Het enige verschil met Lies blijft dat ik niet naar bed ga met een breiwerkje

Vandaag zou ze jarig zijn geweest. Naar Vlissingen gegaan. Daar ook veel bijzondere herinneringen. Aan haar. Met haar. Herinneringen. Aan het zorghotel op de boulevard. Op de foto kwamen we er net de deur uit. Het strand. Het binnenstadje met zijn nauwe straatjes en monumentale panden. De zee, de koffie aan zee. In de verte Breskens. Tien jaar leed Ellen aan parkinson. We hebben er die jaren alles uitgesleept wat het leven nog te bieden had. En ik verbaas me erover hoeveel dat nog was. Nooit opgeven kortom. Vanavond mede ter ere van Ellen met vrienden een etentje op uitnodiging.

Vlissingen voor een paar mooie dagen in het zorghotel. Vertrek uit de parkeergarage van De Ingelanden. De koptelefoon mee. Voor muziek onderweg. Voor beiden een dagelijkse oefening van de beenspieren.

Lieve gastvrouw, beste gastheer.

Tijdens de les van heden in de Nederlandse taal heel voorzichtig aan Beriwan laten doorschemeren dat ik erg matineus  ben – overdreven matineus zelfs volgens sommigen – en dat je mij na half tien ’s avonds kunt opvegen met stoffer en blik (tegenwoordig van plastic en in aanstellerige Gordon-kleurtjes). Dus ja, een etentje na zevenen ’s avonds… Toen ik twee of drie weken met Ellen samenwoonde, liet zij mij kennismaken met een bevriende Indonesische familie van wie de twee dochtertjes bij Ellen in de klas hadden gezeten. Iris en Irana. Op de Aziëlaan 10 in Utrecht/ Kanaleneiland woonde ook de moeder van Maggy Amidi. De oma zogezegd van Iris en Irana. Die vrouw, Lies geheten, gaf mij om acht uur ’s avonds in mei veertig jaar geleden een hand, en Ellen een zoen, en ze zei dat ze naar bed ging. Ik was onthutst. Nu al levensmoe?

Ellen heeft me daar later vaak aan herinnerd. Na afloop van die kennismakingsvisite in dat rijtjeshuis waar je nu tegen IKEA aankijkt, zei ik tegen Ellen dat je wel knettergek moest zijn om al om acht uur ’s avonds naar bed te gaan. Ja, zei Ellen, maar ze staat om half zes op en gaan dan breien. Dat vond ik nóg absurder. De dag om half zes beginnen met breien? En wat breide de arme ziel Lies dan zoal? Sokken, tot de knie. Want de Indonesische familie Amidi had het altijd koud. Ik brei niet, nog steeds niet. Maar ik kan me al jaren en jaren heel goed verplaatsen in oma Lies. Ik ga ook met de kippen op stok. Al mijn boeken en verreweg de meeste blogs heb ik geschreven toen iedereen nog op één oor lag. Heerlijk. de balkondeur wagenwijd open. De bries. De lucht in paars roze kleuren. De eerste zonnestralen. De dageraad. Het krieken. De vogels.

De Amidi’s. Ik zal ze nooit vergeten. Warme mensen. Oprechte mensen. Er was ook nog een tante Pop. Zo lekker Indisch. Elke Indonesische familie heeft wel een tante Pop. Die van de Amidi’s was van de make-up. En de lippenstift. Maar geen dikdoenerij, gewoon de Hema. Als je naar die heerlijke tante Pop keek, raakte je verdwaald in het kleurenpalet van de Hema. Verschrikkelijk voelde het dat ze vrij snel naar Java terugkeerden. Hij was er voor zijn studie. Liep een eindstage in een ziekenhuis in Helmond. Kreeg ’s morgens hele rijsttafels van zijn schoonmoeder mee voor in de trein en voor tussen de middag in zijn spreekkamer te Helmond. Het moet er in die spreekkamer heerlijk toeven zijn geweest. Een arts. Gespecialiseerd in het hart. Kreeg naderhand op Java de baan aangeboden van lijfarts van Soeharto, de president. De meisjes gingen vlak voor hun terugkeer naar Indonesië op het Kanaleneiland met hun spaarpot, een olifant geloof ik, nee een varken natuurlijk, een biggetje, naar Blokker. Daar werd die porseleinen big met een hamer naar een andere wereld geslagen. Het abattoir was er niks bij. Met het geld werd een cadeautje voor hun favoriete juf Ellen gekocht. Ik heb het nog. Ik gebruik het dagelijks. Ik geef er soms een kusje op na de afwas. Ik praat tegen hem. Of is het een haar? Gooi toch weg, zei eens iemand tegen me. Want er zat ergens een heel klein barstje van het stoten. Weggooien? NOOIT. Liefde is het mooiste woord in onze taal. Hechten komt in de buurt.

De Amidi’s. Oma Lies. Ze werkte op een administratie van de Utrechtse universiteit. Ze werd niet oud. Maar ze had dan ook al een heel pakje sigaretten verstookt als ze aan het werk ging in de Uithof. Haar, Lies, en Maggy moest ik bij de kennismaking plechtig beloven dat ik de hele rest van mijn leven heel goed voor Ellen zou zijn, want die gaf toch een vorig laven voor mij op, en ik mocht niet van haar wijken als ze ooit eens ziek werd. Daarna moest ik nog maar een loempia op mijn schoteltje doen. Met Ellen ben ik in 1995 naar Java en Bali geweest. We begonnen in het vroegere Buitenzorg, in Bogor. Historische grond. Soekarno woonde er ook ooit. Daarvoor de allerhoogste Nederlandse ambtenaren. Het is er idyllisch, het klimaat fantastisch. Daar in Bogor woonde het gezin Amidi inmiddels. Riant, overtreffende trap. Van het Kanaleneiland naar Buitenzorg met acht bedienden. Het kunnen er ook negen zijn geweest.

Tevoren Ellen plechtig moeten beloven dat ik niet met Dirk Amidi in discussie zou gaan over politiek. Zeker niet over Soeharto. Niet gedaan ook. Me wel verbaasd over de meisjes Iris en Irana van het Kanaleneiland die in Bogor ineens bevelen uitdeelden aan het personeel, de meesten senioren. Eén van die twee liet een glas cola omvallen en gilde naar een even oud meisje om de zooi op te ruimen. Wat was er met Iris gebeurd? Ik kookte van woede en Ellen keek me veelbetekenend aan: mond houden, over een paar dagen gaan we naar Bandoeng, haar geboortestad, vervolgens naar Djokjakarta en weer later naar Bali. Dirk Amidi. Moordkerel! Die leek in de Botanische tuin Bogar nog het meest op de Amidi van het Kanaleneiland. Had geen voornaam toen hij in Nederland kwam. Maar dat kon natuurlijk niet. In Nederland heb je met alle papieren een voornaam. Toen moest hij maar een voornaam bedenken. Hij kreeg er een paar voorgeschoteld. Nou, had ie gezegd: noemen jullie me hier dan maar voortaan Dirk.

Als Dirk over Dirk vertelde en hoe hij aan die naam gekomen was, gilde Dirk van het lachen. Het was een bijzondere familie. Ze deden op school bij Ellen aan alles mee. En totaal geen verbeelding terwijl ze er op het Kanaleneiland in sociaaleconomisch opzicht toch ver bovenuit staken. Hun huis rook altijd naar Indisch eten. Mooie herinneringen. Later met Ellen nog eens op een zomerse zondagmiddag op kraamvisite bij Iris geweest. Ze woonde drie hoog achter in Den Haag. Op de grens met Scheveningen. Geen bedienden meer. Ze studeerde. Met een baby. Wasrek in de kamer. Ene Willem of Wim was de gelukkige. Een Nederlandse vader, zeer tegen het zere been van Dirk. Ook een student nog. Dirk? Die had een Javaan gewild. Moest ik toen vreselijk om lachen. Ik wist eerder van Wim dan Dirk wist dat zijn dochter scharrelde. Die werd pas heel laat door Iris geïnformeerd.

Genoeg verteld over mijn matineuze gedrag. Dat heel anders was toen ik Ellen leerde kennen. Toen begon de avond na tienen. Sportjournalistiek. Had er alles mee te maken. Nu lig ik om die tijd op apegapen. Net als Lies. Daarom zo blij met eerder begin van het uitje naar Beriwan en Sores – beiden Koerdisch – op de dag dat Ellen jarig zou zijn geweest. Prachtig, een dinertje met vrienden op 10 maart. Ik zie dat ik mijn handen eens goed moet wassen en in zalven. De tuin. De vlinderstruiken komen na het snoeien tot mijn knieën. Ze waren vier meter hoog.

Vlissingen, tegenover het zorghotel. Verbazingwekkend trouwens hoe weinig mensen destijds wisten dat bewoners van verpleeghuizen voor een paar vakantiedagen naar een zorghotel konden en dat verhuizen en zorghotels dat financieel onderling regelden. Behalve Vlissingen meermaals destijds ook naar een zorghotel bij Heerde richting Wapenveld.

Een cake van Helin voor onze vrienden ter nagedachtenis aan Ellen op haar verjaardag.

Liefde en vakkundigheid drukken zich niet alleen uit de diploma’s. Vaak niet eens! De mentaliteit zit ‘m niet in een papiertje

Kennen we haar nog, Jet Bussemaker? Bij zulke vrouwen spreken we van een stevige tante. Ga ik nu in de fout? Kan dit tegenwoordig nog? Prof. dr. Jet Bussemaker, PvdA, voorzitter Raad Toezicht Ouderenzorg & Samenleving, vindt, zo hoorde ik haar vandaag op de radio zeggen, dat we niet moeten wachten met stilzitten want anders, zo is becijferd, hebben we over tien jaar 200.000 (!!!) vacatures in de zorg. Tweehonderdduizend !!! En alleen geld zou voor de zorg niet de oplossing zijn. Niet meer geld maar anders denken. Haar advies gaat politiek behandeld worden en komt erop neer dat mensen als Diana (natuurtalent met toewijding) veel eerder en makkelijker in dienstverband in de verpleegzorg (woonzorgcentra) werkzaam moeten kunnen zijn. Bussemaker: We blinken uit in papieren, in diploma’s, in regels en nog eens regels, maar dat is geen enkele garantie op goede zorg en we zullen flexibeler moeten worden.

De voorzitter van de Patiëntfederatie, een zekere Schellekens, Arthur Schellekens, was het niet met haar eens. Hij ontpopte zich als een valse profeet. En daar hebben we er al zoveel van in Nederland. Minder hechten aan alle mogelijke diploma’s? Welnee zeg! Dan verminderde de kwaliteit van de zorg. Het zou (Schellekens) een uitholling zijn van het vak van verzorgende en verpleegkundige. Dat er ook nog zoiets als een midden bestond, ging er bij deze man niet in. Een grote bek met meer dan 95.000 vacatures nu, en 200.000 over tien jaar. Schellekens betoogde ook nog eens dat je het al die hardwerkende en gepassioneerde verzorgenden niet kon aandoen om niet-gediplomeerden en niet volledig- gediplomeerden in de verpleeghuizen in te zetten. Devaluatie, zei de wijsneus. Over de ouderen had hij het niet. Laat ik eerlijk zijn, hij had het amper over de doelgroep, over de van zorg (en aandacht!!!) afhankelijken. Ze zouden niet veilig zijn bij niet volledig gediplomeerden. Helaas heb ik teveel ellende in twee verpleeghuizen gezien. Ik kwam er dagelijks. Ik sliep er mee achter het cijferslot. Ik was kind aan huis op een gesloten afdeling. Het klopte er vaak voor geen meter. Voortdurend dreigden ongelukken. En ik wist: we hebben het er met dat verfoeide neoliberalisme zelf naar gemaakt. Bezuinigingen. Weg met van alles en nog wat. Marktwerking over de rug van zieken en ouderen en hun mantelzorgers. Maatschappij in ontbinding. Schellekens is op internet terug te vinden met plannen, rapporten en beleidsnotities. Maar vooral ook met luchtfietserij.

