Een symfonie voor de smaakpapillen

 

Het draaide uit op een ware symfonie voor de smaakpapillen. Net Mahler maar dan anders. In een volgend leven worden we restauranthouder met het echtpaar Wolf in de keuken en in de bediening. Ze droegen weer een eersteklas eucharistieviering op aan het altaar van culinair genot. Zo bouwen we een eigen tabernakel. De afsluiting in stijl van een geslaagde maand juni. Inderdaad, om je vingers bij af te likken. Ook deze beelden als onderdeel van de röntgenfoto van ons leven. ‘Ik kan de laatste tijd erg opstandig worden over de gevolgen van mijn hersenbloeding, dan barst ik in snikken uit’, vertrouwde Maggy ons toe. Zo begrijpelijk. Ze had gedacht allang weer als een ballerina door het leven te kunnen. Niet dus. Voetje voor voetje. Een pirouette is er niet meer bij. En de mantelzorger? Haar Henk bijvoorbeeld? Als aangehaald in de korte speech alvorens de roti op tafel kwam: de mantelzorger moet heel blijven, moet van een keukentrapje af blijven, zo niet dan zijn we nog veel verder van huis. Een stralende Maggy op de tweede foto. En daar doen we het voor. Aan de kop van de tafel de bijna jarige chef-kok Ber Wolf. Op de eerste foto, ook van tafel 1, onder meer Diana kip kluivend zoals zij in De Panne de billetjes van die arme kikkers laat ondergaan. Ach ja De Panne: volgende week daar op het strand kijken naar de Belgen in de achtste finales van het WK. Ik gokte op Senegal of Colombia, maar zag die kleine zakjapanners over het hoofd. Voor een korte overnachting is de bezemkast van Cajou meer dan voldoende. Net als met de asperges Eerste Pinksterdag was er andermaal volop zon tijdens de Paramaribo-uurtjes. Gaandeweg de dag ging de temperatuur naar 25 graden in de schaduw. Zonnescherm en parasols dus, overal in de tuin waar de aankleding werd nagebootst van een culinaire hoogmis op de verstilde zondagmiddag voorbij Lyon richting het merengebied van l’Ain. Een idylle. ‘Lieve Ellen, weet nog dat we op z’n Bocuses aten ergens voorbij Villars-les-Dombes en dat jij ineens naar het toilet ging?’ Ze kijkt me aan alsof ze zeggen wil: maak dat de kat wijs. Ze bleef toen lang weg. Dat maakte ongerust. Of ze niet goed geworden was? Welnee. Even het  geld natellen. Bij terugkeer aan tafel: ‘Ik was bang dat we dit nooit zouden kunnen betalen en dat ze ons naar de afwasmachine zouden sturen. Het zou een afgang zijn geweest.’ Zoete herinneringen. Aan een trolley – zo heet zo’n ding toch? – met daarop de meest exquise kazen als dessert. Dan mocht je er drie of vier aanwijzen voor een puntje. Zo ook het gebak. Het spul liep regelrecht  je bord af als je te lang wachtte. De jaren waarin een puike gezondheid als een vanzelfsprekendheid werd beschouwd. Het is een mooie formule geworden: onze gasten brengen zelf hun wijn mee. Wij het eten. Zo ging het bij de asperges, zo voltrok de feestelijkheid zich ook op de schranspartij met roti. In juli zal het niet anders zijn. Dan mosselen op de menukaart. En wie geen mosselen verdraagt, mag op een wrap rekenen met zalm of carpaccio. Het zijn avonden die een mens dubbel en dwars doen genieten en weer de broodnodige energie geven. Op het leven! Ook Ellen genoot. Dat zag je aan hele korte terloopse reacties. ‘Waar is mijn portemonnee?’ ‘Er is al betaald Elletje!’ En weer even het beeld van een doorsnee verpleeghuis. De bewoners met de kippen op stok. Ook die kippen die uiteindelijk bij Ber Wolf in de pan belanden. Ellen zat aan. Totdat haar chaperonne het welletjes vond na de koffie en de truffel die bij de Vomar in de weekaanbieding was. ‘Weet je nog Ellen dat jij een jongetje in de klas had van wie zijn Surinaamse ouders een klein afhaalrestaurantje aan de Amsterdamsestraatweg in Utrecht runden? Helemaal vooraan op die Amsterdamsestraatweg naast een winkeltje in feestartikelen. Meermaals haalden we daar op vrijdagmiddag roti voor het weekend. En trots dat die mensen waren dat ze ook juf Ellen als klant hadden! Weet je nog Ellen?’ Meestal kijkt de Ellen van nu me bij zulke vragen ondoorgrondelijk aan. Het masker van parkinson.  Dat was deze week niet anders. En toch, weer even een prikkel. Of ze het een geslaagde roti-fuif vond? ‘Geweldig’. En dat was het ook. Ook al omdat wie inschrijft niet op het allerlaatste moment nog afzegt. Nee, iedereen is er ook altijd. Met flesje onder de arm. Of een jerrycan met limonade. De vruchtensapdrinker verloor onderweg naar de asperges de dop van zijn jerrycan van de Jumbo. Onder het rijden gutste de helft van de inhoud over zijn autobekleding. Hij kwam de laatste keer zelfs met lege handen. Jerrycan inclusief dop vergeten. We lieten hem toch maar binnen. Volgende keer doet Elly er ook nog even een kleine bingo bij. Met als prijs de sweater die één van de gasten na de roti in de tuin achterliet. Geschonken, zullen we maar denken. De gulle gever was één van de weinigen bij wie de roti geen okergele sporen op de kleding had achtergelaten. Ach ja natuurlijk, hij zat in hemdsmouwen bij die 25 graden. Die trui lag eenzaam in de rookhoek. Nog vóór de mosselen komt Wil met een initiatief. Bij aanvang juli gaat ze in onze tuin een barbecue verzorgen. En er is iets met de nieuwe haring aanstaande. Ondertussen de Duitsers weg van het WK en Argentinië door. Het meest geniet ik van Diego Maradona. Telkens weer. Heeft heel zijn lijf opgepompt behalve zijn hersens. Verstandig dat een heel ziekenhuis aan artsen met hem mee gaat de tribune op. Het propje is in de war. Heel erg in de war. iets te veel in de war voor een officiële ambassadeur van de FIFA. Het gaat er in zijn hoofd heel onrustig aan toe. Een symfonie, een kakofonie. Mahler wil er niets mee te maken hebben. 

 

roti3roti

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *