Zelfs de Holocaust afdoen als een fabeltje, laat staan Kobani. Hoe erg het met ons is gesteld!

Welke woorden moet je nog kiezen als uit representatief internationaal onderzoek blijkt dat van de Nederlanders na 1980 geboren een kwart niet in de Holocaust gelooft en die afdoet als een mythe ?! De Holocaust inderdaad afdoet als een verzinsel !!! Er zijn domweg geen woorden voor. Mogen we hier even heel diep ademhalen ?! Ruim 23 procent van de Nederlanders tot veertig jaar is van mening dat de uitroeiing van de Joden in de Tweede Wereldoorlog, en in de aanloop ervan, niet is gebaseerd op waargebeurde feiten en kortom niet heeft plaatsgevonden. Claims Conference komt met méér schokkende bevindingen. Maar liefst 59 procent van de Nederlandse ondervraagden na 1980 geboren weet niet dat door de nazi’s van Hitler zes miljoen Joden zijn omgebracht en dat er vernietigingskampen als Auschwitz, Bergen-Belsen en Dachau hebben bestaan. Claims Conference stelt vast dat de onderzoeksresultaten nergens in de wereld zó schokkend zijn als in Nederland.

Wat is de oorzaak van die bedroevende cijfers in Nederland? Ouders – de babyboomers vooral ook – die verzuimd hebben het oorlogsleed door te geven aan latere generaties? Ons onderwijssysteem met al die verlammende en tot ongelukken leidende hervormingen door de jaren heen, welke strapatsen veel ouders in onze grensprovincies zelfs deden besluiten hun kinderen in België of Duitsland op school te doen? De vakken geschiedenis en maatschappijleer geschrapt uit de lespakketten? Niet leuk genoeg, geschiedenis? Maakte zelf als docent op een rommelige hogeschool voor journalistiek mee dat het niet meer ging om hoe de docent dacht over de student, een normaal gegeven zou je denken, maar hoe de student de docent beoordeelde. De student mocht zelf op een zo gezellig mogelijke wijze zijn lespakketje met roostertje in elkaar knutselen op weg naar het einddiploma dat hem als het ware in de schoot geworpen werd. Want hoe meer einddiploma’s, hoe meer bonussen naar de verantwoordelijke onderwijsinstellingen. Hoe komt het toch dat Nederland zo vaak zo slecht scoort als nu weer bewezen met de Holocaust? De ontlezing die in weinig landen zo significant is als in Nederland? Het kabinet dat tijdens de lock-down in verband met de coronapandemie wel de slijter openhield maar niet de boekwinkel? Het kabinet dat de culturele sector al jaren de voet dwars zet?

Ben zelf ondertussen aangeland op de laatste pagina’s van ‘De zussen van Kobani’, adembenemend, tranen wellen op, het voortdurend slikken en wegslikken, en vraag me af hoeveel Nederlanders van na 1950 – ik doe maar een greep – geïnteresseerd zijn ín en iets afweten ván hoe er door Syriëgangers en het barbaarse en goddeloze schrikbewind van het kalifaat werkelijk is huisgehouden onder de Koerdische bevolking van bijvoorbeeld de provincie Aleppo nog geen tien jaar geleden. Wat heeft zich daar werkelijk afgespeeld? Al het slechte dat maar te bedenken valt, dát is dáár gebeurd. De hel op aarde. De apocalyps. Het einde der tijden. Huiveringwekkend. Ontvoeringen, verkrachtingen, seksslavernij, martelingen, onthoofdingen, lichamen gespiesd, uithongering, landmijnen en raketaanvallen, en waar moet ik in die opsomming stoppen? De reeks is eindeloos. Huiveringwekkend, als gezegd. Dood en verderf. In zijn meest extreme vorm. Achter mijn rug klinkt: Alles wat je aan vreselijkheden kunt bedenken heeft in Noord-Syrië plaatsgevonden, en waar was de rest van de wereld? We konden geen kant uit.’ Laura H. die in Mosul belandde en naar Nederland terug vluchtte, de vuistdikke pil over haar met lilapaars getint kaft, het boek ligt in mijn bibliotheek op een stapel waaraan het boek over de hemeltergende tragiek van de Koerden in Noord-Syrië wordt toegevoegd. Laura H. in Mosul en het kalifaat en alle misdaden in Kobani – we hebben het over krek dezelfde jaren in de recente geschiedenis van een wereld die zich heeft ontaard en tot een morele vuilnisbelt heeft gedegradeerd. Een kwart van de Nederlanders na 1980 geboren wuift de Holocaust weg als een fabeltje. Dat zal met de de slavernij op de plantages van Suriname wellicht ook zo zijn, en met de inhoud van ‘Zarifa’ en Afghanistan (33 graden onder nul momenteel) vermoedelijk niet anders, en met ‘De zussen van Kobani’ eveneens. Om maar te zwijgen over ‘Sisters in Arms’ van Caroline Fourest met in de hoofdrol Dilan Gwyn.

Ik citeer uit ‘De zussen van Kobani’. Ze kamden een klein hotel aan de rand van de stad uit, waar een grote groep IS-terroristen zich had schuilgehouden, de Koerdische strijders hadden de terroristen één voor één uitgeschakeld. In de kluizen achter de receptie troffen ze een groot aantal paspoorten aan van leden van het kalifaat. De commandante van de Koerdische vrouwenbrigade vroeg de Franse journalist Jean-Luc om de paspoorten te bekijken. De correspondent was gaan zitten op de enige bank die nog in de hotellobby stond en had de passen op stapeltjes gelegd. Journalist Jean-Luc bekeek de paspoorten. En hoe meer hij er inzag, hoe misselijker hij werd. Op een gegeven moment had hij nieuwe stapeltjes gemaakt en de paspoorten op land gelegd. Hij had paspoorten uit Noord-Afrika verwacht, en uit het Midden-Oosten. Maar nee. De terroristen kwamen uit Frankrijk, Engeland, België, Zweden, Noorwegen, Denemarken en uit Nederland. Jean-Luc stuurde zijn artikelen naar zijn krant. Maar die plaatste de verhalen niet (meer). Te ongeloofwaardig, te surrealistisch, opgeklopte verzinsels van een op locatie gehersenspoelde verslaggever, vond zijn hoofdredacteur. Druk van buitenaf in Parijs. Daar bezweek de hoofdredacteur onder. Turkije, de NAVO en de EU. De machtsmechanismen. Of de journalist dat in zijn werk wilde verdisconteren. Jean-Luc spatte tussen alle doden en gewonden en de puinresten in het door IS belegerde Kobani uit elkaar van woede en moest zich tijdens de telefonische tirade geregeld bukken om een kogel te ontwijken. Hij nam in razernij ontslag bij zijn krant, sloot zich aan bij Koerdische milities, bleef produceren voor internationale persagentschappen die hem en zichzélf serieus wilden nemen, en stierf tijdens een reportage smartelijk bij een raketaanval. Niet de westerse pers maar de Koerden van Noord-Syrië brachten hem de laatste eer. Zo verging het Jean-Luc.

Op 26 januari 2015 heroverden de Koerden met de Peshmerga, hun onwaarschijnlijk sterk gedisciplineerde vrouwenbeweging van vrijwillige strijders, een toonbeeld aan veerkracht, hun stad Kobani op IS. Duizenden en duizenden doden en verminkten onder de Koerdische bevolking. Op de heuvel werd de IS-vlag neergehaald en kon de Koerdische er weer wapperen. Het zijn aangrijpende pagina’s in het boek over Koerden, hun moed, hun trots en hun besef van hun geschiedenis. Doet me aan de Holocaust denken. En de onwetendheid in een land dat beheerst wordt door decadentie. Kobani bevrijd tegen de achtergrond die we momenteel maar al te zeer weten vanwege Oekraïne. De lijklucht die in de straten hing. Vermengd met de geur van urine. Er was veel bloed vergoten en de overlevenden van Kobani beloofden elkaar geen enkele druppel bloed ooit te zullen vergeten. De overlevenden beloofden elkaar dat ze hoop zouden blijven inademen en dat ze met hart en ziel zouden blijven vechten tegen het gemis aan respect voor het leven. Het gemis aan respect voor het leven in de meest vreselijke, en van hieruit nauwelijks voor te stellen, gedaanten. Beestachtig? Het doet geen recht aan dieren dit alles zo te formuleren. ‘De zussen van Kobani’ is een op waargebeurde feiten gebaseerd meesterwerk over het tienermeisje Zozan, een uitzonderlijk goede scherpschutter, en beschrijft ragfijn het gezin van vier personen waaruit ze voortkomt, van wie het meisje als enige de oorlog in haar geboortestad wist te overleven. Haar iets oudere zus werd door een IS-bandiet onthoofd waarvan Zozan getuige was omdat er satanisch – geen beter woord kan ik bedenken – een filmpje door IS was gepost en op social media rondging. Een grijzende IS-terrorist die twee hoofden zonder lichaam aan hun haren in de lucht hield en kwijlend droomde van de beloning van 72 maagden in het uiteindelijke paradijs. Het zou één maagd worden, een maagd van 72, en dat nog niet eens. In een zoekactie werd hij naar de eeuwige jachtvelden geschoten.

De Arabische lente die eerder in Tunis begonnen was, sloeg snel om naar de omringende landen waar dictatoriale regimes de knoet hanteerden en het bijvoorbeeld ook de Koerden verboden was een eigen vrije wil te hebben en uiting te geven aan hun eigen taal en cultuur. De opstand werd vooral door vrouwen geleid, onvoorstelbaar moedige vrouwen. Ze blijven nog steeds actief en strijden voor een vrije en seculiere samenleving. De vrouwen van Kobani werden uiteindelijk wereldberoemd. Er zijn nog altijd ettelijke honderdduizenden vrouwen die leven als slavinnen, staat in het nawoord van ‘De zussen van Kobani’ geschreven. Het boek mag zeker ook worden gelezen als een niet malse aanklacht tegen de Europese Unie, die vergadert en nog eens vergadert en waarvan de hoogste kwaliteit is het afgewende hoofd uit lafhartigheid en misrekening. Tijdens de bevrijding van Kobani hoort de onverschrokken Zozan ineens een stem achter zich. Ze draait zich om. Ze kijkt, ze kijkt nog eens, ze kijkt door haar tranen heen en ziet daar op de puinresten haar oma staan, ze slaakt een kreet, rent op haar oma af, en valt in haar armen . Ook oma blijkt de oorlog te hebben overleefd. Dus toch. Het zijn waargebeurde feiten. De tekst kruipt onder je huid. Leerlingen van het middelbaar en hoger onderwijs in Nederland, en al iets oudere leeftijd, het gaat om waargebeurde feiten !!!

We laten Zozan aan het woord. ‘Het gezicht van mijn oma stond intens verdrietig en tegelijkertijd heel gelukkig. Ogen zo helder, zo helder als glas, een gezicht zo oud geworden en zo vol groeven. Ik keek recht in het gezicht van ware LIEFDE.’ Het meisje was rijk. Ondanks de verloren jeugd. Ze kwam er achter wat ware LIEFDE in werkelijkheid was. En betekende. Dat was oma in Kobani en niet de gsm met beursberichten in de neoliberale westerse onbeschaafde nepwereld op weg naar verder jagen en jakkeren met een kromme vinger. Oma teruggevonden, maar in de strijd om Kobani tegen IS wel haar beide ouders en haar zus verloren, de één op nog gruwelijker wijze dan de ander. Hier valt deze blogschrijver stil.

Een ontroerend slot en terwijl ik het boek dichtsla lees ik over een kwart van de Nederlanders, na 1980 geboren, die de Holocaust als een mythe afdoen. En dat ruim meer dan de helft van de Nederlanders, na 1980 geboren, niet weet dat Hitler-Duitsland de vergassing en zo meer van zes miljoen Joden op zijn geweten heeft. Wat zullen de Nederlanders van de Koerden in Syrië, Turkije, Irak en Iran afweten? Geen klap? Huiveringwekkend. Om tegen deze bikkelharde feiten een daad te stellen mag er nog één onderwijsvernieuwing komen. Drie keer raden hoe en waar?  De bijenhouder van Aleppo? Geschreven door Christy Lefteri.  De vlucht van meer dode dan levende wanhopigen van hun hart beroofden uit Aleppo? Waar ligt dat ergens? Bestaat dat echt? De meest betreurenswaardige stad op aarde? Genocide? Allemaal fabeltjes waarschijnlijk.    

Nog even bukte ze voor een handvol aarde van het getormenteerde en verweesde Kabul

De buik van het vliegtuig stond wijd open, het felle licht priemde het donker in. Een rij stille mensen schuifelde vooruit over de startbaan van Kabul. We noteren de zomer van 2021. Mijn verloofde Bashir gaf me een zacht rukje aan mijn hand. ‘Kom, we moeten gaan.’ Ik stond daar als aan de grond genageld. Ik probeerde mijn voet op te tillen en het verdoofde gevoel van me af te schudden, maar kon me niet verroeren. Ik wilde ontzettend graag die laatste momenten, voordat ik in Kabul aan boord ging, vasthouden en bukte me om een handvol aarde op te scheppen, die ik vervolgens in een slip van mijn hoofddoek knoopte. ‘Kom nou.’ Een nieuw salvo geweervuur – staccato, indringend – barstte los achter de omheining van het vliegveld: tadadadada. Lichtspoorkogels tekenden als dansende vuurvliegjes een boog onder het licht van de sterren.

Bashir trok weer aan mijn hand, harder nu. Ik schoot met een schok vooruit en sloot me aan bij de rij die het vliegtuig in ging. Binnen lieten we ons op de vloer zakken. Om ons heen zagen we uitdrukkingsloze gezichten en vochtige ogen, we werden ondergedompeld in het zachte gegons van lieve woordjes dat onderdrukte snikken overstemde. Uit vuile rugzakken kwamen aandenkens tevoorschijn. Schooldiploma’s. Babyschoentjes. Mijn verlovingsfoto’s. Ik zag een gelukkige vrouw die ik nauwelijks nog herkende. Het was heel onrechtvaardig. Voor mijn moeder, voor wie dit gewoon het zoveelste verlies was in een leven vol verliezen. Voor mijn broers en zussen, die altijd hadden gehoord dat ze een beter Afghanistan zouden erven. Voor de andere families die dagen en dagen bij het vliegveld hadden gestaan. Voor de radeloze achterblijvers natuurlijk ook, zij zeker ook, zij al helemaal.

In de laatste ogenblikken dat ik in mijn vaderland was, zong ik een lied over ballingschap.

Mijn land

Zo uitgeput van kwellingen

Mijn land

Verlangend zonder remedie en dus hoop

Mijn land.

Als iemand die gelaten afwacht

Mijn land

Als een woestijn vol zand

Mijn land

Als een treurend hart

Mijn land.

Ze zong. De tranen hoefden niet te komen, ze waren er al. Het land van haar vader. Aan het woord een imponerende jonge vrouw van nog geen dertig jaar. Ze omschrijft zichzelf als een prettig obsessief ambitieuze vrouw die niet wilde accepteren dat Afghanistan in de goot belandde, maar nu moet toegeven dat het toch de goot is geworden van waaruit geen terugkeer meer mogelijk lijkt. Biden, de westerse wereld, Nederlandse politici ook, het drama, de gewetenloosheid en de herinnering die niet alleen Rutte op gewenste momenten in de steek laat. Men heeft alleen maar herinnering aan zijn eigen heldendaden. Misschien wel omdat die zo gering zijn. Het land van haar vader. Haar moedige vader die zijn dochter liet studeren, zelfs liet studeren aan een universiteit in India. Die zijn dochter burgemeester liet worden van een aartsconservatieve provincie niet ver van de hoofdstad Kabul. Haar vader die zijn voetje voor voetje veroverde inzicht op gelijkwaardigheid tussen man en vrouw had moeten bekopen met zijn leven. Op straat, ja voor de deur van zijn huis en gezien door één van zijn kinderen, vermoord met kogels uit een kalasjnikov van de ontaarde Taliban. De moord werd nooit opgelost. Er werd zelfs geen moeite gedaan. De herinnering aan het geboorteland via een paar zandkorrels, haastig meegenomen naar de startbaan van de luchthaven van Kabul. De exodus van talent, de diaspora.

Het boek van Zarifa Ghafari grijpt je naar de strot. De jongste vrouwelijke burgemeester ooit in Afghanistan schrijft in Zarifa naar een adembenemende apotheose toe welk indringend slotakkoord de lezer niet meer loslaat. Ze schildert verderop in het boek als met penseelstreken op het doek de val van Kabul in de zomer van 2021 en ik zie nog Diana toen huilend hier thuis voor de tv zitten naast het bed van ons aller Ellen. De geschiedenis had zich herhaald in het land waar ook zij, Diana, net als Zarifa Ghafari , geboren was en ook zij, de o zo dappere Diana, net als de vrouwenrechtenactiviste, haar vader begraven wist. Ook zij zal het graf van haar vader nooit meer in haar leven gevaarloos kunnen bezoeken. Ze zou het lot tarten. Hoe mooi trouwens kan taal zijn. Proza zowel als poëzie. Hoe mooi is het te penselen met woorden die zinnen worden en die aansluiten op de vorige. Het boek van Zarifa is schitterend geschreven. Heel veel emotie, maar niet de emotie om de emotie, ik denk aan onze opdringerige talkshows, aan de blabla, aan Jinek en Beau, nee het is de taal, het geschreven woord over de geschiedenis en over hoe onze generatie de geschiedenis in gaat.

Zarifa Ghafari behoorde tot de vluchtelingen op de luchthaven van Kabul na alle politieke opportunistische lafhartigheid van de vrije rijke westerse nepwereld voor welke wij westerlingen ons diep, maar dan ook kraterdiep zouden moeten schamen. We zijn niet eens bestand tegen een avondklok omwille van onze eigen gezondheid met de coronapandemie. We vernielen Rotterdam omdat we in onze vrijheid zijn beknot. We brengen idioten voort als die mislukte dansleraar Engel. En het complotgenie op wiens naam ik gelukkig al niet meer kom. De rommelende rommelige defensieminister van Duitsland wier wartaal met een idiote kerstboodschap deze dagen terecht met beschamend ontslag werd bestraft. Soms kunnen we het nog. De autobiografie van Zarifa Ghafari is een regelrechte aanrader voor eenieder die onze planeet niet meer kan begrijpen en dat ook niet eens meer wil. De wereld zit vol Poetins. Medeschuldig aan barbarij. We vergaderen. We vergaderen maar al te graag. We vergaderen om ons gebrek aan talent, en het gemis aan dadendrang, te verdoezelen. Onze intrinsieke geopolitieke lafheid die honderdduizenden levens kost. De wereld van de weggebonjourde defensieminister van Duitland? Vol interessante ontmoetingen als een spannend jongensboek als we de maffe Duitse nu ex-minister Lambrecht mogen geloven. Maar hopelijk zijn er nog genoeg die dat niét doen.

Afgelopen zaterdag op uitnodiging op een ceremonie van de familie en vrienden van Diana. Er was een toespraak van de bevlogen oom Sangin, ooit burgemeester van Kabul in tijden dat bijvoorbeeld meisjes ook nog naar de universiteit konden. En dat je voor gek liep in een boerka, als achterlijk. Er was muziek. Er was eten. Veel te veel eten. Genoeg overheerlijke Afghaanse gerechten wat Diana ertoe bracht twee schalen in het vooruitzicht te stellen om mee te nemen naar huis. Om er ook Helin mee te verrassen en te verwennen. De veertig dagen rouw om het verlies van tante Lativa uit Baarn waren verstreken. Om mij heen stijlvolle mensen, kosmopolieten, die vanuit Afghanistan een veilig heenkomen hadden gezocht, en weten te vinden, in een eerdere shift toen de Taliban aan de macht kwamen. We spreken over de eind jaren negentig en de eeuwwisseling. Aan ons tafeltje bij de herdenking van de zus van de vader van Diana kwamen we ook te spreken over Zarifa Ghafari. De duim ging omhoog. Meer duimen gingen omhoog. Een vrouw die zich tegen de tradities en de stroom in omhoog had gewerkt in de vrouwonvriendelijke Afghaanse cultuur van irrationele achterstelling met misbruik bij de uitleg van de koran.

Schrijfster Zarifa van het gelijknamige boek keerde met internationale bescherming (Angela Merkel onder meer) en veiligheidsbeloften van de Taliban nog voor een paar dagen vanuit Duitsland terug in Kabul. Om er met knikkende knieën en koude rillingen de bouwstenen aan te dragen voor een hulporganisatie voor vrouwen. Ze organiseerde inzamelingsacties, onder meer voor een straatarme jonge weduwe die voor tweeduizend dollar haar jongste dochter van dertien wilde verkopen om de andere drie kinderen te eten te kunnen geven. Het meisje van dertien hoefde niet verkocht te worden aan wildvreemden met welke plannen die ook met het meisje zouden kunnen hebben gehad. De BBC riep Zarifa Ghafari uit tot een van de honderd meest inspirerende en invloedrijke vrouwen ter wereld. Ze ontving tal van onderscheidingen. Ze overleefde zes aanslagen op haar leven. Bij één ervan stond een deel van haar lichaam in brand. Haar kleren zaten vast aan de huid. In Duitsland, waar ze nu woont, staat ze onder permanente politiebewaking.

Het boek is een must to read. Absoluut. Nog even bukte deze dappere vrouw voor een handvol aarde van het getormenteerde en verweesde Kabul. Het is meer dan een aanrader, veel meer zelfs. Zoals ook ‘De zussen van Kobani’ waarschijnlijk eveneens aangestipt en gearceerd gaat worden als indringend, ingrijpend en meer dan een aanrader. Gelukkig worden er nog juweeltjes van boeken geschreven. ‘De zussen van Kobani’ is het verhaal over de kracht, de moed en de zelfopoffering, gebaseerd op waargebeurde feiten, van vrouwen die in Koerdisch Syrië het hart van de defensie vormen in de strijd tegen rivaliserende terroristen en terreurorganisaties, tegen het ultieme kwaad dat van meerdere kanten komt. De internationale gemeenschap keek toe. We geven een wereld door aan volgende generaties waarin niet meer te leven valt. Niet moeilijk te raden wie me op de inhoud van dát boek met heel zijn achtergronden gewezen heeft. Ze zat er zelf even voor in de gevangenis.

Het boek ZARIFA vloog bij de boekhandel in De Panne rond de jaarwisseling de deur uit. En terecht. Schitterend geschreven biografie/ autobiografie van een heldin. Hoogst actuele tekst in een wereld die van de wereld is. Een rijke aanvulling van de bibliotheek. De NPO (televisie) begint op 2 op de zondagavond intussen aan de vierdelige serie over Kabul.

Mais! Nog maar drie toen ze alleen (!) op haar vlucht uit Syrië in Nederland arriveerde

Ze moest nog vier worden, Mais. Gevlucht uit de oorlog in Koerdisch Syrië. Op de vlucht via allerlei omwegen, vermoeienissen en onzekerheden haar ouders kwijtgeraakt. Nog geen vier jaar, en alleen in Nederland terecht gekomen. Helemaal alleen. Moet ik verder gaan? In haar broekzak een briefje met telefoonnummers en adressen van familie in Nederland. Drie jaar geleden middenin de nacht de bel bij de ouders van Helin op de Veluwe. Medewerkers van een hulporganisatie die een bundeltje kleren afleverden met daarin een heel klein frêle meisje: Mais. Een ‘postpakket’. ‘Dit zou weleens Uw kleindochtertje kunnen zijn.’ En het wás inderdaad het kleinkind van de verbijsterde en huilende opa en oma, de ouders van Helin. Op de arm van medewerkers van een hulporganisatie het nichtje van Helin en haar zussen en broers. Iedereen verdrong zich rond de vondeling. De ‘postbezorgers van DHL’ sloten de deur. De vondeling vocht tegen de slaap. Het keek beteuterd naar al die onbekende gezichten. Het keek maar zag niet. Het is als een kerstvertelling.

