Bij de terugkeer naar huis van Ellen

Ingezonden artikel van Wietske Bakker-de Goede voor het decembernummer 2016 van de Libelle

Dat ene telefoontje zo vlak voor Kerstmis, ik kan er nog áltijd niet over uit! Na een lange zoektocht eindelijk beet! Ik had Ellen Palstra teruggevonden met wie ik 62 jaar geleden in de klas zat op de Middelbare Meisjesschool in Amsterdam. Oude herinneringen uit de jaren ’50 in Amsterdam kwamen weer boven, hoe zou het zijn weer tegenover haar te zitten en over vroeger te praten? Zou ze nog weten dat we samen de Trouw-mars door Amsterdam hadden gelopen op 14 jarige leeftijd ?
Zoveel vragen …………
Zij was mijn vriendin, ze woonde met haar ouders aan het water in de buurt van de Beethovenstraat. Haar vader had een hoge functie bij het Leger des Heils. Haar moeder was een lieve Engelse mevrouw en ook van het Leger des Heils. Ik kwam graag bij Ellen thuis. Samen keken we televisie in zwart/wit. Zodra het programma afgelopen was, ging er een grote bruine doek over het toestel, want een TV was in die tijd nog heel bijzonder. Op zondag zong het Leger des Heils in het Vondelpark en ging ik vaak mee om te luisteren.
Na ons eindexamen gingen wij ieder onze eigen weg, Ellen werd lerares, ik verpleegster. Helaas verloren wij elkaar uit het oog. Maar met Kerstmis luisterde ik altijd graag naar de Kerstzang van het Leger des Heils bij de ‘Kerstpot’ in de straat, en moest dan vaak aan Ellen denken. Wat zou er van haar geworden zijn?
De laatste jaren ben ik intensief gaan zoeken en vond haar op internet: getrouwd, twee zoons, en toen hield de info op. Tot in 2014. Medio december zochten wij opnieuw en vonden een tweede link, Ellen was hertrouwd en woonde in de buurt van Utrecht. Ik las de info en ontdekte dat zij ziek was en verzorgd werd in een verpleeghuis. Zoeken, zoeken, zoeken.
Tegen de Kerstdagen belde ik met de telefoniste van het verpleeghuis, informeerde of Ellen daar woonde, vertelde mijn verhaal en vroeg of haar echtgenoot mij misschien zou willen bellen omdat ik het gevoel had dat ik na ruim zestig jaar mijn oud-schoolvriendin weer had opgespoord!
Rond de Kerstdagen dat onvergetelijke telefoontje: ‘Je spreekt met Johan, ik zit hier op het bed bij Ellen en ze luistert mee! ’Mijn hart sloeg over, ik was ronduit sprakeloos en dacht: ik heb haar werkelijk teruggevonden! Het was een onbeschrijflijk geluk dat mij een intens Kerstgevoel bezorgde, ik kon wel huilen van vreugde!
Natuurlijk heb ik Ellen, die parkinson heeft en Lewy Body dementie, inmiddels geregeld opgezocht. Johan heeft haar sinds kort weer volledig teruggehaald naar huis. Daar was, vond hij, zonder Ellen de ziel uit. Ellen bracht haar baby- en peuterjaren in gevangenschap in jappenkampen door en dan eindigen achter gesloten deuren tussen andere dementerenden in een verpleeghuis? Johan kon dat niet langer verdragen.
Als ik bij Ellen ben bekruipt mij iedere keer weer het intense geluksgevoel, en zeker met de Kerstdagen weer in aantocht!
Leeuwarden, Wietske de Goede

PS. Er volgde op dat eerste telefoontje van Wietske een prachtig weerzien bij ons thuis. Nee, veel over vroeger praten kon Wietske met Ellen niet meer. Daarvoor was Ellen al te ver in het dementieproces. Het contact bleef evenwel. Met bezoeken onder meer aan de diners op zaterdagavond in het verpleeghuis. Maandag behoren Wietske en haar man John tot de genodigden bij de presentatie van ons nieuwe boek over het omgaan met parkinson en Lewy Body dementie. Enkele mensen gaan daar een mooie avond van maken die samenvalt met de terugkeer voorgoed van Ellen vanuit de verpleeginstelling naar huis. Zoals Wietske zocht ook een oud jeugdvriendje van Ellen na decennia weer contact met haar. Dat moet in 2010 zijn geweest. Ellen had de diagnose parkinson al te horen gekregen, het vonnis Lewy Body dementie moest nog worden geveld. Ik gaf een workshop van een paar dagen van schrijven in begrijpelijke mensentaal aan juristen van Elsevier (als ik me niet vergis) in Reuver bij Roermond. Ik zat er ’s avonds in mijn hotel en raadpleegde aan de leestafel mijn berichten. Daar zat een mailtje tussen van iemand die zei vroeger een beetje verkering met Ellen te hebben gehad en haar nog graag eens wilde terugzien. Of ik het erg vond dat hij me zo onbeschaamd gemaild had? Welnee, natuurlijk niet. Hij stelde voor, als Ellen dat leuk zou vinden, om elkaar weer een keer te ontmoeten met zijn echtgenote en mij erbij, misschien ook wel de kinderen, en eventueel de kleinkinderen. Leek me geinig.
Maar Ellen, toen nog heel helder, toen in feite alleen nog motorische mankementen: ‘Begin ik niet aan. En de kinderen erbij, het idee al! En jij zegt hem af. Overigens herinner ik me dat als een heel onschuldige kalverliefde. We liepen alleen maar handje handje. Mail hem terug, doe hem de groeten, maar ik zou niet weten waar ik het over zou moeten hebben’. (Johan)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *