tussendoor lees ik ook nog af en toe een
boek, dat laat ik me door niets pakken. O. a. Wij slaven van Suriname van
Anton de Kom dat ik als boek niet goed vind, teveel opsomming en te
plechtstatig geschreven. Maar de informatie die hij geeft is ronduit
shocking, ook als je denkt er toch wel iets van af te weten.
Wij worden volgens mij nu gewoon (=?) ouder, we lijken dan wel fit en zijn
het misschien ook, maar ik merk wel dat ik van een uurtje flink werken al
moe word. 's Avonds ben ik goed moe, Marc houdt tegenwoordig vaak siësta,
maar zover ben ik nog niet.

De internationale politiek houden we, dwz vooral Marc, wel bij hoor. Dat kan
ook met een smartphone wel wat betreft de grote lijnen en die worden helaas
vooral door de gevaarlijke gek Trump bepaald. Bij hem is er weliswaar
nauwelijks sprake van een lijn, behalve dat alles om hem moet draaien, maar
helaas blijft hij bepalend. Mijn Amerikaanse nichtje Alexa loopt met haar
15-jarige dochter heel wat demonstraties af en het schijnt dat zij iedere
avond aan tafel moeite heeft de vrede te bewaren omdat  haar wat
conservatievere man die overigens  heel aardig is, door zijn dochters heftig
geattaqueerd wordt [of is het: attakeren?]. Dat demonstreren helpt
natuurlijk bitter weinig en zal bij veel conservatieven hun haat tegen alles
wat "links" heet aanwakkeren, maar toch ben ik blij dat op dit moment iig
een meerderheid van de kiesgerechtigden Trump echt zat lijkt te zijn. Wat
Biden zal brengen zal zeker ook geen vrede en welvaart zijn, maar toch wel
minder haat, leugens en bedrog. Schrale winst, maar toch. 
Dit n.a.v. jouw bespiegelingen over Trump als potentiële verliezer straks in
november. Ik vrees dat je gelijk zult hebben, dat hij als verliezer uit het
Witte Huis gesleept zal moeten worden. Hopelijk zal de pers daar dan getuige
van zijn en ons laten meekijken!

De Nederlandse politiek volg ik hier nauwelijks, ik kan wel tot 1 september
wachten die draad weer op te pakken. Wat ik er van meekrijg - sorry voor het
germanisme - stemt me erg droevig, een bijna morsdode sociaaldemocratie,
zichzelf verloochenende liberalen, volksmenners van de bovenste plank bij
PVV en soortgenoten, te weinig durf harde knopen door te hakken bij Groen
Links en dan nog wat schertsfiguren in de kleiner partijen. Hier is het weer
anders, maar bepaald niet beter. Economisch staat Frankrijk er erg slecht
voor en dat is natuurlijk óók nog eens levensgevaarlijk voor de democratie.
Hier op het platteland gelden weer heel andere prioriteiten dan in Parijs,
ik heb het idee dat je beter hier arm kunt zijn dan in de groter steden, ook
omdat wij nog al wat gemeenschapszin om ons heen zien. Of heb ik romantische
vooroordelen? Daar betrap ik mezelf zelden op, maar wie weet bij het ouder
worden?

Johan, het is tijd de bedstee op te zoeken, als ik het wel heb lig jij er
allang in, heel verstandig jongen!
Ik wens je vredige zomerse weken met Ellen, niet al te heet en vooral niet
met al te ingewikkelde roosters voor de zorg voor Ellen, dat lijkt me voor
niemand goed. Jij gaat dus binnen afzienbare tijd toch maar onder het mes,
voordien spreken of schrijven we elkaar zeker nog, dus ik zend nog geen
anti-hospitaliseringswensen naar De Meern.
Johan, houd je "gewoon" goed en laaf je aan de heldere momenten van Ellen en
word als het kan niet al te verdrietig, laat staan bitter tijdens de dagen
dat zij erg afwezig lijkt. Ik groet jullie allebei met een ongevaarlijke
omhelzing vanaf onze nu frisse hoogvlakte en met hartelijke groeten van Marc
en Jeannette.