De ouders van Mais, oudere zus en zwager van Helin, waren op hun vlucht via omzwervingen als onder meer Bulgarije en Griekenland hun dochtertje in alle hectiek met improvisaties verloren. Er is geen voorstelling van te maken. De zus van Helin wil er nog steeds niet over praten, met niemand niet, te traumatisch. Tragiek in alle toonsoorten. Maar heeft het woord tragiek bij ons in rijk Nederland niet onder inflatie geleden? Bestaat hier eigenlijk wel een woord voor dat de lading goed dekt? Wellicht niet nee. Een groep vluchtelingen ontfermde zich over het kleine meisje en nam de dreumes mee naar Schiphol. Het briefje in de broekzak van de peuter, dat opgevouwen briefje, als dát er eens niet was geweest! Middenin de nacht: ‘Dit zou wel eens Uw kleindochtertje kunnen zijn.’ Hoeveel emotionele littekens kan een mens aan?!

Heel lang zei Mais op de Veluwe geen stom woord. Maanden en maanden ging dat zo. Ze keek alleen maar heel verdrietig voor zich uit. Eten wilde ze aanvankelijk niet. Haar ouders strandden in Griekenland, en niet voor even maar voor heel lang. Maanden en maanden gingen voorbij. Het werd een jaar en meer dan een jaar, bijna twee. Ogen van Mais die dof stonden. Opa en oma regelden alles voor het meisje dat ze alleen nog maar van Syrië kenden als pas geboren baby. Mais ging op de Veluwe naar school. Ze kreeg er een bijzondere behandeling van een heel bijzondere juf. De aanpassingsproblemen waren gigantisch. Geduld, alles draaide om geduld. Je kunt een kind uit de oorlog halen, zei Helin me eens, maar ook een oorlog uit het kind? Kun je de oorlog en het kwijtraken van haar ouders uit het kind halen? Wat ging er in deze peuter om?

Helin had me al eens eerder over Mais verteld. Maar gisteren, bij het ophalen van Helin na de kerstvakantie met haar familie, zat de inmiddels net 7 geworden Mais (Boogschuttertje) bijna een uur lang op de bank naast me en praatte honderd uit. Mijn hand rustte op haar schouder en een glimlach kruiste de mijne. Was dit het meisje over wie je een dik boek zou kunnen schrijven? Ja, dit was ze. Dit was ze echt. Vlechtjes. Bruine knikkers van ogen. Heel sociaal. Assertief ook. Goedlachs. Zo vertrouwd. Bewondering, diepe, ja zeer diepe bewondering voor de ouders van Helin die het kind twee jaar lang opvoedden en een bestemming in het leven gaven. Geduld, alles draaide om geduld. Twee stapjes naar voren en weer één achteruit. Twee stapjes naar voren en drie achteruit. NOAD, nooit opgeven altijd doorgaan.

‘Johan, we gaan toch naar de dierentuin? Dat heb je beloofd. Met mijn tante Helin hè? En met oma. Maar opa toch ook?! Gaan we morgen al? Want maandag moet ik weer naar school.’ Vloeiend Nederlands. Zachte stem. Rollende r. Af en toe zwaaien en ondertussen haar broertje van negen maanden in de gaten houden. Ze geeft in de tuin een demonstratie trampolinespringen.

Oh lieve Ellen, mijn onvergetelijk soulmate, liefste van me die ik nog elke dag mis, voor wie ik doorga alleen al om haar niet teleur te stellen, Ellen hier had je bij geweest moeten zijn. Zulke poppies had jij vroeger in de klas. Ik had altijd verschrikkelijk mooi werk. Ik had een gulzig vak zelfs. Altijd meer, meer, en nog eens meer. Het slokte je op. Maar dat van jou, Ellen, dat mocht er helemaal zijn. Jij gaf pas echt. Mais, de kaartjes voor de dierentuin in Amersfoort worden vandaag nog besteld hoor! Welke dieren wilden ze het liefst zien? Oh ja, de papegaaien en de tijgers. ‘Zijn er ook leeuwen in de dierentuin, Johan?’

Nog een vleugje van het kasteel De Haar.

Ach ja, de herinnering blijft aan een oudejaarsavond die ik met open vizier in ging, die met al dat heerlijke eten en drinken mijn dood had kunnen worden, en die me nu al heeft doen besluiten over een jaar voor de oudejaarsavond bij Cajou in De Panne bij te tekenen. Het plaatje met kreeft, oesters, krab, zalm en garnalen uit de vorige blog betrof in Cajou nog maar de ‘eenvoudige’ entree naar een culinaire, en ook in andere opzichten, gestoffeerde avond of zo men liever wil: een hoogmis. Of we later op de avond met de ganzenlever een beetje haast wilden maken, want in België mocht vanaf 1 januari geen ganzenlever meer in de restaurants geserveerd worden. We maakten haast en keken op de klok. De wijzers gingen verraderlijk snel naar twaalf uur. Plezierige avond met mijn tot oudejaarsavond nog onbekende tafelgenoot, de apotheker uit Brugge. Na de burgemeester van Veurne dan nu de apotheker van Brugge. Een avond zonder de zorg van de mantelzorg, maar als ik dan tóch had mogen kiezen…

Er valt vaak niet te kiezen. Ja, wel of geen hond. Daar kun je nog voor kiezen. En bij wél een hond, wat voor één. Een fatsoenlijke of een hond die je linkt aan een psycholoog. Een pekinees, moet meteen aan een pekinees denken. Zo’n afschuwelijke pekinees. In Nederland kun je ze zelfs thuis laten bezorgen. Met DHL. Dat kost dertig euro, meldt internet. Meer dan ooit leken er met deze jaarwisseling van die afschuwelijk kleine Franse hondjes in De Panne te bivakkeren. Van die schel keffende eenkennige onderdeurtjes. Aandoenlijk beeld die kleine hondjes in een overkapte kinderwagen . Want het regende. Het miezerde! Een brok in mijn keel. Geen peuter in de kinderwagen maar één of twee van die Franse…. En nu volgt een heel ‘vies’ woord. Sorry, dit woord is niet van mij, zo druk ik mij niet graag uit, in de regel niet nee, maar zo noemde Ellen dat griezelige speelgoedhondengrut altijd. Ze had er een bloedhekel aan. Er was een opvallende overeenkomst tussen de eigenaren. Gepoederde muisjes in De Panne met een alpinopetje boven een permanentje. Ze frequenteerden de traiteur. Zelfs heel af en toe een half zachte man met een hondje (met oorbellen !!!) in een kinderwagen gesignaleerd. Het kon niet erger. Dacht er zelf een rammelaar bij. Natuurlijk wagen de uitgehongerde Afrikanen met duizenden tegelijk op wiebelbootjes hun leven om via Spanje of Italië in Frankrijk en België naar die hondjes als toeristische attractie te komen kijken. En ja, en dan dat kleine dwergpekineesje in een kinderwagen in De Panne ter hoogte van de Casa met een bepluimd mutsje op en een truitje over het ruggetje met daarop de kerstman . Zo schattig. Zo liefdevol van de ouders van het pekineesje. Zo Joling. Het ding knabbelde op een zuurtje. Het ontroerde me met het boek Zarifa Ghafari uit Afghanistan onder de arm. Zarifa, weet U nog, die de International Woman of Courage Award won en tal van andere onderscheidingen kreeg uitgereikt onder zware politiebewaking. Ach lees dit boek en elke bezitter van een pekinees werkt op de lachspieren. Joling ook.

