Een icoon die op de bagagedrager van een mobylette bij UVV werd afgeleverd

Roley Wout overleden. In zijn slaap. Roley dood. ‘Joris Goedbloed’, 79 geworden. Stierf een week voor zijn tachtigste. Boogschutter dus. Het bericht van zijn dood roept weer veel zoete herinneringen op aan vroeger, aan het honkbal vroeger op de Hoge Weide waar nu intussen het grote winkelcentrum van Leidsche Rijn is verrezen. Op die locatie werd honkbalgeschiedenis geschreven. Ik trof hem voor het laatst twee jaar geleden in de Utrechtse Schepenbuurt waar hij woonde. Roley Wout was zonder meer een van de allerbeste honkballers van UVV sinds de oprichting door mannen als Kees Hiele en (voorheen cricketer) Jan Kars in 1948. Zie hem nog komen in 1967, Roley, achterop de mobylette of scooter bij Adrie, later zijn vrouw. Adrie reed, hoe geëmancipeerd, Adrie die bij Werkspoor koffiejuffrouw was in de personeelskantine en die Roley van Ajax (toen met Ruben Leysner als playing coach) hoogst persoonlijk naar UVV bracht. Zo van: ‘Nou jongen, deze club had ik voor je uitgezocht, het is van de Laan van Nieuw-Guinea een kippenwip, hoef je voortaan niet lang te lopen, alleen maar even die Hoge Brug bij de koffiebranders van Douwe Egberts over.’

De transfer liep via Adrie, daarna pa Terstall (ook Werkspoor, draaide er hoogst persoonlijk de houten honkbalknuppels voor de club) en tenslotte pa Klein (voorzitter van UVV die in datzelfde jaar 1967 aan een hartstilstand overleed op de maandag dat een kruitschip de lucht in vloog en heel Utrecht geen glas meer in zijn ramen had) . De muziek uit 1967? Scott Mc Kenzie met San Francisco. All you need is love van de Beatles. The Monkees met I’m a believer. This is mij song van Petula Clark. En natuurlijk Procol Harum, het schilderachtige nummer A whiter shade of pale. Zou ik bijna From the underworld vergeten. Een wereldnummer, The Herd. Het is een greep, 1967. Geweldige fielder en slagman die Roley. Een specialist in het verwerken als binnenvelder van gemillimeterde en snoeiharde grondballen. En al evenzeer een specialist in het slagperk van waaruit hij verwoestend kon uithalen voor homeruns of gewone honkslagen waar de vlammen vanaf sloegen. Vuurwerk met Roley Wout, legaal vuurwerk wel te verstaan. Maar misschien zou Ferd Grapperhaus het vandaag de dag wel verboden hebben. De tribunes stroomden weer vol. Roley Wout kwam van Aruba. In 1965 debuteerde hij in de Nederlandse honkbalcompetitie. Niet toevallig belandde hij eerst bij Ajax waar zijn volle neef Ruben Leysner (voormalig topattractie van UVV, jaren 1959-1964) als speelse en meespelende technisch directeur kon worden gezien naast de honkbalpaus Martin Bremer, meer nog bekend als journalist bij de krant Sport & Sportwereld van Kick Geudecker. Bij Ajax in de hoofdklasse haalde Roley Wout de top-4 van kanonnen aan slag, homerun-royals vooral, welke lijst natuurlijk werd aangevoerd door de onaantastbare Hamilton Richardson van Sparta en waarop ook Hudson John (eveneens Sparta) prijkte. Die derde? Ik sla er een spreekwoordelijke slag naar. Wim Crouwel van OVVO? Roley Wout sloeg voor Ajax tien homeruns in veertien wedstrijden, niet verkeerd kortom. Die Roley Wout wandelde in 1967 bij UVV binnen. Nou ja, wandelde, Roley wandelde weinig, ook later in zijn leven niet, hij liet zich brengen op de bagagedrager. Zijn vriendin de koffiejuffrouw dropte hem gewoon bij UVV. Had ze zelf veel met honkbal? Volgens mij niet nee. Af en toe kwam ze kijken met een klein hondje aan een riempje. En een zus.

