Soms ziet troost er anders uit dan verwacht

We slenterden in de ochtenduren van voormalig Koninginnedag door de rustieke en historische kasseienstraatjes rond de haven van Vlissingen, en het naar de bakkersknecht en latere volksdichter Jacobus Bellamy vernoemde park met zijn keur aan mosselrestaurants. De zon perste zich door het wolkendek, het carillon speelde lichtvoetig. Bij de Hema sloegen we de passage in. In de verte een paar vuurrode hesjes die van een afstand gezien liepen te folderen. Stond daar het kruimelrestje van de PvdA die vandaag zwaar uitgedund, zo niet versplinterd, misschien wel verpulverd, het zeventigjarig bestaan met een maskerade probeerde te vieren? Dat vermoeden werd versterkt toen bij de folderaars op borst en rug onverbloemd de tekst BIDDEN HELPT als in neonletters leesbaar werd. Originaliteit kon je de tweede regeringspartij niet ontzeggen in een wanhoopspoging straks in elk geval de kiesdrempel te halen.

Of we Gods Genade al hadden ervaren, klampte een begerig hesje ons aan. Mijn blik ging naar de rolstoel. Interessante openingsvraag. Heb je met parkinson, Lewy Body dementie, een gebroken heup en een gekanteld bestaan Gods Genade ontvangen? Dit waren geen sociaaldemocratische zendelingen, daar keken ze ook te vroomblij voor, dit waren naar sprookjes hunkerende en voor hel en verdoemenis waarschuwende Zeeuwse fundamentalisten die ons bijna bronstig besprongen met een liturgische reddingsboei daar vlak naast de ronddraaiende grill met gemarineerde kippenbouten van de keurslager.

‘Meneer, u verdoet uw apostolische zendtijd aan ons. Ik ben niet gelovig, geforceerde protestantse jeugd weet u, ik ben overtuigd atheïst, humanist zo u wilt. En als ik wist dat bidden hielp dan kreeg u mij niet meer van mijn kleedje af’.

‘Maar daar raakt u een belangrijk punt: bidden helpt wel degelijk. Maar we weten natuurlijk niet wat de Here met onze levens voorheeft. Maar vind troost in dit foldertje?’

We maakten ons snel uit de voeten. Ik hoorde de man nog naroepen: ‘Heer ontferm U over hem’. Had ik dat goed verstaan? Ja, verduveld goed verstaan zelfs. Bij de boekwinkel knalde Arie Boomsma van de voorpagina van het AD met dat hij elke dag extra vroeg opstond om de Bijbel te lezen. En als om op deze vriendelijke zaterdagmorgen nog meer verwarring te zaaien, liet de tv-presentator optekenen dat geloof geen enkele garantie vormde voor geluk. Bidden hielp dus niét! Op naar de visboer waar de weg versperd werd door alweer folderende folteraars voor wie niets boven bidden ging. We waren prooi. Ze moesten ons vandaag wel hebben in Vlissingen.

Boeiend gespreksonderwerp naderhand in het zorghotel. ‘Het gat waarin ik woon is streng gereformeerd. Ze hebben het er achter hun ellebogen. Bij de begrafenis van een kind ging de dominee onbeschoft fanatiek tegen de rouwende ouders te keer. Het kon niet anders zijn dan dat de ouders voor hun zonden waren gestraft met de dood van het kind. Dit ging wel heel erg ver. Je zult dat maar als nabestaanden in de aula te horen krijgen’. Of mevrouw de dominee had aangeklaagd? ‘Nee, zover zijn we hier op Walcheren nog niet’. ‘Geloof garandeert niets’, viel een andere hotelgast godsdienstprofessor Boomsma bij. ‘Binnenkort op 12 mei is het zes jaar geleden dat ik bij de vliegramp in Libië mijn zoon en schoondochter verloor. U weet wel, die tragedie waarbij door een mirakel het jongetje Ruben uit Tilburg de enige overlevende was. Elke dag sta ik met die tragedie op en ga ik ermee naar bed. Waarom? Altijd maar weer de vraag: waarom? ’ Van zoon en schoondochter waren de lichamen geïdentificeerd. Ze had beiden kunnen begraven. Werd dat onder genade verstaan? Het zorghotel op de diepzinnige toer.

’s Avonds nam ik in Driebergen deel aan een etentje met wandelaars – lotgenoten en alleenstaanden. Een hele stap. Maar ik heb anderen nodig. Tevoren had ik de organisatie gevraagd mij vooral niet naast of tegenover een naar liefde en/of seks smachtende mevrouw te plaatsen. Maar gewoon bij ongedwongen lachebekjes die ook op de paella waren afgekomen als sleurdemper en pijnstiller. Ik was niet in de markt voor meer dan ongedwongen ontspanning. Het werden een paar genoeglijke uurtjes zonder plichtplegingen. Maar ook uurtjes waarin ik me geregeld afvroeg wat ik er eigenlijk deed, in dat monumentale Wapen van Rijsenburg. Ik miste haar hartverscheurend, ik miste Ellen die ik in het verpleeghuis had moeten achterlaten. Zou het goed met haar zijn? Zou ze al op bed liggen en slapen? Onno deed dienst, een buitengewoon geruststellende gedachte. Maar toch. Wat had Ellen het Opperwezen en de mensheid misdaan voor zo’n verdrietig sluitstuk van haar leven? Waarom was het ons niet vergund om op deze verstilde zaterdagavond, tussen ontluikend groen, samen over de Heuvelrug te fietsen? Dementie hoort eigenlijk niet in het Scheppingsverhaal thuis, bedacht ik. Te wreed, te ontluisterend. Maar waarom een vliegramp, waarom slachtpartijen onder weerloze vrouwen en kinderen in de wereld?

Vlissingen had toch wel wat losgemaakt met zijn opdringerige straatvensters. Maar anders dan bedoeld. Ik voelde me opstandig worden. Ik verlangde naar een vrouw. Mijn vrouw! Ik zou teruggaan naar het verpleeghuis. Maar mijn armen leken verzwaard met staven lood. Papbenen ook. Oververmoeidheid drong zich aan me op. Geen psychogeriatrie meer vandaag, ik zou naar huis gaan. Daar zakte ik met een boek diep weg in de kussens. Alles om me heen ademde de sfeer van de vrouw die ik aan het verliezen was. Maar het was goed zo. De rust van het alleen zijn. Soms ziet troost er anders uit dan een mens verwacht.

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *