Weinig kan nog verbazen, ook de mondkapjes poets niet, alleen Ellen nog: ‘Goede middag’ en ‘Hoe is het ermee?’

De zomer is begonnen, en hoe nog wel! Je leert vanzelf van de natuur houden. Klein huiselijk geluk op een paar vierkante meters. Liep er vroeger gemakkelijk aan voorbij, maar nu niet meer. Wanneer er zoveel niet meer bereikbaar is, kan er nog altijd gehouden worden van sereniteit en een poëtische lichtval onder een strak blauwe lucht. De geur van bloesem. Zon, windstil, van zwoel naar klam en broeierig, na weken van troosteloos veel regen tot aan hagel toe. De sluizen stonden open, wagenwijd, herfst in mei, dag in dag uit. Soms kwam er geen hagel uit de lucht maar leken het eerder wel bakstenen. In luidruchtig verlangen, wekenlang, naar de zonnebank die oom Hugo tot verboden gebied bleef verklaren. De terrasjes mochten weer voorzichtig voor een paar uur open, maar je liep er alleen maar een doorweekt pak op. Of je zat te vernikkelen onder een straalkachel. De bitterballen smaakten naar niks. Plots veel zon en warmte. In sneltreinvaart oplopende temperaturen. Binnen twee, drie dagen van 11 naar wel 27 graden. Binnen enkele dagen ook veel onkruid onder aanvoering van het opdringerige en niet uit te roeien zevenblad. Knoepers van artistieke wilde varens op hun allermooist. De bijzondere groenblauwe hosta al lichtelijk aangevreten door de eerste slakken. Ook de kiwi en de peer hebben de winter overleefd. ‘Nagelstudio Diana’ tussen het overweldigende lover van de voortuin op de vroege en verstilde zondagochtend van de voorlaatste dag van mei. Potplanten met de petunia en geranium in alle schakeringen paars. Spaanse Margrieten ook. Daarvoor de grote terracotta Zuid-Amerikaanse pot na vijf jaar speciaal onbeschadigd laten terugkomen uit verpleeghuis De Ingelanden. De wilde aardbei, de wilde geranium in roze en blauw en het longkruid, alle als bodembedekkers. De lavendel is in de verdrukking komen te staan. Vorig jaar achteloos wat papaverzaad gestrooid en zie het resultaat. Dokter Pulder zogezegd. Jeugdsentiment. Dokter Pulder zaait papavers, naar de film uit 1975 van Bert Haanstra met Kees Brusse en Ton Lensink. ‘Nagelstudio Diana’. Voor manicure en pedicure. Ze is van alle markten thuis, de captain van ‘Team Ellen’. Kapster bovendien ook. En Ellen? Die begint zowaar weer iets meer te praten. Ze probeert het althans. Dat alleen al. En het praten lukt bovendien ook soms weer. Een enkel woordje, een klein zinnetje, maar toch. Op zaterdagavond bij terugkeer van het strand van Scheveningen verbaast ze. Nee, verbazing is niet het goede woord, ze doet versteld staan! Buig me over Ellen heen voor een begroetingskus en dan met een wat slaperige glimlach deze door parkinson eigenlijk nauwelijks nog pratende schoonheid: ‘Hoe is het met je liefje?’ Hoe het ermee is? Nog altijd iemands liefje. Een kostbaar iets. De zaterdagavond kan al niet meer stuk. Op zulke momenten ben je geneigd in polonaise door de woonkamer en de achtertuin te gaan. En maar lopen. Desnoods met de handen op je eigen schouders. De muziekkeuze maakt niet uit. Manke Nelis? Ook prima. Hazes junior maar liever niet. Die Angela de Jong greep in haar column als een boze tackel de broekspijpen van de familie Hazes. Het bloed spatte alle kanten op. Het wegwerpartikel verliefdheid. De pedaalemmer als slotakkoord voor de zoveelste vlinderbuik. De Jong had het ook nog over een barbiepop met alles opgespoten wat er aan een vrouw maar op te spuiten valt. Het las lekker weg. Polonaise dus. De hamburgers van de keurslager weer op de plaat. Een salade erbij van macaroni, bieslook, ei en tomaten. Tomaten van de Lidl zo groot als een softbal. Nou ja, bijna zo groot als een softbal. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Blijkt telkens weer. Jacinta zou zich later in de week melden voor haar eindemiddag- en avonddienst. ‘Goeie middag’, hoorden we Ellen de Nigeriaanse begroeten. Goede middag? Het was voor de duvel nog waar ook. Het was inderdaad middag, even na vieren. We keken vol ongeloof naar Ellen die meteen werd getrakteerd op ijs met aardbeien. Is het dan toch de verzorging thuis met tegen Ellen blijven praten, haar overal bij blijven betrekken, niet opgeven, ook al zegt ze meestal helemaal niks terug? Hier kan geen verpleeghuis tegen op. Ook geen peperduur particulier verpleeghuis met kroonluchters en dikke tapijten voor de Upper Ten. Parkinsonpatiënten horen niet op een gesloten afdeling van een verpleeghuis thuis. Je zou bijna spreken van moord. Ze horen bij somatiek. Maar eigenlijk in een speciale voorziening voor slachtoffers van parkinson. Het is behoorlijk specifiek. Hoe heb ik ooit kunnen accepteren dat Ellen tussen zwaar dementerenden werd geplaatst! Maar wist ik veel, heb alles moeten leren. Werkelijk alles. Het overkwam me. Dacht: de directie en medische staf van De Ingelanden zullen het wel weten. Maar met de kennis van nu… Puntje, puntje, puntje. Selfmade mantelzorger. Niet voor niets excelleren Jacinta, Elly en Esmé in het verpleeghuis waar ze (bovendien) werken. Diana zou in ongeacht welk verpleeghuis ook een Messi zijn. Of een Ronaldo. Goede wijn behoeft geen krans. Soms valt ze even stil. Zodra haar moederland Afghanistan ter sprake komt. ‘Weer doden bij een aanslag’, huilt ze dan diep vanbinnen. Gelukkig worden de Afghaanse tolken voor hun veiligheid naar Nederland gehaald. Zoals het hoort. Parkinson, het blijft één groot mysterie. Raadselziekte. Onnavolgbaar. Ja dat is het: onnavolgbaar. Voltooid leven? Hadden we pas geleden niet iemand (en dat niet voor het eerst) horen zeggen dat bij Ellen toch eigenlijk sprake was van een voltooid leven? Afgezien van de impertinentie: er bevindt zich een niemandland van een paar kilometer tussen de wereld van de gezonde mensen en die van de zieken. Het is een levenservaring waarvan je hoopt dat het de gezonde mensen (desnoods zo lang mogelijk) bespaard blijft. Verbaasd over de gewiekste mondkapjeskoning Sywert? Nee. De media maakten hem groot. Als je maar vaak genoeg op de buis bent. Verbaasd dat het kankerfonds de miljoenen weigert van die oplichter? Niet in het minst natuurlijk. Uitstekend interview van Twan Huys met dat schijnheilige individu. Iedereen ruikt geld met een regering, demissionair of niet, die één groot steunfonds blijkt. Hoe moeten alle beloftes ooit waargemaakt worden, en wie gaat dat betalen? De zonnebankindustrie zal ook wel schadeloos gesteld willen worden omdat de studio’s open mochten toen de regen ophield en Nederland het beeld van de Côte d’ Azur liet zien. Ondertussen wel verbazing over een handbalster van de nationale ploeg die zich voor de Olympische Spelen in Japan niet wil laten inenten tegen corona. Mevrouw wenst baas te blijven over haar eigen lichaam. En over haar eigen gezondheid. Die van anderen doet er kennelijk niet toe. Over maatschappelijke betrokkenheid gesproken. Ook die verdediger van Juventus in het Nederlands elftal wil geen vaccinatie. Omdat hij baas wenst te blijven over zijn eigen lichaam. Maar dat lichaam had hij allang ooit aan Ajax verkocht dat het daarna doorverkocht aan de Italianen in Turijn. Straalbezopen moeten die twee tijdens hun interview zijn geweest. Het is te hopen. Hebben ze iets meegekregen van India en Brazilië? Beiden zijn wel heel nadrukkelijk exemplaren van de wereld die de gezonde mens scheidt van de zieken en hun mantelzorgers. Een zieke grijpt alle mogelijke middelen aan om nog iets uit het leven het halen. Te slepen eerder. Mocht er een vaccin tegen parkinson bestaan, of vermindering van deze rot aandoening alvast, we zouden er meteen de hele aardkloot voor over vliegen, of het vaccin nu officieel zou zijn goedgekeurd of niet. Goede middag, handbalster en voetballer van Juventus. Succes jullie. Ik zeg het mét Ellen. Die mondkapjesoplichter noemen we niet eens. Die verdient eigenlijk de gevangenis voor een paar jaar. En het confisqueren van zijn portemonnee.

In diep gepeins verzonken. Zondagmiddag aan de Zonzijde. Alleen het geluid van de sproei-installatie achter de coniferen.

Zondagmiddag. Siësta. In de slaapstand. Net als de pc. Je kunt buiten een speld horen vallen. De omstandigheden doen aan Italië en Zuid-Frankrijk denken. Mooie herinneringen aan Toscane en de Provence worden gekoesterd. Bloedhete zondagmiddagen op een stretcher. Herinneringen aan Volterra. Herinneringen aan bijvoorbeeld de tot gastenverblijf omgetoverde schaapskooi van de Zaankanter Jelle van Veen in Fayence op een half uur rijden van de Côte d’Azur en ook niet ver van de parfumindustrie. Fayence, een historisch Frans dorp met een ontspannen dromerige atmosfeer van heb-ik-jou-daar. Dagelijks ’s morgens voor koffie en een croissant naar het dorpscafé. Elk weekend meespelen in de toto. En nooit winnen. We waren er een volle maand. Zondagmiddagen in de buurt op plastic stoelen aan een lange tafel met enkele Franse families onder een nagenoeg geel uitgedroogde en verlepte boom. Beseften we toen wel hoe rijk we waren? Amper in feite. Nou ja, een beetje wel, maar niet voldoende. Het kwik steeg naar de veertig. Dagelijks op het strand en was dat niet in Théoule-sur-Mer? Gek die naam niet meer zeker te weten. We daalden de berg af met de auto en zagen beneden de groenblauwe Middellandse Zee glinsteren. Cagnes-sur-Mer of Théoule-sur-Mer? Die laatste. Konden we er nog maar eens naar teruggaan. Toch wel jaloers op gepensioneerden die bij zo’n verlangen nog altijd wél de daad bij het woord kunnen voegen. We aten er mosselen tussen de middag. Vaste prik. Met de voeten in de vloedstroom. Mosselen op Provençaalse wijze bereid. Het vocht van knoflook en allerlei kruiden en groenten was een soep als nooit eerder zo lekker gegeten. We beleven aan onze Zonzijde de laatste paar jaar veel vaker Zuid-Franse zomers. Hoe toepasselijk het beeld van zondag 6 juni 2021. Ellen luierend en luisterend naar muziek, ik mijn boeken en mijn gieter. Je zou na al die weken regen verwachten dat de grond verzadigd is, maar nee. Boeken. Afghanistan. Onder het zonnescherm met ‘Duizend schitterende zonnen’ , opgedragen aan de vrouwen van Afghanistan, een pageturner van formaat, van Khaled Hosseini van wie eerder ‘De Vliegeraar’. Een boek dat leest vol ongeloof en de ziel doorklieft. Verbazing? Ja. Elk woord roept verbazing op. En meer. Veel meer. Ontsteltenis.