Hi Jeannette,

Facebook en Twitter in actie tegen valse berichten Trump! Meteen lezen natuurlijk. Het kan er nog wel bij. Iemand die geen respect voor anderen en de naakte feiten heeft, wordt als het moet ten overstaan van de hele wereld door Facebook aan zijn melkboerenhondenhaar door de zelf veroorzaakte onwelriekende prut getrokken. Trump als de corona-wetenschapper van de kouwe zompige kleigrond. Facebook heeft zo-even, lees ik, een bericht van het gezwel Donald Trump over COVID verwijderd omdat dit met al zijn onwaarheden schadelijke desinformatie zou bevatten. Moet je nagaan: een bericht van de president van niet eens zo lang geleden nog het machtigste land ter wereld dat als gevaarlijke lariekoek is weggegooid. Ondenkbaar tot vier jaar geleden! Ja toch! Facebook verwijderde al eerder haatdragend gegorchel van de aldoor twitterende gek in het Witte Huis. Daar begin je tegenwoordig je dag mee, met een man die eigenlijk in een reservaat voor psychoanalyse hoort. De man heeft het gevoelsleven van een mortuarium. Vreselijk als altijd alles om jezelf moet draaien en je niet de pijn voelt die je een ander aandoet. En als je alleen maar ruziemakend en schreeuwend je dagen doorbrengt. Ik zie hem zitten aan een volkomen leeg bureau en met het schuim op de mond. Stuurloosheid. Trump is ziek. En onbehandelbaar. Vreselijke zelfgenoegzame uitstraling met dat pubermondje en die kraaloogjes ook daar achter het spreekgestoelte tijdens clowneske persconferenties. Ze zijn de moeite waard al was het maar als surrealistisch toneelstuk. Die verstrooide Biden is natuurlijk de oplossing niet. Hij wees laatst naar zijn vrouw en wees naar de verkeerde. Wat ook wel weer geestig is. Minder geestig is dat hij weer eens iets stompzinnigs zei over de latino’s. Lovenswaardig natuurlijk dat je Amerikaanse nichtje en haar dochter aldoor aan protestmanifestaties tegen Trump meedoen, maar wanneer zeggen die Republikeinen in het Congres nou eens eindelijk tegen die schurk tot hier en niet verder?! Wat zijn die senatoren voor bange rietstengels en kruiperige baantjesjagers?! Ik begrijp er werkelijk geen donder van dat invloedrijke Republikeinen, zowel in de politiek als daarbuiten, Trump nog altijd zijn gang laten gaan. Ze graven hun eigen graf. Het graf van de VS is al gedolven. Die man hoort in een dwangbuis en psychiatrisch verpleegd te worden. Die kerel spot met de meest elementaire zaken waar ook de Republikeinen zo aan hechten. Maar wat zeg je van die ouwe Juan Carlos uit Spanje? Het koningshuis daar is al helemaal een bandeloze verschrikking. Het is even na vijven en de zon is nog niet op, lieve Jeannette, als ik aan mijn antwoord op je laatste mail ben begonnen. De vroege ochtend is me nog steeds verschrikkelijk dierbaar. Zeker nu in de vakantietijd, hoogzomer, en met tropische temperaturen. We gaan de 38 graden halen. Balkondeur open en buiten kun je een speld horen vallen. Alleen de krantenjongen zie ik zachtjes voorbij fietsen. De meeste boeken schreef ik ’s zomers en dan zat ik soms al om vier uur aan mijn bureau. Stond ik om zeven uur ’s ochtends mijn tuin te sproeien. Dat ben ik de komende dagen weer van plan. We wonen hier op een mooi plekkie. Vlak om de hoek is het deze dagen gezellig druk met allerlei bootjes op het water van de Leidsche Rijn. De kinderen hier hebben opblaasboten en varen ermee naar de ijscoboer nog geen twee kilometer verderop in wat wij ons centrum noemen maar wat die naam eigenlijk niet verdient. Mijn buurman Charles probeerde vorige week vrijdag met een koelbox bij het strand van Bergen te komen. En toen bij het strand van Groet. En daarna Schoorl. Lukte allemaal van geen kant. Overal weggestuurd door de politie. Ergens moest Charles in z’n achteruit met nog honderd andere doorgestoofde automobilisten een straat uit met zijn auto. Uiteindelijk zat hij met zijn vriendin Ceciel ergens in een weiland te picknicken. Wel zo romantisch. De volgende dag kon hij geen pap meer zeggen, zó moe was hij.  