Helin rondt momenteel haar stage in een woonzorgcentrum af. Op alle onderdelen heeft ze hoog gescoord. Hoger kon niet. Ze is mensgericht, heeft een oorlog in Syrië meegemaakt, van haar tiende tot haar achttiende, ga er maar tegenaan staan, en ze is leergierig en slim. Haar verhalen over de stage in het woonzorgcentrum als arts in opleiding brengen me dicht bij mijn verleden als mantelzorger van Ellen. En mijn getob met mijn galblaas. De opslagplek voor verdriet, onmacht en frustratie. De gediplomeerde dames hadden een liefdesrelatie met de computer. Ze waren er niet bij weg te slaan. De computer werd ook gebruikt om te melden dat er niets te melden was. En dat met zo’n groot personeelstekort. Er wordt nog steeds hopeloos veel tijd aan verdaan. Dames die de bewoners maar lastig en vervelend vonden. Op enkele uitzonderingen na. Vaak slecht zorgpersoneel. Ongeïnteresseerden met een diploma. Ze hadden dat diploma beter kunnen krijgen van Marlboro of een ander sigarettenmerk. Roken op het balkon konden ze als de besten. Bij elk wissewasje die vlucht naar het balkon voor een peuk. Een diploma bleek In Nederhorst den Berg en bij De Ingelanden geen enkele garantie voor deugdelijk werk als verzorgende of verpleegkundige. Al waren de verpleegkundigen meestal wel een stuk beter.

De verzorgenden? Te dikwijls knudde. Velen waren er onvoldoende met hun hoofd bij. Nee, ik overdrijf niet. Was het maar zo! Geen Diana’s met levenservaring en levenswijsheid. Het waren vaak hypotheekzusters, bij beuners, in plaats van zorgzusters. Ondanks de pamflettistische prietpraat van Mark Rutte. Personeel dat geen rekening hield met de sociale en economische status van de zorgvragers. Hun mentale gezondheid leed eronder. Het bracht me ertoe Ellen definitief vanuit De Ingelanden naar huis terug te halen. En ik had er het geluk dat ik een fenomeen als Diana Sharifi trof, aan wie Ellen zich meer en meer ging hechten. Ze kon van lieverlee weinig meer, Ellen, maar de stem van Diana herkende ze bij binnenkomen uit duizenden. De glimlach en de wenkbrauwen vertelden het verhaal. Het was het verhaal van vertrouwen en chemie. Dus ja, meneer Schellekens, we zijn hier toch écht ervaringsdeskundigen. U kunt praten wat U wilt, maar U bent ziende blind. En dan de moeite die Diana moest doen om, behalve als ZZP’er in de zorg, ook in een zorginstelling voor meer vastigheid een voet tussen de deur te krijgen. Handen aan het bed? We hebben er de mond van vol, meneer Schellekens, maar als puntje bij paaltje komt gaan we zeiken over diploma’s en vergeten we dat die niet zaligmakend zijn. Het gaat om de intentie. Om de inborst.