Herinner me de wispelturigheid van Roley. UVV bleef bij gebrek aan goeie werpers te lang eersteklasser en Roley wilde terug naar de hoogste divisie. Waar hij ook hoorde trouwens. Ging naar HCAW in Bussum, met zijn gemoedelijkheid had hij overal vrienden, maar kwam meteen weer terug bij UVV, voor hem altijd een warm bad. En dat warme bad waren misschien nog wel het meest de supporters, met name de doorgewinterde voetbalclan van UVV en de honkbalheethoofden rond Roland van Bavel. Roley de wispelturige. De zachtmoedige die te lijmen was met een natte vinger. De man die geen nee kon zegen en dus altijd ja zei. En zich vervolgens achter het oor krabde. Kon rond 1970 niet meer kiezen, de vedette, tussen UVV en HCAW. Op de laatste avond van de overschrijvingen bekende Roley dikwijls kleur, op 31 oktober. En dat voor iemand die lang kleurenblind bleef. Wie hem die avond als laatste sprak had hem voor een vol jaar als honkballer te pakken. Daar staken Adrie en Line Klein op een gegeven moment in een zusterlijke samenzwering een stokje voor. Ging het echtpaar Wout bij Line op bezoek. Initiatief Line. Die kon koppelen en speelde graag stratego. Kaarsjes aan, muziekje op en Line aan de ene mentholsigaret na de andere. Roley kreeg zoveel te drinken van Line dat hij niet eens meer wist dat ie honkbalde. Laat staan bij welke club. Kwam namens HCAW Ad Fijth aan de deur, even verderop de Spinozabrug over, voorbij de Laan van Nieuw-Guinea, in de Makassarstraat of Priokstraat of hoe die straat met die bovenwoning en steile stenen buitentrap ook alweer heette. Daar kwam Fijth dan kortademig helemaal vanuit ’t Gooi aangereden met een overschrijvingsformulier en vond hij Roley niet thuis. En hij had nog wel een afspraak! Wel godverdomme. Je kon ook nooit van die Antillianen op aan… Roley Wout niet thuis om hem weer terug naar Bussum te slepen. Nee, die zat lazarus de verhalen van Line ‘knipperbol’ Klein op Lessinglaan 9 aan te horen. Ja die Line, ook niet vies van een glaasje port. Roley is terug van Line ook nog eens van zijn fiets gedonderd. Daarna liet hij zich altijd brengen. Zo ging het écht! Memorabele tijden. In het eerste van UVV was Roley een van de weinigen die niét rookte. Wel een biertje. Ook wel twee.

Roley Wout kwam als tweede honkman in 1967. Het binnenveld bestond uit catcher Rob Rijnders, eerste honkman Wim van der Ster, Roley op het tweede honk, Jan van Ewijk op het derde honk, en korte stop Tom Stamer die bij UVV zou uitgroeien tot de Vader des Vaderlands. Was dit een infield voor de hoofdklasse? Ja! dit was dubbel en dwars een infield op hoofdklasseniveau. Ook het buitenveld mocht er zijn met Peter Janssen, Guillaume Campagnard en Egilio Leito. We hebben het nog steeds over 1967, het debuutjaar van Roley Wout bij UVV, gesponsord door een winkel in sportkleding in de Zadelstraat bij de Dom. Maar de gedegen werper ontbrak. UVV had geen Bert Paalman (HCK), Doby Peters (ABC), Marco Nagelkerken (HCTIW), Ben Salemink (ADO) of Kees Wijdekop (De Volewijckers) om er een paar te noemen. Te vaak werpers bij UVV met een vormcrisis. Ook de met een oud-papier-actie van Aruba weggeplukte broer Harold Wout zou daar geen verandering in aanbrengen. Alsof die op de kermis stond moest hij regelrecht van het strand op de Antillen in de sneeuw laten zien hoe goed hij wel niet was en Harold verprutste voor het oog van de likkebaardende supporters meteen voor altijd zijn dure arm. Hij werd outfielder. En bankemployé met een wit boordje, anders dan zijn oudere broer de fabrieksarbeider. Maar dat was later. In 1967 werd Roley Wout uit armoe werper. En dát kon hij ook. Hij gooide soepballen van Unox of Knorr, maar ze bereikten Rijnders met zoveel curve dat het nog wel eens overwinningen opleverde. Tegenstanders sloegen niet op zijn worpen, maar hengelden ernaar. Herinner me als supporter (hbs-tijd nog) een wedstrijd waarin het bestuur nagelbijtend de minuten aftelde. UVV moést winnen want de aansluiting met bovenin gloorde na een paar asgrijze jaren. Roley gooide. Achter de back-stop zat Adrie op een koffer. Ook al nagelbijtend. Ze zouden eind van de middag voor vakantie naar Malaga of Aruba vliegen. Maar die kut wedstrijd duurde en duurde maar. En Roley was onvervangbaar. Maar hij moest naar Schiphol. Roley moest met Adrie mee naar Malaga (of Aruba). Gelukkig zat Adrie in de hofhouding van Line Klein. Door echtgenotes en vriendinnen in te pakken had Moe Klein greep op haar spelers. Voor Line moesten spelersvrouwen bovenal dienstbaar zijn. Spiegeltje spiegeltje aan de wand. Coach Kars kreeg de opdracht zo min mogelijk een time-out aan te vragen. Liever niet één. Ik hoor ze nog overleggen, gezeten op die vreselijke ruwe betonnen tribune van B2 blokken van de firma Bredero die in die dagen bezig was heel Nederland te ontsieren. Denk aan Hoog Catharijne. Ojee die tribune die je na een paar uur verliet met benen vol pleisters. Bestond het Kruidvat toen al?