Ik las in je mail dat Marc in jullie Franse huis elke dag siësta houdt? Heel goed. Ik doe dat al zeker anderhalf jaar ongeacht de jaargetijden. Zo’n rustpauze duurt in de regel niet langer dan drie kwartier. Dan kruip in achter Ellen en ben ik in vijf seconden onder zeil. We zetten Wibi tijdens onze siësta achter de piano. De roomwitte overgordijnen wuiven een beetje mee met de ventilator van de Blokker op zijn laagste stand. Dat van die roomwitte overgordijnen heb ik van Triëst in Italië overgehouden. In mijn Parooltijd mochten we daar eens een maand het bovenhuis van de correspondent gebruiken. Op weg naar het strand kwamen we langs een bungalow waaruit pianomuziek opklonk en waarvan de roomwitte overgordijnen deinden op een warme weldadige bries. Dat vond ik de overtreffende trap van rijkdom. Aan Triëst herinnert hier in mijn werkkamer nog steeds een geglazuurde aardewerk pot van een kunstenares in een tot op de draad versleten stofjas die enkele villa’s van de pianobungalow vandaan woonde. De correspondent, die eigenlijk onderwijzer was, had ons op die vrouw geattendeerd. Wij eten in verband met Ellen vaak warm tussen de middag. Macaroni of nasi goreng met kipsaté of een salade van tonijn en augurk. Ik neem er soms stiekem een glaasje witte wijn bij. Dat trek ik dan af van het aantal glaasje (2,5) van eind van de middag. Maar alsjeblieft niet doorvertellen dat ik dat wel eens vergeet. Trump drinkt geen druppel alcohol en zie wat ervan komt. Waarom geef jij je niet over aan een siësta die zeker past bij het lome leven op het Franse platteland? Die warmte van nu, Ellen heeft het zwaar, het kost haar veel energie. Inderdaad, je keek naar een foto van Ellen (eet goed maar nog altijd heel slank) die blij maakt en er één is om met zorg te bewaren. Haar motoriek is door de parkinson natuurlijk zwaar aangetast, maar die crapaud is geweldig door vooral ook zijn pasvorm en de hoogte van de armleuningen. Die armleuningen zorgen ervoor dat ze automatisch meer rechtop zit. De dames van de verzorging vinden telkens weer iets nieuws uit. Het is voor ons een geweldig orkest. De leden laten nooit op zich wachten en zijn de afgelopen vier jaar in feite nog geen dag ziek geweest. Zoiets wens ik elke personeelschef toe. Tot mijn eigen verrassing stoort het me niet dat ik ze dagelijks over de vloer heb. Dat komt vooral ook doordat ze de privacy van Ellen en mij ten volle respecteren. Ze bazelen niet over ons. Het is anders. ‘Nee Johan’, kreeg ik gisteren te horen, ‘niet meteen in één keer een slok water, maar eerst een druppeltje, om Ellen te doen beseffen dat ze gaat drinken. Anders verslikt ze zich. Vergeet niet, de film in slow motion, bij Ellen gaat alles trager van hoofd naar de rest van haar lichaam.’ Op zulke momenten zou ik onze dames het liefst even knuffelen. Maar ja, dat past een personeelschef niet. Dat gold al zo toen er van een pandemie nog geen sprake was. De zorgzusters zijn gewoon onderdeel van ons dagelijks leven geworden. In de tuin is het plukken van de bramen, goed op kleur maar nog wel zuur, begonnen. We zien de eerste peren. De kiwi’s zijn in aantocht. Fijn weer zo’n uitvoerig bericht van een dapper onder alle weersomstandigheden joggende plattelandsvrouw uit het diepe orthodoxe zuiden in Frankrijk. Het kwistige Frankrijk als ik de heren Rutte en Hoekstra zo beluister over de coronanoodmaatregelen. Dat een VVD’er moeite heeft met naastenliefde dat weet ik al een poosje, maar dat dit ook geldt voor een doorbakken christendemocraat verwondert me. Alhoewel, toch ook weer niet, want het zijn en blijven pragmatische lieden. De tijd van Willem Aantjes (die de farizeeërs in 1978 als het lam Gods naar de slachtbank hebben geleid) ligt mijlenver achter ons (en ook weer niet). Het gaat economisch slecht met Frankrijk, schrijf je, en dat is heel gevaarlijk voor de stabiliteit en de democratie. Net als in Italië en in Spanje. Zijn we in die zuidelijke landen eigenlijk nog wel welkom? Of zijn jullie er al zo ingeburgerd dat jullie buiten de ballotage blijven? Ik heb Holms gegoogeld, mooie beelden leverde dat op. Zo achterlijk lijkt het me daar niet. Of zijn er meerdere Holmsen? Goed hé dat je Anton de Kom gelezen hebt met zijn ‘Wij slaven van Suriname’. Dat is van een historische dimensie. Het is vooral een op schrift gestelde aanklacht tegen de machtsverhoudingen in het koloniale tijdperk. Geen volk kan tot volle wasdom komen als het erfelijk met een minderwaardigheidscomplex belast blijft. Die zin waarmee De Kom ‘Wij slaven van Suriname begint heb ik in mijn oren geknoopt en gaat nog steeds voor Suriname op. Ik denk dat Suriname nog steeds gebukt gaat onder een minderwaardigheidscomplex. Vandaar ook gevoeligheden waar wij niet op bedacht zijn. En de kolonisator Nederland heeft schuld aan dat minderwaardigheidscomplex. Wij moeten nu ook eens eindelijk ophouden met al die valse argumenten om Paramaribo geen excuses te maken. Excuses zijn wel degelijk zinvol. Oud-hoofdredacteur Jensma schreef daar vorige week in NRC heel treffend over. Waarom toch zo moeilijk doen met excuses? Kijk, een zwaar gristelijke wethouder van Urk heeft de gemeenteraad excuses aangeboden omdat hij even vergeten was lucratieve neveninkomsten als schimmige manager bij het transportbedrijf van zoonlief op te geven. Er werden daar ook nog eens harddrugs gevonden. Dat zijn natuurlijk excuses van niks. Maar waarom doet Rutte met Suriname zo moeilijk? We zijn er nog niet aan toe? Wat een apekool. Het gaat niet alleen om de slavernij zelf. Maar ook om de vele decennia na de afschaffing ervan. Want die werd weliswaar formeel afgeschaft, maar ging met de contractarbeiders uit India en later Nederlands-Indië de facto nog gewoon door. Zonder slaven geen plantages. De bakra wist niet wat werken was. De bakra met zijn zweep had voortdurend een droge keel door zijn gezuip van de vorige avond (en zijn jacht op jonge slavinnetjes). Ik had nog nooit van De Kom gehoord totdat ik pakweg twaalf jaar geleden in Paramaribo werd meegenomen naar de universiteit die zijn naam draagt. Ik ben met de taxichauffeur Dolf bij zijn geboortehuis geweest. Bleek een bouwval intussen, bijna een houten geraamte, een skelet dat elk moment kon instorten. Het stond op een kruising met veel verkeer. Bij Anton de Kom moet ik altijd onwillekeurig denken aan Multatuli. Maar het lijkt me dat hij in zijn vrijheidsstrijd en activisme nog veel uitgesprokener was dan Eduard Douwes Dekker. Die laatste was niet an sich tegen het kolonialisme als systeem, De Kom daarentegen wel degelijk. De Kom had vooral zijn aanhangers onder de uitgebuite Javanen. Veel Hindoestanen waren allang geen contractarbeider meer. Die waren stukje bij beetje in zaken gegaan. Hadden ze van de Chinezen afgekeken. Volgens mij hebben de