Herinner me een Indië-herdenking op Bronbeek waarvandaan ik Ellen in De Ingelanden aantrof in de filmzaal. Ze begroette me met ‘Wim’. Pijnlijk moment, als zovele. Waar waren de verzorgenden met hun mooie diploma’s? Ze stonden allemaal op het balkon aan een sigaret te lurken. Een beroepsdrama. Maar inderdaad, meneer Schellekens, gediplomeerd, gediplomeerd aan de sigaret, en de bewoners aan hun lot overgelaten. Gediplomeerd weggelopen uit de filmzaal. Gediplomeerd afwezig toen Ellen bijna met een kussen door een medebewoonster, zo dement als wat, de verstikkingsdood was gestorven. Ik werd er hier thuis terecht mijn bed voor uit gebeld. Een trauma, nog altijd. Op de schitterende voorjaarsavond voorafgaande aan koningsdag de bewoners van De Ingelanden al om zeven uur naar bed. Misdadig. Zogenaamd omdat de filmapparatuur het niet deed. In werkelijkheid omdat de holistisch ingestelde gediplomeerde teefjes zo snel mogelijk naar de gezelligheid in de overvolle binnenstad van Utrecht wilden. Het zijn helaas geen sprookjes. Wie zijn oren en ogen de kost geeft, heeft de juiste indruk van de betrekkelijkheid van diploma’s. Ze garanderen geen compassie, empathie en ruggengraat. Over tien jaar 200.000 vacatures. Maar ook de mantelzorgers met een burn-out komen er aan. En ja, wie dan leeft die dan zorgt. Hoe zou het leven van U, meneer Schellekens, er over tien jaar uit zien?

Diana miste een paar papiertjes. Die waren zó belangrijk dat verpleeghuisbewoners maar op een houtje moesten bijten. Ze bood zich overal en elders aan en kreeg steevast hetzelfde te horen: komt U terug als U volledig gediplomeerd bent. Op 100 werknemers in de zorg komen we er nu nog slechts 140 tekort. Landelijk zo’n 95.000, dus dat valt nog wel mee. Maar gelukkig is 1 april voor Diana geen grap, maar begint ze dan in een baan met tevens een interne opleiding voor de resterende godvergeten papiertjes. In elk geval lijst ik Jet Bussemaker vandaag maar even in. Stevige tante. Het is de kunst van het denken in oplossingen. Mozes en de Berg. Konden we met die corona ook niet. Na Albanië waren we het land in Europa dat zijn zaakjes het slechtst voor elkaar had. We konden niet buiten de lijntjes kleuren. We hadden geen fantasie. We waren kleinburgerlijk. We waren vertrut. De lieve Ellen had geluk, Ellen die hier thuis zes jaar lang bijna dagelijks werd verzorgd door ene Diana Sharifi. Hoe kun je zo star zijn door alleen maar te denken in diploma’s. Op Hogescholen zijn ze snel uitgedeeld met een 6 en een hele lange min. Voor elk diploma een bonus van de overheid. De financiering van de hogescholen drijft er in belangrijke mate op. Hoe kun je een strohalm (mensen als aanvankelijk ook Diana) weigeren als het aantal vacatures naar de 200.000 gaat. Ellen dankte haar laatste levensjaren in een belangrijk opzicht ook aan Diana. Overbodig dat verder toe te lichten.

In Houten halen ze een voltreffer met haar naar binnen. In Maarssen loopt Helin stage. Ze heeft er opmerkelijk veel te maken met parkinsonpatiënten.  In die twee parkinsonpatiënten ziet ze Ellen terug. Ze vertelde over een gesprek met één van die twee bewoonsters en de echtgenoot. Steeds maar weer vallen en nog eens vallen en onvoldoende zorgpersoneel om de parkinsonpatiënt voor vallen te behoeden. Het wachten op een gebroken heup. Of anders de bewoonster vastbinden op een stoel. De mantelzorger die tijdens het gesprek zijn schouders optrok, zich klein maakte, en begon te huilen. De mantelzorger de uitputting voorbij. De adrenaline. Zo herkenbaar. De kwetsbaarheid al helemaal. Helin vertelde over de tragiek toen ze hierboven op de zolderetage na een lange dag vele uren bezig was met het invullen van idiote abstracte feedbackformulieren en competentiegerichte waanzincapriolen van de tekentafels. Het gekke Nederland met zijn natte winden in een netje. Kostbare tijd voor nonsens die ze liever had gebruikt om de bewoonster in Maarssen met parkinson en dementie te helpen. Met ’s avonds een poosje de hand vast te houden van deze mevrouw. Doch nee, Nederland prevaleert kletskoek in tabellen. Maar de geleerden zullen het allemaal wel beter weten. En de zieken en ouderen? Ze kwijnen weg in een doordrenkte incontinentieluier.