Leve de pekinees. Kan niet wachten om ze in De Panne weer te zien. Liefst in kerstuitmonstering. Of als paasei strakjes. Of met een strandhoedje. En in bikini. Welja. Ik zou er Joling wel eens over willen horen. De lieverd huilt nog dagelijks om zijn overleden moeder die 92 of zo mocht worden. Hoeveel kan een mens van zijn mamma houden. En dat cultiveren. Afgezien van mezelf en de Wit-Russen aan de overkant rukte iedereen hier meteen op 2 januari de kerstverlichting van de bomen. Of van de muur. Of de balustrade. Zo jammer. Rijd maar eens van De Bilt naar Zeist. Of omgekeerd. In alle tuinen nog volop kerstversiering. Rijd maar eens door Laren en Blaricum. Eén groot lichtjesfeest, nog steeds. Straks steek ik hier iedereen de ogen uit als het sneeuwt en mijn balkon associaties oproept met Oostenrijk en de wintersport. Dat wordt een ansichtkaart. Hoorde op de radio dat in tal van gemeenten de aanvankelijk trotse bezitters van een kerstboom niet eens de moeite namen om het ding van zijn piek en ballen te ontdoen. Nog volledig aangeklede kerstbomen aan de stoeprand. We jakkeren, we jagen, we hebben haast en zijn alweer met de paaseieren bezig. De gemeentereiniging spreekt alweer van een nieuwe trend. Uit Hoofddorp meldde Jan van Ewijk dat bij hem op oudejaarsdag het vuurwerk al ’s middags om drie uur begon en pas tegen tweeën ’s nachts ophield. Niet veel later want het was in Hoofddorp überhaupt verboden om particulier vuurwerk af te steken. Het waren bulderende bommen en granaten en Van Ewijk waande zich in Oekraïne, een land dat hij voor de oorlog graag met een bezoek vereerde.

En wat moest ik lachen om de mevrouw aan de kassa bij de Plus tegen wie ik op 2 januari zei dat het zo lekker rustig in de winkel was.

De kassière is een bekende van me en priemde haar wijsvinger in mijn richting: ‘Weet jij wat wij hier in de winkel op nieuwjaarsdag in alle vroegte meemaakten?’

‘Nee, geen flauw idee, want toen zat ik in De Panne?’

‘De Panne, waar is dat in godsnaam. Wat moest je daar?’

‘Ik wilde onder mensen zijn met een Bourgondische inslag. Geen spruitjesgeur. En het vuurwerk met kanonskogels ontvluchten waar ze in De Panne, Veurne, Ieper en Nieuwpoort sinds de Eerste Wereldoorlog tabak van hebben. Wat maakte je mee op nieuwjaarsdag, want dat wilde je me toch vertellen?!’

‘Nou, we gingen nieuwjaarsdag om 9 uur ’s morgen weer open. Middenin de nacht voor mijn gevoel. Hele drommen maffe mensen liepen elkaar zowat onder de voet en vlogen naar binnen de winkel in. Een cabaretvoorstelling. En maar rennen met hun karretje. Kwamen er twee van die uitgehongerde doorzonvrouwen naar me toe met de vraag waarom we pas om 9 uur waren opengegaan en niet om 8 uur. Want dat was anders ook altijd zo. Bij hun was de koelkast alweer leeg. Ik dacht: het eten nu alweer op? Ik keek in de winkelwagentjes van die twee en was rijp voor een ambulance. Alles in die karretjes weer hoog opgestapeld aan diepvries bitterballen, stokbrood, paté, flessen wijn, treetjes bier, chips, gevulde koeken, chocolaatjes en verzin het allemaal verder maar. Nieuwjaarsdag negen uur. Een normaal mens ligt net op bed. Of we al aan het afprijzen van de kerst- en oudjaars levensmiddelen waren toegekomen?! Ze bedoelden de wildgerechten in champignonsaus. Nee, we waren er niet ’s nachts voor in de Plus gebleven. Of we volgend jaar op nieuwjaarsdag om 8 uur wilden opengaan. Ik zal het doorgeven, zei ik.’

Ze nam een tabletje tegen brandend maagzuur. De kassière is volgend jaar met Oud & Nieuw vrij. Heeft ze nu al geregeld.

Ach arm Nederland. Het tekent het hedonisme. Ze knikte met haar blonde hoofdje., de kassière. het kakelde mee over arm Nederland . Verschrikkelijk zielig en kneuterig Nederland. Geen tijd te verliezen om op 2 januari weer de kerstversiering van de muur te rukken. Wachten nu op sneeuw en een wintersport tafereel. Land met een nieuwe directeur betaald voetbal die in nota bene Qatar schijnt te wonen en wiens tatoeages boven zijn overhemd uit komen. Maar liever serieuzer nieuws dan de KNVB: Internist en hoogleraar geneeskunde Marcel Levi deed met kerst weekenddienst in het ziekenhuis en het was er ‘Oud en Koud’, zoals hij schreef. Hij behandelde meerdere ouderen die met extreem lage lichaamstemperatuur meer dood dan levend door buren of familie op de vloer van hun woning waren aangetroffen en in allerijl naar het ziekenhuis moesten worden gebracht. De energierekening die deze ouderen dachten niet meer te kunnen betalen – de kachel maar alvast op twaalf graden. In het steenrijke maar o zo liberale Nederland, beet de bewogen Levi de regering in zijn column toe, vinden we het kennelijk al heel normaal dat ouderen met kerst onderkoeld op de vloer van hun huis liggen. De tegenstelling tussen onderkoelde bejaarden en de energiemaatschappijen die er meer dan warmpjes bijzitten. We hebben geen verzorgingshuizen meer zoals vroeger. De verpleeghuizen hebben geen personeel. En het weinige personeel dat er nog is vergadert en als het personeel niet vergadert zit het wel in overleg. Waarover? God mag het weten. Het neoliberale VVD- en CDA-denken heeft ons volledig gedemoraliseerd. Nu maar hopen dat die twee partijen bij de komende verkiezingen hun trekken thuis krijgen.

De weg werd in de Nederlandse gezondheidswereld geplaveid voor cowboys. Weet er alles van door mijn jarenlange mantelzorg. Ze pikten graag je persoonsgebonden budget in, reden in dure auto’s rond, gingen achter een bureau zitten van kapitale panden en verplaatsten paperclips en stuurden over het algemeen heel middelmatige verzorgenden op je af. Die ene, die ene uit Afghanistan, die was de uitzondering. Ach arm Nederland ja. Je wordt vanzelf een mopperende oude man. De politieke regie ontbreekt. Er zijn geen gezagdragers met gezag meer. Nederland: burgemeesters die het vuurwerk verbieden dat in hun stad overal open en bloot te koop is. Het is eigenlijk om je een rotje te lachen. Een openbaar bestuur dat keihard middenin zijn gezicht wordt uitgelachen. Wetshandhavers die niet handhaven omdat er geen beginnen aan is. Hulpdiensten die werken met gevaar voor eigen leven. Die zijn al blij als ze weer heelhuids thuiskomen. Wat zei de apotheker van Brugge ook alweer? Hij had even moeten slikken toen Bruno hem vertelde dat een Nederlander zijn tafelgenoot op oudejaarsavond in Cajou zou zijn. De apotheker hield immers van goede manieren. Het was met het neoliberalisme niet veel beter dan in Nederland, maar Nederlanders konden zo grof zijn en ongemanierd. Hij bezat een appartement in Benidorm en schaamde zich maar al te vaak voor de mensheid. Vooral voor Nederlanders. Broodje Dobben was nog tot daar aan toe, maar het volk dat achter Broodje Dobber schuilging!

Even later brak hij met veel lawaai en weinig decorum de steel van zijn lepel in een poging een krab van zijn stugge omhulsel te ontdoen. Of ik ook niet zo’n lekkere krab wilde uitproberen? Nee, in dat geram met een lepel waren Nederlanders niet zo bedreven. Ik kon hem oudejaarsavond nog niet vertellen dat de volgende dag om negen uur alweer de Plus in mijn woonstede volstroomde met overspannen koopjesjagers op zoek naar kant en klare afgeprijsde krab, tot deernisvolle ergernis van een het blonde hoofdje.

Een tweede anekdote om het jaar maar luchtig en goedgemutst mee te beginnen.


Helin op kerstavond. ‘Johan, je moet een dokter bellen, want met die griep van jou loopt de temperatuur op naar bijna meer dan 39 graden. Je bent de jongste niet meer.’

‘Schei nou uit, Helin, ik bel helemaal geen dokter. Hij ziet me aankomen. Dat bellen is voor mensen die bijna dood gaan.’

‘En toch wil ik dat je belt. Doe dat nou alsjeblieft’.

‘Nee, Helin, ik bel niet.’

