Terug in de tijd met de Paasdagen; de magie van Zuid-Limburg

Met deze Pasen in Zuid-Limburg. Alsof er voor mijn ogen een film werd teruggespoeld. De magie van niet zomaar een provincie. Daar zoveel voetstappen van Ellen en mij, zo ongelofelijk veel. Zoals ook een week later in het vestingstadje Hattem bij Zwolle. Een monumentaal openluchttheater. Hattem en de paasdagen van 2014, het kan ook 2015 zijn geweest. De rolstoel en het zorghotel daar in de buurt. De mijmering. In retrospectief. Maar enfin, Zuid-Limburg. Helin mee, voor even weg van haar studieboeken en het Spartaanse leven van een geneeskundestudente aan de VU. Vorstelijke weersomstandigheden. Helin die zong: ‘Nog nooit in mijn leven zo’n mooi landschap gezien als Zuid-Limburg.’ Ze tjilpte. De heuvelen af roetsjen. En maar fotograferen. ‘Dit zou wat voor mijn ouders zijn!’ Ach ja, met het boemeltje van Valkenburg naar Maastricht. Daar winkelen. In de Bijenkorf een lange camel overjas passen met een stralend gezicht. Totdat ze het prijskaartje las. Bijna 500 euro. ‘Niet te gelóven, wat is dit?’ De Bijenkorf van Maastricht Helin! Het Vrijthof en de nauwe pittoreske straatjes eromheen. Of Helin wel eens van André Rieu had gehoord? Nee nog nooit! Ook daar in Maastricht in een koffiezaakje het Engels als voertaal. Net als in Utrecht-Oost op een wandeling van het Wilhelminapark naar de Neude. Rare ontwikkeling? Een heel rare ontwikkeling. Daar komen we over een paar jaar wel achter. Helin: ‘Ik denk dat ik me maar meer op het Engels stort dan op het Nederlands.’ Misschien heeft ze gelijk. Zelfs in de Utrechtse volkswijk rond de Vleutenseweg heet de kapper al geen kapper meer. Het bordje kapperszaak is vervangen door Barbershop. Rijd je vandaar De Meern in, zoals vandaag, dinsdag 11 april, dat passeer je een gebouw met pontificaal Haircreations. Ook een kapper. Knipt waarschijnlijk met een botte schaar. Buslijn 28 kwam tegemoet. Die gaat naar het Science Park. Het is maar dat we het weten.

Met deze Pasen dus in het weldadige Zuid-Limburg. Wandelen in vakantiepark Valkenburg. Naar het bovenste puntje. De grotten. Mergelgrotten. De ruïne. Restaurants in een slinger van plein naar plein. Eten bij Oan ’t Bat in Eijsden. Wereldstek. Bediening een 10, altijd weer, de maaltijd een 10. Een voorafje op het terras van vlonders vlak aan de Maas. De zonnebril. België dat je zowat kon aanraken. Hoogtepunt van de trip, met Ellen mee in hoofd en hart: Misschien wel Kasteel Vaalsbroek nabij het Drielandenpunt. Foto’s getuigen ervan. Vaalsbroek is klasse. Allure op de vierkante meter. Om ons heen de eekhoorntjes. Niet te fotograferen, zo rap, zo schuw. Om ons heen wielrenners en verder de stilte. De heuvelen van Zuid-Limburg. De groene waas van de ontluikende natuur in april. In retrospectief. Kasteel Vaalsbroek is mede verbonden met het ziekteproces van Ellen. We brachten er een Oudjaarsavond door. De dichte mist met nog geen meter zicht toen was ook symbolisch te noemen. Een zware jaarwisseling. Een verdrietige met een chique kasteeldiner. Meteen erna ging Ellen in het dure en net opgeleverde verpleeghuis in Nederhorst den Berg wonen. Vrijwillig. Uit voorzorg. Veel privileges. Naar huis wanneer ze maar wilde. Ze behield haar privacy en vrijheid. Geen cijferslot voor Ellen. Een ruime, mooi ingerichte kamer met eigen keukentje in een verpleeghuis als zekerheid. Een pied-à-terre. Want we wisten geen van beiden wat er met de ziekte van Parkinson en het syndroom van Lewy Body voor ons in het verschiet lag. Niemand kon ons raden. Ook de neuroloog niet. We leefden op de tast. We leefden bij de dag. Liepen de marathon op blote voeten over kopspijkertjes. Parkinson was uiteindelijk een sluipmoordenaar, maar hoelang duurde zijn brute tocht en hoe zou die verlopen? Ook vaak met Ellen een stop in Kasteel Vaalsbroek als we ergens in Zuid-Limburg logeerden. Koffie en kersenvlaai. Asperges. Ik vertelde Helin erover. Ze gaf me onder het lopen een arm en ik praatte over Ellen. Ik praatte honderd uit. De liefde van je leven verliezen is geen sinecure. Je hebt er elke dag last van. Last? Nee, het is anders. Last is niet het goede woord. Je bent elke dag wel met het verlies bezig. Het gemis wordt eerder groter dan minder. Dat zou ook Diana Tweede Paasdag zeggen. Ach, als we haar, als we Diana tijdens onze strijd tegen parkinson eens niet hadden gehad. Maar ook vele anderen. Elly natuurlijk ook. En nu is Ber zo erg ziek dat hij aan de chemo moet.

Met deze Pasen in Zuid-Limburg. Op zaterdagavond rond half elf in de schemerdonkerte tussen de gewelven van abdij Rolduc een paasprocessie. Mannen met strakke gezichten in priestergewaad, of hoe dat heten mag, achter een brandende kaars. Doodse stilte die plots werd doorbroken door luid kerkklokgebeier vanuit vier hoeken tegelijk. Pasen. Negeerde een traan. Bijna een jaar na de dood van mijn grote liefde zit de pijn dicht onder de huid. Een wond onder een vliesje. Die processie voorafgegaan door een brandende kaars. Ik heb niks met zulk rooms theater, en toch ook weer wel. Als je dan toch in een god gelooft, doe het dan maar met poespas. Rolduc was aanvankelijk de enige lichte tegenvaller op dit vakantietripje. Maar manager Sander redde de malheur. Met verve zelfs. Bij het boeken van twee kamers was het al drie keer misgegaan. ‘Meneer, er kan toch altijd wel iets fout gaan, toch? U moet weten, we werken met stagiairs.’ Bij aankomst toch ook nog de verkeerde kamers en ruim honderd euro te veel betaald. Rolduc is geen aanbeveling. Helaas. Hotels, restaurants en het personeelsprobleem. Ik heb er mijn buik vol van. En de eigenaren knijpen maar een oogje toe.

Was eerder in de week met buurman Charles in Gouda. Terrasje. Charles bestelde thee. Kreeg wel water maar geen theezakje. Zelf koffie met appelgebak en een toefje slagroom. Kreeg koffie en twee kommetjes slagroom. Maar geen appelgebak. Het studentje: ‘Meneer, sorry hoor maar we hebben het nu eenmaal druk.’ Met een zuur gezicht kwam er een theezakje voor Charles. Voortaan voor alle zekerheid van thuis meenemen in de kontzak. Het appelgebak moet nóg komen. Het niet bestelde kommetje slagroom droop richting de Kattengracht. Twee dagen eerder bij Van der Valk in Breukelen met Jan van Ewijk 41 euro aan wijn op de rekening. Voor ieder één glas wijn? ‘Sorry meneer, het moesten twee glazen zijn, en wij hebben er twee flessen van gemaakt, sorry, maar dat kan gebeuren hè.’ De lust vergaat je. Rolduc deed er nog een schepje bovenop ondanks zijn gejurkte schemerprocessie. De weggooimaatschappij. De onverschilligheid. ‘We hebben het nu eenmaal druk’. In het snel veranderende Nederland krijg je dat straks ook in de ziekenhuizen ook te horen als ze in plaats van het linker been per ongeluk het rechter hebben geamputeerd.’ Half werk is beter dan niks, zoiets.

Met deze Pasen in Zuid-Limburg. Terug in de tijd. En als gids van de Syrische Helin. Gezellig baantje. Voor haar een ontdekkingstocht. Hoe fantastisch was het eigenlijk niet dit oorlogsmeisje zo opgetogen te zien. Ze vergat haar studieboeken. Ze vergat haar vaste, strenge regime. Overal was Ellen voelbaar en overal wilde Helin getuige van zijn. De plekken ook die Diana kende. In Chèvremont in Kerkrade bijvoorbeeld. Waar Ellen soms in de speciale kliniek voor parkinsonpatiënten Lückerheide logeerde en ik een lezing hield voor verpleegkundigen en mantelzorgers. Met Helin naar Aken even verderop, terug Nederland in, van Kasteel Vaalsbroek naar Mechelen, het Geuldal met die beroemde ijskraam. Ze stonden er weer, de lange rijen die naar de bekertjes schuifelden. Epen en Slenaken (Hotel Klein-Zwitserland, letterlijk op de Grensweg). Vandaaruit een klein stukje België (Voerstreek) zoals ooit met Ellen op haar rode solide wandelschoenen. De tijd die niet is terug te zetten.

Wat zou ik graag…. Besef je wel in de jaren dat je zó immaterieel rijk bent hoe rijk je eigenlijk werkelijk bent? Johan de oude meester die zich graag buiten de lijnen van het voor hem te kleine en te weinig eisende speelveld begaf,’ las ik in een van mijn laatste beoordelingsverslagen als docent journalistiek. ‘Johan die heldere opvattingen heeft over de kwaliteit die we als opleiding zouden moeten verlangen. Johan die met zijn Ellen weer een moeilijk jaar achter de rug heeft, maar zich toch blijft richten op het afleveren van goed werk, wat kenmerkend is voor zijn taakopvatting en inzet.’ Had ik het allemaal maar in een lagere versnelling gedaan, denk ik nu vaak achteraf. Hoge kwaliteit en mediatrainingen die vaak op mijn naam werden verkocht, ach had ik het niet verdiend om samen met Ellen veel meer van mijn pensioen te genieten? Toen Ellen in het verpleeghuis woonde ging ik meer dan eens in Zuid-Limburg voor anderhalve dag in retraite om me op een paar zware colleges of een mediatraining voor te bereiden. Het komt allemaal boven, bijna een jaar na de dood van de vrouw die ik in mijn hoofd en hart nooit zal loslaten. ‘Johan de onbetwiste meester in de feedback’, lees ik ook over mijn afscheid van de Academie voor Journalistiek. Ik krijg er Ellen niet mee terug.

