De asperges van 4 mei 1990 in de toen nog West-Duitse hoofdstad Bonn

De Panne 2019.

Toespraak bij de herdenking van Ellen

Je gaat niet dood aan parkinson, je sterft met parkinson. Ik citeer de Michael Fox van Back to the future. Hij is nu fondsenwerver voor stamcelonderzoek.

Het is deze zondag een jaar geleden dat Ellen overleed. Een jaar alweer, en tegelijkertijd een jaar nog maar pas. Cinta schreef me dat, in die bewoordingen, en ik dacht: hoe raak geformuleerd. Zo dichtbij nog steeds. Aan Wietske de eer om ter nagedachtenis aan haar schoolvriendinnetje van eind jaren ’50 in Amsterdam een boompje te planten in onze achtertuin die Ellen zo dierbaar was. Het leven is associatief. Als ik het al niet wist dan ben ik daar het afgelopen jaar wel achter gekomen. Het is een terugdenken ook aan ons culturele leven, zoals bij de dood van Wim de Bie en deze week Paul van Vliet. Het leven is associatief. Zoals met de oranje tompoezen van bij voorkeur de Hema op 30 april. Asperges op 4 mei. Yoshi Shirai ook, de Japanse honkballer bij UVV die mijn moeder na de dood van mijn vader op kamers nam. Yoshi die in de kassen van Harmelen doorleerde voor hoe je komkommers kweekte. Wilden ze in Japan alles van weten. Yoshi die bij alles een diepe buiging maakte, en mijn moeder die terug boog, als een rietstengel, een geestig gezicht, totdat ze er spit van kreeg en op bed belandde. Op een training die samenviel met Dodenherdenking stopte hij even voor achten als eerste en nam zijn pet af. Yoshi ja, wat zou er van hem geworden zijn. Hij kwam ook nog eens uit Nagasaki. Hij was er ineens, en was na twee jaar ook ineens weer weg.

We gaan een bijzondere week in. Een week met veel herinneringen, terwijl de natuur weer tot groei en bloei komt, ondanks de winterjas die aan de kapstok blijft. Belangrijk vooral: voor Ellen op 4 mei telkenmale het stilstaan bij haar jeugd achter prikkeldraad en bamboevlechtwerk: de jappenkampen op Java. Misschien wel belangrijkste avond van het jaar die van 4 mei. En die verbind ik weer met asperges. Bonn 1990. Ik was voor de krant naar de onderhandelingen voor de Duitse eenwording. Die onderhandelingen werden gevoerd door Sjevardnadze namens Gorbatsjov en de toenmalige Sovjet-Unie. James Baker namens het Witte Huis. De Britse minister Hurd, Hans-Dietrich Genscher van West-Duitsland. Lothar de Mazière van de failliete DDR. Er was ook een Franse minister van buitenlandse zaken, maar zijn naam weet ik niet meer. Ellen was mee naar Bonn waar we op de warme avond van 4 mei 1990 boven Bonn in een restaurant aten. Een weids panorama. Om lyrisch van te worden. En dat werden we dan ook. We bestelden asperges en vroegen de serveerster met de asperges voor ons te wachten tot een paar minuten na achten omdat het in Nederland Dodenherdenking was. Het meisje knikte. ‘Ik weet het, ik kreeg dat op school mee.’ Om acht uur ging in het restaurant de muziek uit. Daar hadden we helemaal niet om gevraagd, maar de muziek ging uit. En om ons heen legden de Duitse gasten als op commando hun bestek neer en vouwden hun handen en knikten ons toe. Dit verzin ik niet, dit is echt gebeurd die zaterdagavond 4 mei 1990 in Bonn. Een paar minuten later werd de maaltijd hervat.

Nooit meer oorlog dachten we toen. Het einde van de Koude Oorlog. Weg met het IJzeren Gordijn. De wereld naar betere tijden. We weten nu beter. Die zaterdag 4 mei 1990 in Bonn, hoe vaak hebben Ellen en ik wel niet daaraan later gerefereerd. De verzoening. Respect voor het leven. Mensenrechten, vrijheid van meningsuiting, soevereiniteit. De vlag van Oekraïne wappert bij ons op 30 april bij de herdenking van Ellen in volle betekenis. Bonn 1990. In dat kader plaats ik de herdenking van Ellen. De asperges van Bonn. De diaspora van Afghanen, Syriërs, Koerdische Syriërs, Iraniërs, Soedanezen, Taiwanezen. Hun odyssee. Mijn werk van nu als taaldocent van een Koerdische Syrische, een Koerdische Turkse, een Iraanse is met dit alles verweven. Diana, zo bijzonder geworden voor mij en Ellen. Helin. Ook zij. En! Mijn kleine favorietje in de familie Al Mohammad. Mais. Die drie was toen ze haar ouders op de vlucht van Syrië naar een menswaardig bestaan verloor. Drie. Mais afgeleverd bij haar opa en oma en hun dochters en zoon in Emst. Als een postpakket met het geluk dat ze in haar broekzak een briefje had met het adres van opa en oma. Mais verbindt me met Ellen. Of omgekeerd. Drie was Ellen in oorlog in een jappenkamp en een lege maag waarin een schepje zand ging. Yoshi Shirai die als eerste zijn pet af nam om acht uur op 4 mei. Nooit meer oorlog, hetgeen al snel bleek achterhaald.

Deze zondag 30 april is het een jaar geleden dat Ellen overleed. Een jaar alweer, en tegelijkertijd een jaar nog maar pas. Ze stierf in vrede. De vrede van thuis. Het al dikwijls beschreven beeld van die open pui en die voorjaarsgeluiden van buiten. Ineens was ze er niet meer. Postuum namens Ellen wens ik jullie behalve deze dag een bezonken avond van Dodenherdenking toe.

PS. Kwam in het winkelcentrum een oude bekende tegen. Jan van Maurik. Natuurlijk ging het over het honkbal van 45 jaar geleden. Vertelde hem van een promovendus aan de Radboud Universiteit in Nijmegen die me benaderd had voor onderzoek naar de rol en betekenis en achtergrond van Antilliaanse spelers in het honkbal hier. Dat is, vertelde ik hem, wat mij nog aan het honkbal bindt, de competitie en zo allang niet meer. We kwamen te spreken over oud-coach Peep Papa uit Curaçao. Hoe was het toch met hem? Peep Papa de aimabele. Parkinson. Verpleeghuis. Kan al niet meer praten. Ik citeer Jan van Maurik bij Albert Heijn op zaterdag 29 april: ‘Zo erg om dit proces van nabij te zien. Hij kan al bijna niet meer praten. Hij zit volkomen opgesloten in zijn eigen lijf.’ Behalve parkonson waarschijnlijk ook lewy body. Net als Ellen. Het liet me een paar uur niet meer los.