‘Dan bel ik de weekenddokter, maar wie zeg ik dan dat ik ben? Ben ik je kamerhuurster, je huisgenote, je studente Nederlands, wat moet ik zeggen?’

‘Als je niet belt dan hoef je je daar ook niet druk om te maken.’

‘Ik bel wel.’ Ze drukt weer die thermometer tegen mijn voorhoofd. En nog eens checken in mijn hals.

‘Nou, als je per se wilt bellen, zeg dan maar dat ik je opa ben.’

Ze giechelt en ze grinnikt. ‘Die doen we, die is leuk.’

‘Dokter, mijn opa heeft 39.7 en ik maak me zorgen. Wat zegt U? Ik zal het opa vragen.’

‘De dokter vraagt naar je BSN, je nummer.’

‘Dokter, mijn opa zegt dat hij daar zijn bed niet voor uit komt.’

Ze houdt de gsm tegen haar rug. ‘De dokter zegt dat hij je groot gelijk geeft. Hij moet dat vragen, maar hij vindt het zelf ook onzin. Je geboortedatum is voldoende.’

‘Ja dokter, mijn opa is 72. Hij is al 72. Hij is heel eigenwijs ja. Ik zal hem zeggen wat hij moet doen. Paracetamol en thee, hij mag dus vier paracetamols per dag. Kamillethee. Ik geef het door. U wilt opa zelf spreken? Ik geef hem wel even.’

‘Ja dokter, zegt U het maar, ik luister.’

‘Wij doen weekenddienst om gebeld te worden hoor. Ik doe liever iets nuttigs op kerstavond dan duimen draaien. Het was heel verstandig van Uw kleindochter om te bellen. U mag trots op haar zijn. Begin meteen met twee paracetamols en nee, zoals U vertelde, glühwein is niet de beste remedie om van die koorts af te komen. Uw kleindochter is verstandiger.’

****


Hallo Johan !

Net je blog gelezen: ontroerend en hartverscheurend. Iets bekend over de ouders van Mais? En in Het Parool een artikel over een boek dat volgende maand uitkomt over de gouden jaren van Parool-Sport die jij als lid van de sportredactie hebt meegemaakt in de jaren zeventig en begin tachtig. Begrijp ik goed dat er ook een bijdrage van jou in zit? Wanneer laten we de horeca weer eens wat aan ons verdienen?

Groet,

Jan van Ewijk.

Groet van mij ook voor Helin, en natuurlijk ook Diana.

****

Oh Johan, wat een verhaal over Mais. Mijn hart breekt. Ja, dit is vluchten hè, ontroerend wat ik las, potverdorie nog aan toe zeg!

Jan van den Heuvel.

****

Ha Johan,


Wat een verhaal weer, van Helin, één van de talloze vluchtelingenverhalen. En dan zijn er altijd weer zowel aardige als kwaadaardige mensen op hun pad. Heel goed dat jij haar van die kamerverhuurders hebt bevrijd. Die zullen helaas wel weer een ander slachtoffer hebben gevonden. Ja, als de kassa maar rinkelt, gatverdegatver. En wat mooi dat Helin Ellen nog heeft gekend, dat moet voor jou in ieder opzicht heel prettig zijn!

En nu zat je weer in De Panne, dapper dat je dat aan durft. Ik weet niet waarom, maar het lijkt mij nu dubbel moeilijk. Laten we hopen dat de apotheker uit Brugge een aangenaam soort tafelgenoot was, niet van het klaaglijke type, maar iemand om mee te praten en naar te luisteren.

De dag dat jij mailde, waren wij bij het testcentrum in de RAI. En ja hoor, na bijna drie jaar voorzichtig zijn hadden we dan toch ook corona. Niks geen oud en nieuw bij vrienden aan de Waal, afspraken afgezegd en in zelfisolatie - wat een idioot woord - met een volle ijskast, een klein beetje alcohol, paracetamol, een stapel boeken en elkaar. Dat laatste was natuurlijk het beste, dat hoef ik jou niet uit te leggen.

We waren een beetje van de wereld, maar af en toe kun je die ook goed missen. Overigens kwam het ellendige wereldnieuws via de televisie wel binnen. Gisteren hebben we ons beter verklaard en het isolement beëindigd.

Johan, veel nieuws heb ik nog niet te zenden, ik laat het hierbij! O ja, jij hebt het over je bijna bonus kleindochter, wij hebben een soort bonus kleinzoontje van 7, kleinkind van mijn alweer vijf jaar geleden overleden zus. Andere keer vertel ik wel eens wat aardige anekdotes!

Hartelijk gegroet,

Jeannette

Hallo Johan,

Wat een hartverscheurend verhaal van Mais en wonderbaarlijk dat ze zich zo goed hersteld heeft. Een prachtig kind nu dat zich helemaal thuis voelt in Nederland. Met ontroering gelezen je blog.

Lieve groet, Wil.

****

Hi Johan, ijskoude handen en kippenveld kreeg ik toen ik het verhaal van Mais las. Het is zó herkenbaar. Op zo’n vlucht uit de oorlog kan je alles overkomen, het is allemaal ongewis. Tot morgen!

Liefs Diana.

****

Lieve Johan!

Dank voor je prachtige blog. Wat een mooi verhaal over Mais zeg! Ik heb het gelezen in mijn bed, griep, en was diep ontroerd! Je kunt je zoiets nauwelijks voorstellen en dat alles dan “ goedkomt” bij de ouders van Henin, het is werkelijk een wonder! Zo is de cirkel rond voor dit lieve meisje Mais.

Tot gauw weer, Wietske, en ook John.

****

Ha Johan, dat is een indrukwekkend verhaal! Wat een levenskracht heeft die hele familie als je zo een paar van hun overleversverhalen hoort. En dat de kleine Mais nu zo opgewekt en zo te horen ongestoord door het leven gaat, is natuurlijk het allermooiste.  Laat ze alsjeblieft niet ineens over een x aantal jaren toch vreselijke last van die traumatische gebeurtenissen krijgen.

Gek genoeg zag ik net jl donderdagavond op NPO 2 een heel goede BBC documentaire samengesteld uit filmpjes die een aantal vrouwen op hun mobieltjes maakten tijdens  de belegering van Mariupol, o a in het ziekenhuis. Heel sterke  overlevers ook. Een van hen had het telefoonnummer van haar moeder in de jaszak van haar kind gestopt, voor het geval het zoek zou raken. Was gelukkig niet nodig, maar je beseft ineens hoeveel mensen in uiterste nood weer tot zulke klassieke methodes grijpen.

Ja, wat zal je Ellen dan extra missen, als je zo’n meisje tegenkomt en haar op een ontspannen manier tot steun wilt zijn… Je hebt denk ik heel veel van Ellen geleerd als het gaat over kinderleed en hoe met kinderen om te gaan. Dat besef je toch wel hè?!

En natuurlijk gaan jullie naar de dierentuin met de hele familie!

Houd je goed, Johan, hartelijke gegroet,

Jeannette.