Even het onderwijs. Daar geen vernieuwers maar vernielers. Vaak lui die in de klas zelf geen orde konden houden. Bij dertienjarigen al niet. Omdat we nergens met ze naartoe konden, mochten ze in Zoetermeer beter onderwijs bedenken. Verdringen die foute grap. Maar Nederland en de regeltjes. Het gaat niet om de medemens. Het gaat om de registratie. En om diploma’s. Aan alle formaliteiten voldaan, de patiënt helaas overleden. Diploma’s zijn geen garantie voor alles. Ik weet het uit de journalistiek. En met het zicht op 200.000 vacatures over tien jaar zou Nederland best wel eens mogen beginnen aan enige improvisatie. We zijn fetisjisten geworden. Regeltjesneukers. Archiefbouwers. Obesitaskwekers aan de pc. Ik ben benieuwd hoe goed de verpleeghuisdirecties gaan doorpakken. En iedereen die zich keert tegen het advies van Bussemaker wens ik een zeer vroegtijdig en langdurig verblijf in een verpleeghuis toe. Zonder personeel. Met veel pyjamadagen. Een contract voor daags maar drie keer naar de wc. Liefst minder nog. Plascontracten door de familie ondertekend. Pijnlijke doorligplekken vanwege slechte verzorging. En bij niet in staat zijn zelfstandig te eten dan maar uithongeren.

Ik haat de regelfetisjisten. Het is er in Nederland van gekomen dat de zorgindicatie 4 al niet meer voldoende is voor opname in een verpleeghuis. Insiders weten wat zorgindicatie 4 betekent. Dan ben je er als patiënt al heel erg aan toe. Ik begrijp dat er zeer dringend 16.000 nieuwe verpleeginstellingen in Nederland nodig zijn. De strenge regelgeving vertraagt de bouw. Liever regels dan bouwen. Al zal het nog een hele kluif zijn die extra verpleeghuizen van personeel te voorzien. We draaien in cirkeltjes rond. We werpen voor alles zoveel barrières op dat elk dossier naar de grote stapel gaat. Insiders weten dat we de beschaving in Nederland achter ons gelaten hebben. Nu nog minder babbels. Ach, in het Belgische De Panne begon een Afghaanse wetenschapper, die nergens aan de bak kwam, tenslotte maar een restaurant met gebakken mosselen. Hij vluchtte voor de Taliban, een Afghaanse officier van justitie, in Hamburg kwam hij niet verder dan taxichauffeur. Ook de verpleeghuizen zouden in Nederland hun handen kunnen dichtknijpen met oorlogsvluchtelingen. Het zit niet altijd in een papiertje. Maar met West-Europa blijft Nederland arrogant zijn problemen groter en groter maken. Naar de 200.000 vacatures in de zorg! Maar misschien maken we ons druk om niets met wereldleiders van het slechtste soort.

Zondag zou ze jarig zijn. Ze zou dan 82 zijn geworden. Hier op de foto met Diana op een zondag dat in augustus Bronbeek stilstond bij de doden en overlevenden van de vrouwen- en kinderkampen tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Pacific. Diana zou vertellen over haar jeugd in Afghanistan en over de geuren en kleuren in onze tuin die haar deden denken aan vroeger.
Goed naar Leroy gekeken. Het afgekeken. Onvervangbare zorg.