Maar wat was het gezellig en sfeervol altijd. Geen time-out voor Kars. Dat kreeg hij vanaf de tribune te horen. In looppas winnen graag, het Haarlemse HCK van Arie van Driel-Krol en het Haagse Celeritas van Joop Meevers-Scholte achterna. En de onpeilbare bureauman van de Demka gehoorzaamde voor het eerst in zijn leven. Uiteindelijk werden Adrie en Roley Wout door een bestuurslid op een drafje met hun koffers naar de parkeerplaats gesjeesd, in een auto geduwd en naar Schiphol afgeschoten, als met een katapult. Het was moeilijk rennen geblazen voor het oververhitte bestuurslid, want van de zenuwen had hij – Nico Bladt, het kan ook Herman Neerings zijn geweest – anderhalf pakje sigaretten onder de wedstrijd weggerookt. De nicotine zorgde er bijna voor dat de Wouts voor een gesloten incheckbalie op Schiphol kwamen. Ik weet niet meer tegen wie UVV die knotsgekke Malaga-middag speelde, wel weet ik nog dat er gewonnen werd. Ik weet ook nog dat Roley als tweede honkman een betere hitter was dan als werper. Trek daarbij de gemakkelijke conclusie dat UVV na 1963 veel eerder zou zijn terug geweest in de hoofdklasse als het in de jaren ’60 de Henk Heinen van de begin jaren ’70 op de heuvel had gehad. Herinneringen ja, veel herinneringen weer bij de dood van de flegmatieke Roley Wout van wie velen zich in diens beginjaren bij UVV afvroegen of die jongen eigenlijk wel kon praten. Je hoorde hem nooit. Praten liet hij aan Egilio Leito over, ook Antilliaan, ook ex-Ajax, ook Werkspoor, ook pa Terstall als intermediair, maar nog niet voor de helft zo goed als Wout. Geen prater Roley, broer Harold was nog erger, die heeft tot op de dag van vandaag zijn rijbewijs nog niet, geen praters, maar Roley wel iemand die ongelofelijk chagrijnig op scheidsrechters kon zijn, en dat veel te lang bleef, met het van hem bekende wegwerpgebaar. ‘Ach man, kom op zeg.’ ‘Rustig maar Roley, je krijgt straks weer een slagbeurt.’