****

De apotheker van Brugge

Mooier, nóg symbolischer, kon niet, lieve Diana. Deze afbeelding die je me bij het ingaan van oudejaarsavond, een beladen laatste avond voor ons na een bewogen jaar, toestuurde op mijn retraiteadres Cajou aan de Meeuwenlaan in De Panne is alleszeggend. Die handen. Die vogels. Leven in vrijheid. Die opengevouwen handen. Het open gebaar naar de toekomst toe. De vrijheid voor de vogels, een vrijheid die eigenlijk de vrijheid afsmeekt voor alle vrouwen in Afghanistan op een menswaardig bestaan. En juist die is nu zo ver weg. Ik lees momenteel Zarifa Ghafari. Bij toeval zowat vond ik het boek over je bijna obsessief dappere landgenote bij De Standaard in de winkelstraat van De Panne. Daar ga ik altijd neuzen. Ik kan daar zeker een uur rondsnuffelen. Je kent die boekhandel. Verzengend eerlijk, dat boek. En mooi geschreven. Verfijnd. Ik verslind de pagina’s en buiten mijn hotelkamer raast 2022 zich met regen-woedeaanvallen een weg naar 2023. Ook in sombere donkerte buiten huist een zekere symboliek. De schrijfster Zarifa Ghafari uit Kabul moest na het laffe terugtrekken van de grijsaard Biden in de zomer van 2021 haar geboorteland halsoverkop ontvluchten. Ze was één van die wanhopigen op de landingsbaan van Kabul die zich in de complete chaos aan de laatste vlucht(en) vastklampte. Haar leven stond nóg meer op het spel dan alreeds het geval was. Zarifa Ghafari maakte, Diana, het gebaar van op jouw kaart. Maar voor de Taliban is ze er niet veilig mee. Ook in Duitsland niet. Ze staat in Duitsland onder permanente politiebewaking. Toen aartsconservatieven met een ziek hoofd Zarifa Ghafari niet te pakken kregen, namen ze wraak op haar vader die zijn dochter had laten studeren, in India nog wel, en zich verder had laten ontwikkelen. Een meisje hoorde niet te studeren maar te poetsen en kinderen te baren, net zo veel als haar man schuine streep eigenaar wenste. Een meisje dat naast haar vriendje op de bijrijdersstoel in de auto zat. De verknipte baardapen werden blind van woede. Ik lees dat één op de tien vrouwen in Afghanistan een bevalling niet overleeft. Bij het kind is het nog dramatischer. Het grote omslagpunt voor Zarifa Ghafari kwam in maart 2015 toen de 27-jarige Farkhunda Malikza door een grote menigte mannen op straat werd gelyncht. Met stokken en riemen sloegen ze op haar in. De studente Farkhunda was valselijk beschuldigd van het verbranden van de koran in een godshuis. De mannen hadden een verzetje nodig. Dus beschuldig je een jonge vrouw maar van iets wat ze niet heeft gedaan. De vele omstanders staken geen hand naar het slechtoffer uit. De misdadigers lieten een automobilisten stoppen en vroegen die over Malikza heen te rijden. Alles werd door enthousiaste toeschouwers gefilmd en de beelden gingen de hele wereld over. Ze noemt haar land mooi, de schrijfster, veel muziek en poëzie, bergen, imposante bergen, en kristalheldere luchten, maar het extremisme sleurt met heel zijn verdwazing het land de goot in waar het misschien wel nooit meer uitkomt. Afghanistan is momenteel al helemaal weer terug in de middeleeuwen. De daders van de lynchpartij werden niet gestraft, de zaak werd gesloten bij gebrek aan bewijs, en de ouders van Farkhunda vluchtten naar het buitenland. Onberedeneerbaar. Zoals Charkov in Oekraïne al melding maakt van legio – minstens 25 – martelkamers voor zelfs kinderen. We leven in een gespleten wereld. Waar schepen we het nageslacht mee op? De babyboomers zoals ik hebben er een puinhoop van gemaakt. We hebben gefaald. Ik begin nu aan de laatste uren van het sterfjaar van Ellen. Ik ben nerveus en ik heb lichte maagpijn. Ik ben onrustig. Het komt ergens vandaan en ik weet ook waarvandaan. Ik weet het. Straks val ik hier in Cajou in het feestgedruis. Ik heb er bewust voor gekozen. Het is niet goed te gaan kniezen. Ik heb een tafelgenoot voor de oudejaarsavond die ik nog helemaal niet ken. Een apotheker uit Brugge. Verloor ook de liefde van zijn leven. Helin zei het zo-even voortreffelijk aan de telefoon vanuit haar ouderlijk huis. Ik moet de veertig jaar met Ellen koesteren, veertig jaar met een vrouw als Ellen, dat overkomt niet iedereen. Spijker op z’n kop Helin, bravo!

Beste Johan,

Ja, wat een bewogen jaar heb jij achter de rug als in je kerstbrief aangegeven – en meteen aarzel ik, want is het wel achter de rug? Je hebt het zelf over naschokken, wat een goede omschrijving, vooral als je beseft dat de naschokken zwaarder kunnen zijn dan de schokken zelf. En dat laat je dan ook zien, hoezeer Ellen er niet meer is en tegelijk nog dichtbij en zelfs aanwezig zoals je schrijft. “Niemendalletjes” is beslist een understatement. Ik las het als de schok die je bij op het oog onbelangrijke handelingen – de niemendalletjes – kunt krijgen als je keihard beseft dat ze er niet meer is. Terwijl je haar nog zo ziet, hoort en voelt en ze er ook wel degelijk nog is, in je beleving van wat goed en mooi was en wat je meeneemt in je manier van dóór leven. Je blijft betrokken bij alle helpers, bij de actualiteit van Ter Apel en – godbetert – demonstrerende kinderen in Tubbergen.

Je hebt je gelukkig niet opgesloten in je rouw, maar je gaat door in het verlengde van de jaren met Ellen toen jullie huis dikwijls gevuld werd met helpers die daardoor ook weer krachtiger en zelfstandiger konden worden in hun nieuwe wereld. Wat ontzettend goed dat je Helin onderdak hebt gegeven, iemand die genoeg heeft meegemaakt, maar gelukkig ook niet bij de pakken neer gaat zitten en kennelijk haar draai weet te vinden in de wondere wereld van het Nederlandse Hoger Onderwijs. Je vraagt je af hoe iemand in een paar jaar zo goed Nederlands heeft kunnen leren dat ze op basis daarvan al kan studeren! Intelligentie, gedrevenheid en discipline en nu dus ook een stimulerende “hospes” met kopjes koffie en beslist ook wat bijstand daar waar het Nederlands misschien nog struikelblokken biedt.

Ik krijg de indruk dat je je leven met Ellen een plaats hebt weten te geven in het leven van nu, je verloochent je verdriet, het grote missen, niet maar je leeft wel dóór, je staat open voor anderen en je maakt je nuttig. Dat is goed om te horen in een wereld van veel te veel persoonlijk en maatschappelijk leed en agressie.

Johan, ik hoop en denk dat je het volhoudt, toch wens ik je daarbij veel kracht toe, want het gaat beslist niet vanzelf. Houd je goed!

Heel hartelijk gegroet,

Jeannette.

*

Hoi Johan, wat een prachtige mail van haar. Jeannette kan heel goed beschrijven, en schrijven. Was ze ook een journalist? Interessant dat ze een voormalige docente is en afgestudeerd is in de Duitse taal! Indrukwekkend! Ze heeft jouw situatie onder mooie woorden gebracht. Ik knoop aan bij wat ze heeft gezegd. Inderdaad in een wereld van zeer persoonlijk en maatschappelijk leed en agressie. Ik bel je deze oudejaarsavond als het twaalf uur is in Cajou op! Ik ken het daar hè, het is er zó warm. Fijne avond alvast met je vrienden daar. Wees niet verdrietig. Met veertig jaar liefde van Ellen was je rijk. Liefs vanaf de Veluwe, ook van mijn familie, Helin.

Lieve Johan, we missen je, maar zien je weer gauw, maak er maar een welverdiende gezellige oudejaarsavond in De Panne van. Groet al de mensen van me die ik er ken. Liefs Diana.

Lieve Johan. Sterkte vanavond en straks om twaalf uur. Laat de tranen gerust maar even komen. Is goed voor je. Bijzondere avond, zo beleven wij dat ook hier in Leeuwarden. Kus. Wietske en John.

Ha Johan. Er komt veel voorbij aan wensen op kaarten en in mails. Champagne en wijn. Maar belangrijker dan wijn: dat we in het nieuwe jaar gezond zijn (en blijven). Dat we het gezellig hebben ook. Bijzondere jaarwisseling zonder Ellen. Ook ik mis haar. Lieve groet, Wil.

De verschillende traiteurs van het op Frankrijk georiënteerde De Panne deden oudejaarsdag goede zaken. Lange rijen voor de overvolle winkels. Alleen al de vitrines waren een feest. Een feest van genot.