Pijn in de rug van het vele wandelen deze Pasen in Zuid-Limburg. Het wandelpubliek is fantastisch. Het is ingetogen. Het absorbeert zijn omgeving. Boterhammetje en de waterfles. Dat loopt niet de godganse dag zich te bevredigen aan een gsm. Geen enkele bellende wandelaar tegengekomen. Niemand die de schijn ophield ergens gemist te worden. Geen gewichtigdoenerij. Niemand die zogenaamd de beurskoersen controleerde. Niemand die aan zijn aandelen dacht of aan de poppenkastfamilie Hazes. Of wat Maxima tijdens het Staatsbanket met de Macrons zou dragen en zou weg smikkelen. De iconische dichter-theoloog Huub Oosterhuis zou een ander verhaal zijn geweest, maar zijn dood volgde pas een dag later. De belofte aan Helin nooit meer over bergen te spreken. Die heeft Nederland niet. Al eerder die belofte aan Diana gedaan. Maar voor het overige: ik voelde Ellen dicht bij me en Helin had nog nooit zo’n mooie omgeving in haar leven gezien als in Zuid-Limburg met zijn vergezichten. Toen we terug naar huis langs Geleen kwamen, kon ik niet nalaten te zeggen: ‘Kijk maar liever even de andere kant op. Dit is de DSM, of hoe het nu heten mag. Dit is helaas ook Limburg.’

Twee dagen later. Een pakketje. Voor mij. Een plank voor kaas en toastjes en mesjes voor elke kaassoort één. Mooi verpakt en met een briefje. ‘Voor de lieve Johan. Ik wil dit speciaal aan jou geven in verband met deze maand. Een jaar geleden verloor je Ellen. Je hebt gezelligheid nodig om door te kunnen. Een emotionele maand. Blijf gezond en happy. Liefs from Helin.’

Ben er stil van. Diana, Helin, en er zijn ‘r nog een paar die zorgen dat het leven de moeite waard blijft. Veel verloren in mijn leven, veel mensen ook, dikwijls ook door mijn eigen schuld, of als mijn eigen keus, niet van alles en iedereen afhankelijk willen zijn, maar niet alles kwijt. De belangrijksten niet. Zo foutloos Nederlands Helin! Wat waardeer ik je kaasplank en wat ben ik bovenal blij met je brief. Ellen, jij daar boven, en voor ons overal blijvend aanwezig, lees je met me mee? Ja, ik heb gezelligheid om door te kunnen. En ik heb er een paar om mij heen die me het gevoel geven dat het de moeite waard is om door te gaan. Ellen, ik mis je als ik zo op Stille Zaterdag op een muurtje in Maastricht geniet van het leven. Het is te danken aan Helin, aan onze dochter Diana, aan Wil, aan twee keer Jan, aan Wietske en John, aan Charles, aan Nelly, en aan de zon. ‘Terug thuis, jij Helin, moest je meteen aan de slag voor een presentatie in het Engels, oké in het Engels, daar gaan we weer, over een item geneeskunde. Heb je al de uitslag? Want met Pasen inleveren verdient ook een snelle reactie van je professor.’ Een lachje. ‘Ik heb nog geen cijfer, maar ik heb wel alvast te horen gekregen dat ik het heel goed had gedaan.’

De uitsmijter ligt voor de hand. Ga even naar Zuid-Limburg. Deel Pasen met wandelaars zonder gsm. Ga even achter je bureau vandaan. Ontsnap even aan een Spartaans leven. Ontsnap aan moeten en nog eens moeten. Ontsnap aan de talkshowtafels. Geniet. Zoals ik ook nog veel van mijn leven wil maken.

Met een ode aan Ellen. Terug in de tijd. Met waardering ook voor Helin die alles fotografeerde wat in Zuid-Limburg ook maar voor haar ogen kwam. Ik kreeg dertig foto’s welhaast. Er enkele van gekozen voor de website. Zoals beloofd.

Weer thuis met Pasen meteen ’s avonds aan de slag met een presentatie in het Engels Geneeskunde. Daags erna het resultaat. ‘Ik had het heel goed gedaan, kreeg ik te horen, mijn studie is mij alles waard, maar twee dagen Zuid-Limburg waren onvergetelijk. Johan, frieten zijn veel lekkerder dan patatten, maar het is hetzelfde hè? Zal ik het eens in het Limburgs zeggen?’

De man links op de foto lijkt warempel wel een bodyguard. Het valt me nu pas op.