Hindoestanen als bevolkingsgroep nu voor het eerst met Santokhi hun eigen president. Eens met wat je schrijft over de plechtstatige wijze waarop De Kom formuleerde. Maar wel indrukwekkend hè?! We hebben het bovendien over 1934 of zo ongeveer dat ‘Wij slaven van Suriname’ voor het eerst verscheen. Triest die levensloop van Anton de Kom. Gevangen gezet op Fort Zeelandia, verbannen uit de kolonie en voor straf met zijn gezin naar Nederland verscheept. Waar hij in het verzet tegen de Duitsers belandde, want strijdbaar bleef hij, om uiteindelijk heel jong nog in een concentratiekamp van de nazi’s de dood te vinden. Nederland had hem veel eerder tot een landelijk bekende figuur moeten maken. Eens? Die canon is een mooi eerbetoon. Zijn vader was nog als slaaf geboren. Bij de afschaffing van de slavernij kreeg de vader van Anton de Kom de achternaam van de plantagehouder maar dan wel in spiegelbeeld. Die plantagehouder heette dus De Mok. Gebeurde vaker. Bij Willem II loopt een linksback die Nelom heet. Zijn voorvaderen waren ook slaven. Hun eigenaar heette Molen. Ik raak niet uitgelezen over Suriname. Pas uitgelezen, en ik raad je ze aan: ‘Plantage Wildlust’ van Tessa Leuwsha en ‘Het verbrande huis’ van Bodil de la Parra, de dochter ván, een familiegeschiedenis uit de Zwartenhovenbrugstraat in Paramaribo. Ik herlees op een stretcher onder een kolossale vlinderstruik deze dagen Jan Wolkers. Na ‘Terug naar Oegstgeest’ nu ‘Kort Amerikaans’. Mij valt op dat er momenteel met veel meer snelheid geschreven wordt. Er gebeurt te weinig bij Jan Wolkers op een pagina. Maar toch blijft hij als schrijver met al die geweldige dialogen en impressies een heilige voor me. Jullie vermaken je zo te lezen uitstekend in jullie Franse durp. De tijd die nog sneller gaat dan in Amsterdam? Kan dat? Voor mij is Amsterdam een draaimolen. Jullie burgemeester Halsema maakt zich met intussen drie mondkapjes over elkaar heen grote zorgen over alle drukte in de stad. Wat die corona aangaat, houdt men zich in Amsterdam aan God noch gebod. De onthouding heeft al te lang geduurd. Minister De Jonge van volksgezondheid is voor Amsterdam een sprekende pop geworden. Wat bezielde die De Jonge in hemelsnaam om zich als minister van volksgezondheid middenin een pandemie op het onzalige lijsttrekkerschap van het CDA te storten. Liet hij zich afleiden door zo’n mierzoete campagne met die mevrouw uit Volendam en zijn bijna struikelblok Omtzigt. Die merkwaardige blinde ambitie, wat is dat toch? Het is voor mij onnavolgbaar. In september weer terug in de Utrechtsedwarsstraat? Waarom blijven jullie er niet langer? Na Rotterdam heeft nu ook Amsterdam met een forse stijging van nieuwe coronabesmettingen te maken. Maar ja, tegelijkertijd lees ik dat Frankrijk zelfs onomwonden toegeeft de landelijke controle op de verspreiding van het virus geheel kwijt te zijn. Ik zou maar lekker nog een poos in Holms blijven, gedoe met die buurman die niet auto mag rijden, maar voor wiens elektrische Tesla wel allerlei zotterie gemeentelijk geregeld wordt, ten spijt. Moest wel een beetje lachen om dat verhaal over de burgemeester en zijn loco. Ik zag ze voor me met hun fiets, de grasmaaier en de alpinopet. Heerlijk toch! En zag Marc voor me op zoek naar ondertekende formulieren die niet ondertekend waren en bovendien niet eens bestonden. Wij hebben een invalidekaart voor het parkeren van de auto. Bovenop die parkeerkaart moest ik iets extra’s aanvragen vanwege die nieuwe auto van de gemeente die foutparkeerders scant zonder dat die parkeerwachters achter hun stuur vandaan hoeven te komen. Ze zwaaien links en rechts met een arm op het dak van hun auto. Enfin, alles volgens de regels ingevuld met stempels enzovoorts. Krijg ik bericht dat niet ik maar Ellen die extra voorziening had moeten aanvragen en ondertekenen. En probeer dan maar eens een bezaagseld ambtenaarshoofd duidelijk te maken dat Ellen niet de bestuurder van de Skoda is maar de passagier op de bijrijdersstoel. Daar moet je dan weer voor naar het gemeentehuis. Ik probeer me een voorstelling te maken van zo’n sollicitatiegesprek op het gemeentehuis. Of de sollicitant de meeste dingen in één keer begrijpt. Ja? Dan niet geschikt voor de functie die vooral ook enige onnozelheid vereist. Ik bestelde bij de gemeente in juni een nieuwe grijze kliko. De huidige gescheurd. Ik zou op 17 juli een nieuwe krijgen. Of ik de oude aan de stoeprand wilde zetten. Die stond er 18 juli ’s ochtends nog. De gemeente gevraagd hoe dat zat. Daar moet je engelengeduld voor hebben want op alle tijden van de dag zijn alle medewerkers van de gemeente in gesprek. Had ik een toezegging dat op 17 juli een nieuwe kliko afgeleverd zou worden? Dat kon de gemeente in zijn administratie niet meer terugvinden. Was dat écht zo? De fout van de gemeente moest snel hersteld, vond de blijmoedige ambtenaar (stond op het punt met vakantie te gaan). Over de mail zou ik snel een nieuwe datum krijgen. Dat klopte, ik kreeg per omgaande een nieuwe datum voor de kliko: maandag 28 september. Lust u nog peultjes? We blijven lachen. Behalve om de medisch specialist Trump. Zeker niet de beste president uit de Amerikaanse geschiedenis. Wat jij? Er waren een paar betere. Trump valt zelfs af voor brons. Liefs van hier uit de tropen.

Dag Anne. Uit mijn hoofd en uit de pen van Johan. Als wel vaker probeert hij mijn gedachten in woorden te vangen. Mede namens mijn steun en toeverlaat verschrikkelijk veel dank voor jouw en Elly’s fraaie productie met lieve woorden naar aanleiding van mijn weer plots tevoorschijn gekomen favoriete kookboekje voor rijsttafels. Zo zie je maar hoe nuttig het opruimen van de boekenkast kan zijn. Ach ja, wat heb ik vaak van dat ene kookboekje gebruik gemaakt. Ging ik tevoren naar die toko in Maarssenbroek voor de juiste kruiden. Ik koken, Johan uien snijden, knoflook persen, en dat kokosblok doormidden hakken. Dat leek wel een betonplaat. Jullie exemplaren zijn allemaal onder de mensen. De reacties zijn fantastisch, werkelijk waar. Je hebt de mail van de overburen Cinta en Ad doorgestuurd gekregen? Trudy, Diana, Charles, Ceciel, ze waren ook allemaal erg enthousiast. Van de week nog een exemplaar meegeven aan onze nieuwe en kwieke buurman Niels (midden dertig) die weliswaar uit Groningen komt maar die net zo lief Indisch eet als aardappelen met spruitjes en een bal gehakt. Graag hebben we nog enkele boeken om uit te delen en als daar enige kosten aan verbonden zijn dan horen we dit wel. Het gaat mij redelijk goed af. Niets boven je eigen huis en vertrouwde woonomgeving met zijn spulletjes! Wel erg warm nu. Johan vertelde me van alle drukte aan de kust en dat ze Katwijk vandaag al gauw op slot hadden gedaan voor toeristen die graag wilden komen doorbakken. De tropische temperaturen kosten me veel energie. En ik heb al onvoldoende. Gisteren genoten van een groot glas bier en van ijs met karamel van de supermarkt. We houden de boel huis goed dicht na tien uur ’s ochtends. Hoe heb jij het aan de receptie van De Ingelanden. Moet je er weer een strenge mondkapjesdiscipline bewaken? Nog even en je kunt met pensioen. in het najaar toch? Zoen van mij en beste groet. Ellen.