Diana met de as van Ellen in De Panne. Goede zorgvreleners zijn met geen goudstaven te betalen.

Ze is nog lang geen twee jaar in Nederland. Ze is Koerdisch, net als Helin. En daar is ze trots op. Net als Helin. Beriwan Avci. Binnenkort ’s avonds in Anafora in het Maximapark dat ze dan samen met haar vriend Sores gaat runnen. Samen bestieren ze al een bedrijf in huishoudelijke hulp voor de zorg. De voormalige lerares Engels doet menigeen versteld staan door de snelheid waarmee ze de lastige Nederlandse taal onder de knie krijgt. In Nederland al dik bevriend met Diana, Helin en Wil, toekomstige klanten in de avonduren bij een ondergaande zon bij Anafora. Als taalcoach de vraag aan Beriwan het laatste blog te lezen en onder woorden te brengen wat er in dat blog te lezen viel. Verbazingwekkend hoeveel zij nu al van de Nederlandse taal oppikt.

door Beriwan Avci

Sinds ik Johan heb ontmoet, zie ik dat hij Diana altijd in alle opzichten heeft gesteund en blijft ondersteunen. Diana is exemplarisch voor de strekking van zijn meest recente blog. Diana staat model voor uitmuntende zorg zonder de nodige diploma’s. Johan is haar toegewijd. Omdat ik ook zie dat Diana zijn leven en dat van zijn geliefde Ellen heeft geraakt. Diana is een vrouw die vecht voor wat het leven brengt en het hebben van zo’n leven heeft haar behoorlijk sterk gemaakt. Op een dag vertelde Johan mij dat Diana werk zocht en een paar dagen later was een baan in een verpleeginstelling voor haar gevonden. Ik was er zeker van dat Johan alles had opgezocht over de baan die Diana ging bekleden en zoals we zien in zijn schrijven begon hij met de cijfers. Het aantal dat deze sector nodig heeft aan werknemers. Prof. dr. Jet Bussemaker waarschuwt op de radio voor een dreigend tekort van 200.000 zorgvacatures over tien jaar. Johan pleit voor een verandering in denken en benadrukt dat geld alleen niet de oplossing is. Zijn voorkeur, gericht op meer flexibiliteit in de zorg, stuit echter op weerstand van Arthur Schellekens, voorzitter van de Patiëntfederatie, die de kwaliteit van zorg zonder volledige diploma’s betwijfelt. Ik ben het met allebei eens, in die zin dat ik vind dat kandidaten voor de zorg met een spoedcursus en een papiertje zouden moet kunnen instromen. Ik zou voorstander zijn van een interne opleiding en ondertussen al handen aan het bed.

Johan pleit voor om mensen zoals Diana zonder volledige diploma’s maar met toewijding, eerder en makkelijker in de verpleegzorg  op te nemen. Terecht. Maar Nederland liever dan Turkije. Het hele systeem in Turkije is voor rijke mensen. Johan deelt zijn persoonlijke ervaringen in verpleeghuizen, kritiseert het overdreven belang van diploma’s en benadrukt het belang van intentie, inborst en ervaring in de zorg. Terwijl hij zijn waardering uitspreekt voor individuen zoals Diana, die ondanks het ontbreken van bepaalde papieren uitblinken in toewijding. Het systeem in Nederland zou een kortere weg voor mensen als Diana moeten openen als reactie op de crisis. Johan  beschrijft negatieve ervaringen met gediplomeerd personeel en pleit voor meer flexibiliteit en pragmatisme in de zorg. Hij betreurt de regelgeving en het regelfetisjisme in Nederland, met name in de zorg en het onderwijs, en waarschuwt voor een dreigende crisis in de zorgsector. Ook reflecteert hij op de negatieve impact van regelgeving in de zorgsector en het onderwijs en eindigt met een afkeer van “regelfetisjisten” en een oproep tot meer improvisatie in Nederland.