De aanvang op oudejaarsavond in Cajou van een culinaire hoogmis. De entree met kreeft, oesters, krab, garnalen en ham naar een vijf gangen diner toe tot ver na het nachtelijk uur. Er zou later op de avond nog ganzenlever volgen en hertenbiefstuk. (Met de ganzenlever moesten we ons haasten, want de restaurants in België mogen in 2023 geen ganzenlever meer serveren). Voor de liefhebber bij elke ronde een andere wijn. Ach, we hadden het misschien wel verdiend, zo’n uitspatting bij de afsluiting van dit jaar. Het leven is ook de kunst van dóór leven. Het leven op de rails houden. Ook om jezelf geven. Om twaalf uur bij het ingaan van een nieuwjaar kwamen inderdaad de tranen. Met champagne even alleen op mijn hotelkamer. Een heildronk, een gebaar naar het luchtruim. Lieve, lieve Ellen, kon je deze avond maar met me delen. Diana die me mailde dat ze me miste, dat besef al, gemist te worden, en Helin die me belde om te zeggen hoeveel ik voor haar betekende en dat ze als adoptie kleindochter van me hield. En ik dacht aan Ellen en gunde haar de rust na haar lange strijd (samen met mij) die op 30 april in het net verstreken jaar gestreden was. In gedachten altijd bij jou lieve onmisbare Ellen, my love!

*

Hallo Jeannette.

Dank voor je mooie mail die ik met belangstelling heb gelezen aan het ontbijt op mijn vaste logeeradres aan de Belgische kust welke met dit hondenweer noodt tot binnen blijven en onder de wol kruipen. Ik kom vandaag mijn gebruikelijke kamer 310 niet af, voorzie ik. Ik vrees enigszins alle opgelegde pandoer van de oudejaarsavond, het worden de beladen laatste uren van een bewogen jaar, maar ik moet er doorheen, ik heb immers mijn leven behoorlijk op de rit kunnen houden. Daar ben ik enkele personen wel zeer in het bijzonder dankbaar voor. Voor het eindjaardiner hier in hotel Cajou hebben ze me gevraagd of ik een tafel wil delen met een mij nu nog onbekende apotheker uit Brugge die ook zijn vrouw verloren is, en met een ingenieur die niet uit Brugge zelf komt maar uit de buurt ervan. Mij zijn boeiende conversaties in het vooruitzicht gesteld. Ik heb hier in De Panne een interessant, zeg maar gerust leerzaam en lezenswaardig boek gekocht: Zafira Ghafari, vechtster voor vrouwenrechten, de jongste vrouwelijke burgemeester in Afghanistan ooit. Vrouw en burgemeester van Changa in de provincie Wardak, maar vorig jaar voor de Taliban gevlucht naar Duitsland waar ze onder permanente politiebewaking staat. Ze overleefde zes aanslagen op haar leven. Haar vader moest de onverschrokken strijd van zijn dochter voor vrouwenrechten in Afghanistan bekopen met zijn leven. Nog niet eens dertig nu, deze imponerende Zafira Ghafari. Vertel me bij gelegenheid eens hoe het met jou, met jullie, is. Want ik hoor het graag.

Ik leerde Helin kennen toen ze nog maar betrekkelijk kort in Nederland was. Was het een halfjaar? Bij aanvang van de corona in elk geval. Ze had het azc nog maar net achter zich gelaten. Ze had zich gemeld bij Het Gilde voor een taalcoach. Het Gilde bestaat uit gepensioneerde types zoals jij en ik onder leiding van de vroegere rector van het Stedelijk Gymnasium in Utrecht. Vier jaar geleden vluchtte Helin hier alleen naartoe, achttien jaar nog maar, via Beiroet. Alleen al de verhalen over het ogenschijnlijk veilige Beiroet doen je nekharen recht overeind staan. Ze durft haar klassenfoto’s niet meer te bekijken want de helft erop is dood, in de oorlog omgekomen. Landmijnen, raketaanvallen. De exodus, de diaspora. Als door een wonder is Helin herenigd met haar ouders. Daar is ze nu, daar heb ik haar naartoe gebracht, en daar, diep op de Veluwe, haal ik haar over een dikke week weer op. Ik kan me er nu alreeds op verheugen, want het is stil hier in dit prachtige huis. Met die ouders heb ik heel goed contact, ze behoorden op mijn trouwdag 18 december laatst tot mijn gasten. Ik heb ze meegenomen naar het kasteel De Haar. Daar stonden ze naast hun dochter toen die met een traan ook een beetje as van Ellen verstrooide op de bijkans heilige plek. Helin heeft Ellen nog gekend. Haar zorgzaamheid viel meteen op. Er gaat iets van haar uit, veel zelfs gaat er van haar uit. De kinderen van Tubbergen denk ik dan. Vergeef ze oh Heer, ze wisten niet wat ze deden met dat stuk karton voor hun harses, maar hun ouders wisten het drommels goed, die godvergeten egoïstische en schaamteloze welvaartsouders die hun oren volledig hebben afgestemd op de ritsig-hedonistische STER-reclames. Eigenlijk zou je die voor twee weken aan de frontlijn in oorlogsgebied moeten droppen. Het zou ze leren, of niet eens…

Helin kwam veel bij ons thuis, ze was op haar veel te dure piepkleine snertkamertje van eerst in Leidsche Rijn heel eenzaam. Ze kocht bij een afzetter een tweedehands fiets die altijd stuk was en dan liep ze met haar boodschappen en die fiets aan de hand in de stromende regen huilend moederziel alleen terug naar haar aanvankelijke kamertje van drie keer niks. Had ik dat toen maar geweten. Daar mocht ze van een griezelige hospita niet eens bezoek ontvangen, zelfs haar ouders en zusjes niet, en geen geluid maken. Ze kwam voor les naar ons, maar tegelijkertijd om Diana te assisteren, en ze verzorgde mijn Ellen heel liefdevol. Bij ons kwam ze op warmte en gezelligheid af, nu bij mij heeft Helin boven de complete zolderetage. Haar kamer is als een warme deken die over haar heen sluit. Ze is statenloos. Van Syrië heeft ze geen paspoort meer, van Nederland nog niet, en Koerdistan bestaat niet. Maar Helin heeft al snel aan alle inburgeringseisen voldaan en ik loop nu met haar bij de IND. Van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, via een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, naar het Nederlandse paspoort. Ze droomt ervan arts te worden in een Nederlands ziekenhuis, of een Afrikaans. Alles in het teken van haar studie en het inhalen van de tijd die ze door de oorlog tekort gekomen is. Wat dat betreft doet ze me denken aan de Afghaanse schrijfster die nu in Duitsland ondergedoken zit en van wie ik een leerzaam boek onder handen heb. Op zaterdag doet Helin voor haar cv vrijwilligerswerk in het Diaconessenhuis voor zwaar gehandicapte kinderen. Nee, niet die van Tubbergen, die zijn anders gehandicapt. Ja, de niemendalletjes. Ik hoef niet met Ellen dure dingen te doen, maar gewoon voor elkaar een kop koffie zetten of even naar de Jumbo. Nog even genieten hier aan zee.

Ik kan wel blijven vertellen. Straks begint mijn nieuwe normale leven weer. Dan in de vroege ochtend het broodtrommeltje van Helin vullen en haar met broodtrommeltje naar het station rijden voor de trein naar de VU. Vast ritueel. In de auto peuzelt de studente haar yoghurt met fruit op. In de auto nog even wat lipstick op. Ik zou het niet meer kunnen missen. In dat opzicht voel ik me gezegend. Ik zie voorbeelden om me heen van stilstand en dat is niet goed. Ze vroegen me hier of ze een apotheker uit Brugge op oudejaarsavond aan mijn tafel mochten zetten. De apotheker verloor ook zijn vrouw. Welnu, zo blijf je als weduwnaar onder de mensen en in gesprek. Je doet nieuwe contacten op. Goed uiteinde en een gezegend begin. Treur niet te lang over de dood van die 95-jarige emeritus-paus, maar dat zit bij jou gelukkig wel snor. De dood van Pelé zegt ons allen meer.

Lieve groet. Met een goed uiteinde en een dito goed begin. Johan.

Ha lieve Johan, 

Ondanks het enorme gemis van jouw grote liefde Ellen wil ik je vanuit Bali via deze minder persoonlijke weg toch een voorspoedig en vooral gezond 2023 toewensen. Laten we contact blijven houden. 

Hartelijke groet,

Je oude honkbalmaatje tot in Parma toe, waar ik je verkering zag krijgen met Ellen,

Hans Walraven.