In 1968, zijn tweede jaar op de heilige grond van de Hoge Weide, werd Roley Wout behalve topspeler en publiekslieveling in het eerste ook coach van het tweede. Samen met Arie Hagen. Was dat logisch? Nee, dat was niet zo heel erg logisch. Oppervlakkig beschouwd misschien wel, maar niet als je er goed over nadacht. Want als beiden nou iets niét waren dan was het wel coach. Het waren trainers. Het waren instructeurs. Het waren geen krijgsheren. Ze speelden op intuïtie. Ze waren beiden geniaal, Roley zowel verdedigend als aanvallend, Arie verdedigend vooral. Zelden bij UVV zulke technisch begaafde binnenvelders gezien. Snelle handen, soepele polsen. De heupen van een ballerina. De legendarische Amerikaanse bondscoach Ron Fraser zei eens dat heel misschien één UVV’er in Amerika het profhonkbal kon halen en hij wees tot veler verbazing op het kleine dikkerdje Arie Hagen uit de Kanaalstraat in Lombok. Het straatjoch. Ron Fraser zou zonder twijfel ook Roley Wout naar voren hebben gehaald als die toen al in Utrecht had gespeeld en niet aan de Kruislaan in Amsterdam-Watergraafsmeer. Beiden waren natuurtalenten, Arie Hagen én Roley Wout. Maar ze konden je na afloop nooit vertellen waarom ze iets, voor anderen zo onnavolgbaar goed, voor elkaar hadden gebokst. Als je ze in het leslokaal zette, onder de oude houten vooroorlogse voetbaltribune toen nog, begrepen beide spelers maarschalk Kars met zijn stencils niet. Reden voor Jan Kars om er maar hoofdschuddend mee op te houden. Het ging met die twee vanzelf wel. Roley zou bij UVV veel langer doorgaan dan zijn maatje Arie Hagen. Die vergooide zijn arm omdat hij één meter curve niet voldoende vond en er zes meter van wilde maken. Arie verdiende (een grijpstuiver trouwens) wat bij als profvoetballer voor Gooiland in een of andere kelderdivisie. Bloemenkoopman en handelaar in Lola-afwasborstels en wc-eenden Arie Hagen (al eerder overleden) honkbalde tot afgrijzen van Line Klein met een strandhoed op in een bierteam en werd ook vlaggenist bij de omstreden amateurclub Holland aan de Thorbeckelaan waar behalve de familie Van Hanegem ook heel wat vreemde snuiters rondscharrelden.

Maar Roley Wout dus, hij zou een paar generaties honkballers bij UVV overleven. Als honkballer had hij het eeuwige leven. Hij was erbij toen de Rotterdammer Wim Onderstal UVV terugbracht in de hoofdklasse. Met Onderstal alweer zo’n icoon genoemd. De kilo’s vlogen er bij Roley aan. Hij kwam na het vertrek van het studiehoofd Lem Briessen op het derde honk terecht. Hij verhuisde naar het eerste honk. Steeds weer werd rekening gehouden met dat ene minpuntje: zijn snelheid. Want de pondjes werden kilo’tjes. Desondanks bleef hij heel lang onmisbaar, ook met het begin van een pens en vervolgens met wel degelijk iets van een pens. Roley Wout handhaafde zich moeiteloos, ook toen UVV steeds meer kaliber op het gravel bracht en het honkbal ná FC Utrecht in de stad het meeste publiek trok. Tribunes werden bijgebouwd. De Hoge Weide werd een zomers theater. Die B2-blokken van Bredero waren allang voor nieuwe dug-outs gebruikt en die dug-outs ook alweer vervangen. Voor zover ik weet is Roley nooit namens Ajax, UVV of HCAW A-international geweest, Ruben Leysner namens UVV en Ajax wel. Hij had een bruikbare pinchhitter geweest kunnen zijn. Maar een moordende concurrentie. Verslaafd aan honkbal was hij. In zijn vrije tijd reed hij naar het veld om gras en gravel te zien. Om vers gemaaid gras op te snuiven. Hij kon niet zonder buitenlucht. Hij hielp de terreinknechten een handje en dronk koffie met ze. HCAW, van zijn vriend Julio Hazel, en Bussum verdwenen naar de achtergrond.

Hij verloor Adrie aan kanker. Krankzinnig jong nog. Hoe oud zal ze geworden zijn? Ergens in de veertig? Veel ouder niet nee. Adrie was zijn anker. Zijn houvast. Adrie was zijn coach. Sprak hem erover tijdens een Haarlemse Honkbalweek. En daarmee eindig ik. Roley stond bij de poort van het Pim Mulierstadion van Haarlem een pilsje te drinken met enthousiaste luidruchtige Antilliaanse honkballers. Ik meen me Ricky Placidus te herinneren en Dassy Rasmijn. Roley zag Ellen en mij en kwam naar ons toe. We condoleerden hem met het verlies van Adrie. Het was nog maar net gebeurd. Ik zag een traan. Ik herinner me zijn woorden voor de deur van het Pim Mulierstadion. Roley met een blikje bier in zijn hand. ‘Ja Johan, het leven kan hard zijn, ik sta hier een beetje voor me uit te lachen, maar vraag me niet waarom en hoe, ik heb pijn.’ Een man van weinig woorden. Maar één van diepe zielenroerselen. Een binnenvetter. Nooit kinderen met Adrie gekregen en ik weet dat het hem pijn deed. Toch alleen.

Nu pijn bij heel veel UVV’ers van vroeger om de dood van die geweldenaar Roley Wout die ook de gedachten aan Adrie weer naar boven haalt.

****

Ha Johan. Ik heb zojuist hier op Bali jouw indrukwekkende verhaal over het wel en wee van Roley Wout gelezen. Wat een prachtig overzicht. Wat een onmetelijk geheugen heb jij zeg!! Roley zou het ook geweldig mooi hebben gevonden. Ik weet niet hoe het boven werkt. Misschien heeft hij het daar ook al gelezen. Samen met zijn maatje Adrie Hagen. Johan, ik wil je vragen of ik dit prachtige afscheidsartikel mag doorsturen naar de honkballers van Ajax. Ik heb nog contact met alle spelers van het team waarin ik destijds heb gespeeld. Een aantal heeft ongetwijfeld met Roley samengespeeld. Zoals Marco Nagelkerken, Leo van Wijk, King Zschuschen, Herman Vegter, Peter Hendriks, Dick van den Berg, enz, enz. En ook naar Alfred Cop, de sinds jaar en dag fotograaf van HCAW. Hij kent eigenlijk iedereen van HCAW. Ik zie jouw reactie wel verschijnen. Hartelijke groet aan jullie beiden, zoen voor Ellen, Hans Walraven.

****

Prachtig werk Johan. Ik attendeer anderen hierop. Ik heb er al een paar een berichtje gestuurd. Het meeste van wat je schrijft was ik al hoog en breed vergeten. Die Malagawedstrijd heb ik opgezocht en warempel na heel lang zoeken gevonden. Een oud knipsel uit het Nieuw Utrechts Dagblad van toen. Het stel ging voor drie weken naar Aruba. Niet Malaga maar Aruba. Op zondag won UVV van koploper HCK met 5-2 en werper Roley ging vanaf de heuvel in zijn honkbalkleren meteen in één rechte lijn door naar het vliegtuig. Jan van Ewijk.

****

Ha Johan,

Ik heb heel veel honkballers de link toegestuurd. Het gehele Ajax team van 1972, tw: Marco Nagelkerken, Leo van Wijk, ook jaar en dag CEO geweest bij KLM, Peter Hendriks, Jan van Wieringen, Dick van den Berg, Herman Vegter, Hennie van de Bovenkamp, John Ludenhoff, Ben Richardson en Bram Vermeer en nog wat coaches. Bovendien naar Alfred Cop gestuurd, al jaar en dag de fotograaf van HCAW. Hij heeft het artikel op zijn Facebook gezet. Hij vond het een geweldig en fantastisch artikel. Ook verstuurd naar HMS i.c. Marcel Meekers, Jan van Maurik, Eugene Meekers, Paul Steenbrink, Maarten Plas, en naar Henk van Zijtveld en Wil Toft, hij schreef me trouwens dat hij nog met Roley Wout had gespeeld bij UVV. Dat heb ik nooit geweten. Klopt dat? Moet voor mijn jaar zijn geweest. Hij vertelde me dat hij met de uitwedstrijden met Roley en Harold meereed, hij dacht in een Ford Capri. Verder verstuurd naar Ron Tuinder van OVVO, 3e honkman. Heeft niet lang gespeeld want hij kreeg op 11 juni 1972 een wild pitch van Win Remmerswaal tegen zijn hoofd waardoor hij hersenschade opliep. Is wel goed afgelopen, maar geen comeback voor hem helaas. Schijnt wel een talent te zijn geweest want hij schijnt nog in het BRL team van Nederland te hebben gespeeld. Hij vond je artikel prachtig geschreven uit een heerlijke honkbalperiode. Dat was het ook. Hij gaat a.s. zondag naar Hans Onverwagt en zal het artikel met hem delen. Ook heeft hij het naar Wim en Karel Crouwel toegestuurd. Wim Crouwel reageerde met enige weemoed op de terugblik van de jaren 60/70. Hij vond het een treffend geschreven tijdsbeeld. Kortom, het artikel is alom geprezen en zal nog veel meer lezers weten te interesseren.

Fijn weekend en tot schrijfs. Lieve groet ook aan Ellen! Hans W.

****

Hallo Johan. Ik heb pas na het overlijden van Roley Wout je blogs gevonden. Werkelijk schitterend, een genot om ze te lezen! Rijk van den Bunt. Voormalig pitcher Quick Amersfoort.